Martin Kochanski - The Snow Cow Ghost Stories for Skiers. London, Universalis Publishing, 2009 (1), 191 pagina's.
That chill running down your spine - is it just the melting snow?
The thirteen stories in The Snow Cow tell of love and death, terror and joy, mixing ancient myths with modern legends. They are stories to be shared in the firelight after a long day's skiing.
The skier who leaves tracks on inaccessible mountain faces - is he dead or alive?
Your chalet girl - could she be a mass murderer?
A woman on her wedding night, a promise made to the devil - how can she escape?
Experience impossible love in Not This Time. Ski with a ghost in The Long Man. Discover a new twist to an old legend in The Passport of Dorian Gray. And be haunted by the terrifying tale of The Snow Cow herself!
After you have read this book, skiing will never be the same again!
Ik heb nog nooit geskied en ik lees liever geen spook- of horrorverhalen. Toch heb ik deze bundel korte verhalen met plezier gelezen. Ik vind deze bundel geen meesterwerk, maar de verhalen lezen makkelijk, ook als Engels niet je moedertaal is, en zijn over het algemeen interessant.
Alle dertien verhalen spelen zich af in de winter af in Zwitserland en Oostenrijk. Er wordt dus volop geskied in de sneeuw. Heb je als lezer nog nooit geskied, maar heb je wel eens op natuurijs geschaatst, dan kun je je toch verplaatsen in het gevoel van snelheid en kou dat de schrijver oproept. Interessant is ook de aandacht voor de verschillende soorten sneeuw. Daar ben je als inwoner van een land waar weinig sneeuw valt niet van op de hoogte.
Met het genre, spookverhalen, had ik het wat moeilijker. Vaak vind ik het moeilijk om beschrijvingen van geesten of andere bovennatuurlijke zaken serieus te nemen. Het bijzondere van sommige van deze verhalen is, dat het bovennatuurlijke op een heel lichtvoetige manier wordt geïntroduceerd. Daardoor worden sceptici zoals ik niet afgeschrikt. Helaas vond ik niet ieder verhaal even goed. Voor mij springen The Snow Cow, Not This Time, They en All Soul's Day er echt uit, doordat de balans tussen het bovennatuurlijke en het 'gewone leven' en een humoristische toon juist is in deze verhalen.
The Passport of Dorian Gray, een variatie op Oscar Wilde's A Picture of Dorian Gray, had wat mij betreft uit de bundel weg mogen worden gelaten. Dat voegt door het weliswaar afwijkende, maar voorspelbare einde niets toe.
The Snow Cow (Engels)
flickr
woensdag 30 december 2009
zondag 27 december 2009
Nicole Krauss | De geschiedenis van de liefde
Nicole Krauss - De geschiedenis van de liefde. Amsterdam, Flamingo Moderne Klassieken, 2009 (15), 289 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: The History of Love, vertaald door Rob van der Veer. 2005 (1, Nederlands), 2005 (1, Engels).
Leo Gursky tikt iedere avond tegen zijn radiator zodat zijn bovenbuurman weet dat hij nog leeft. Maar zijn leven was niet altijd zo eenzaam: zestig jaar geleden, in zijn Poolse geboortedorp, werd Leo verliefd. Hij schreef een boek, een liefdesverhaal, en dat manuscript duikt nu weer op, met verstrekkende gevolgen.
Niet ver vanwaar Leo woont, worstelt de veertienjarige Alma met het verlies van haar vader: Alma is vernoemd naar een personage in het boek De geschiedenis van de liefde, dat haar vader aan haar moeder gaf toen ze elkaar net hadden leren kennen. Nu is haar moeder gevraagd het boek te vertalen. Dit betekent voor Alma het begin van een avontuur om haar naamgenote te vinden en haar familie te redden.
Het gaat te ver om zelfs maar te proberen de inhoud van deze roman in een paar alinea’s weer te geven. Daarvoor moet je het boek maar zelf lezen! Wel wil ik kwijt dat ik heel aangenaam verrast was door deze ontroerende roman, waar ik nog nooit van gehoord had en die ik afgelopen zomer cadeau kreeg.
Tijdens het lezen moest ik regelmatig denken aan Jonathan Safran Foer’s Everything is Illuminated, omdat beide boeken het lot van Oost-Europese Joden vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en hun nakomelingen in de Verenigde Staten beschrijven. Beide romans bevatten een zoektocht naar (familie)wortels.Bij Foers roman vindt die zoektoch in Oekraine plaats, in deze roman in New York zelf. Die associatie is misschien niet helemaal toevallig, want Krauss en Foer blijken getrouwd te zijn.
Deze roman heeft me, zoals ik zei, ontroerd. Niet alleen doordat de schrijfster een tragische liefde beschrijft, maar ook door de manier waarop zij het verdriet van het meisje Alma over de dood van haar vader beschrijft en het eenzame bestaan dat Leo Gursky leidt aan het einde van zijn leven in New York.
Het is geen roman die je 'even snel' leest. Perspectieven, tijd en plaats wisselen elkaar in rap tempo af. Maar, dat maakt het niet minder boeiend. Gewoon een kwestie van even je hoofd erbij houden. Probeer 't maar eens!
Nicole Krauss op Wikipedia
flickr
Oorspronkelijke Engelse titel: The History of Love, vertaald door Rob van der Veer. 2005 (1, Nederlands), 2005 (1, Engels).
Leo Gursky tikt iedere avond tegen zijn radiator zodat zijn bovenbuurman weet dat hij nog leeft. Maar zijn leven was niet altijd zo eenzaam: zestig jaar geleden, in zijn Poolse geboortedorp, werd Leo verliefd. Hij schreef een boek, een liefdesverhaal, en dat manuscript duikt nu weer op, met verstrekkende gevolgen.
Niet ver vanwaar Leo woont, worstelt de veertienjarige Alma met het verlies van haar vader: Alma is vernoemd naar een personage in het boek De geschiedenis van de liefde, dat haar vader aan haar moeder gaf toen ze elkaar net hadden leren kennen. Nu is haar moeder gevraagd het boek te vertalen. Dit betekent voor Alma het begin van een avontuur om haar naamgenote te vinden en haar familie te redden.
Het gaat te ver om zelfs maar te proberen de inhoud van deze roman in een paar alinea’s weer te geven. Daarvoor moet je het boek maar zelf lezen! Wel wil ik kwijt dat ik heel aangenaam verrast was door deze ontroerende roman, waar ik nog nooit van gehoord had en die ik afgelopen zomer cadeau kreeg.
Tijdens het lezen moest ik regelmatig denken aan Jonathan Safran Foer’s Everything is Illuminated, omdat beide boeken het lot van Oost-Europese Joden vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en hun nakomelingen in de Verenigde Staten beschrijven. Beide romans bevatten een zoektocht naar (familie)wortels.Bij Foers roman vindt die zoektoch in Oekraine plaats, in deze roman in New York zelf. Die associatie is misschien niet helemaal toevallig, want Krauss en Foer blijken getrouwd te zijn.
Deze roman heeft me, zoals ik zei, ontroerd. Niet alleen doordat de schrijfster een tragische liefde beschrijft, maar ook door de manier waarop zij het verdriet van het meisje Alma over de dood van haar vader beschrijft en het eenzame bestaan dat Leo Gursky leidt aan het einde van zijn leven in New York.
Het is geen roman die je 'even snel' leest. Perspectieven, tijd en plaats wisselen elkaar in rap tempo af. Maar, dat maakt het niet minder boeiend. Gewoon een kwestie van even je hoofd erbij houden. Probeer 't maar eens!
Nicole Krauss op Wikipedia
flickr
woensdag 23 december 2009
Arnon Grunberg | Grunberg de wereld rond
Arnon Grunberg - Grunberg rond de wereld. Amsterdam, Nijgh & Van Dithmar, 2004, 352 pagina's.
'Gebeurt er dan niets vrolijks in je leven?' vraagt de moeder van Arnon Grunberg vertwijfeld naar aanleiding van zijn stukken in NRC Handelsblad. Het antwoord is: jawel.
In Grunberg rond de wereld bericht de permanente reiziger Grunberg met ongekende levenslust en niet-aflatende hoop op kruimels geluk over zijn zeven magere jaren.
Over forellenkwekerijen, financiële waanzin, terrorisme, elektrische tandenborstels, huidziektes, bedrog, zwembaden, God, de moeder, de zoon en de verloofde, maar het meest van alles: hoop.
Eerder dit jaar las ik Grunbergs Kamermeisjes & soldaten. Dat boek heeft een enorme indruk op me gemaakt, juist omdat Grunberg zich in de stukken in dit boek tamelijk bescheiden opstelt. Hij neemt waar, plaatst hier een en daar een ironiserende kanttekening, maar dat is het dan ook.
Toen ik in de bibliotheek het boek met de titel Grunberg rond de wereld zag staan, verwachtte ik een zelfde soort stukken. Vraag me niet waarom, want de tekst op de achterkant van het boek wijst toch echt in een heel andere richting. Deze stukken zijn weliswaar ook eerder in NRC Handelsblad verschenen, maar dat is dan ook de enige overeenkomst.
In deze stukken schrijft Grunberg vanuit het ik-perspectief over een persoon die ook Arnon Grunberg heet. Grunberg wil ons laten geloven dat hij over zijn eigen reizen, liefdesleven en kleine ongemakken van het leven schrijft.
Ik betrapte mezelf er de afgelopen vijftien dagen voortdurend op, dat ik mezelf ervan probeerde te overtuigen dat die naam en dat ik-perspectief absoluut niet hoefden te betekenen dat de mens Grunberg dezelfde is als het beeld dat van de schrijver Grunberg ontstaat in deze stukken. Want stiekem verdenk ik Grunberg ervan dat al deze stukken waarin hij narrig en afstandelijk de wereld over reist bedoeld zijn om de rond de schrijver Grunberg gecreëerde mythe zorgvuldig in stand te houden, terwijl de mens Grunberg het liefst samen met een geliefde kneuterig op de bank in de woonkamer naar een sitcom kijkt.
Valt er dan niets positiefs te zeggen over deze bundel? Ja, gelukkig wel. Grunbergs stukken over 11 september 2001 en over zijn bezoeken aan zijn zus, die in een joodse nederzetting in bezet Palestijns gebied woont, vond ik erg indrukwekkend. Maar die kwamen pas aan het einde van de bundel. Achteraf ben ik toch blij dat ik niet heb toegegeven aan mijn wens van het afgelopen weekend om het boek niet uit te lezen.
Arnon Grunberg | Karel heeft echt bestaan
Arnon Grunberg | Kamermeisjes & soldaten
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
flickr
'Gebeurt er dan niets vrolijks in je leven?' vraagt de moeder van Arnon Grunberg vertwijfeld naar aanleiding van zijn stukken in NRC Handelsblad. Het antwoord is: jawel.
In Grunberg rond de wereld bericht de permanente reiziger Grunberg met ongekende levenslust en niet-aflatende hoop op kruimels geluk over zijn zeven magere jaren.
Over forellenkwekerijen, financiële waanzin, terrorisme, elektrische tandenborstels, huidziektes, bedrog, zwembaden, God, de moeder, de zoon en de verloofde, maar het meest van alles: hoop.
Eerder dit jaar las ik Grunbergs Kamermeisjes & soldaten. Dat boek heeft een enorme indruk op me gemaakt, juist omdat Grunberg zich in de stukken in dit boek tamelijk bescheiden opstelt. Hij neemt waar, plaatst hier een en daar een ironiserende kanttekening, maar dat is het dan ook.
Toen ik in de bibliotheek het boek met de titel Grunberg rond de wereld zag staan, verwachtte ik een zelfde soort stukken. Vraag me niet waarom, want de tekst op de achterkant van het boek wijst toch echt in een heel andere richting. Deze stukken zijn weliswaar ook eerder in NRC Handelsblad verschenen, maar dat is dan ook de enige overeenkomst.
In deze stukken schrijft Grunberg vanuit het ik-perspectief over een persoon die ook Arnon Grunberg heet. Grunberg wil ons laten geloven dat hij over zijn eigen reizen, liefdesleven en kleine ongemakken van het leven schrijft.
Ik betrapte mezelf er de afgelopen vijftien dagen voortdurend op, dat ik mezelf ervan probeerde te overtuigen dat die naam en dat ik-perspectief absoluut niet hoefden te betekenen dat de mens Grunberg dezelfde is als het beeld dat van de schrijver Grunberg ontstaat in deze stukken. Want stiekem verdenk ik Grunberg ervan dat al deze stukken waarin hij narrig en afstandelijk de wereld over reist bedoeld zijn om de rond de schrijver Grunberg gecreëerde mythe zorgvuldig in stand te houden, terwijl de mens Grunberg het liefst samen met een geliefde kneuterig op de bank in de woonkamer naar een sitcom kijkt.
Valt er dan niets positiefs te zeggen over deze bundel? Ja, gelukkig wel. Grunbergs stukken over 11 september 2001 en over zijn bezoeken aan zijn zus, die in een joodse nederzetting in bezet Palestijns gebied woont, vond ik erg indrukwekkend. Maar die kwamen pas aan het einde van de bundel. Achteraf ben ik toch blij dat ik niet heb toegegeven aan mijn wens van het afgelopen weekend om het boek niet uit te lezen.
Arnon Grunberg | Karel heeft echt bestaan
Arnon Grunberg | Kamermeisjes & soldaten
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
flickr
maandag 7 december 2009
Wladimir Kaminer | Meine russischen Nachbarn
Wladimir Kaminer - Meine russischen Nachbarn Aufzeichnungen aus dem Treppenhaus. München, Goldmann Verlag, Augustus 2009 (1), 221 pagina's.
Ein Leben ohne Nachbarn ist vielleicht möglich, aber sinnlos. Wer würde sonst in der Wohnung nebenan Tennis spielen, morgens auf der Trompete üben und im Sommer auf dem Balkon grillen? Und wenn man wie Wladimir Kaminer mit einer Russen-WG unter einem Dach wohnt, wird jeder Tag zum Abenteuer. Die Phantasie von Andrej und Sergej, ihre Entschlossenheit, neue Wege zu beschreiten, sorgt immer wieder für Überraschungen. Ob Sergej liebevoll eine alte Ausgabe des Kapital signiert - "Viel Spaß beim Leisen, mein Mäuschen, dein Marx" -, um sie dann bei eBay als Rarität zu versteigern, oder ob Andrej ein paar Zeugen Jehovas kapert, weil er so gerne Besuch bekommt: Die beiden sorgen dafür, dass es nie langweilig wird - und dass man sich bald selbst eine Russen-WG im Haus wünscht.
Dann klappt's auch mit den Nachbarn...
Het is Kaminer weer gelukt om een bundel zeer leesbare, grappige korte verhalen bijeen te brengen. Deze keer behandelt hij de lotgevallen van twee Russische buurmannen, die in hetzelfde gebouw als de schrijver zijn komen wonen. Zij hebben een bijzondere kijk op hun nieuwe land en stad. Ook familieleden van de beide buren komen aan bod. Hilarisch is het verhaal Die Mutter (nicht von Gorki) waarin de wonderlijke zoektocht van Sergejs moeder naar een nieuwe geliefde wordt beschreven.
Ook Kaminers eigen ervaringen als Rus in Duitsland komen aan bod. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld de worsteling die hij met de Duitse autoriteiten voert om na jaren stateloos te zijn geweest met zijn hele gezin Duitser te worden. Door zijn status van 'bekende schrijver' kan Kaminer zelf zonder problemen Duitser worden, maar zijn kinderen moeten als zij meerderjarig worden opnieuw aantonen dat zij daadwerkelijk geen andere nationaliteit hebben, ook al zijn zij in Duitsland geboren en hebben zij nooit in Rusland gewoond.
Iedereen die wel eens te maken heeft met Russen (en zeker degene die in één huis woont met een Rus of Russin) zou dit boek moeten lezen. Maar ook voor mensen die niet dagelijks in aanraking komen met een Rus is dit een vermakelijk boek.
Wladimir Kaminer | Es gab keinen Sex im Sozialismus
Wladimir Kaminer | Ich bin kein Berliner
Wladimir Kaminer (Duits)
Wladimir Kaminer op Wikipedia (Duits)
flickr
Ein Leben ohne Nachbarn ist vielleicht möglich, aber sinnlos. Wer würde sonst in der Wohnung nebenan Tennis spielen, morgens auf der Trompete üben und im Sommer auf dem Balkon grillen? Und wenn man wie Wladimir Kaminer mit einer Russen-WG unter einem Dach wohnt, wird jeder Tag zum Abenteuer. Die Phantasie von Andrej und Sergej, ihre Entschlossenheit, neue Wege zu beschreiten, sorgt immer wieder für Überraschungen. Ob Sergej liebevoll eine alte Ausgabe des Kapital signiert - "Viel Spaß beim Leisen, mein Mäuschen, dein Marx" -, um sie dann bei eBay als Rarität zu versteigern, oder ob Andrej ein paar Zeugen Jehovas kapert, weil er so gerne Besuch bekommt: Die beiden sorgen dafür, dass es nie langweilig wird - und dass man sich bald selbst eine Russen-WG im Haus wünscht.
Dann klappt's auch mit den Nachbarn...
Het is Kaminer weer gelukt om een bundel zeer leesbare, grappige korte verhalen bijeen te brengen. Deze keer behandelt hij de lotgevallen van twee Russische buurmannen, die in hetzelfde gebouw als de schrijver zijn komen wonen. Zij hebben een bijzondere kijk op hun nieuwe land en stad. Ook familieleden van de beide buren komen aan bod. Hilarisch is het verhaal Die Mutter (nicht von Gorki) waarin de wonderlijke zoektocht van Sergejs moeder naar een nieuwe geliefde wordt beschreven.
Ook Kaminers eigen ervaringen als Rus in Duitsland komen aan bod. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld de worsteling die hij met de Duitse autoriteiten voert om na jaren stateloos te zijn geweest met zijn hele gezin Duitser te worden. Door zijn status van 'bekende schrijver' kan Kaminer zelf zonder problemen Duitser worden, maar zijn kinderen moeten als zij meerderjarig worden opnieuw aantonen dat zij daadwerkelijk geen andere nationaliteit hebben, ook al zijn zij in Duitsland geboren en hebben zij nooit in Rusland gewoond.
Iedereen die wel eens te maken heeft met Russen (en zeker degene die in één huis woont met een Rus of Russin) zou dit boek moeten lezen. Maar ook voor mensen die niet dagelijks in aanraking komen met een Rus is dit een vermakelijk boek.
Wladimir Kaminer | Es gab keinen Sex im Sozialismus
Wladimir Kaminer | Ich bin kein Berliner
Wladimir Kaminer (Duits)
Wladimir Kaminer op Wikipedia (Duits)
flickr
zondag 29 november 2009
Herta Müller | Heute wär ich mir lieber nicht begegnet
Herta Müller - Heute wär ich mir lieber nicht begegnet Roman. Reinbek bei Hamburg, Rohwolt, September 1997 (1), 240 pagina's.
Van bol.de (bij gebrek aan achterflap):
"Ich bin bestellt." Eine junge Frau in einer Großstadt in Rumänien auf dem Weg zum Verhör beim Geheimdienst. Sie hat diese Fahrt mit der Straßenbahn schon oft machen müssen, doch diesmal hat sie aus einer Vorahnung heraus Handtuch, Zahnpasta und Zahnbürste eingepackt. Unterwegs lässt sie ihr Leben an sich vorüberziehen: die Kindheit in der Provinz, die halberotische Gier nach dem Vater, die Deportation der Großeltern, das sporadische Glück, das ihr mit Paul gelingt, auch wenn sein Trinken für ihre Liebe eine Last ist. Außen: starre Uhrzeiten, Haltestellen, ein- und aussteigende Personen, vorbeiziehende Straßen. All dies soll ablenken und führt doch immer wieder zurück zu: "Ich bin bestellt." Doch an diesem Tag hält der Fahrer an der Station, an der sie aussteigen muss, nicht an. Und sie beschließt zum ersten Mal, nicht zum Verhör zu gehen.
Toen Herta Müller eerder dit jaar de Nobelprijs voor Literatuur won, besloot ik dat ik maar eens iets van haar moest lezen. Müller werd in 1953 in Roemenië geboren in een gezin dat tot de Duitse minderheid in dat land behoorde. Müller leerde in eerste instantie Duits spreken. In de jaren 1980 emigreerde zij, nadat het haar verboden werd om te publiceren in Roemenië, naar het toenmalige West-Duitsland. Müller is daarmee een vertegenwoordigster van de immgirantenliteratuur die mij zo interesseert.
Ik begrijp dat het belangrijkste thema in Müllers werk het leven in een dictatuur is, ook nu zij al meer dan twintig jaar in vrijheid leeft. In deze roman is dat zeker het geval. Direct al vanaf de eerste pagina is de dreiging akelig voelbaar: de hoofdpersoon wordt door de geheime politie voor verhoren opgeroepen en verwacht iedere keer dat zij na afloop niet naar huis terug zal mogen keren. Daarom heeft de hoofdpersoon tijdens de tramreis die in deze roman beschreven wordt een zakdoek, tandpasta en een tandenborstel bij zich. Voor het geval dat.
Müller vermengt de beschrijving van de verhoren die de hoofdpersoon moet ondergaan met herinneringen aan de jeugd van het meisje in het Duitse plaatsje op het platteland en haar leven in de stad. Die herinneringen staan in het teken van een allesoverheersende angst. De buitenwereld is bedreigend, maar ook van de mensen die je na staan moet je je afvragen of zij te vertrouwen zijn. Dat maakt deze roman erg beklemmend, maar niet minder goed én interessant.
Als deze roman exemplarisch is voor het andere werkt van Müller, dan is het zeker niet onterecht dat er extra aandacht voor haar oeuvre wordt gevraagd door de Nobelprijs toe te kennen. Ik kijk ernaar uit meer werk dan deze schrijfster te lezen!
Dit boek is in het Nederlands verschenen onder de titel Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen.
Herta Müller | Niederungen
Herta Müller op Wikipedia
flickr
Van bol.de (bij gebrek aan achterflap):
"Ich bin bestellt." Eine junge Frau in einer Großstadt in Rumänien auf dem Weg zum Verhör beim Geheimdienst. Sie hat diese Fahrt mit der Straßenbahn schon oft machen müssen, doch diesmal hat sie aus einer Vorahnung heraus Handtuch, Zahnpasta und Zahnbürste eingepackt. Unterwegs lässt sie ihr Leben an sich vorüberziehen: die Kindheit in der Provinz, die halberotische Gier nach dem Vater, die Deportation der Großeltern, das sporadische Glück, das ihr mit Paul gelingt, auch wenn sein Trinken für ihre Liebe eine Last ist. Außen: starre Uhrzeiten, Haltestellen, ein- und aussteigende Personen, vorbeiziehende Straßen. All dies soll ablenken und führt doch immer wieder zurück zu: "Ich bin bestellt." Doch an diesem Tag hält der Fahrer an der Station, an der sie aussteigen muss, nicht an. Und sie beschließt zum ersten Mal, nicht zum Verhör zu gehen.
Toen Herta Müller eerder dit jaar de Nobelprijs voor Literatuur won, besloot ik dat ik maar eens iets van haar moest lezen. Müller werd in 1953 in Roemenië geboren in een gezin dat tot de Duitse minderheid in dat land behoorde. Müller leerde in eerste instantie Duits spreken. In de jaren 1980 emigreerde zij, nadat het haar verboden werd om te publiceren in Roemenië, naar het toenmalige West-Duitsland. Müller is daarmee een vertegenwoordigster van de immgirantenliteratuur die mij zo interesseert.
Ik begrijp dat het belangrijkste thema in Müllers werk het leven in een dictatuur is, ook nu zij al meer dan twintig jaar in vrijheid leeft. In deze roman is dat zeker het geval. Direct al vanaf de eerste pagina is de dreiging akelig voelbaar: de hoofdpersoon wordt door de geheime politie voor verhoren opgeroepen en verwacht iedere keer dat zij na afloop niet naar huis terug zal mogen keren. Daarom heeft de hoofdpersoon tijdens de tramreis die in deze roman beschreven wordt een zakdoek, tandpasta en een tandenborstel bij zich. Voor het geval dat.
Müller vermengt de beschrijving van de verhoren die de hoofdpersoon moet ondergaan met herinneringen aan de jeugd van het meisje in het Duitse plaatsje op het platteland en haar leven in de stad. Die herinneringen staan in het teken van een allesoverheersende angst. De buitenwereld is bedreigend, maar ook van de mensen die je na staan moet je je afvragen of zij te vertrouwen zijn. Dat maakt deze roman erg beklemmend, maar niet minder goed én interessant.
Als deze roman exemplarisch is voor het andere werkt van Müller, dan is het zeker niet onterecht dat er extra aandacht voor haar oeuvre wordt gevraagd door de Nobelprijs toe te kennen. Ik kijk ernaar uit meer werk dan deze schrijfster te lezen!
Dit boek is in het Nederlands verschenen onder de titel Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen.
Herta Müller | Niederungen
Herta Müller op Wikipedia
flickr
donderdag 26 november 2009
Денис Гуцко | Покемонов день
Денис Гуцко - Покемонов день. Москва, Время, 2007, 320 страниц.
(Denis Gucko - Pokemonov den'. Moskva, Vremya, 2007, 320 stranic)
Одну сенсацию Денис Гуцко нам уже подарил - впервые лауреатом "Русского Букера" за лучший роман года ("Без пути-следа", 2005) стал дебютант. В своей новой книге писатель в присущей ему манере не навязывает ответы, а лишь формулирует вопросы. Но вопросы "неслабые". Например. Что делает нас неуязвимыми от беспардонной агрессии сегодняшней жизни? Что скрывают от нас наши дети: ожесточенность или любовь? Достаточно ли в нас самих смелости, чтобы любить, и любви, чтобы прощать? Нужен ли человеку - живой человек, или достаточно выдуманного образа, который не предаст и не сделает больно? Нужен ли нам Бог - или достаточно обряда? Нужно ли жить - или достаточно соблюдать нормы? Беглые, но точные зарисовки, наброски, легкие штрихи. А в целом - книга, полная страсти и мысли.
Pokémondag is de letterlijke vertaling van de titel van deze bundel. Dat doet een aantal onschuldige verhalen vermoeden, maar niets is minder waar. Het grootste gedeelte van de bundel bestaat uit een novelle met de genoemde titel. Het behandelt het wrede lot van Aleksey, die per sms hoort dat zijn vader, die hij niet kent, op sterven ligt. Hij besluit af te reizen naar Rostov aan de Don. Op weg naar het station wordt hij echter ontvoerd door een tweetal mannen, die hem genadeloos mishandelen. Zij doen dit omdat een vriendin hen gevraagd heeft wraak te nemen voor wat zij heeft ondergaan. Tot haar teleurstelling stelt ze achteraf vast dat wraak niet zoet smaakt. Angstaanjagend is de suggestie van een zichzelf in stand houdende geweldsspiraal.
Deze novelle is een goed voorbeeld van de inhoud van de overige korte verhalen in de bundel. Daarin behandelt Gucko andere vormen van wreedheid, bijvoorbeeld emotionele wreedheid in het verhaal waarin de hoofdpersoon zijn vrouw naar de begrafenis van haar minnaar en zijn baas moet brengen. Of verwaarlozing in het verhaal waarin een heel gezin zo druk is met het eigen asociale gedrag dat de eerste woordjes van een klein jongetje niet worden opgemerkt. In dat laatste verhaal schetst Guсko in vijf bladzijden zo’n troosteloos beeld van het gezin waarin dit jongetje moet opgroeien, dat ik het boek met een bezwaard hart sloot.
De omslag van de bundel is donker, en dat geldt evenzeer voor de inhoud van het boek. Gucko weet het hopeloze op een fenomenale manier over te brengen. Juist in de erg korte verhalen doet hij dat inderdaad met slechts een paar ‘penseelstreken’. Hier is een kundig schrijver aan het woord. Gucko wordt ook in eigen land gewaardeerd: hij ontving in 2005 de Russische Bookerprijs, een prestigieuze literaire prijs, voor een eerdere roman. Gucko verdient het om vertaald te worden!
Денис Гуцко | Ангелы с нашей фамилией
flickr
(Denis Gucko - Pokemonov den'. Moskva, Vremya, 2007, 320 stranic)
Одну сенсацию Денис Гуцко нам уже подарил - впервые лауреатом "Русского Букера" за лучший роман года ("Без пути-следа", 2005) стал дебютант. В своей новой книге писатель в присущей ему манере не навязывает ответы, а лишь формулирует вопросы. Но вопросы "неслабые". Например. Что делает нас неуязвимыми от беспардонной агрессии сегодняшней жизни? Что скрывают от нас наши дети: ожесточенность или любовь? Достаточно ли в нас самих смелости, чтобы любить, и любви, чтобы прощать? Нужен ли человеку - живой человек, или достаточно выдуманного образа, который не предаст и не сделает больно? Нужен ли нам Бог - или достаточно обряда? Нужно ли жить - или достаточно соблюдать нормы? Беглые, но точные зарисовки, наброски, легкие штрихи. А в целом - книга, полная страсти и мысли.
Pokémondag is de letterlijke vertaling van de titel van deze bundel. Dat doet een aantal onschuldige verhalen vermoeden, maar niets is minder waar. Het grootste gedeelte van de bundel bestaat uit een novelle met de genoemde titel. Het behandelt het wrede lot van Aleksey, die per sms hoort dat zijn vader, die hij niet kent, op sterven ligt. Hij besluit af te reizen naar Rostov aan de Don. Op weg naar het station wordt hij echter ontvoerd door een tweetal mannen, die hem genadeloos mishandelen. Zij doen dit omdat een vriendin hen gevraagd heeft wraak te nemen voor wat zij heeft ondergaan. Tot haar teleurstelling stelt ze achteraf vast dat wraak niet zoet smaakt. Angstaanjagend is de suggestie van een zichzelf in stand houdende geweldsspiraal.
Deze novelle is een goed voorbeeld van de inhoud van de overige korte verhalen in de bundel. Daarin behandelt Gucko andere vormen van wreedheid, bijvoorbeeld emotionele wreedheid in het verhaal waarin de hoofdpersoon zijn vrouw naar de begrafenis van haar minnaar en zijn baas moet brengen. Of verwaarlozing in het verhaal waarin een heel gezin zo druk is met het eigen asociale gedrag dat de eerste woordjes van een klein jongetje niet worden opgemerkt. In dat laatste verhaal schetst Guсko in vijf bladzijden zo’n troosteloos beeld van het gezin waarin dit jongetje moet opgroeien, dat ik het boek met een bezwaard hart sloot.
De omslag van de bundel is donker, en dat geldt evenzeer voor de inhoud van het boek. Gucko weet het hopeloze op een fenomenale manier over te brengen. Juist in de erg korte verhalen doet hij dat inderdaad met slechts een paar ‘penseelstreken’. Hier is een kundig schrijver aan het woord. Gucko wordt ook in eigen land gewaardeerd: hij ontving in 2005 de Russische Bookerprijs, een prestigieuze literaire prijs, voor een eerdere roman. Gucko verdient het om vertaald te worden!
Денис Гуцко | Ангелы с нашей фамилией
flickr
zaterdag 21 november 2009
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril - Mijn leven als hond Dierenverhalen. Amsterdam, Prometheus, mei 2009 (6), 153 pagina's. Januari 2009 (1).
In Mijn leven als hond heeft Martin Bril zijn mooiste verhalen bijeengebracht over de omgang tussen dier en mens. Hij schrijft over de zingende merel in de binnentuin, de clientèle van dierenspeciaalzaak Priscilla, de poes die van huis is weggelopen, ezels langs de snelweg, ooievaars in Terwispel en muggen. En hij schrijft over honden, in het bijzonder over zijn eigen hond. Het dagelijkse ommetje in de vroege ochtend, als de stad nog slaapt maar Martin Bril al klaarwakker is, is een bijna constant element in deze schitterende verzameling dierenverhalen.
Speciaal voor dit boek schreef de hond van de familie Bril een inleiding, waarin hij een inkijkje geeft in het reilen en zeilen van Nederlands meest geliefde communist.
Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik heb deze bundel in een opwelling gekocht vlak na Brils overlijden. Toen ik het in de boekhandel zag liggen, zag ik weer voor me hoe Bril een stuk uit het titelverhaal voorlas bij De Wereld Draait Door. Dat had me toen zo ontroerd, dat ik deze bundel moest kopen. Toen ik zelf het hele verhaal las, was ik weer ontroerd, omdat ik Brils stem hoorde tijdens het lezen.
Ook de andere columns in deze bundel zijn de moeite van het lezen meer dan waard overigens. Uit iedere column blijkt niet alleen het opmerkzame oog voor detail dat Bril had. Je raakt ook doordrongen van het verdrietige besef dat er veel te vroeg een man is overleden die nog zoveel moois had kunnen schrijven. Gelukkig heeft hij ons wel heel veel fijne bundels nagelaten!
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
In Mijn leven als hond heeft Martin Bril zijn mooiste verhalen bijeengebracht over de omgang tussen dier en mens. Hij schrijft over de zingende merel in de binnentuin, de clientèle van dierenspeciaalzaak Priscilla, de poes die van huis is weggelopen, ezels langs de snelweg, ooievaars in Terwispel en muggen. En hij schrijft over honden, in het bijzonder over zijn eigen hond. Het dagelijkse ommetje in de vroege ochtend, als de stad nog slaapt maar Martin Bril al klaarwakker is, is een bijna constant element in deze schitterende verzameling dierenverhalen.
Speciaal voor dit boek schreef de hond van de familie Bril een inleiding, waarin hij een inkijkje geeft in het reilen en zeilen van Nederlands meest geliefde communist.
Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik heb deze bundel in een opwelling gekocht vlak na Brils overlijden. Toen ik het in de boekhandel zag liggen, zag ik weer voor me hoe Bril een stuk uit het titelverhaal voorlas bij De Wereld Draait Door. Dat had me toen zo ontroerd, dat ik deze bundel moest kopen. Toen ik zelf het hele verhaal las, was ik weer ontroerd, omdat ik Brils stem hoorde tijdens het lezen.
Ook de andere columns in deze bundel zijn de moeite van het lezen meer dan waard overigens. Uit iedere column blijkt niet alleen het opmerkzame oog voor detail dat Bril had. Je raakt ook doordrongen van het verdrietige besef dat er veel te vroeg een man is overleden die nog zoveel moois had kunnen schrijven. Gelukkig heeft hij ons wel heel veel fijne bundels nagelaten!
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
Labels:
20-11-2009,
21-11-2009,
columns,
fictie,
Martin Bril,
Mijn leven als hond,
Nederland,
Nederlands
vrijdag 20 november 2009
P.F. Thomése | Schaduwkind
P.F. Thomése - Schaduwkind. Amsterdam/Antwerpen, Contact, maart 2008 (14), 108 pagina's. September 2003 (1).
'Ergens in de taal is zij nog, ergens tussen een paar woorden in. Woorden die elkaar nog niet kennen. En die haar nog niet kennen.'
Ik weet dat dit boek een enorme indruk op mij zou moeten maken, want tragischer kan het niet, je kind moeten begraven als het nog maar zes weken oud is. Dit boek is op zich ook een mooie poging om het verdriet en onbegrip over het niet te bevatten overlijden van dat kleine meisje weg te schrijven, maar het heeft me niet geraakt.
Waarschijnlijk stond ik er op het moment van lezen niet voldoende voor open, omdat ik me zelf ongelooflijk blij en gelukkig voelde. Misschien moet ik het maar eens herlezen als ik me zelf minder euforisch voel.
Eén citaat, dat me wel raakte, wil ik jullie niet onthouden, omdat het als het ware het uitgangspunt van de wanhoop in dit boekje vormt:
Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?
P.F. Thomése
P.F. Thomése op Wikipedia
flickr
'Ergens in de taal is zij nog, ergens tussen een paar woorden in. Woorden die elkaar nog niet kennen. En die haar nog niet kennen.'
Ik weet dat dit boek een enorme indruk op mij zou moeten maken, want tragischer kan het niet, je kind moeten begraven als het nog maar zes weken oud is. Dit boek is op zich ook een mooie poging om het verdriet en onbegrip over het niet te bevatten overlijden van dat kleine meisje weg te schrijven, maar het heeft me niet geraakt.
Waarschijnlijk stond ik er op het moment van lezen niet voldoende voor open, omdat ik me zelf ongelooflijk blij en gelukkig voelde. Misschien moet ik het maar eens herlezen als ik me zelf minder euforisch voel.
Eén citaat, dat me wel raakte, wil ik jullie niet onthouden, omdat het als het ware het uitgangspunt van de wanhoop in dit boekje vormt:
Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?
P.F. Thomése
P.F. Thomése op Wikipedia
flickr
Labels:
19-11-2009,
20-11-2009,
Nederland,
Nederlands,
novelle,
P.F. Thomése,
Schaduwkind
donderdag 19 november 2009
Kevin Canty | Winslow in Love
Kevin Canty - Winslow in love. New York, Vintage Contemporaries, 2006, 254 pagina's. 2005 (1).
Richard Winslow is in a rut. His marriage is over and he is alone, teaching poetry as a visiting professor in Montana and continuing to avoid actually writing himself. He drinks to oblivion every night.
At this freezing college, in the dead of winter, Winslow meets Erika, one of his poetry students. What begins with office hours and Jim Beam in paper cups becomes a road trip as they travel through Utah and Arizona. Long haunted by thoughts of death, both Erika and Winslow begin to glimpse the power life can hold if they will only open up to the shame, beauty, and heartbreak of it all.
Het leven van Winslow zit er niet fraai uit: hij is dichter, maar heeft al een tijd lang niets geschreven en is bekender om een roman die hij al weer jaren geleden schreef. Winslows huwelijk met zijn jongere vrouw is min of meer voorbij. Hij drinkt en rookt te veel, is te dik en niet gezond en hij heeft dringend behoefte aan geld.
Juist op dat moment dient zich een mogelijkheid aan: als gastschrijver doceren aan een universiteit in het winterse Montana. Dat het in Montana al niet veel beter gaat, blijkt alleen al uit het feit dat Winslow moet doceren over Rainer Maria Rilke, een dichter waaraan hij een grondige hekel heeft. Ook blijkt dat Winslow aan huidkanker lijdt.
Er is slechts één lichtpunt: Erika, de studente die veel te mager is om gezond te kunnen zijn, ook te veel drinkt en met zichzelf en de wereld overhoop ligt. Er ontwikkelt zich een bijzondere relatie van aantrekken en afstoten. Ze vormen een ogenschijnlijk onwaarschijnlijk koppel, maar toch zijn ze dat ook niet, omdat Winslow en Erika zich beiden op hun eigen manier niet conformeren aan de universiteitswereld om hen heen en op hun eigen manier zelfdestructief gedrag vertonen.
Het geheel mondt uit in een reis naar het zuiden, die leest alsof je naar een goede road movie kijkt en – hoe kan het ook anders – niet goed, maar toch gelukkig eindigt. Canty beschrijft de neergang van deze tragische, niet altijd even sympathieke hoofdpersonen zo, dat je het boek niet weg kunt leggen. Je wordt meegezogen in die reis naar het zuiden. Je weet dat het ergens moet stoppen, omdat Amerika gewoon ergens ophoudt, maar dat het eindigt zoals het eindigt, is zeker niet te voorzien.
Natuurlijk is het geen vrolijke roman, met zoveel drankmisbruik en niet altijd even sympathieke hoofdpersonen, maar prik daar doorheen en je realiseert je dat je een juweeltje in handen hebt. Lees deze roman – en Canty’s andere romans en korte verhalen ook, als je toch bezig bent!
Voor de muziekliefhebbers onder ons: Kevin Canty is de oudere broer van drummer Brendan Canty, die onder andere lid geweest is van Fugazi.
Kevin Canty | Where the Money Went
Kevin Canty op Wikipedia (Engels)
flickr
Richard Winslow is in a rut. His marriage is over and he is alone, teaching poetry as a visiting professor in Montana and continuing to avoid actually writing himself. He drinks to oblivion every night.
At this freezing college, in the dead of winter, Winslow meets Erika, one of his poetry students. What begins with office hours and Jim Beam in paper cups becomes a road trip as they travel through Utah and Arizona. Long haunted by thoughts of death, both Erika and Winslow begin to glimpse the power life can hold if they will only open up to the shame, beauty, and heartbreak of it all.
Het leven van Winslow zit er niet fraai uit: hij is dichter, maar heeft al een tijd lang niets geschreven en is bekender om een roman die hij al weer jaren geleden schreef. Winslows huwelijk met zijn jongere vrouw is min of meer voorbij. Hij drinkt en rookt te veel, is te dik en niet gezond en hij heeft dringend behoefte aan geld.
Juist op dat moment dient zich een mogelijkheid aan: als gastschrijver doceren aan een universiteit in het winterse Montana. Dat het in Montana al niet veel beter gaat, blijkt alleen al uit het feit dat Winslow moet doceren over Rainer Maria Rilke, een dichter waaraan hij een grondige hekel heeft. Ook blijkt dat Winslow aan huidkanker lijdt.
Er is slechts één lichtpunt: Erika, de studente die veel te mager is om gezond te kunnen zijn, ook te veel drinkt en met zichzelf en de wereld overhoop ligt. Er ontwikkelt zich een bijzondere relatie van aantrekken en afstoten. Ze vormen een ogenschijnlijk onwaarschijnlijk koppel, maar toch zijn ze dat ook niet, omdat Winslow en Erika zich beiden op hun eigen manier niet conformeren aan de universiteitswereld om hen heen en op hun eigen manier zelfdestructief gedrag vertonen.
Het geheel mondt uit in een reis naar het zuiden, die leest alsof je naar een goede road movie kijkt en – hoe kan het ook anders – niet goed, maar toch gelukkig eindigt. Canty beschrijft de neergang van deze tragische, niet altijd even sympathieke hoofdpersonen zo, dat je het boek niet weg kunt leggen. Je wordt meegezogen in die reis naar het zuiden. Je weet dat het ergens moet stoppen, omdat Amerika gewoon ergens ophoudt, maar dat het eindigt zoals het eindigt, is zeker niet te voorzien.
Natuurlijk is het geen vrolijke roman, met zoveel drankmisbruik en niet altijd even sympathieke hoofdpersonen, maar prik daar doorheen en je realiseert je dat je een juweeltje in handen hebt. Lees deze roman – en Canty’s andere romans en korte verhalen ook, als je toch bezig bent!
Voor de muziekliefhebbers onder ons: Kevin Canty is de oudere broer van drummer Brendan Canty, die onder andere lid geweest is van Fugazi.
Kevin Canty | Where the Money Went
Kevin Canty op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
15-11-2009,
19-11-2009,
Engels,
fictie,
Kevin Canty,
roman,
Verenigde Staten,
Winslow in Love
zondag 15 november 2009
Bernlef | De rode droom
Bernlef - De rode droom. Amsterdam, Querido, 2009 (1), 236 pagina's.
Kowalski werkt bij papierfabriek Loretz op de afdeling distributie toiletpapier. Krap is suppoost in het nationale Liftenmuseum. Twee mannen van middelbare leeftijd, die hun baan kwijtraken als het land waarin zij wonen van de ene dag op de andere wordt opgeheven, en die hardnekkig blijven weigeren zich bij de nieuwe werkelijkheid neer te leggen.
In De rode droom volgt Bernlef beide mannen op een reis die hen naar Amsterdam en een lustoord in Tunesië voert, waar zij hun droom, een nieuwe heilstaat, proberen te verwezenlijken. Krap is de ideoloog het duo, Kowalski secretaris tegen wil en dank. Samen kunnen ze de wereld aan.
Het is twintig jaar geleden dat de communistische regimes in Midden- en Oost-Europa vielen. Dat is vermoedelijk waarom Bernlef zich waagt aan het thema van twee mannen van middelbare leeftijd die na de val van het socialisme in en het opheffen van hun Thuisland afgedankt worden. Omdat ik bij het zien van dit boek aan Bernlefs Publiek geheim over de invloed van censuur op het handelen van mensen onder het communistische regime in Hongarije moest denken, heb ik het boek meegenomen uit de bibliotheek.
Laat ik direct maar met de deur in huis vallen: ik vond deze roman in tegenstelling tot Publiek geheim niet boeiend. Dat komt niet doordat er niets gebeurt. In tegendeel, de heren maken allerlei avonturen mee. Maar die avonturen zijn altijd voorzien van uitwijdingen over de socialistische samenleving, waarnaar een van de hoofdpersonages nog steeds verlangt.
Iedere keer als die ideeën werden besproken, kreeg ik meer het gevoel dat de 'wet van de aantrekkingskracht', die moet leiden tot vrije liefde en het verrichten van alleen dat werk dat of die activiteiten die de mens leuk vindt in een soort socialistische heilstaat, juist in de praktijk wordt gebracht op de niet-socialistische plekken die de heren bezoeken, zoals het vakantieparadijs in Tunesië, waar het consumentisme heerst.
Bernlef beschrijft het gevoel van overbodigheid dat de beide hoofdpersonages drijft wel overtuigend, maar het wil op de een of andere manier maar niet interessant worden. Ik was opgelucht toen ik aan een ander boek kon beginnen.
Bernlef | De pianoman
Bernlef op Wikipedia
flickr
Kowalski werkt bij papierfabriek Loretz op de afdeling distributie toiletpapier. Krap is suppoost in het nationale Liftenmuseum. Twee mannen van middelbare leeftijd, die hun baan kwijtraken als het land waarin zij wonen van de ene dag op de andere wordt opgeheven, en die hardnekkig blijven weigeren zich bij de nieuwe werkelijkheid neer te leggen.
In De rode droom volgt Bernlef beide mannen op een reis die hen naar Amsterdam en een lustoord in Tunesië voert, waar zij hun droom, een nieuwe heilstaat, proberen te verwezenlijken. Krap is de ideoloog het duo, Kowalski secretaris tegen wil en dank. Samen kunnen ze de wereld aan.
Het is twintig jaar geleden dat de communistische regimes in Midden- en Oost-Europa vielen. Dat is vermoedelijk waarom Bernlef zich waagt aan het thema van twee mannen van middelbare leeftijd die na de val van het socialisme in en het opheffen van hun Thuisland afgedankt worden. Omdat ik bij het zien van dit boek aan Bernlefs Publiek geheim over de invloed van censuur op het handelen van mensen onder het communistische regime in Hongarije moest denken, heb ik het boek meegenomen uit de bibliotheek.
Laat ik direct maar met de deur in huis vallen: ik vond deze roman in tegenstelling tot Publiek geheim niet boeiend. Dat komt niet doordat er niets gebeurt. In tegendeel, de heren maken allerlei avonturen mee. Maar die avonturen zijn altijd voorzien van uitwijdingen over de socialistische samenleving, waarnaar een van de hoofdpersonages nog steeds verlangt.
Iedere keer als die ideeën werden besproken, kreeg ik meer het gevoel dat de 'wet van de aantrekkingskracht', die moet leiden tot vrije liefde en het verrichten van alleen dat werk dat of die activiteiten die de mens leuk vindt in een soort socialistische heilstaat, juist in de praktijk wordt gebracht op de niet-socialistische plekken die de heren bezoeken, zoals het vakantieparadijs in Tunesië, waar het consumentisme heerst.
Bernlef beschrijft het gevoel van overbodigheid dat de beide hoofdpersonages drijft wel overtuigend, maar het wil op de een of andere manier maar niet interessant worden. Ik was opgelucht toen ik aan een ander boek kon beginnen.
Bernlef | De pianoman
Bernlef op Wikipedia
flickr
Labels:
08-11-2009,
15-11-2009,
Bernlef,
De rode droom,
fictie,
Nederland,
Nederlands
zondag 8 november 2009
Julia Franck [ed.] | Grenzübergänge
Julia Franck (ed.) - Grenzübergänge Autoren aus Ost und West erinnern sich. Frankfurt am Main, S. Fischer Verlag, 2009, 282 bladzijden.
Zwanzig Jahre Mauerfall: Autoren aus Ost und West schreiben über die Grenze
Als am 9. November 1989 die Mauer fiel, verloren 1378 km Grenze auf einmal ihre Funktion und für viele ihren Schrecken.
Zum zwanzigsten Jahrestag des Mauerfalls hat Julia Franck Autoren aus Ost und West eingeladen, ihre personlichen Erinnerungen an die Grenze aufzuschreiben.
Normaal houd ik niet zo van bundels waarin korte verhalen en gedichten van totaal verschillende schrijvers zijn verzameld. Voor deze bundel, waarin verhalen zijn verzameld van schrijvers uit voormalig West- en Oost-Duitsland, heb ik een uitzondering gemaakt. De verhalen en gedichten behandelen één thema: persoonlijke herinneringen aan of een fictieve beschrijving van de Duits-Duitse grens en de Berlijnse muur. De bundel is verschenen in het kader van de herdenking van de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989.
Natuurlijk sprak niet ieder verhaal me even veel aan, maar het was erg interessant om al die verhalen met hun verschillende invalshoeken bij elkaar te zien. Niet alleen omdat het om voormalige Oost- en West-Duitse schrijvers ging, maar ook omdat er een aantal verhalen van 'nieuwe' Duitsers in zijn opgenomen. Verder heb ik toch nog nieuwe dingen geleerd over die periode. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het in de grensstreek in West-Duitsland gebruik was om voor de ramen die op het oosten uitkeken een kaars te laten branden, voor de broeders en zusters da drüben.
Jammer vond ik ’t dat een aantal verhalen niet nieuw bleek. Dat hield in dat ik de teksten van Thomas Brussig (een fragment uit Helden wie wir) en Ingo Schulze (een kort verhaal uit Handy) al had gelezen.
Een fragment uit een nieuw boek van Claudia Rusch (Aufbau Ost: Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau) was wel nieuw voor mij. Dat verhaal heeft me enorm ontroerd. Rusch beschrijft in dit fragment hoe zij samen met haar vader een plaats bezoekt waar de grens inmiddels vrijwel zonder sporen na te laten verdwenen is. Haar vader is tijdens zijn diensttijd, zeer tegen zijn zin, aan die Duits-Duitse grens gestationeerd geweest. Hij vertelt op die plaats dat hij tijdens zijn patrouilles zo veel mogelijk lawaai maakte, om eventuele vluchtelingen te waarschuwen en zo niet te hoeven schieten op deze mensen.
Even schrijnend is het verhaal dat Catalina Rojas Hauser schreef over een familie die vlucht voor het regime in Chili en terechtkomt in de DDR. Daar blijkt dat de socialistische heilstaat in de praktijk toch iets minder vrij is dan ze verwachtten. De familie wil emigreren naar West-Duitsland, maar moet daarbij zoveel bureaucratische horden nemen. Rojas Hauser beschrijft de treinreis naar het westen op zo'n manier dat je zelf met een knoop in je maag meeleest, terwijl de familie tot het laatste moment vreest dat er een kink in de kabel zal komen.
Wat mij betreft is dit een bundel die echt iets toevoegt aan alle herdenkingen die de afgelopen week plaats hebben gevonden. Een aanrader!
Julia Franck | Die Mittagsfrau
Julia Franck op Wikipedia (Duits)
flickr
Zwanzig Jahre Mauerfall: Autoren aus Ost und West schreiben über die Grenze
Als am 9. November 1989 die Mauer fiel, verloren 1378 km Grenze auf einmal ihre Funktion und für viele ihren Schrecken.
Zum zwanzigsten Jahrestag des Mauerfalls hat Julia Franck Autoren aus Ost und West eingeladen, ihre personlichen Erinnerungen an die Grenze aufzuschreiben.
Normaal houd ik niet zo van bundels waarin korte verhalen en gedichten van totaal verschillende schrijvers zijn verzameld. Voor deze bundel, waarin verhalen zijn verzameld van schrijvers uit voormalig West- en Oost-Duitsland, heb ik een uitzondering gemaakt. De verhalen en gedichten behandelen één thema: persoonlijke herinneringen aan of een fictieve beschrijving van de Duits-Duitse grens en de Berlijnse muur. De bundel is verschenen in het kader van de herdenking van de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989.
Natuurlijk sprak niet ieder verhaal me even veel aan, maar het was erg interessant om al die verhalen met hun verschillende invalshoeken bij elkaar te zien. Niet alleen omdat het om voormalige Oost- en West-Duitse schrijvers ging, maar ook omdat er een aantal verhalen van 'nieuwe' Duitsers in zijn opgenomen. Verder heb ik toch nog nieuwe dingen geleerd over die periode. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het in de grensstreek in West-Duitsland gebruik was om voor de ramen die op het oosten uitkeken een kaars te laten branden, voor de broeders en zusters da drüben.
Jammer vond ik ’t dat een aantal verhalen niet nieuw bleek. Dat hield in dat ik de teksten van Thomas Brussig (een fragment uit Helden wie wir) en Ingo Schulze (een kort verhaal uit Handy) al had gelezen.
Een fragment uit een nieuw boek van Claudia Rusch (Aufbau Ost: Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau) was wel nieuw voor mij. Dat verhaal heeft me enorm ontroerd. Rusch beschrijft in dit fragment hoe zij samen met haar vader een plaats bezoekt waar de grens inmiddels vrijwel zonder sporen na te laten verdwenen is. Haar vader is tijdens zijn diensttijd, zeer tegen zijn zin, aan die Duits-Duitse grens gestationeerd geweest. Hij vertelt op die plaats dat hij tijdens zijn patrouilles zo veel mogelijk lawaai maakte, om eventuele vluchtelingen te waarschuwen en zo niet te hoeven schieten op deze mensen.
Even schrijnend is het verhaal dat Catalina Rojas Hauser schreef over een familie die vlucht voor het regime in Chili en terechtkomt in de DDR. Daar blijkt dat de socialistische heilstaat in de praktijk toch iets minder vrij is dan ze verwachtten. De familie wil emigreren naar West-Duitsland, maar moet daarbij zoveel bureaucratische horden nemen. Rojas Hauser beschrijft de treinreis naar het westen op zo'n manier dat je zelf met een knoop in je maag meeleest, terwijl de familie tot het laatste moment vreest dat er een kink in de kabel zal komen.
Wat mij betreft is dit een bundel die echt iets toevoegt aan alle herdenkingen die de afgelopen week plaats hebben gevonden. Een aanrader!
Julia Franck | Die Mittagsfrau
Julia Franck op Wikipedia (Duits)
flickr
Labels:
05-11-2009,
08-11-2009,
Duits,
Duitsland,
Grenzübergänge,
Julia Franck,
korte verhalen
donderdag 5 november 2009
Petros Markaris | Het late journaal
Petros Markaris - Het late lournaal Een zaak voor commissaris Kostas Charitos. Amsterdam, Gianotten, 2005, 359 pagina's. Oorspronkelijke Nieuw-Griekse titel: Nυχτερινό δελτίο, vertaald door Noortje Pelgrim. (1995, Nieuw-Grieks)
Kostas Charitos werkt als commissaris in Athene. Zijn huwelijk is modaal, hij mist zijn dochter die in Thessaloniki studeert en als hij even vrij heeft leest hij het liefst in woordenboeken. Hij heeft niet bepaald een positieve kijk op het leven.
Op een avond wordt hij naar een televisiestudio geroepen waar de onderzoeksjournaliste Janna is vermoord, vlak voordat ze in het late journaal sensationele onthullingen zou doen. De moordenaar moet dat geweten hebben en heeft met zijn daad de bekendmaking voorkomen.
Charitos was niet erg op Janna gesteld. Ze was jong, succesvol, en een harde dame, die hem op de zenuwen werkte. Wanneer hij aan deze zaak werkt, raakt hij steeds dieper betrokken bij de onaangename wereld van de media. Als ook Janna's opvolger wordt vermoord, beseft Charitos dat hij nog dieper moet graven. Dat brengt zijn positie in gevaar, omdat door zijn doortastend speuren verschillende prominenten zich ongemakkelijk gaan voelen. De ontmaskering van de moordenaar is een verrassing.
Deze roman met commissaris Charitos toont de wildgroei van het vrije ondernemerschap en de vriendjespolitiek in Griekenland sinds de val van het kolonelsregime en het ineenstorten van de communistische regimes in de omliggende Balkanlanden.
Voor mij was dit boek een eerste kennismaking met de Griekse commissaris Kostas Charitos, nadat de boeken waarin hij de hoofdrol speelt ons door een vriendin waren aangeraden.
Charitos voldoet aan het clichébeeld van een rechercheur. Hij heeft een hekel aan zijn (jongere) baas, omdat deze Amerikaanse theorieën over misdaadbestrijding introduceert. Charitos heeft verder ook te lijden onder die baas, omdat deze er niet voor terugdeinst om hem publiekelijk af te vallen, als dat voor zijn persoonlijke belangen beter lijkt. Charitos’ andere collega’s blinken niet uit in intelligentie of ijver en de verhouding met zijn vrouw ligt vooral moeilijk – ook al houdt hij uiteindelijk wel van haar.
Toch bevat deze detective ook elementen die dat clichébeeld ontkrachten. Charitos heeft wél een goede relatie met zijn dochter, ook al woont zij ver weg en ziet hij haar daardoor te weinig. Charitos heeft een bijzondere hobby: hij leest het liefst iedere avond in woordenboeken, waarbij de definitie van een woord hem tot lange overpeinzingen over het leven kan aanzetten.
Ook laat Markaris Charitos als persoon en rechercheur een ontwikkeling doormaken. Dat gebeurt niet alleen in het heden waarin deze roman speelt (niet alle Amerikaanse ideeën blijken even verwerpelijk te zijn), maar ook in het verleden. Markaris noemt het Griekse kolonelsregime nadrukkelijk en beschrijft in een paar kortere stukken hoe Charitos zich in die tijd als gewoon agent staande hield en hoe hij aan die tijd zelfs een waardevolle informant in de vorm van een voormalige staatsvijand heeft overgehouden.
Markaris heeft een boeiende verhaallijn bedacht, die spannend blijft tot de verrassende ontknoping. Deze roman maakt zeker nieuwsgierig naar de andere Kostas Charitos-romans!
Petros Markaris | Het kamermeisje
Petros Markaris | Nachtvlinder
Petros Markaris | De zelfmoord van Che
Petros Markaris | Bloedrechters
Petros Markaris op Wikipedia
flickr
Kostas Charitos werkt als commissaris in Athene. Zijn huwelijk is modaal, hij mist zijn dochter die in Thessaloniki studeert en als hij even vrij heeft leest hij het liefst in woordenboeken. Hij heeft niet bepaald een positieve kijk op het leven.
Op een avond wordt hij naar een televisiestudio geroepen waar de onderzoeksjournaliste Janna is vermoord, vlak voordat ze in het late journaal sensationele onthullingen zou doen. De moordenaar moet dat geweten hebben en heeft met zijn daad de bekendmaking voorkomen.
Charitos was niet erg op Janna gesteld. Ze was jong, succesvol, en een harde dame, die hem op de zenuwen werkte. Wanneer hij aan deze zaak werkt, raakt hij steeds dieper betrokken bij de onaangename wereld van de media. Als ook Janna's opvolger wordt vermoord, beseft Charitos dat hij nog dieper moet graven. Dat brengt zijn positie in gevaar, omdat door zijn doortastend speuren verschillende prominenten zich ongemakkelijk gaan voelen. De ontmaskering van de moordenaar is een verrassing.
Deze roman met commissaris Charitos toont de wildgroei van het vrije ondernemerschap en de vriendjespolitiek in Griekenland sinds de val van het kolonelsregime en het ineenstorten van de communistische regimes in de omliggende Balkanlanden.
Voor mij was dit boek een eerste kennismaking met de Griekse commissaris Kostas Charitos, nadat de boeken waarin hij de hoofdrol speelt ons door een vriendin waren aangeraden.
Charitos voldoet aan het clichébeeld van een rechercheur. Hij heeft een hekel aan zijn (jongere) baas, omdat deze Amerikaanse theorieën over misdaadbestrijding introduceert. Charitos heeft verder ook te lijden onder die baas, omdat deze er niet voor terugdeinst om hem publiekelijk af te vallen, als dat voor zijn persoonlijke belangen beter lijkt. Charitos’ andere collega’s blinken niet uit in intelligentie of ijver en de verhouding met zijn vrouw ligt vooral moeilijk – ook al houdt hij uiteindelijk wel van haar.
Toch bevat deze detective ook elementen die dat clichébeeld ontkrachten. Charitos heeft wél een goede relatie met zijn dochter, ook al woont zij ver weg en ziet hij haar daardoor te weinig. Charitos heeft een bijzondere hobby: hij leest het liefst iedere avond in woordenboeken, waarbij de definitie van een woord hem tot lange overpeinzingen over het leven kan aanzetten.
Ook laat Markaris Charitos als persoon en rechercheur een ontwikkeling doormaken. Dat gebeurt niet alleen in het heden waarin deze roman speelt (niet alle Amerikaanse ideeën blijken even verwerpelijk te zijn), maar ook in het verleden. Markaris noemt het Griekse kolonelsregime nadrukkelijk en beschrijft in een paar kortere stukken hoe Charitos zich in die tijd als gewoon agent staande hield en hoe hij aan die tijd zelfs een waardevolle informant in de vorm van een voormalige staatsvijand heeft overgehouden.
Markaris heeft een boeiende verhaallijn bedacht, die spannend blijft tot de verrassende ontknoping. Deze roman maakt zeker nieuwsgierig naar de andere Kostas Charitos-romans!
Petros Markaris | Het kamermeisje
Petros Markaris | Nachtvlinder
Petros Markaris | De zelfmoord van Che
Petros Markaris | Bloedrechters
Petros Markaris op Wikipedia
flickr
woensdag 28 oktober 2009
Alain Claude Sulzer | Ein perfekter Kellner
Alain Claude Sulzer - Ein perfekter Kellner Roman. Zürich, Edition Epoca, November 2004 (2), 219 pagina's
Die Geschichte beginnt in den dreißiger Jahren im vornehmen Parkhotel bei den Giessbachfällen hoch über dem Brienzersee im Berner Oberland. Erneste arbeitet als Kellner und soll den Neuankömmling Jakob unterweisen. Sie verlieben sich ineinander. Doch dann stellt Erneste fest, daß Jakob ihn betrügt; schließlich verlässt er ihn für einen älteren, zahlungswilligen Mann, einen berühmten Schriftsteller. Tief verletzt geht Erneste seinen Weg und wird überraschend nach Jahrzehnten von seiner Lebensliebe um einen dreisten Gefallen gebeten.
Alain Claude Sulzer hat ein stilistisch schnörkelloses Werk geschaffen: ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat.
Na Lange-Müllers roman Böse Schafe, over een heteroseksuele liefde die tot mislukken gedoemd is, volgt binnen een maand deze roman, over een homoseksuele relatie die eveneens slecht afloopt. Er is nog een tweede overeenkomst tussen beide boeken: de geschiedenis van de twintigste eeuw speelt, weliswaar op de achtergrond, een belangrijke rol. Bij Lange-Müller is dat de val van de Berlijnse muur, bij Sulzer de dreiging van de Tweede Wereldoorlog.
Sulzer beschrijft twee periodes in deze roman: ongeveer een jaar vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, waarin de bescheiden, altijd correcte kelner Erneste zijn grote liefde Jakob leert kennen en door hem wordt verlaten, en een periode van een aantal weken, waarin Erneste brieven ontvangt van diezelfde Jakob met de opdracht op geld los te praten bij de schrijver voor wie Jakob hem heeft verlaten. Saillant detail: de schrijver Klinger lijkt te zijn gebaseerd op Thomas Mann.
Deze twee verhaallijnen wisselen elkaar af, waardoor de omvang van de tragiek van Ernestes liefde voor Jakob steeds duidelijker én pijnlijker wordt voor Erneste, en de lezer. Dan blijkt dat de woorden van de binnenflap - ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat - precies juist zijn.
Sulzers Ein perfekter Kellner is een bijzondere roman. Het ontbreken van overbodig aandoende dialogen en beeldspraak kwam me na Caesarion bijna als een verademing voor. Dat de schrijver dan ook nog eens een spannend en verrassend eind in petto blijkt te hebben, maakt dit boek een echte aanrader voor een verregende zondagmiddag. Lees je het boek liever in het Nederlands, dan kan dat. De Nederlandse vertaling heet Een volmaakte kelner.
flickr
Die Geschichte beginnt in den dreißiger Jahren im vornehmen Parkhotel bei den Giessbachfällen hoch über dem Brienzersee im Berner Oberland. Erneste arbeitet als Kellner und soll den Neuankömmling Jakob unterweisen. Sie verlieben sich ineinander. Doch dann stellt Erneste fest, daß Jakob ihn betrügt; schließlich verlässt er ihn für einen älteren, zahlungswilligen Mann, einen berühmten Schriftsteller. Tief verletzt geht Erneste seinen Weg und wird überraschend nach Jahrzehnten von seiner Lebensliebe um einen dreisten Gefallen gebeten.
Alain Claude Sulzer hat ein stilistisch schnörkelloses Werk geschaffen: ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat.
Na Lange-Müllers roman Böse Schafe, over een heteroseksuele liefde die tot mislukken gedoemd is, volgt binnen een maand deze roman, over een homoseksuele relatie die eveneens slecht afloopt. Er is nog een tweede overeenkomst tussen beide boeken: de geschiedenis van de twintigste eeuw speelt, weliswaar op de achtergrond, een belangrijke rol. Bij Lange-Müller is dat de val van de Berlijnse muur, bij Sulzer de dreiging van de Tweede Wereldoorlog.
Sulzer beschrijft twee periodes in deze roman: ongeveer een jaar vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, waarin de bescheiden, altijd correcte kelner Erneste zijn grote liefde Jakob leert kennen en door hem wordt verlaten, en een periode van een aantal weken, waarin Erneste brieven ontvangt van diezelfde Jakob met de opdracht op geld los te praten bij de schrijver voor wie Jakob hem heeft verlaten. Saillant detail: de schrijver Klinger lijkt te zijn gebaseerd op Thomas Mann.
Deze twee verhaallijnen wisselen elkaar af, waardoor de omvang van de tragiek van Ernestes liefde voor Jakob steeds duidelijker én pijnlijker wordt voor Erneste, en de lezer. Dan blijkt dat de woorden van de binnenflap - ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat - precies juist zijn.
Sulzers Ein perfekter Kellner is een bijzondere roman. Het ontbreken van overbodig aandoende dialogen en beeldspraak kwam me na Caesarion bijna als een verademing voor. Dat de schrijver dan ook nog eens een spannend en verrassend eind in petto blijkt te hebben, maakt dit boek een echte aanrader voor een verregende zondagmiddag. Lees je het boek liever in het Nederlands, dan kan dat. De Nederlandse vertaling heet Een volmaakte kelner.
flickr
Labels:
24-10-2009,
28-10-2009,
Alain Claude Sulzer,
Duits,
Ein perfekter Kellner,
fictie,
roman,
Zwitserland
zaterdag 24 oktober 2009
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa - Caesarion. Amsterdam, de Bezige Bij, 2009, 366 pagina's.
Ludwig Unger komt voort uit het huwelijk van twee beroemdheden, en was voorbestemd van hun beider talenten de vermenigvuldiging te zijn. De zoon van Julius Caesar en Cleopatra werd ook Caesarion genoemd, kleine Caesar. Het is ook de koosnaam die Ludwig Unger van zijn moeder krijgt. Met haar woont hij op een eroderende klif in Oost-Engeland. Na iedere winter is de zee hun huis dichter genaderd, net zo lang tot het vergaat. Een odyssee begint.
Caesarion is een geschiedenis over schoonheid en verval, over de knellende band tussen moeder en kind, hun trouw en ontrouw, en ten slotte, wanneer deze dingen zijn verteld, over het belang jezelf ten offer te brengen.
In de popmuziek valt het niet mee om een bewierookt debuutalbum te overtreffen. Voor Wieringa zal het evenmin makkelijk zijn geweest om na het enorme succes van Joe Speedboot een nieuwe roman te schrijven. Ook al was Joe Speedboot natuurlijk niet Wieringa’s debuutroman, de verwachtingen waren natuurlijk even hoog gespannen.
Ja, ook ik verwachtte veel van deze nieuwe roman. Joe Speedboot en Ik was nooit in Isfahaan had ik immers met heel veel plezier gelezen. Toch ben ik er nu, na bij een maand, nog steeds niet uit wat ik nu precies van Ceasarion vind.
Ik had moeite om me met de hoofdpersoon, Ludwig, te identificeren. Dat hij maar in de buurt van zijn moeder blijft rondhangen, terwijl hij niet kan omgaan met het werk dat ze verricht, vond ik ronduit irritant. Dat ze borstkanker krijgt, is een mooi ironische vondst van de schrijver, te meer omdat de verhouding van Ludwig tot zijn moeder en die van zijn moeder tot haar Groningse familie zich eindelijk normaliseert. Dan heb je alleen al wel een hele roman achter de kiezen en draait het verhaal uit op een pleidooi tegen kwakzalverij!
In Ik was nooit in Isfahaan werd ik geraakt door de Wieringa’s stijl: met een paar precieze woorden, hooguit een paar zinnen schetst hij daarin de atmosfeer van een stad of streek. In deze roman gebruikt Wieringa heel veel beeldspraak. Dat zijn soms rake beelden, maar soms ook beelden die ik met gekromde tenen las.
Al die beeldspraak en de talloze verhaallijnen en ideeën maken dit een bijzonder drukke roman, waarin ik de weg toch wel een beetje kwijt ben geraakt. Tekenend is dat nu na een maand niet de hoofdpersonen met het dierbaarst zijn, maar een ander personage: de man die in zijn eentje en zonder de steun van de gemeenschap die hij probeert te redeen de erosie van het klif in Oost-Engeland tegen wil gaan.
Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan
Tommy Wieringa op Wikipedia
Tommy Wieringa
flickr
Ludwig Unger komt voort uit het huwelijk van twee beroemdheden, en was voorbestemd van hun beider talenten de vermenigvuldiging te zijn. De zoon van Julius Caesar en Cleopatra werd ook Caesarion genoemd, kleine Caesar. Het is ook de koosnaam die Ludwig Unger van zijn moeder krijgt. Met haar woont hij op een eroderende klif in Oost-Engeland. Na iedere winter is de zee hun huis dichter genaderd, net zo lang tot het vergaat. Een odyssee begint.
Caesarion is een geschiedenis over schoonheid en verval, over de knellende band tussen moeder en kind, hun trouw en ontrouw, en ten slotte, wanneer deze dingen zijn verteld, over het belang jezelf ten offer te brengen.
In de popmuziek valt het niet mee om een bewierookt debuutalbum te overtreffen. Voor Wieringa zal het evenmin makkelijk zijn geweest om na het enorme succes van Joe Speedboot een nieuwe roman te schrijven. Ook al was Joe Speedboot natuurlijk niet Wieringa’s debuutroman, de verwachtingen waren natuurlijk even hoog gespannen.
Ja, ook ik verwachtte veel van deze nieuwe roman. Joe Speedboot en Ik was nooit in Isfahaan had ik immers met heel veel plezier gelezen. Toch ben ik er nu, na bij een maand, nog steeds niet uit wat ik nu precies van Ceasarion vind.
Ik had moeite om me met de hoofdpersoon, Ludwig, te identificeren. Dat hij maar in de buurt van zijn moeder blijft rondhangen, terwijl hij niet kan omgaan met het werk dat ze verricht, vond ik ronduit irritant. Dat ze borstkanker krijgt, is een mooi ironische vondst van de schrijver, te meer omdat de verhouding van Ludwig tot zijn moeder en die van zijn moeder tot haar Groningse familie zich eindelijk normaliseert. Dan heb je alleen al wel een hele roman achter de kiezen en draait het verhaal uit op een pleidooi tegen kwakzalverij!
In Ik was nooit in Isfahaan werd ik geraakt door de Wieringa’s stijl: met een paar precieze woorden, hooguit een paar zinnen schetst hij daarin de atmosfeer van een stad of streek. In deze roman gebruikt Wieringa heel veel beeldspraak. Dat zijn soms rake beelden, maar soms ook beelden die ik met gekromde tenen las.
Al die beeldspraak en de talloze verhaallijnen en ideeën maken dit een bijzonder drukke roman, waarin ik de weg toch wel een beetje kwijt ben geraakt. Tekenend is dat nu na een maand niet de hoofdpersonen met het dierbaarst zijn, maar een ander personage: de man die in zijn eentje en zonder de steun van de gemeenschap die hij probeert te redeen de erosie van het klif in Oost-Engeland tegen wil gaan.
Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan
Tommy Wieringa op Wikipedia
Tommy Wieringa
flickr
Labels:
13-10-2009,
24-10-2009,
Caesarion,
Nederland,
Nederlands,
roman,
Tommy Wieringa
donderdag 15 oktober 2009
Svetlana Alexievich | Zinky Boys
Svetlana Alexievich - Zinky Boys Soviet Voices from a Forgotten War. London, Chatto & Windus, 1992, 197 pagina's. Oorspronkelijke Russische titel Цинковые мальчики (Cinkovye mal'chiki), vertaald door Julia en Robin Whitby.
From 1979 to 1989, a million Soviet troops and thousands of civilian conscripts were engaged in a war the State denied was taking place. Of the estimated 50,000 casualties, the ones who came home in zinc boxes (the 'Zinky Boys') were often the luckiest, and thousands more were wounded in ways no statistics record. Yet since 1989, a radically altered Soviet society has continued to reject the memory of war and the many lives that were lost. Not for nothing is the Afghanistan war known as 'the Soviet Vietnam'.
A book which created controversy and outrage when it was first published in the USSR, Zinky Boys is not about the politics of war, but about the people it affected. Officers and men, nurses and prostitutes, mothers whose children will never come home and children who no longer know what 'home' is, describe the beauty of Afghanistan and the brutal army bullying, the shops full of Western goods and the lack of basic equipment, the killing and the mutilation... Brash of baffled, defeated or defiant, each voice contains a note of anger - the anger of those whose innocence has been taken away.
Presenting to us the words of these women and men without judgement - their confusions and contradictions as revealing as their honest self-assessments - Svetlana Alexievich has produced a unique, sometimes harrowing, but unforgettably powerful insight into the realities of war, both in Afghanisan itself and in today's turbulent Soviet society.
Alexievich laat in dit boek, na fragmenten over de oorlog in Afghanistan uit haar eigen dagboek, een bijna eindeloze stoet dienstplichtige soldaten en beroepsmilitairen, burgerpersoneel en nabestaanden van deze drie categorieën aan het woord over wat zij hebben beleefd tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjet-Unie.
Het zal niet moeilijk zijn om je voor te stellen dat het lezen van dit boek je niet in de koude kleren gaat zitten. Ieder verhaal wordt gekenmerkt door tragiek, of de verteller nu een bewuste keuze maakt om in Afghanistan te dienen of daartoe door omstandigheden (dienstplicht of druk vanuit communistische jeugdorganisatie Komsomol om 'de communistische plicht' te vervullen) is gedwongen.
Wrang is het om te lezen dat de oorlog lange tijd geheim moest worden gehouden. Gesneuvelde militairen en burgers kwamen in zinken kisten thuis die niet geopend mochten worden en er mocht bij hun begrafenis, of daarna, op geen enkele manier naar het land Afghanistan worden verwezen. Nabestaanden spreken daar verbitterd over. Ook zijn zij verbitterd omdat bekend is dat de betreurde zoon, man, vrouw of dochter vaak niet in die zinken kist lag.
Even wrang is het gevoel van onbegrip en soms ook onverschilligheid waarmee zij die wel levend terugkwamen thuis werden begroet, zeker als onder de glasnost wel wordt gesproken over de oorlog en de publieke opinie deze als onnodig begint te bestempelen. Net als de Amerikaanse veteranen werden Afghanistanveteranen er vervolgens van beschuldigd te hebben deelgenomen aan een vuile oorlog, en werden zij als moordenaars gezien.
In dat kader is dit boek bijzonder. De betrokkenen komen aan het woord zonder dat zij door de interviewster worden onderbroken. Zij spreekt evenmin een oordeel uit over wat zij zeggen. Alexievich heeft natuurlijk wel invloed op de verhalen gehad doordat zij beslist heeft wat wel en wat niet werd opgenomen. Het boek wekt toch een indruk van onafhankelijkheid en dat was in 1990, toen dit boek voor het eerst in de Sovjet-Unie verscheen, echt bijzonder.
Tot slot: ik heb met verbijstering een citaat uit een artikel in de Pravda van 7 februari 1989 gelezen, waarin bij de terugtrekking van het Sovjetleger uit Afghanistan de balans na 10 jaar oorlog werd opgemaakt. Het Sovjetleger had volgens dat artikel veel goed werk verricht, zoals het bouwen of herstellen van honderden scholen, maar ook meer dan dertig ziekenhuizen, vierhonderd flats and vijfendertig moskeeën. Er lijkt in twintig jaar niet zoveel te zijn veranderd.
flickr
From 1979 to 1989, a million Soviet troops and thousands of civilian conscripts were engaged in a war the State denied was taking place. Of the estimated 50,000 casualties, the ones who came home in zinc boxes (the 'Zinky Boys') were often the luckiest, and thousands more were wounded in ways no statistics record. Yet since 1989, a radically altered Soviet society has continued to reject the memory of war and the many lives that were lost. Not for nothing is the Afghanistan war known as 'the Soviet Vietnam'.
A book which created controversy and outrage when it was first published in the USSR, Zinky Boys is not about the politics of war, but about the people it affected. Officers and men, nurses and prostitutes, mothers whose children will never come home and children who no longer know what 'home' is, describe the beauty of Afghanistan and the brutal army bullying, the shops full of Western goods and the lack of basic equipment, the killing and the mutilation... Brash of baffled, defeated or defiant, each voice contains a note of anger - the anger of those whose innocence has been taken away.
Presenting to us the words of these women and men without judgement - their confusions and contradictions as revealing as their honest self-assessments - Svetlana Alexievich has produced a unique, sometimes harrowing, but unforgettably powerful insight into the realities of war, both in Afghanisan itself and in today's turbulent Soviet society.
Alexievich laat in dit boek, na fragmenten over de oorlog in Afghanistan uit haar eigen dagboek, een bijna eindeloze stoet dienstplichtige soldaten en beroepsmilitairen, burgerpersoneel en nabestaanden van deze drie categorieën aan het woord over wat zij hebben beleefd tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjet-Unie.
Het zal niet moeilijk zijn om je voor te stellen dat het lezen van dit boek je niet in de koude kleren gaat zitten. Ieder verhaal wordt gekenmerkt door tragiek, of de verteller nu een bewuste keuze maakt om in Afghanistan te dienen of daartoe door omstandigheden (dienstplicht of druk vanuit communistische jeugdorganisatie Komsomol om 'de communistische plicht' te vervullen) is gedwongen.
Wrang is het om te lezen dat de oorlog lange tijd geheim moest worden gehouden. Gesneuvelde militairen en burgers kwamen in zinken kisten thuis die niet geopend mochten worden en er mocht bij hun begrafenis, of daarna, op geen enkele manier naar het land Afghanistan worden verwezen. Nabestaanden spreken daar verbitterd over. Ook zijn zij verbitterd omdat bekend is dat de betreurde zoon, man, vrouw of dochter vaak niet in die zinken kist lag.
Even wrang is het gevoel van onbegrip en soms ook onverschilligheid waarmee zij die wel levend terugkwamen thuis werden begroet, zeker als onder de glasnost wel wordt gesproken over de oorlog en de publieke opinie deze als onnodig begint te bestempelen. Net als de Amerikaanse veteranen werden Afghanistanveteranen er vervolgens van beschuldigd te hebben deelgenomen aan een vuile oorlog, en werden zij als moordenaars gezien.
In dat kader is dit boek bijzonder. De betrokkenen komen aan het woord zonder dat zij door de interviewster worden onderbroken. Zij spreekt evenmin een oordeel uit over wat zij zeggen. Alexievich heeft natuurlijk wel invloed op de verhalen gehad doordat zij beslist heeft wat wel en wat niet werd opgenomen. Het boek wekt toch een indruk van onafhankelijkheid en dat was in 1990, toen dit boek voor het eerst in de Sovjet-Unie verscheen, echt bijzonder.
Tot slot: ik heb met verbijstering een citaat uit een artikel in de Pravda van 7 februari 1989 gelezen, waarin bij de terugtrekking van het Sovjetleger uit Afghanistan de balans na 10 jaar oorlog werd opgemaakt. Het Sovjetleger had volgens dat artikel veel goed werk verricht, zoals het bouwen of herstellen van honderden scholen, maar ook meer dan dertig ziekenhuizen, vierhonderd flats and vijfendertig moskeeën. Er lijkt in twintig jaar niet zoveel te zijn veranderd.
flickr
dinsdag 13 oktober 2009
Knut Nærum | Glad ijs
Knut Nærum - Glad ijs. Breda, De Geus, 2004 (2), 288 pagina's. Oorspronkelijke Noorse titel: Krig!, vertaald en bewerkt door Paula Stevens. 2004 (1, Nederlands), 2003 (Noors).
De Noorse auteur, schaatsfanaat en stand-up comedian Knut Nærum (1961) ergerde zich aan het politieke spel dat gespeeld werd om de oorlog tegen Irak voor het grote publiek te rechtvaardigen. In deze satirische roman laat hij zien hoe de manipulatie van de publieke opinie werkt.
Tijdens de Europese Kampioenschappen all round van 2005 in Herenveen valt een Noorse schaatser in de beslissende rit op de tien kilometer. In een reflex grijpt hij naar de enkel van zijn Nederlandse tegenstander, die ook tegen het ijs gaat en zo het begeerde kampioenschap verspeelt. Maar was het een reflex of is er sprake van opzet?
Met deze scène in het Thialf-stadion begint een reeks gebeurtenissen die uiteindelijk leidt tot oorlog tussen Noorwegen en Nederland.
Met in willekeurige volgorde: Ard Schenk, Rintje Ritsma, Gianni Romme, Johan Cruijff, Teach-In, Mart Smeets, Jan Peter Balkenende, Herman Brood, George Baker, koningin Beatrix, Vengaboys, Wim Sonneveld en vele, vele anderen.
Op zich is het een interessant idee, door middel van satire aantonen hoe je de publieke opinie klaar kunt maken voor een oorlog, terwijl iedereen zegt dat er natuurlijk alleen maar naar vrede wordt gestreefd. Nog interessanter is het dat Nærum daarbij Nederland als vijand kiest.
Ik vind Glad ijs geen geweldig boek. Nærum voert erg veel personages op in nog geen 200 pagina’s, die je vooral door dialogen moet leren kennen. Ik had nogal wat moeite om de personages uit elkaar te houden en de onderlinge verhoudingen te onthouden. Het personagelijstje aan het begin van het boek – niet op alfabetische volgorde – hielp daar niet erg bij. Ook vond ik veel dialogen niet prettig lezen. Of dat aan de schrijver of de vertaalster ligt, kan ik natuurlijk niet beoordelen.
Eerlijk gezegd heb ik niet vaak moeten lachen om deze satire, op de stukjes na waarin Nærum Åsne Seierstad pariodeert. Seierstadt is de auteur van De boekhandelaar van Kabul. In deze satire schrijft zij zogenaamd stukjes over haar verblijf bij een Amsterdams gezin, waarbij 'typisch Nederlandse dingen' worden uitvergroot, zoals euthanasie, drugsgebruik of het homohuwelijk. Interessant vond ik het hoofdstukje waarin een Noorse taalpurist pleit voor het bestrijden van Nederlandse invloeden op het Noors.
Toch zette het boek me wel aan het denken. Nærum toont aardig overtuigend aan dat het niet moeilijk hoeft te zijn om de publieke opinie naar je hand te zetten – of het nu gaat om het zwart maken van een heel land, een bevolkingsgroep of een individu. En dat is iets waar we allemaal dagelijks mee te maken hebben, al lezend in de krant of kijkend naar het journaal. Je zou het boek daarom kunnen zien als een advies om dat wat je leest en hoort te allen tijde kritisch te beschouwen, zoals Joris Luyendijk dat met zijn Het zijn net mensen op een journalistieke manier deed.
flickr
De Noorse auteur, schaatsfanaat en stand-up comedian Knut Nærum (1961) ergerde zich aan het politieke spel dat gespeeld werd om de oorlog tegen Irak voor het grote publiek te rechtvaardigen. In deze satirische roman laat hij zien hoe de manipulatie van de publieke opinie werkt.
Tijdens de Europese Kampioenschappen all round van 2005 in Herenveen valt een Noorse schaatser in de beslissende rit op de tien kilometer. In een reflex grijpt hij naar de enkel van zijn Nederlandse tegenstander, die ook tegen het ijs gaat en zo het begeerde kampioenschap verspeelt. Maar was het een reflex of is er sprake van opzet?
Met deze scène in het Thialf-stadion begint een reeks gebeurtenissen die uiteindelijk leidt tot oorlog tussen Noorwegen en Nederland.
Met in willekeurige volgorde: Ard Schenk, Rintje Ritsma, Gianni Romme, Johan Cruijff, Teach-In, Mart Smeets, Jan Peter Balkenende, Herman Brood, George Baker, koningin Beatrix, Vengaboys, Wim Sonneveld en vele, vele anderen.
Op zich is het een interessant idee, door middel van satire aantonen hoe je de publieke opinie klaar kunt maken voor een oorlog, terwijl iedereen zegt dat er natuurlijk alleen maar naar vrede wordt gestreefd. Nog interessanter is het dat Nærum daarbij Nederland als vijand kiest.
Ik vind Glad ijs geen geweldig boek. Nærum voert erg veel personages op in nog geen 200 pagina’s, die je vooral door dialogen moet leren kennen. Ik had nogal wat moeite om de personages uit elkaar te houden en de onderlinge verhoudingen te onthouden. Het personagelijstje aan het begin van het boek – niet op alfabetische volgorde – hielp daar niet erg bij. Ook vond ik veel dialogen niet prettig lezen. Of dat aan de schrijver of de vertaalster ligt, kan ik natuurlijk niet beoordelen.
Eerlijk gezegd heb ik niet vaak moeten lachen om deze satire, op de stukjes na waarin Nærum Åsne Seierstad pariodeert. Seierstadt is de auteur van De boekhandelaar van Kabul. In deze satire schrijft zij zogenaamd stukjes over haar verblijf bij een Amsterdams gezin, waarbij 'typisch Nederlandse dingen' worden uitvergroot, zoals euthanasie, drugsgebruik of het homohuwelijk. Interessant vond ik het hoofdstukje waarin een Noorse taalpurist pleit voor het bestrijden van Nederlandse invloeden op het Noors.
Toch zette het boek me wel aan het denken. Nærum toont aardig overtuigend aan dat het niet moeilijk hoeft te zijn om de publieke opinie naar je hand te zetten – of het nu gaat om het zwart maken van een heel land, een bevolkingsgroep of een individu. En dat is iets waar we allemaal dagelijks mee te maken hebben, al lezend in de krant of kijkend naar het journaal. Je zou het boek daarom kunnen zien als een advies om dat wat je leest en hoort te allen tijde kritisch te beschouwen, zoals Joris Luyendijk dat met zijn Het zijn net mensen op een journalistieke manier deed.
flickr
Labels:
11-10-2009,
13-10-2009,
fictie,
Glad ijs,
Knut Nærum,
Krig,
Nederland,
Noorwegen,
Paula Stevens,
roman
zondag 11 oktober 2009
Arnon Grunberg | Karel heeft echt bestaan
Arnon Grunberg - Karel heeft echt bestaan Over het werk van Karel van het Reve. Amsterdam, Van Oorschot, 2008. 30 pagina's.
'Zowel Karel de ontmaskeraar als de Karel de bewonderaar, is nog altijd onmisbaar. Zijn naam moet niet af en toe opduiken in een column, zijn werk moet opnieuw kritisch worden gelezen.'
Arnon Grunberg
Een hartverwarmend kort betoog waarmee Grunberg het werk van Van het Reve aanprijst bij hen die er nog niet mee bekend zijn. Dat het in boekvorm is uitgekomen heeft ongetwijfeld een commerciële oorzaak: sinds 2008 geeft Van Oorschot het Verzameld Werk van Van het Reve uit. Maar, dat mag de pret niet drukken.
Arnon Grunberg | Grunberg de wereld rond
Arnon Grunberg | Kamermeisjes & Soldaten
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
Karel van het Reve op Wikipedia
Karel van het Reve
flickr
'Zowel Karel de ontmaskeraar als de Karel de bewonderaar, is nog altijd onmisbaar. Zijn naam moet niet af en toe opduiken in een column, zijn werk moet opnieuw kritisch worden gelezen.'
Arnon Grunberg
Een hartverwarmend kort betoog waarmee Grunberg het werk van Van het Reve aanprijst bij hen die er nog niet mee bekend zijn. Dat het in boekvorm is uitgekomen heeft ongetwijfeld een commerciële oorzaak: sinds 2008 geeft Van Oorschot het Verzameld Werk van Van het Reve uit. Maar, dat mag de pret niet drukken.
Arnon Grunberg | Grunberg de wereld rond
Arnon Grunberg | Kamermeisjes & Soldaten
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
Karel van het Reve op Wikipedia
Karel van het Reve
flickr
Дина Рубина | Синдикат
Дина Рубина - Синдикат. Москва, Эксмо, 2008, 539 страниц.
(Dina Rubina - Sindikat. Mosvka, Eksmo, 2008, 539 bladzijden)
Безумная карусель современной жизни огромного мегаполиса; постусторонняя организация, цель деятельности которой - выращивание фантомных "проектов" вроде неутомимого поиска затерянных в веках израильских колен; хоровод прохиндеев, идиотов, романтиков, торгашей и пророков... Страны и города, любовь и смерть, жизнь прошлая и безогляндый бег в будущее...
В фокусе этой трагически смешной и уморительной грустной книги - изумленный взгляд одинокого человека на сегодняшний мир.
Дина Рубина
De ondertitel van deze roman, роман-комикс (roman-komiks) betekent letterlijk 'roman-stripboek'. Daarmee geeft Rubina zelf aan hoe zij het genre van dit boek ziet. Het behoort volgens haar zowel tot de 'hoge' (de roman) als de 'lage' (het stripboek) literatuur.
In overdrachtelijke zin word je met dit boek een strip in woorden voorgeschoteld in de vorm van een roman. Ieder hoofdstuk bestaat uit een aantal korte stukjes, alsof je verschillende series tekeningen bekijkt in een stripboek, waarbij iedere alinea voor één tekening staat. Rubina zorgt voor samenhang door een aantal regelmatig terugkerende elementen: eigen dagboekfragmenten, de mopjes die een van de personages steevast vertelt als het gesprek te ingewikkeld wordt, uitgeschreven teksten van telefoontjes die de Israëlische organisatie waarvoor Rubina werkt van verschillende Russen ontvangt.
Rubina behandelt in dit boek een periode van drie jaar waarin zij als vertegenwoordiger van de culturele tak van een Israëlische organisatie opnieuw in Rusland verbleef. Opnieuw, omdat Rubina eerder vanuit Rusland naar Israël is geëmigreerd. Rubina beschouwt, inmiddels buitenstaander geworden, de veranderingen die de Russische samenleving heeft doorgemaakt in haar afwezigheid. Ook beschrijft ze de manier waarop de Israëlische vertegenwoordigers stand proberen te houden in het land waar zij verblijven en hoe de situatie zich in haar nieuwe vaderland ontwikkelt in haar afwezigheid.
De situaties die ze beschrijft eindigen nogal eens kolderiek. Vaak moest ik uitbundig lachen, maar regelmatig is er toch ook een wrange ondertoon. Dat laatste geldt als er gesproken wordt over antisemitisme in Rusland, maar ook als er over de vele bomaanslagen in Israël wordt gesproken, waarvan de schrijfster zelf ook slachtoffer wordt.
Met de eerste 150 bladzijden van deze roman had ik het moeilijk. Door het enorme aantal personages en alle korte stukjes had ik wat moeite om een rode draad te ontdekken, of om aan te voelen wat de bedoeling van dit boek was. Die eerste 150 bladzijden vielen samen met onze vakantie, een drukke week waarin we geprobeerd hebben zoveel mogelijk te bekijken. Wellicht verklaart dat waarom het lezen zo moeizaam ging.
Toen we eenmaal op weg naar huis waren en ik me een stuk minder druk maakte, greep het boek me wel. Alsof ik open moest staan voor het bijzondere genre dat Rubina heeft gekozen en alsof ik me eerst moest realiseren hoe bijzonder het is dat Rubina van oorsprong uit Rusland komt en zij dus als het ware weer even 'thuis' is, ook als is dat huis totaal verbouwd.
Дина Рубина | Белая голубка Кордовы
Дина Рубина | На солнечной стороне улицы
Дина Рубина | Почерк Леонардо
Dina Rubina (Russisch)
Dina Rubina op Wikipedia (Engels)
flickr
(Dina Rubina - Sindikat. Mosvka, Eksmo, 2008, 539 bladzijden)
Безумная карусель современной жизни огромного мегаполиса; постусторонняя организация, цель деятельности которой - выращивание фантомных "проектов" вроде неутомимого поиска затерянных в веках израильских колен; хоровод прохиндеев, идиотов, романтиков, торгашей и пророков... Страны и города, любовь и смерть, жизнь прошлая и безогляндый бег в будущее...
В фокусе этой трагически смешной и уморительной грустной книги - изумленный взгляд одинокого человека на сегодняшний мир.
Дина Рубина
De ondertitel van deze roman, роман-комикс (roman-komiks) betekent letterlijk 'roman-stripboek'. Daarmee geeft Rubina zelf aan hoe zij het genre van dit boek ziet. Het behoort volgens haar zowel tot de 'hoge' (de roman) als de 'lage' (het stripboek) literatuur.
In overdrachtelijke zin word je met dit boek een strip in woorden voorgeschoteld in de vorm van een roman. Ieder hoofdstuk bestaat uit een aantal korte stukjes, alsof je verschillende series tekeningen bekijkt in een stripboek, waarbij iedere alinea voor één tekening staat. Rubina zorgt voor samenhang door een aantal regelmatig terugkerende elementen: eigen dagboekfragmenten, de mopjes die een van de personages steevast vertelt als het gesprek te ingewikkeld wordt, uitgeschreven teksten van telefoontjes die de Israëlische organisatie waarvoor Rubina werkt van verschillende Russen ontvangt.
Rubina behandelt in dit boek een periode van drie jaar waarin zij als vertegenwoordiger van de culturele tak van een Israëlische organisatie opnieuw in Rusland verbleef. Opnieuw, omdat Rubina eerder vanuit Rusland naar Israël is geëmigreerd. Rubina beschouwt, inmiddels buitenstaander geworden, de veranderingen die de Russische samenleving heeft doorgemaakt in haar afwezigheid. Ook beschrijft ze de manier waarop de Israëlische vertegenwoordigers stand proberen te houden in het land waar zij verblijven en hoe de situatie zich in haar nieuwe vaderland ontwikkelt in haar afwezigheid.
De situaties die ze beschrijft eindigen nogal eens kolderiek. Vaak moest ik uitbundig lachen, maar regelmatig is er toch ook een wrange ondertoon. Dat laatste geldt als er gesproken wordt over antisemitisme in Rusland, maar ook als er over de vele bomaanslagen in Israël wordt gesproken, waarvan de schrijfster zelf ook slachtoffer wordt.
Met de eerste 150 bladzijden van deze roman had ik het moeilijk. Door het enorme aantal personages en alle korte stukjes had ik wat moeite om een rode draad te ontdekken, of om aan te voelen wat de bedoeling van dit boek was. Die eerste 150 bladzijden vielen samen met onze vakantie, een drukke week waarin we geprobeerd hebben zoveel mogelijk te bekijken. Wellicht verklaart dat waarom het lezen zo moeizaam ging.
Toen we eenmaal op weg naar huis waren en ik me een stuk minder druk maakte, greep het boek me wel. Alsof ik open moest staan voor het bijzondere genre dat Rubina heeft gekozen en alsof ik me eerst moest realiseren hoe bijzonder het is dat Rubina van oorsprong uit Rusland komt en zij dus als het ware weer even 'thuis' is, ook als is dat huis totaal verbouwd.
Дина Рубина | Белая голубка Кордовы
Дина Рубина | На солнечной стороне улицы
Дина Рубина | Почерк Леонардо
Dina Rubina (Russisch)
Dina Rubina op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
11-10-2009,
26-09-2009,
Dina Rubina,
immigrantenliteratuur,
Israël,
roman,
Russisch,
Sindikat,
Дина Рубина,
Синдикат
maandag 5 oktober 2009
David Leavitt | The Indian Clerk
David Leavitt - The Indian Clerk. London, Bloomsbury, 2007. 485 pagina's.
On a January morning in 1913, G.H. Hardy - eccentric, charismatic and, at thirty-seven, already considered the greatest British mathematician of his age - receives a mysterious envelope covered with Indian stamps. Inside he finds a rambling letter from a self-professed mathematical genius who claims to be on the brink of solving the most important mathematical problem of his time. Some of his Cambridge colleagues dismiss the letter as a hoax, but Hardy becomes convinced that the Indian clerk who has written it - Srinivasa Ramanujan - deserves to be taken seriously.
Aided by his collaborator, Littlewood, and a young don named Neville who is about to depart for Madras with his wife, Alice, he determines to learn more about the mysterious Ramanujan, and, if possible, persuade him to come to Cambridge. It is a decision that will profoundly affect not only his own life, and that of his friends, but the entire history of mathematics.
Based on the remarkable true story of the strange and ultimately tragic relationship between an esteemed British mathematician and an unknown - and unschooled - mathematical genius, and populated with such luminaries as D.H. Lawrence, Bertrand Russell, and Ludwig Wittgenstein, The Indian Clerk fashions from this fascinating period an exquisitely and utterly compelling story about the fragility of human relationships and our need to find order in this world.
Ik sta met gemengde gevoelens tegenover deze roman. Ik lees het werk van Leavitt al zo’n twintig jaar met plezier. Nadat ik een aantal lovende recensies had gelezen, was ik dan ook blij dat het eindelijk mijn beurt was om deze roman in de bibliotheek op te halen. Ik begon twee weken voor onze vakantie in dit boek te lezen, zodat ik voldoende tijd zou hebben om het voor ons vertrek uit te lezen.
Het is me niet gelukt om voor ons vertrek uit te lezen. Dat komt niet doordat het een slecht boek is. Integendeel, het is een bewonderenswaardige roman, waarin Leavitt een historisch gegeven heeft aangevuld met zaken die aan zijn eigen fantasie ontsproten zijn, waarin hij veel aan de lezer zelf overlaat. De roman is zo geschreven, dat ik op een gegeven moment het gevoel had dat ik een Engelse roman las die daadwerkelijk in de eerste helft van de twintigste eeuw was geschreven, in plaats van in een roman die door een Amerikaan aan het begin van deze eeuw is geschreven.
De verhoudingen tussen de verschillende personages worden bijzonder boeiend beschreven. Zo zal de scene waarin Mrs Neville en Hardy’s zus Gertrude in een gesprek hun krachten meten en waarin Mrs Neville als winnaar uit de strijd probeert te komen door Gertrude Hardy te vragen haar haar glazen oog te laten zien me lang bijblijven. De inburgeringscursus die Mrs Neville Ramanujan geeft als hij eenmaal in Cambridge is aangekomen vormde voor mij een hilarisch hoogtepunt van deze roman.
Verder speelt een groot gedeelte van de roman tijdens de Eerste Wereldoorlog. In Nederland wordt in de literatuur om begrijpelijke redenen veel minder aandacht aan deze oorlog besteed dan aan de Tweede Wereldoorlog. Ik vond ’t erg interessant om te zien wat het effect van de Eerste Wereldoorlog op het dagelijkse en het academische leven in Engeland heeft gehad.
Wat heeft me dan toch gehinderd bij het lezen? Dat zijn al die uitweidingen over het wiskundige werk dat Hardy, Littlewood en Ramanujan samen en onafhankelijk van elkaar verrichten. Dat is echt niet aan mij besteed, en al helemaal niet in het Engels. Ik heb een moment overwogen de Nederlandse vertaling uit de bibliotheek te halen, maar dat heb ik niet gedaan omdat ik er niet van overtuigd was dat het daar beter van zou worden.
David Leavitt op Wikipedia
flickr
On a January morning in 1913, G.H. Hardy - eccentric, charismatic and, at thirty-seven, already considered the greatest British mathematician of his age - receives a mysterious envelope covered with Indian stamps. Inside he finds a rambling letter from a self-professed mathematical genius who claims to be on the brink of solving the most important mathematical problem of his time. Some of his Cambridge colleagues dismiss the letter as a hoax, but Hardy becomes convinced that the Indian clerk who has written it - Srinivasa Ramanujan - deserves to be taken seriously.
Aided by his collaborator, Littlewood, and a young don named Neville who is about to depart for Madras with his wife, Alice, he determines to learn more about the mysterious Ramanujan, and, if possible, persuade him to come to Cambridge. It is a decision that will profoundly affect not only his own life, and that of his friends, but the entire history of mathematics.
Based on the remarkable true story of the strange and ultimately tragic relationship between an esteemed British mathematician and an unknown - and unschooled - mathematical genius, and populated with such luminaries as D.H. Lawrence, Bertrand Russell, and Ludwig Wittgenstein, The Indian Clerk fashions from this fascinating period an exquisitely and utterly compelling story about the fragility of human relationships and our need to find order in this world.
Ik sta met gemengde gevoelens tegenover deze roman. Ik lees het werk van Leavitt al zo’n twintig jaar met plezier. Nadat ik een aantal lovende recensies had gelezen, was ik dan ook blij dat het eindelijk mijn beurt was om deze roman in de bibliotheek op te halen. Ik begon twee weken voor onze vakantie in dit boek te lezen, zodat ik voldoende tijd zou hebben om het voor ons vertrek uit te lezen.
Het is me niet gelukt om voor ons vertrek uit te lezen. Dat komt niet doordat het een slecht boek is. Integendeel, het is een bewonderenswaardige roman, waarin Leavitt een historisch gegeven heeft aangevuld met zaken die aan zijn eigen fantasie ontsproten zijn, waarin hij veel aan de lezer zelf overlaat. De roman is zo geschreven, dat ik op een gegeven moment het gevoel had dat ik een Engelse roman las die daadwerkelijk in de eerste helft van de twintigste eeuw was geschreven, in plaats van in een roman die door een Amerikaan aan het begin van deze eeuw is geschreven.
De verhoudingen tussen de verschillende personages worden bijzonder boeiend beschreven. Zo zal de scene waarin Mrs Neville en Hardy’s zus Gertrude in een gesprek hun krachten meten en waarin Mrs Neville als winnaar uit de strijd probeert te komen door Gertrude Hardy te vragen haar haar glazen oog te laten zien me lang bijblijven. De inburgeringscursus die Mrs Neville Ramanujan geeft als hij eenmaal in Cambridge is aangekomen vormde voor mij een hilarisch hoogtepunt van deze roman.
Verder speelt een groot gedeelte van de roman tijdens de Eerste Wereldoorlog. In Nederland wordt in de literatuur om begrijpelijke redenen veel minder aandacht aan deze oorlog besteed dan aan de Tweede Wereldoorlog. Ik vond ’t erg interessant om te zien wat het effect van de Eerste Wereldoorlog op het dagelijkse en het academische leven in Engeland heeft gehad.
Wat heeft me dan toch gehinderd bij het lezen? Dat zijn al die uitweidingen over het wiskundige werk dat Hardy, Littlewood en Ramanujan samen en onafhankelijk van elkaar verrichten. Dat is echt niet aan mij besteed, en al helemaal niet in het Engels. Ik heb een moment overwogen de Nederlandse vertaling uit de bibliotheek te halen, maar dat heb ik niet gedaan omdat ik er niet van overtuigd was dat het daar beter van zou worden.
David Leavitt op Wikipedia
flickr
zaterdag 12 september 2009
Katja Lange-Müller | Böse Schafe
Katja Lange-Müller - Böse Schafe. Köln, Kiepenheuer & Witsch, 2007 (7), 205 pagina's. 2007 (1).
Berlin im Jahr 1987: Auf der geteilten Stadt liegt der Mehltau der Vorwendezeit. Soja, gelernte Setzerin, leichtlebiger Republikflüchtling, beherzte Aushilfsblumenhändlerin, trifft den Westberliner Harry, groß, frei, still-entschlossen, abgründige Vergangenheit, düstere Zukunft - und fortan bestimmt sein Schicksal ihr Leben. Katja Lange-Müller erzählt von einer Liebe, die ins Unglück führt, aber dennoch das größte Glück bedeutet.
Deze roman beschrijft de hopeloze liefde tussen de van Oost- naar West-Berlijn gevluchte Soja en Harry. Harry is een mysterieuze vent, waarop Soja maar geen grip krijgt. Datzelfde geldt voor hun relatie, want die verloopt ook zonder dat Soja daar iets over te zeggen lijkt te hebben. Soja wordt ook niet echt gelukkig van deze overweldigende nieuwe liefde. Dat het niet goed af kan lopen, voel je vanaf de eerste bladzijden van het boek.
Het hele boek is eigenlijk een grote flashback. De relatie is voorbij, en Soja blikt een boek lang terug op de relatie. Zij spreekt Harry daarbij toe, stelt vragen waarop ze net als eerder geen antwoorden krijgt. Al vertellend krijgt de lezer steeds meer details te weten, bijvoorbeeld dat Soja helemaal niet voorkomt in Harry’s dagboek, waarover Soja beschikt. Achteraf vraagt Soja zich af wat zij eigenlijk voor Harry betekend heeft.
Lange-Müller beschrijft zaken die tot de recente geschiedenis behoren: de verwondering over het leven in West-Berlijn van iemand die oorspronkelijk uit de DDR komt, het begin van de aidsepidemie en de angst en vooroordelen die deze epidemie met zich meebracht en de val van de muur in 1989. Het passeert allemaal de revue in deze roman, maar slechts als bijzaak, tegen de achtergrond van de beschrijving van deze tragische liefde.
Lange-Müllers Die Letzten las ik deze zomer al met veel plezier. Ook dit boek heeft me weer geraakt. De uitzichtloosheid van de relatie greep me bij de keel, tot de laatste pagina’s toe. Een aanrader!
Katja Lange-Müller | Die Letzten
Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)
flickr
Berlin im Jahr 1987: Auf der geteilten Stadt liegt der Mehltau der Vorwendezeit. Soja, gelernte Setzerin, leichtlebiger Republikflüchtling, beherzte Aushilfsblumenhändlerin, trifft den Westberliner Harry, groß, frei, still-entschlossen, abgründige Vergangenheit, düstere Zukunft - und fortan bestimmt sein Schicksal ihr Leben. Katja Lange-Müller erzählt von einer Liebe, die ins Unglück führt, aber dennoch das größte Glück bedeutet.
Deze roman beschrijft de hopeloze liefde tussen de van Oost- naar West-Berlijn gevluchte Soja en Harry. Harry is een mysterieuze vent, waarop Soja maar geen grip krijgt. Datzelfde geldt voor hun relatie, want die verloopt ook zonder dat Soja daar iets over te zeggen lijkt te hebben. Soja wordt ook niet echt gelukkig van deze overweldigende nieuwe liefde. Dat het niet goed af kan lopen, voel je vanaf de eerste bladzijden van het boek.
Het hele boek is eigenlijk een grote flashback. De relatie is voorbij, en Soja blikt een boek lang terug op de relatie. Zij spreekt Harry daarbij toe, stelt vragen waarop ze net als eerder geen antwoorden krijgt. Al vertellend krijgt de lezer steeds meer details te weten, bijvoorbeeld dat Soja helemaal niet voorkomt in Harry’s dagboek, waarover Soja beschikt. Achteraf vraagt Soja zich af wat zij eigenlijk voor Harry betekend heeft.
Lange-Müller beschrijft zaken die tot de recente geschiedenis behoren: de verwondering over het leven in West-Berlijn van iemand die oorspronkelijk uit de DDR komt, het begin van de aidsepidemie en de angst en vooroordelen die deze epidemie met zich meebracht en de val van de muur in 1989. Het passeert allemaal de revue in deze roman, maar slechts als bijzaak, tegen de achtergrond van de beschrijving van deze tragische liefde.
Lange-Müllers Die Letzten las ik deze zomer al met veel plezier. Ook dit boek heeft me weer geraakt. De uitzichtloosheid van de relatie greep me bij de keel, tot de laatste pagina’s toe. Een aanrader!
Katja Lange-Müller | Die Letzten
Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)
flickr
zondag 6 september 2009
Chuck Palahniuk | Fight Club
Chuck Palahniuk - Fight Club. London, Vintage Books, 2006, 218 pagina's. 1996 (1).
Every weekend, in basements and parking lots across the country, young men with good white-collar jobs and absent fathers take off their shoes and shirts and fight each other barehanded for as long as they have to. Then they go back to those jobs with blackened eyes and loosened teeth and the sense that they can handle anything. Fight Club is the invention of Tyler Durden, projectionist, waiter and dark, anarchic genius. And it's only the beginning of his plans for revenge on a world where cancer support groups have the corner on human warmth.
Ik heb dit boek gelezen, omdat de verfilming ervan één van de favoriete films van mijn man is. Zelf heb ik alleen maar fragmenten gezien, juist stukjes waarin de gevechten in de vechtclubs worden getoond. Die zijn op zo’n manier in beeld gebracht, dat ik nooit de moed heb kunnen opbrengen om de hele film te kijken. Het boek lezen leek me een onderneming waarvan ik minder onpasselijk zou worden.
Het boek bevat natuurlijk de nodige vechtscènes, die rauw beschreven worden. Toch maakten deze scènes me niet fysiek onpasselijk, zoals de beschrijvingen van de moorden in Easton Ellis’ American Psycho me dat wel maakten.
Ook bleek het boek meer te bevatten dan alleen die vechtscènes, zoals bijvoorbeeld maatschappijkritiek. Het appartement van de hoofdpersoon dat wordt opgeblazen in zijn afwezigheid bevat niet voor niets een zorgvuldig uit de Ikeacatalogus bij elkaar gezocht interieur. De manier waarop de leden van de vechtclubs Tyler Durden tot een soort goeroe verklaren en hem blindelings volgen, wat hij hen ook voorstelt om te doen, doet denken aan een waarschuwing voor de charmes van sekteleiders en andere dubieuze lieden.
Het is echt een heel knap geschreven boek – Palahniuk zet je voortdurend met allerlei literaire technieken op het verkeerde been, zodat pas aan het einde van het boek alle puzzelstukjes op hun plaats vallen. Aan deze editie is een nawoord toegevoegd, waarin Palahniuk schrijft over de gekte die ontstond na de verfilming van het boek en zijn eigenlijke bedoelingen bij het schrijven van dit boek. Heel leerzaam!
flickr
Every weekend, in basements and parking lots across the country, young men with good white-collar jobs and absent fathers take off their shoes and shirts and fight each other barehanded for as long as they have to. Then they go back to those jobs with blackened eyes and loosened teeth and the sense that they can handle anything. Fight Club is the invention of Tyler Durden, projectionist, waiter and dark, anarchic genius. And it's only the beginning of his plans for revenge on a world where cancer support groups have the corner on human warmth.
Ik heb dit boek gelezen, omdat de verfilming ervan één van de favoriete films van mijn man is. Zelf heb ik alleen maar fragmenten gezien, juist stukjes waarin de gevechten in de vechtclubs worden getoond. Die zijn op zo’n manier in beeld gebracht, dat ik nooit de moed heb kunnen opbrengen om de hele film te kijken. Het boek lezen leek me een onderneming waarvan ik minder onpasselijk zou worden.
Het boek bevat natuurlijk de nodige vechtscènes, die rauw beschreven worden. Toch maakten deze scènes me niet fysiek onpasselijk, zoals de beschrijvingen van de moorden in Easton Ellis’ American Psycho me dat wel maakten.
Ook bleek het boek meer te bevatten dan alleen die vechtscènes, zoals bijvoorbeeld maatschappijkritiek. Het appartement van de hoofdpersoon dat wordt opgeblazen in zijn afwezigheid bevat niet voor niets een zorgvuldig uit de Ikeacatalogus bij elkaar gezocht interieur. De manier waarop de leden van de vechtclubs Tyler Durden tot een soort goeroe verklaren en hem blindelings volgen, wat hij hen ook voorstelt om te doen, doet denken aan een waarschuwing voor de charmes van sekteleiders en andere dubieuze lieden.
Het is echt een heel knap geschreven boek – Palahniuk zet je voortdurend met allerlei literaire technieken op het verkeerde been, zodat pas aan het einde van het boek alle puzzelstukjes op hun plaats vallen. Aan deze editie is een nawoord toegevoegd, waarin Palahniuk schrijft over de gekte die ontstond na de verfilming van het boek en zijn eigenlijke bedoelingen bij het schrijven van dit boek. Heel leerzaam!
flickr
donderdag 3 september 2009
Rachel Cusk | Arlington Park
Rachel Cusk – Arlington Park. New York, Farrar, Straus and Giroux, 2007, 248 pagina’s. 2006 (Verenigd Koninkrijk, 1).
Arlington Park, a modern-day English suburb very much like its American counterparts, is a place devoted to the profitable ordinariness of life. Amid its leafy avenues and comfortable houses, its residents live out the dubious accomplishments of civilization: material prosperity, personal freedom, and moral indifference. In Arlington Park, men work, women look after children, and people generally do what’s expected of them. It’s a world awash in contentment but empty of belief, and riven with strange anxieties. How are its inhabitants to know right from wrong? How should they use their knowledge of other people’s sufferings? What is the relationship of politics to their own domestic arrangements?
Set over the course of a single rainy day, the novel moves from one household to another, and through the passing hours conducts a deep examination of its characters' lives: of Juliet, enraged at the victory of men over women in family life; of Amanda, warding off thoughts of death with obsessive housework; of Solly, who confronts her own buried femininity in the person of her Italian lodger; of Maisie, despairing at the inevitability with which beauty is destroyed; and of Christine, whose troubled, hilarious spirit presides over Arlington Park and the way of life it represents.
Darkly comic, deeply affecting, and wise, Arlington Park is a page-turning imagining of the extraordinary inner nature of ordinary life, by one of Britain’s most exciting young novelists.
Arlington Park is een intrigerende roman over het leven van vijf vrouwen in een Engelse buitenwijk, waar de meer vermogende gezinnen met jonge kinderen wonen. Zij hebben het gemaakt, lijkt het. De vijf vrouwen zijn huisvrouw en moeder. Slechts één van hen werkt, maar niet in de baan waarvan zij als kind droomde. De vrouwen worden één regenachtige dag lang gevolgd in hun dagelijkse bezigheden.
Dat het geen lichtvoetige roman is, wordt al aangekondigd door de alsmaar aanhoudende regen, die in het eerste hoofdstuk de hoofdrol speelt. De vijf vrouwen worden vervolgens ieder in een eigen hoofdstuk beschreven, om in het laatste hoofdstuk gezamenlijk bij één van hen thuis te eten. De vrouwen zijn om hun eigen reden ongelukkig in die buitenwijk, waarvan iedereen zegt dat je er niet anders dan gelukkig kunt zijn. Het ongelukkige gevoel, de frustraties en de woede die de vrouwen voelen, worden beschreven in heel scherpe dialogen, waarbij één uitspraak ineens, na alle voorgaande dialogen, het hele wezen van een vrouw samenvat.
Cusk besteedt verder veel aandacht aan de beschrijving van Arlington Park. Denk daarbij aan de niet-aflatende regen, het interieur van de huizen van de vrouwen, de auto’s waarin zij rijden of het moderne winkelcentrum in de buurt. Dat is zeker geen bladvulling, maar functioneel in deze roman, omdat het je doordringt van de wereld waarin de vrouwen zich bewegen. Het versterkt het gevoel dat de dames eigenlijk wel gelukkig zouden móeten zijn. Dat ze het desondanks niet zijn, wordt daardoor des te wranger.
Ik heb wel wat moeite gehad om 'op gang te raken' bij het lezen van deze roman, maar toen dat eenmaal gelukt was, heb ik het in één ruk uitgelezen. Het is verfrissend om een boek te lezen waarin de schrijver er niet voor terugschrikt om meer te laten zien dan alleen de schone schijn van de buitenwijk – als je jezelf wel eens hebt afgevraagd 'of dit het nou is', geeft dit boek je het geruststellende gevoel dat het met je eigen leven helemaal niet zo erg is gesteld.
Rachel Cusk op Wikipedia (Engels)
flickr
Arlington Park, a modern-day English suburb very much like its American counterparts, is a place devoted to the profitable ordinariness of life. Amid its leafy avenues and comfortable houses, its residents live out the dubious accomplishments of civilization: material prosperity, personal freedom, and moral indifference. In Arlington Park, men work, women look after children, and people generally do what’s expected of them. It’s a world awash in contentment but empty of belief, and riven with strange anxieties. How are its inhabitants to know right from wrong? How should they use their knowledge of other people’s sufferings? What is the relationship of politics to their own domestic arrangements?
Set over the course of a single rainy day, the novel moves from one household to another, and through the passing hours conducts a deep examination of its characters' lives: of Juliet, enraged at the victory of men over women in family life; of Amanda, warding off thoughts of death with obsessive housework; of Solly, who confronts her own buried femininity in the person of her Italian lodger; of Maisie, despairing at the inevitability with which beauty is destroyed; and of Christine, whose troubled, hilarious spirit presides over Arlington Park and the way of life it represents.
Darkly comic, deeply affecting, and wise, Arlington Park is a page-turning imagining of the extraordinary inner nature of ordinary life, by one of Britain’s most exciting young novelists.
Arlington Park is een intrigerende roman over het leven van vijf vrouwen in een Engelse buitenwijk, waar de meer vermogende gezinnen met jonge kinderen wonen. Zij hebben het gemaakt, lijkt het. De vijf vrouwen zijn huisvrouw en moeder. Slechts één van hen werkt, maar niet in de baan waarvan zij als kind droomde. De vrouwen worden één regenachtige dag lang gevolgd in hun dagelijkse bezigheden.
Dat het geen lichtvoetige roman is, wordt al aangekondigd door de alsmaar aanhoudende regen, die in het eerste hoofdstuk de hoofdrol speelt. De vijf vrouwen worden vervolgens ieder in een eigen hoofdstuk beschreven, om in het laatste hoofdstuk gezamenlijk bij één van hen thuis te eten. De vrouwen zijn om hun eigen reden ongelukkig in die buitenwijk, waarvan iedereen zegt dat je er niet anders dan gelukkig kunt zijn. Het ongelukkige gevoel, de frustraties en de woede die de vrouwen voelen, worden beschreven in heel scherpe dialogen, waarbij één uitspraak ineens, na alle voorgaande dialogen, het hele wezen van een vrouw samenvat.
Cusk besteedt verder veel aandacht aan de beschrijving van Arlington Park. Denk daarbij aan de niet-aflatende regen, het interieur van de huizen van de vrouwen, de auto’s waarin zij rijden of het moderne winkelcentrum in de buurt. Dat is zeker geen bladvulling, maar functioneel in deze roman, omdat het je doordringt van de wereld waarin de vrouwen zich bewegen. Het versterkt het gevoel dat de dames eigenlijk wel gelukkig zouden móeten zijn. Dat ze het desondanks niet zijn, wordt daardoor des te wranger.
Ik heb wel wat moeite gehad om 'op gang te raken' bij het lezen van deze roman, maar toen dat eenmaal gelukt was, heb ik het in één ruk uitgelezen. Het is verfrissend om een boek te lezen waarin de schrijver er niet voor terugschrikt om meer te laten zien dan alleen de schone schijn van de buitenwijk – als je jezelf wel eens hebt afgevraagd 'of dit het nou is', geeft dit boek je het geruststellende gevoel dat het met je eigen leven helemaal niet zo erg is gesteld.
Rachel Cusk op Wikipedia (Engels)
flickr
woensdag 26 augustus 2009
Arnon Grunberg | Kamermeisjes & soldaten
Arnon Grunberg - Kamermeisjes & soldaten Arnon Grunberg onder de mensen. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2009, 335 pagina's.
In 2006 begon Arnon Grunberg de reportagereeks 'Onder de mensen', gebaseerd op Maxim Gorki's advies aan Isaak Babel om de schrijftafel te verlaten en zich onder de mensen te begeven. Deze literair-journalistieke stukken zijn verzameld in dit boek.
Grunberg werkte onder meer undercover als kamerjongen, onder het pseudoniem Anton Morsink, in een hotel in Beieren. Als een gast zijn hotelkamer verliet, stapte Morsink zijn leven binnen.
In andere reportages belicht Grunberg de politieke actualiteit. Hij bezocht Guantánamo Bay en reisde naar Afghanistan en Irak om als 'embedded' journalist meer te weten te komen over het dagelijkse leven van de soldaten. Bovendien ging hij op zoek naar mensen die door de politieke actualiteit zijn ingehaald, of beter gezegd: mensen die de actualiteit hebben overleefd.
Met dit boek plaatst Arnon Grunberg zich in de traditie van de meesters van de literaire reportages, zoals de 'razende reporter' Egon Erwin Kirsch en Joseph Roth, vertellers die met hart en ziel over de politieke en sociale actualiteit berichtten.
Na het lezen van Tirza had ik even genoeg van het lezen van Grunbergs romans. De lovende woorden over deze bundel 'literair-journalistieke reportages' van anderen, onder andere hier door Woordenaar, maakten me toch nieuwsgierig.
Deze bundel bevat een zeer uiteenlopende verzameling non-fictie stukken die eerder in NRC Handelsblad verschenen en die mij aangenaam verrasten. Grunberg begeeft zich onder de mensen, maar bewaart tegelijkertijd voldoende afstand tot zijn onderwerp. Grunberg verwijst zelf naar Isaak Babel, die 'onder de mensen ging' op advies van Maxim Gorki en zijn onderwerpen met dezelfde afstand beschreef. Die verwijzing is terecht voor wat betreft de benadering van de onderwerpen. Grunberg neemt echter niet actief deel aan oorlogshandelingen, in tegenstelling tot Babel.
Indrukwekkend waren de stukken over Afghanistan, Guantánamo Bay, Irak, Libanon en Israël. Maar ook het lichtvoetige stukje over couchsurfen erg leuk. De titel zette me op het verkeerde been, en het bevat een verzameling bijzondere mensen, die allen om verschillende redenen hun huis openstellen voor een couchsurfer. Zo’n reis moet een ware goudmijn zijn voor een schrijver als Grunberg.
Ik heb dit boek met zoveel plezier gelezen, dat ik vandaag Grunberg rond de wereld heb geleend uit de bibliotheek. Binnenkort dus meer Grunberg!
Arnon Grunberg | Grunberg de wereld rond
Arnon Grunberg | Karel heeft echt bestaan
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
flickr
In 2006 begon Arnon Grunberg de reportagereeks 'Onder de mensen', gebaseerd op Maxim Gorki's advies aan Isaak Babel om de schrijftafel te verlaten en zich onder de mensen te begeven. Deze literair-journalistieke stukken zijn verzameld in dit boek.
Grunberg werkte onder meer undercover als kamerjongen, onder het pseudoniem Anton Morsink, in een hotel in Beieren. Als een gast zijn hotelkamer verliet, stapte Morsink zijn leven binnen.
In andere reportages belicht Grunberg de politieke actualiteit. Hij bezocht Guantánamo Bay en reisde naar Afghanistan en Irak om als 'embedded' journalist meer te weten te komen over het dagelijkse leven van de soldaten. Bovendien ging hij op zoek naar mensen die door de politieke actualiteit zijn ingehaald, of beter gezegd: mensen die de actualiteit hebben overleefd.
Met dit boek plaatst Arnon Grunberg zich in de traditie van de meesters van de literaire reportages, zoals de 'razende reporter' Egon Erwin Kirsch en Joseph Roth, vertellers die met hart en ziel over de politieke en sociale actualiteit berichtten.
Na het lezen van Tirza had ik even genoeg van het lezen van Grunbergs romans. De lovende woorden over deze bundel 'literair-journalistieke reportages' van anderen, onder andere hier door Woordenaar, maakten me toch nieuwsgierig.
Deze bundel bevat een zeer uiteenlopende verzameling non-fictie stukken die eerder in NRC Handelsblad verschenen en die mij aangenaam verrasten. Grunberg begeeft zich onder de mensen, maar bewaart tegelijkertijd voldoende afstand tot zijn onderwerp. Grunberg verwijst zelf naar Isaak Babel, die 'onder de mensen ging' op advies van Maxim Gorki en zijn onderwerpen met dezelfde afstand beschreef. Die verwijzing is terecht voor wat betreft de benadering van de onderwerpen. Grunberg neemt echter niet actief deel aan oorlogshandelingen, in tegenstelling tot Babel.
Indrukwekkend waren de stukken over Afghanistan, Guantánamo Bay, Irak, Libanon en Israël. Maar ook het lichtvoetige stukje over couchsurfen erg leuk. De titel zette me op het verkeerde been, en het bevat een verzameling bijzondere mensen, die allen om verschillende redenen hun huis openstellen voor een couchsurfer. Zo’n reis moet een ware goudmijn zijn voor een schrijver als Grunberg.
Ik heb dit boek met zoveel plezier gelezen, dat ik vandaag Grunberg rond de wereld heb geleend uit de bibliotheek. Binnenkort dus meer Grunberg!
Arnon Grunberg | Grunberg de wereld rond
Arnon Grunberg | Karel heeft echt bestaan
Arnon Grunberg | Tirza
Arnon Grunberg (Engels)
Arnon Grunberg op Wikipedia (Engels)
flickr
donderdag 20 augustus 2009
Ingo Schulze | 33 Augenblicke des Glücks
Ingo Schulze - 33 Augenblicke des Glücks Aus den abenteuerlichen Aufzeichnungen der Deutschen in Piter. München, Deutscher Taschenbuch Verlag, Dezember 1998 (4), 270 pagina's. August 1997 (1, deze uitgave), 1995 (1, Berlin Verlag).
Traumhaft schöne Geschichten aus dem Wilden Osten bringt Ingo Schulze aus Petersburg mit. Als Fremder hat er genau hingesehen und oftmals ein kleines Detail aus dem Alltag aufgegriffen, das sich in seiner geradezu überbordenden dichterischen Vorstellungskraft zu einer komischen, grotesken, manchmal auch tragischen Geschichte auswächst.
Ingo Schulze is de tweede auteur op rij die zich van west naar oost verplaatst. Het verschil met Jaap Scholten is dat Schulze in de DDR is geboren. Hij heeft het communistische systeem daardoor aan den lijve ondervonden. Ook woont Schulze niet permanent in Rusland, hij verbleef in 1993 slechts een halfjaar in Sint-Petersburg.
Het toeval wil dat ik in 1993 ook enige tijd in diezelfde stad woonde. Het lezen van dit boek voelde daarom als een rondleiding in woorden door die stad van toen. Daar waar Schulze de stad Petersburg beschrijft, roept dat inderdaad levendige beelden uit die tijd bij mij op.
Dit wil niet zeggen dat we hier te maken hebben met een bundel strikt realistische verhalen. Integendeel, de verhalen nemen regelmatig een surrealistische wending. Schulze sluit met zijn verhalen aan bij de traditie in de Russische literatuur om Petersburg te beschrijven als een stad waar bovennatuurlijke, onverklaarbare zaken gebeuren. De meeste verhalen nemen regelmatig een onverwachte wending, vooral met plotselinge uitbarstingen van geweld.
Bij deze herlezing zijn het vooral die twee dingen die me bijblijven, de verwijzingen naar de Russische negentiende-eeuwse literatuur en dat gewelddadige in de verhalen. Zelfs een onschuldig ogend verhaal over een vrouwelijke portier die een flesje parfum cadeau krijgt eindigt in fysiek geweld. Dat heeft me het lezen deze tweede keer toch wel wat bemoeilijkt. Maar dat neemt niet weg dat ik inzie dat dit een heel goed geschreven verhalenbundel is, waarin ondanks al dat geweld toch ook plek is voor humor en ironie. De bundel is een mooie manier om kennis te maken met het oeuvre van Schulze.
Ingo Schulze |Handy
Ingo Schulze (Duits)
Ingo Schulze op Wikipedia
flickr
Traumhaft schöne Geschichten aus dem Wilden Osten bringt Ingo Schulze aus Petersburg mit. Als Fremder hat er genau hingesehen und oftmals ein kleines Detail aus dem Alltag aufgegriffen, das sich in seiner geradezu überbordenden dichterischen Vorstellungskraft zu einer komischen, grotesken, manchmal auch tragischen Geschichte auswächst.
Ingo Schulze is de tweede auteur op rij die zich van west naar oost verplaatst. Het verschil met Jaap Scholten is dat Schulze in de DDR is geboren. Hij heeft het communistische systeem daardoor aan den lijve ondervonden. Ook woont Schulze niet permanent in Rusland, hij verbleef in 1993 slechts een halfjaar in Sint-Petersburg.
Het toeval wil dat ik in 1993 ook enige tijd in diezelfde stad woonde. Het lezen van dit boek voelde daarom als een rondleiding in woorden door die stad van toen. Daar waar Schulze de stad Petersburg beschrijft, roept dat inderdaad levendige beelden uit die tijd bij mij op.
Dit wil niet zeggen dat we hier te maken hebben met een bundel strikt realistische verhalen. Integendeel, de verhalen nemen regelmatig een surrealistische wending. Schulze sluit met zijn verhalen aan bij de traditie in de Russische literatuur om Petersburg te beschrijven als een stad waar bovennatuurlijke, onverklaarbare zaken gebeuren. De meeste verhalen nemen regelmatig een onverwachte wending, vooral met plotselinge uitbarstingen van geweld.
Bij deze herlezing zijn het vooral die twee dingen die me bijblijven, de verwijzingen naar de Russische negentiende-eeuwse literatuur en dat gewelddadige in de verhalen. Zelfs een onschuldig ogend verhaal over een vrouwelijke portier die een flesje parfum cadeau krijgt eindigt in fysiek geweld. Dat heeft me het lezen deze tweede keer toch wel wat bemoeilijkt. Maar dat neemt niet weg dat ik inzie dat dit een heel goed geschreven verhalenbundel is, waarin ondanks al dat geweld toch ook plek is voor humor en ironie. De bundel is een mooie manier om kennis te maken met het oeuvre van Schulze.
Ingo Schulze |Handy
Ingo Schulze (Duits)
Ingo Schulze op Wikipedia
flickr
zondag 9 augustus 2009
Jaap Scholten | Heer & Meester
Jaap Scholten - Heer & Meester Berichten uit de voormalige Dubbelmonarchie. Amsterdam/Antwerpen, Contact, december 2008 (2), 335 pagina's. September 2008 (1).
Toen de schrijver van Heer & Meester een jaar na de val van de muur in Boedapest kwam, werd hij verliefd: op een vrouw, een stad en een land. Laag in de straten hing een doordringende bruinkooldamp, de brede boulevards waren gevuld met Trabantjes en de negentiende-eeuwse gevels zaten vol kogelgaten.
Jaren later gingen de schrijver en zijn vrouw terug en vervulden een gezamenlijke droom: ze kochten een bouwval in Boedapest en een boerderij in de van god verlaten zuidelijke heuvels en gingen het leven van weleer leiden: zomers op het land, 's winters in de stad.
In een heldere stijl en met oog voor detail verweeft Scholten het persoonlijke en het historische en schept hij een beeld van een veranderende samenleving en een verdwijnende wereld. Tegelijk verhaalt hij beeldend en bij vlagen hilarisch over hoe het is je te vestigen in een nieuw land.
Jaap Scholten woont al weer een hele tijd in Hongarije. In deze bundel columns, die eerder in NRC Handelsblad verschenen, beschrijft Scholten zijn ervaringen in het land van pálinka en paprika. Ook bezoekt hij streken in Slowakije en Roemenië waar sinds de grensverschuivingen na de Tweede Wereldoorlog grote Hongaarse minderheden wonen.
Uit wat ik hier tot nu toe heb besproken moge duidelijk zijn dat ik erg geïnteresseerd ben in wat ik noem emigrantenliteratuur, waarin Oost-Europeanen (vooral Russen) hun ervaringen beschrijven als zij emigreren naar West-Europa en Amerika. Ik vond dit boek zo interessant, omdat het nu juist eens gaat om een omgekeerde beweging, van west naar oost.
Via Scholtens ogen maak je kennis met het huidige Hongarije. Hij beschrijft de gevolgen van veertig jaar overheersing door Hongaarse en Russische communisten op de huidige samenleving, de tegenstelling tussen de stad (Boedapest) en het platteland, de corruptie, de medische zorg, Hongaarse vrouwen, zigeuners (bijvoorbeeld in wel vier stukken over een reis naar Roemenië om met leden van de Taraf de Haïdouks te spreken!) en ga zo maar door. Scholtens' 'inburgering', zoals dat hier wordt genoemd, loopt verder als een rode draad door het boek. Scholtens schaamt zich bijvoorbeeld niet om regelmatig te refereren aan zijn gebrekkige kennis van het Hongaars.
Scholtens' beschouwingen van hoe het leven ook kan zijn je als Nederlander een spiegel voor. Scholten beschrijft het land en de mensen die hij er ontmoet op een onderhoudende manier. Zijn taal is helder, de verhalen persoonlijk, vaak grappig, soms verbijsterend, altijd interessant en vooral ontzettend herkenbaar voor eenieder die wel eens langere tijd in Oost-Europa heeft gewoond. Dit boek is echter zeker ook een aanrader voor hen die niet 'bezeten' zijn van Oost-Europa!
Jaap Scholten op Wikipedia
Jaap Scholten | Kameraad Baron
Jaap Scholten | De wet van Spengler
flickr
Toen de schrijver van Heer & Meester een jaar na de val van de muur in Boedapest kwam, werd hij verliefd: op een vrouw, een stad en een land. Laag in de straten hing een doordringende bruinkooldamp, de brede boulevards waren gevuld met Trabantjes en de negentiende-eeuwse gevels zaten vol kogelgaten.
Jaren later gingen de schrijver en zijn vrouw terug en vervulden een gezamenlijke droom: ze kochten een bouwval in Boedapest en een boerderij in de van god verlaten zuidelijke heuvels en gingen het leven van weleer leiden: zomers op het land, 's winters in de stad.
In een heldere stijl en met oog voor detail verweeft Scholten het persoonlijke en het historische en schept hij een beeld van een veranderende samenleving en een verdwijnende wereld. Tegelijk verhaalt hij beeldend en bij vlagen hilarisch over hoe het is je te vestigen in een nieuw land.
Jaap Scholten woont al weer een hele tijd in Hongarije. In deze bundel columns, die eerder in NRC Handelsblad verschenen, beschrijft Scholten zijn ervaringen in het land van pálinka en paprika. Ook bezoekt hij streken in Slowakije en Roemenië waar sinds de grensverschuivingen na de Tweede Wereldoorlog grote Hongaarse minderheden wonen.
Uit wat ik hier tot nu toe heb besproken moge duidelijk zijn dat ik erg geïnteresseerd ben in wat ik noem emigrantenliteratuur, waarin Oost-Europeanen (vooral Russen) hun ervaringen beschrijven als zij emigreren naar West-Europa en Amerika. Ik vond dit boek zo interessant, omdat het nu juist eens gaat om een omgekeerde beweging, van west naar oost.
Via Scholtens ogen maak je kennis met het huidige Hongarije. Hij beschrijft de gevolgen van veertig jaar overheersing door Hongaarse en Russische communisten op de huidige samenleving, de tegenstelling tussen de stad (Boedapest) en het platteland, de corruptie, de medische zorg, Hongaarse vrouwen, zigeuners (bijvoorbeeld in wel vier stukken over een reis naar Roemenië om met leden van de Taraf de Haïdouks te spreken!) en ga zo maar door. Scholtens' 'inburgering', zoals dat hier wordt genoemd, loopt verder als een rode draad door het boek. Scholtens schaamt zich bijvoorbeeld niet om regelmatig te refereren aan zijn gebrekkige kennis van het Hongaars.
Scholtens' beschouwingen van hoe het leven ook kan zijn je als Nederlander een spiegel voor. Scholten beschrijft het land en de mensen die hij er ontmoet op een onderhoudende manier. Zijn taal is helder, de verhalen persoonlijk, vaak grappig, soms verbijsterend, altijd interessant en vooral ontzettend herkenbaar voor eenieder die wel eens langere tijd in Oost-Europa heeft gewoond. Dit boek is echter zeker ook een aanrader voor hen die niet 'bezeten' zijn van Oost-Europa!
Jaap Scholten op Wikipedia
Jaap Scholten | Kameraad Baron
Jaap Scholten | De wet van Spengler
flickr
vrijdag 7 augustus 2009
Haruki Murakami | What I Talk About When I Talk About Running
Haruki Murakami - What I Talk Abount When I Talk About Running A Memoir. London, Harvill Sacker, 2008 (8), 180 pagina's. 2008 (1). Originele Japanse titel Hashiru koto ni tsuite kataru ni boku no kataru koto, vertaald door Philip Gabriel. 2007 (1, Japan)
In 1982, having sold his jazz bar to devote himself to writing, Murakami began running to keep fit. A year later, he'd completed a solo course from Athens to Marathon, and now, after dozens of races, not to mention thriathlons and a slew of critically acclaimed books, he reflects upon the influence the sport has had on his life and on his writing.
Equal parts travelogue, training log and reminiscence, this revealing memoir covers his four-month preparation for the 2005 New York City Marathon and settings ranging from Tokyo's Jingu Gaien gardens, where he once shared a course with an Olympian, to the Charles River in Boston, among young women who outpace him. Through this marvellous lens of sport emerges a cornucopia of memories and insights: the eureka moment when he decided to become a writer, his greatest triumphs and disappointments, his passion for vintage LPs, and the experience, after fifty, of seeing his race times improve and then fall back.
By turns funny and sobering, playful and philosophical, What I Talk About When I Talk About Running is rich and revelatory, both for fans of this masterful writer and for the vast number of athletes who find similar satisfaction in distance running.
Is het verstandig om een boek over hardlopen te lezen als je jezelf tijdelijk moet beperken tot wandelen? Nee, want jaloezie en frustratie liggen op de loer. Gelukkig heeft Murakami totaal andere doelen dan ik als bescheiden hardloper heb. Hij beschrijft in dit boek zijn ervaringen als veelvuldig marathonloper. Ook beschrijft hij een ultramarathon en diverse triatlons. Zo hoog stel ik mijn doelen niet!
Laat ik beginnen met voorop te stellen dat het boek leest als een trein. Daarom had ik het na twee warme avonden in de tuin uit. De eerste helft van het boek, waarin Murakami vertelt over het begin van zijn bestaan als schrijver en hardloper, vond ik goed. In die eerste helft is bijvoorbeeld een artikel opgenomen dat Murakami al eerder schreef over hoe hij van Athene naar Marathon rent. Een indrukwekkend artikel, ook voor niet-hardlopers, omdat je je al lezend zelf ziet lopen langs een stoffige snelweg, omringd door dode dieren en mensen die je voor gek verklaren.
Het tweede gedeelte vond ik wat tegenvallen, omdat Murakami daarin vooral over zijn trainingen, de bijkomende pijnen en wedstrijden spreekt. Ik kreeg de indruk dat de schrijver zelf niet goed wist hoe hij een einde aan het boek moest breien.
Een opmerking die Murakami ergens in het begin van het boek plaatst (die ik maar niet terug kan vinden in mijn exemplaar) wil in jullie niet onthouden. Hij stelt daarin dat je als hardloper weet dat je tijdens een marathon pijn zult krijgen, maar de vraag is of je je jezelf toestaat om daar last van te hebben. Zo’n opmerking kun je natuurlijk ook op het leven zelf betrekken!
Ik vraag me wel af of het boek wel interessant is als je zelf niets met hardlopen hebt. Alhoewel een echte Murakami-fan zich misschien toen in het boek kan inleven omdat het over zijn of haar held gaat.
Haruki Murakami | Kafka on the Shore
Haruki Murakami op Wikipedia (Engels)
flickr
In 1982, having sold his jazz bar to devote himself to writing, Murakami began running to keep fit. A year later, he'd completed a solo course from Athens to Marathon, and now, after dozens of races, not to mention thriathlons and a slew of critically acclaimed books, he reflects upon the influence the sport has had on his life and on his writing.
Equal parts travelogue, training log and reminiscence, this revealing memoir covers his four-month preparation for the 2005 New York City Marathon and settings ranging from Tokyo's Jingu Gaien gardens, where he once shared a course with an Olympian, to the Charles River in Boston, among young women who outpace him. Through this marvellous lens of sport emerges a cornucopia of memories and insights: the eureka moment when he decided to become a writer, his greatest triumphs and disappointments, his passion for vintage LPs, and the experience, after fifty, of seeing his race times improve and then fall back.
By turns funny and sobering, playful and philosophical, What I Talk About When I Talk About Running is rich and revelatory, both for fans of this masterful writer and for the vast number of athletes who find similar satisfaction in distance running.
Is het verstandig om een boek over hardlopen te lezen als je jezelf tijdelijk moet beperken tot wandelen? Nee, want jaloezie en frustratie liggen op de loer. Gelukkig heeft Murakami totaal andere doelen dan ik als bescheiden hardloper heb. Hij beschrijft in dit boek zijn ervaringen als veelvuldig marathonloper. Ook beschrijft hij een ultramarathon en diverse triatlons. Zo hoog stel ik mijn doelen niet!
Laat ik beginnen met voorop te stellen dat het boek leest als een trein. Daarom had ik het na twee warme avonden in de tuin uit. De eerste helft van het boek, waarin Murakami vertelt over het begin van zijn bestaan als schrijver en hardloper, vond ik goed. In die eerste helft is bijvoorbeeld een artikel opgenomen dat Murakami al eerder schreef over hoe hij van Athene naar Marathon rent. Een indrukwekkend artikel, ook voor niet-hardlopers, omdat je je al lezend zelf ziet lopen langs een stoffige snelweg, omringd door dode dieren en mensen die je voor gek verklaren.
Het tweede gedeelte vond ik wat tegenvallen, omdat Murakami daarin vooral over zijn trainingen, de bijkomende pijnen en wedstrijden spreekt. Ik kreeg de indruk dat de schrijver zelf niet goed wist hoe hij een einde aan het boek moest breien.
Een opmerking die Murakami ergens in het begin van het boek plaatst (die ik maar niet terug kan vinden in mijn exemplaar) wil in jullie niet onthouden. Hij stelt daarin dat je als hardloper weet dat je tijdens een marathon pijn zult krijgen, maar de vraag is of je je jezelf toestaat om daar last van te hebben. Zo’n opmerking kun je natuurlijk ook op het leven zelf betrekken!
Ik vraag me wel af of het boek wel interessant is als je zelf niets met hardlopen hebt. Alhoewel een echte Murakami-fan zich misschien toen in het boek kan inleven omdat het over zijn of haar held gaat.
Haruki Murakami | Kafka on the Shore
Haruki Murakami op Wikipedia (Engels)
flickr
donderdag 6 augustus 2009
Владимир Маканин | Андеграунд, или герой нашего времени
Владимир Маканин - Андеграунд, или герой нашего времени. Москва, Вагриус, 1999г., 556 страниц.
(Vladimir Makanin - Underground, ili geroy nashego vremeni. Moskva, Vagrius, 1999, 556 pagina's).
Роман Владимира Маканина навзан рискованно и многообещающе. Даже звучание «имени» героя - Петрович - вызывает в памяти лермонтовского офицера, гениально угаданный тип, мимо которого не прошли и другие русские писатели, помещая своего героя то на обломовский диван, то в подполье, то «на дно».
Для героя романа Маканина подполье («общага», «психушка») - это тоже не только образ жизни, но и образ мыслей. Петрович - бездомный, безбытный, даже в условиях отсутствия цензуры не пытающийся напечататься писатель.
А «наше время»? Муравейник людей, водоворот событий: «новые русские» и «новые нищие», митинги, постсоветские кабинеты, криминал - панорама взбаламученной жизни, в которой герой с завидным упорством отстаивает свое «я».
Dit boek van Makanin is in het Nederlands verschenen onder de titel Underground of een held van onze tijd, vertaald door Arthur Langeveld. Over het algemeen wordt deze vertaling geprezen als een meesterwerk, dus ik zou een lans willen breken voor dit boek in de Nederlandse vertaling.
Zelf heb ik mij door het Russische origineel geworsteld. Worstelen inderdaad, door mijn voorgeschiedenis met het boek. Rond de eeuwwisseling was ik al eens in dit boek begonnen, maar toen was mijn Russisch absoluut ontoereikend om dit complexe verhaal te kunnen volgen. Het gevolg was dat ik het na zo’n 200 pagina’s heb opgegeven. Vorige maand werd ik bevangen door een moedige bui, en heb ik het boek opnieuw van de boekenplank gepakt.
Het was een geruststellende gedachte dat ik het Russisch nu veel beter kon volgen, ook al verwachtte ik voortdurend dat ik toch weer zou stranden. Gelukkig kon ik dit keer wel inzien hoe Makanin speelt met taal. Daar waar ik tegen problemen aanliep, werd mij verteld dat Makanin wel erg ongangbare woorden, met specifieke bijbetekenissen gebruikt, die voor een buitenlander moeilijk te begrijpen zijn. Dit is ongetwijfeld waarom de Nederlandse vertaling van Langeveld zo geprezen wordt.
De roman handelt over Petrovitsj, een schrijver die onder de communisten niet mocht publiceren en daardoor in de underground verzeild raakte. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie mist Petrovitsj opnieuw de aansluiting. Hij heeft dan al jaren niets meer geschreven. Hij houdt zich in leven door in een huurkazerne op de appartementen te passen van mensen die langere tijd ergens anders verblijven en het meeste van zijn moeizaam verdiende geld wordt omgezet in wodka.
Makanin beschrijft Petrovitsj ‘onderwereld’, waarin drank, geweld, seks, vernedering, bedrog en wantrouwen iedere dag bepalen. Het is beklemmend om episode na episode met al deze ellende te worden geconfronteerd. Daarbij ontbreken lange morele of anderszins filosofische oordelen van een alwetende verteller. Alles wordt beschreven vanuit het standpunt van Petrovitsj, die om zich heen kijkt en over het algemeen niet oordeelt.
En als Petrovitsj wel oordeelt, wordt het alleen maar erger. Als gevolg daarvan pleegt hij twee moorden. Na de tweede moord komt Petrovitsj in het psychiatrische ziekenhuis terecht waar zijn broer al meer dan twintig jaar wordt verpleegd. Om ervoor te zorgen dat Petrovitsj zijn misdaad bekent, wordt hij platgespoten. Het hoofdstuk waarin Makanin beschrijft hoe ook Petrovitsj uiteindelijk op het randje van een bekentenis balanceert, vond ik werkelijk meesterlijk geschreven.
Wil je iets kunnen begrijpen van het huidige Rusland, dan is het goed om terug te kijken naar de jaren direct na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, begin jaren 1990. Het beeld dat in deze roman van de Russische samenleving in die tijd wordt geschetst is niet fraai. Het leven is nog meer een strijd van ieder voor zich geworden, waarbij zij die dak- en werkloos zijn extra hard moeten vechten om te overleven. In die zin is deze roman een bijzonder tijdsdocument. Laat je niet afschrikken door de omvang van de roman en lees dit boek!
Владимир Маканин | Один и одна
Владимир Маканин | Испуг
Vladimir Makanin op Wikipedia
flickr
(Vladimir Makanin - Underground, ili geroy nashego vremeni. Moskva, Vagrius, 1999, 556 pagina's).
Роман Владимира Маканина навзан рискованно и многообещающе. Даже звучание «имени» героя - Петрович - вызывает в памяти лермонтовского офицера, гениально угаданный тип, мимо которого не прошли и другие русские писатели, помещая своего героя то на обломовский диван, то в подполье, то «на дно».
Для героя романа Маканина подполье («общага», «психушка») - это тоже не только образ жизни, но и образ мыслей. Петрович - бездомный, безбытный, даже в условиях отсутствия цензуры не пытающийся напечататься писатель.
А «наше время»? Муравейник людей, водоворот событий: «новые русские» и «новые нищие», митинги, постсоветские кабинеты, криминал - панорама взбаламученной жизни, в которой герой с завидным упорством отстаивает свое «я».
Dit boek van Makanin is in het Nederlands verschenen onder de titel Underground of een held van onze tijd, vertaald door Arthur Langeveld. Over het algemeen wordt deze vertaling geprezen als een meesterwerk, dus ik zou een lans willen breken voor dit boek in de Nederlandse vertaling.
Zelf heb ik mij door het Russische origineel geworsteld. Worstelen inderdaad, door mijn voorgeschiedenis met het boek. Rond de eeuwwisseling was ik al eens in dit boek begonnen, maar toen was mijn Russisch absoluut ontoereikend om dit complexe verhaal te kunnen volgen. Het gevolg was dat ik het na zo’n 200 pagina’s heb opgegeven. Vorige maand werd ik bevangen door een moedige bui, en heb ik het boek opnieuw van de boekenplank gepakt.
Het was een geruststellende gedachte dat ik het Russisch nu veel beter kon volgen, ook al verwachtte ik voortdurend dat ik toch weer zou stranden. Gelukkig kon ik dit keer wel inzien hoe Makanin speelt met taal. Daar waar ik tegen problemen aanliep, werd mij verteld dat Makanin wel erg ongangbare woorden, met specifieke bijbetekenissen gebruikt, die voor een buitenlander moeilijk te begrijpen zijn. Dit is ongetwijfeld waarom de Nederlandse vertaling van Langeveld zo geprezen wordt.
De roman handelt over Petrovitsj, een schrijver die onder de communisten niet mocht publiceren en daardoor in de underground verzeild raakte. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie mist Petrovitsj opnieuw de aansluiting. Hij heeft dan al jaren niets meer geschreven. Hij houdt zich in leven door in een huurkazerne op de appartementen te passen van mensen die langere tijd ergens anders verblijven en het meeste van zijn moeizaam verdiende geld wordt omgezet in wodka.
Makanin beschrijft Petrovitsj ‘onderwereld’, waarin drank, geweld, seks, vernedering, bedrog en wantrouwen iedere dag bepalen. Het is beklemmend om episode na episode met al deze ellende te worden geconfronteerd. Daarbij ontbreken lange morele of anderszins filosofische oordelen van een alwetende verteller. Alles wordt beschreven vanuit het standpunt van Petrovitsj, die om zich heen kijkt en over het algemeen niet oordeelt.
En als Petrovitsj wel oordeelt, wordt het alleen maar erger. Als gevolg daarvan pleegt hij twee moorden. Na de tweede moord komt Petrovitsj in het psychiatrische ziekenhuis terecht waar zijn broer al meer dan twintig jaar wordt verpleegd. Om ervoor te zorgen dat Petrovitsj zijn misdaad bekent, wordt hij platgespoten. Het hoofdstuk waarin Makanin beschrijft hoe ook Petrovitsj uiteindelijk op het randje van een bekentenis balanceert, vond ik werkelijk meesterlijk geschreven.
Wil je iets kunnen begrijpen van het huidige Rusland, dan is het goed om terug te kijken naar de jaren direct na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, begin jaren 1990. Het beeld dat in deze roman van de Russische samenleving in die tijd wordt geschetst is niet fraai. Het leven is nog meer een strijd van ieder voor zich geworden, waarbij zij die dak- en werkloos zijn extra hard moeten vechten om te overleven. In die zin is deze roman een bijzonder tijdsdocument. Laat je niet afschrikken door de omvang van de roman en lees dit boek!
Владимир Маканин | Один и одна
Владимир Маканин | Испуг
Vladimir Makanin op Wikipedia
flickr
donderdag 16 juli 2009
Владимир Козлов | Плацкарт
Владимир Козлов - Плацкарт. Москва, Вагриус, 2006, 256 страниц.
(Vladimir Kozlov - Platskart. Moskva, Vagrius, 2006, 256 bladzijden)
В новом романе Владимира Козлова, автора книг Гопники и Школа, герой, тридцатилетний неудавшийся рок-музыкант, оставляет провинциальный город и переезжает в Москву в надежде как-то изменить свою жизнь. Но очень скоро он начинает ощущать себя чужим и столице...
Dit is de vierde roman die ik van de van oorsprong Wit-Russische schrijver Kozlov heb gelezen (de eerste twee las ik voordat ik met dit blog begon). In al zijn romans beschrijft Kozlov "de tijdsgeest" van een bepaalde periode. In deze roman richt hij zich op zijn eigen – en mijn – generatie van het begin van de jaren 1970. Deze generatie was net volwassen toen de Sovjet-Unie uiteenviel en wordt net als oudere generaties gezien als een verloren generatie, omdat men niet zou kunnen aanpassen aan de nieuwe tijd. Het gevolg is een diepe desinteresse in de Russische maatschappij en politiek. Politieke overtuiging, religie of filosofie bepalen niet langer de levensovertuiging van deze generatie. In Moskou geeft deze generatie zich over aan schaamteloos consumeren gecombineerd met apathie, in de provincie door de slechtere omstandigheden vooral aan apathie. En de drank vloeit rijkelijk natuurlijk.
Deze tendens, die in het Russisch пофигизм wordt genoemd (pofigizm, gebaseerd op de uitdrukking voor "lak hebben aan"), interesseert me omdat ik van diezelfde generatie ben. Tijdens het lezen vroeg ik me af, wat er van mij zou zijn geworden als ik in de Sovjet-Unie was opgegroeid en ik rond mijn achttiende was geconfronteerd met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het feit dat de kennis die op school aan mij was overgedragen zo ongeveer volledig op leugens was gebaseerd.
Hoe beschrijft Kozlov dit fenomeen? Door een hoofdpersoon te kiezen, die nauwelijks handelt. Hij heeft al jaren dezelfde baan en dezelfde vriendin, maar carrière maken trekt hem niet, en met trouwen en kinderen krijgen heeft hij ook geen haast. Hij speelde vroeger in een rockband, maar de gitaar hangt al jaren aan de wilgen. Ook zijn verhuizing naar Moskou verandert daar niets aan. Het heeft alleen tot gevolg dat hij meer tijd in het openbaar vervoer doorbrengt en dat zijn vriendin voor een ander kiest.
Kozlov beschrijft geen handelingen, maar dialogen en verwijst daarbij regelmatig naar muziek en reclame-uitingen. Die brengen de teleurstelling in het leven en de geest van de tijd tot uitdrukking. Bij de dialogen gaat het niet alleen om wat de personages zeggen, maar vooral om hoe zij het zeggen. De gesprekken zijn doorspekt met schuttingtaal en andere krachttermen.
Dit boek biedt slavisten een goede kans om juist die taal te bestuderen die je niet op school of in de collegebanken leert, alhoewel de uitgeverij er bij deze roman alles aan gedaan heeft om het "te kuisen", aldus de auteur op zijn website. Zonder zijn toestemming te vragen is een groot aantal van woorden met drie puntjes weergegeven. Ook is er een scene verwijderd uit het manuscript waarin de hoofdpersoon en een vriend bespreken hoe zij lak hebben aan de politiek en Poetin hebben. Ik was geschokt over deze vorm van zelfopgelegde censuur!
Владимир Козлов | Гопники
Vladimir Kozlov (Russisch en Engels)
flickr
(Vladimir Kozlov - Platskart. Moskva, Vagrius, 2006, 256 bladzijden)
В новом романе Владимира Козлова, автора книг Гопники и Школа, герой, тридцатилетний неудавшийся рок-музыкант, оставляет провинциальный город и переезжает в Москву в надежде как-то изменить свою жизнь. Но очень скоро он начинает ощущать себя чужим и столице...
Dit is de vierde roman die ik van de van oorsprong Wit-Russische schrijver Kozlov heb gelezen (de eerste twee las ik voordat ik met dit blog begon). In al zijn romans beschrijft Kozlov "de tijdsgeest" van een bepaalde periode. In deze roman richt hij zich op zijn eigen – en mijn – generatie van het begin van de jaren 1970. Deze generatie was net volwassen toen de Sovjet-Unie uiteenviel en wordt net als oudere generaties gezien als een verloren generatie, omdat men niet zou kunnen aanpassen aan de nieuwe tijd. Het gevolg is een diepe desinteresse in de Russische maatschappij en politiek. Politieke overtuiging, religie of filosofie bepalen niet langer de levensovertuiging van deze generatie. In Moskou geeft deze generatie zich over aan schaamteloos consumeren gecombineerd met apathie, in de provincie door de slechtere omstandigheden vooral aan apathie. En de drank vloeit rijkelijk natuurlijk.
Deze tendens, die in het Russisch пофигизм wordt genoemd (pofigizm, gebaseerd op de uitdrukking voor "lak hebben aan"), interesseert me omdat ik van diezelfde generatie ben. Tijdens het lezen vroeg ik me af, wat er van mij zou zijn geworden als ik in de Sovjet-Unie was opgegroeid en ik rond mijn achttiende was geconfronteerd met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het feit dat de kennis die op school aan mij was overgedragen zo ongeveer volledig op leugens was gebaseerd.
Hoe beschrijft Kozlov dit fenomeen? Door een hoofdpersoon te kiezen, die nauwelijks handelt. Hij heeft al jaren dezelfde baan en dezelfde vriendin, maar carrière maken trekt hem niet, en met trouwen en kinderen krijgen heeft hij ook geen haast. Hij speelde vroeger in een rockband, maar de gitaar hangt al jaren aan de wilgen. Ook zijn verhuizing naar Moskou verandert daar niets aan. Het heeft alleen tot gevolg dat hij meer tijd in het openbaar vervoer doorbrengt en dat zijn vriendin voor een ander kiest.
Kozlov beschrijft geen handelingen, maar dialogen en verwijst daarbij regelmatig naar muziek en reclame-uitingen. Die brengen de teleurstelling in het leven en de geest van de tijd tot uitdrukking. Bij de dialogen gaat het niet alleen om wat de personages zeggen, maar vooral om hoe zij het zeggen. De gesprekken zijn doorspekt met schuttingtaal en andere krachttermen.
Dit boek biedt slavisten een goede kans om juist die taal te bestuderen die je niet op school of in de collegebanken leert, alhoewel de uitgeverij er bij deze roman alles aan gedaan heeft om het "te kuisen", aldus de auteur op zijn website. Zonder zijn toestemming te vragen is een groot aantal van woorden met drie puntjes weergegeven. Ook is er een scene verwijderd uit het manuscript waarin de hoofdpersoon en een vriend bespreken hoe zij lak hebben aan de politiek en Poetin hebben. Ik was geschokt over deze vorm van zelfopgelegde censuur!
Владимир Козлов | Гопники
Vladimir Kozlov (Russisch en Engels)
flickr
Labels:
15-07-2009,
16-07-2009,
fictie,
Platskart,
roman,
Russisch,
Vladimir Kozlov,
Wit-Rusland,
Владимир Козлов,
Плацкарт
woensdag 15 juli 2009
Lara Vapnyar | Memoirs of a Muse
Lara Vapnyar - Memoirs of a Muse. New York, Vintage International, 2006, 212 pagina's. 2006 (1).
Tanya is a typical teenager living with her bookish professor mother in a cramped Soviet apartment. She is obsessed with Dostoevsky, and noticing that he always portrays his mistress and muse in his novels–never his wife–she determines to become a companion to a great writer. Her opportunity comes when, as a college graduate newly emigrated to America, she attends a Manhattan bookstore reading by Mark Schneider, a Significant New York Novelist. Tanya quickly moves in with Mark, ready to dazzle in bed, to serve and inspire... if only he would spend a little more time writing. But as she struggles to better understand her role as Muse, Tanya also learns more than she expected about the destiny she has imagined for herself.
A touching and very funny novel in the great tradition of Russian realism Memoirs of a Muse is also a lively meditation on the mysteries and absurdities of artistic inspiration.
Na Er zitten joden in mijn huis is dit het tweede boek dat ik van deze schrijfster las. Dit is een roman waarin we Tanya, een in Moskou geboren meisje dat geobsedeerd is door de schrijver Dostojevskij en de vrouwen in zijn leven, volgen als zij van Rusland naar Amerika emigreert. Ze komt naar Amerika om haar variant van de Amerikaanse droom te verwezenlijken: kennismaken met een schrijver en zijn muze worden.
Vapnyar behandelt in deze roman globaal gesproken drie thema’s: de verhoudingen binnen Tanya’s familie, in Rusland en in Amerika, de relatie tussen Tanya en haar Amerikaanse man van haar dromen Mark en Tanya’s vreemd aandoende opvattingen over het leven, die worden bepaald door haar obsessie voor Dostojevskij en het idee dat zij de muze van een moderne schrijver wil worden.
Deze thema’s worden met humor beschreven, maar deze humor heeft wel een treurige ondertoon. Je realiseert je als lezer direct al dat het dagelijkse leven in Amerika anders zal blijken te zijn, dat het leven er hard is, dat de cultuurverschillen voor problemen zullen zorgen en dat droomman Mark toch anders in elkaar zit dan Tanya, gewapend met haar roze zonnebril, denkt. Het einde, waarin in een paar bladzijdes uit de doeken wordt gedaan hoe het Tanya verder vergaat, vond ik wat tegenvallen. Desalniettemin is dit een heel leesbaar, aangenaam boek, dat ook voor lezers die weinig met Rusland hebben interessant is.
Lara Vapnyar | Broccoli and Other Tales of Food and Love
Lara Vapnyar | Er zitten joden in mijn huis
Lara Vapnyar op Wikipedia (Engels)
flickr
Tanya is a typical teenager living with her bookish professor mother in a cramped Soviet apartment. She is obsessed with Dostoevsky, and noticing that he always portrays his mistress and muse in his novels–never his wife–she determines to become a companion to a great writer. Her opportunity comes when, as a college graduate newly emigrated to America, she attends a Manhattan bookstore reading by Mark Schneider, a Significant New York Novelist. Tanya quickly moves in with Mark, ready to dazzle in bed, to serve and inspire... if only he would spend a little more time writing. But as she struggles to better understand her role as Muse, Tanya also learns more than she expected about the destiny she has imagined for herself.
A touching and very funny novel in the great tradition of Russian realism Memoirs of a Muse is also a lively meditation on the mysteries and absurdities of artistic inspiration.
Na Er zitten joden in mijn huis is dit het tweede boek dat ik van deze schrijfster las. Dit is een roman waarin we Tanya, een in Moskou geboren meisje dat geobsedeerd is door de schrijver Dostojevskij en de vrouwen in zijn leven, volgen als zij van Rusland naar Amerika emigreert. Ze komt naar Amerika om haar variant van de Amerikaanse droom te verwezenlijken: kennismaken met een schrijver en zijn muze worden.
Vapnyar behandelt in deze roman globaal gesproken drie thema’s: de verhoudingen binnen Tanya’s familie, in Rusland en in Amerika, de relatie tussen Tanya en haar Amerikaanse man van haar dromen Mark en Tanya’s vreemd aandoende opvattingen over het leven, die worden bepaald door haar obsessie voor Dostojevskij en het idee dat zij de muze van een moderne schrijver wil worden.
Deze thema’s worden met humor beschreven, maar deze humor heeft wel een treurige ondertoon. Je realiseert je als lezer direct al dat het dagelijkse leven in Amerika anders zal blijken te zijn, dat het leven er hard is, dat de cultuurverschillen voor problemen zullen zorgen en dat droomman Mark toch anders in elkaar zit dan Tanya, gewapend met haar roze zonnebril, denkt. Het einde, waarin in een paar bladzijdes uit de doeken wordt gedaan hoe het Tanya verder vergaat, vond ik wat tegenvallen. Desalniettemin is dit een heel leesbaar, aangenaam boek, dat ook voor lezers die weinig met Rusland hebben interessant is.
Lara Vapnyar | Broccoli and Other Tales of Food and Love
Lara Vapnyar | Er zitten joden in mijn huis
Lara Vapnyar op Wikipedia (Engels)
flickr
zondag 12 juli 2009
Katja Lange-Müller | Die Letzten
Katja Lange-Müller - Die Letzten Aufzeichnungen aus Udo Posbischs Druckerei. Köln, Kiepenheuer & Witsch, 2000 (3), 135 pagina's. 2000 (1).
Eine Frau und drei Männer am Rande der Gesellschaft, tickende Zeitbomben in Menschengestalt, bilden die Belegschaft von Udo Posbischs privater Druckerei im Ostberlin der 70er Jahre. Der erste Roman der Berliner Schriftstellerin Katja Lange-Müller ist ein Meisterwerk des lakonischen Humors und der sprachlichen Präzision.
Dit is een bijzonder boekje. In vier delen (of eerder hoofdstukken) worden de vier medewerkers van een drukkerij in Oost-Berlijn in de jaren 1970 beschreven. Het vierde deel staat los van de eerste drie. In de eerste plaats omdat het in een niet nader genoemd heden speelt, maar ook doordat het in briefvorm is geschreven en doordat er een gedeeltelijke uitleg van de sluiting van de drukkerij wordt gegeven.
De vier personages hebben één ding gemeen: zij zijn allen om verschillende redenen mislukt in het leven. Die redenen worden per personage in ieder deel besproken. Des te ironischer is het dat zij een uitstervend beroep, het zetten van tekst met loden letters, uitoefenen, waardoor zij na de sluiting van deze drukkerij eigenlijk overbodig zijn geworden op de arbeidsmarkt.
Lange-Müller gebruikt de taal op een heel precieze, haast poëtische manier om een wereld te beschrijven waarvan je weet dat deze bestaan heeft, maar waarvan je tegelijkertijd het gevoel krijgt dat het surrealistisch bedoeld zou kunnen zijn. De bijzondere eigenschappen van de hoofdpersonages, de vreemde voorvallen en het zo afwijkende vierde deel, dat me eerst nogal vreemd voorkwam, versterken dat gevoel.
Interessant vond ik het idee om verborgen boodschappen in een tekst te verstoppen door de tekst zo te zetten dat de spaties tussen woorden een letter vormen. Ik had de neiging om dit boekje zelf op verborgen boodschappen te onderzoeken.
Uit verschillende reacties op internet begrijp ik dat er wisselend is gereageerd op deze kleine roman. Ik ben niet onverdeeld enthousiast – het vierde deel kwam op mij over als een soort noodgreep om het verhaal rond te breien –, maar het heeft me in ieder geval wel nieuwsgierig gemaakt naar ander werk van deze schrijfster.
Katja Lange-Müller | Böse Schafe
Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)
flickr
Eine Frau und drei Männer am Rande der Gesellschaft, tickende Zeitbomben in Menschengestalt, bilden die Belegschaft von Udo Posbischs privater Druckerei im Ostberlin der 70er Jahre. Der erste Roman der Berliner Schriftstellerin Katja Lange-Müller ist ein Meisterwerk des lakonischen Humors und der sprachlichen Präzision.
Dit is een bijzonder boekje. In vier delen (of eerder hoofdstukken) worden de vier medewerkers van een drukkerij in Oost-Berlijn in de jaren 1970 beschreven. Het vierde deel staat los van de eerste drie. In de eerste plaats omdat het in een niet nader genoemd heden speelt, maar ook doordat het in briefvorm is geschreven en doordat er een gedeeltelijke uitleg van de sluiting van de drukkerij wordt gegeven.
De vier personages hebben één ding gemeen: zij zijn allen om verschillende redenen mislukt in het leven. Die redenen worden per personage in ieder deel besproken. Des te ironischer is het dat zij een uitstervend beroep, het zetten van tekst met loden letters, uitoefenen, waardoor zij na de sluiting van deze drukkerij eigenlijk overbodig zijn geworden op de arbeidsmarkt.
Lange-Müller gebruikt de taal op een heel precieze, haast poëtische manier om een wereld te beschrijven waarvan je weet dat deze bestaan heeft, maar waarvan je tegelijkertijd het gevoel krijgt dat het surrealistisch bedoeld zou kunnen zijn. De bijzondere eigenschappen van de hoofdpersonages, de vreemde voorvallen en het zo afwijkende vierde deel, dat me eerst nogal vreemd voorkwam, versterken dat gevoel.
Interessant vond ik het idee om verborgen boodschappen in een tekst te verstoppen door de tekst zo te zetten dat de spaties tussen woorden een letter vormen. Ik had de neiging om dit boekje zelf op verborgen boodschappen te onderzoeken.
Uit verschillende reacties op internet begrijp ik dat er wisselend is gereageerd op deze kleine roman. Ik ben niet onverdeeld enthousiast – het vierde deel kwam op mij over als een soort noodgreep om het verhaal rond te breien –, maar het heeft me in ieder geval wel nieuwsgierig gemaakt naar ander werk van deze schrijfster.
Katja Lange-Müller | Böse Schafe
Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)
flickr
Labels:
12-07-2009,
Die Letzten,
Duits,
Duitsland,
fictie,
Katja Lange-Müller,
roman
zaterdag 11 juli 2009
Arndaldur Indriðason | Onderkoeld
Arnaldur Indriðason - Onderkoeld. Amsterdam/Antwerpen, Q, 2009 (1, Nederland). Oorspronkelijke IJslandse titel Harðskafi, vertaald door Marcel Otten, 233 pagina's. 2007 (1, IJsland).
In Þingvellir, waar in een ver verleden de Vikingen hun eerste parlement hielden, wordt een vrouw dood aangetroffen in haar zomerhuis. Alles wijst erop dat ze zelf een einde aan haar leven heeft gemaakt. Als inspecteur Erlendur een opname in handen krijgt van een geheimzinnige seance waarbij deze vrouw kort voor haar overlijden aanwezig was, besluit hij uit te zoeken waarom ze zelfmoord pleegde.
Onderkoeld is een rasechte Indriðason met Erlendur in de hoofdrol. De inspecteur wordt tijdens zijn zoektocht steeds opnieuw herinnerd aan de verdwijning van zijn eigen broer - en gaat de confrontatie met het verleden eindelijk aan.
Deze thriller bestaat uit drie verhaallijnen. De eerste is de zelfmoord van María, die weliswaar niet leidt tot een officieel onderzoek, maar wel door Erlendur, een regelmatig terugkerend personage van Indriðason, wordt onderzocht omdat het voorval hem maar niet loslaat.
Dan zijn er de verdwijningen van Dúna en Davíđ, die al meer dan dertig jaar niet opgelost zijn, waar Erlendur zich nog eens in vastbijt. Omdat de vader van Davíđ op sterven ligt, doet Erlendur nog een poging om tot een doorbraak te komen.
De derde verhaallijn is een persoonlijke, waarin dochter Eva Lind Erlendur dwingt eindelijk een gesprek aan te gaan met haar moeder, zijn ex-vrouw en waarin de lezer eindelijk ervaart onder welke omstandigheden Erlendurs broertje verdween. Over dat laatste is al veel gesproken in eerdere thrillers waarin Erlendur de hoofdrol had, maar wat er nu gebeurd is, was nog niet duidelijk.
Erlendur wordt gedwongen terug te kijken naar zijn eigen leven, naar gebeurtenissen waarop hij geen invloed heeft gehad zoals de verdwijning van zijn broertje, waardoor jaren later zijn doen en laten nog steeds wordt bepaald, maar ook naar zaken waarop hij wel invloed heeft gehad, zoals het verlaten van zijn gezin en het niet leggen van contact met zijn kinderen.
Zoals altijd bij een goede detective van Indriđason blijkt gedurende het verhaal hoe ingenieus het verhaal uitgedacht en geconstrueerd is. Deze detective heeft echter iets extra’s, namelijk de persoonlijke ontwikkeling die hoofdpersonage Erlendur in deze roman doormaakt. Ben je op zoek naar een thriller om je zomervakantie door te komen, dan is dit boek een goede aankoop!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
In Þingvellir, waar in een ver verleden de Vikingen hun eerste parlement hielden, wordt een vrouw dood aangetroffen in haar zomerhuis. Alles wijst erop dat ze zelf een einde aan haar leven heeft gemaakt. Als inspecteur Erlendur een opname in handen krijgt van een geheimzinnige seance waarbij deze vrouw kort voor haar overlijden aanwezig was, besluit hij uit te zoeken waarom ze zelfmoord pleegde.
Onderkoeld is een rasechte Indriðason met Erlendur in de hoofdrol. De inspecteur wordt tijdens zijn zoektocht steeds opnieuw herinnerd aan de verdwijning van zijn eigen broer - en gaat de confrontatie met het verleden eindelijk aan.
Deze thriller bestaat uit drie verhaallijnen. De eerste is de zelfmoord van María, die weliswaar niet leidt tot een officieel onderzoek, maar wel door Erlendur, een regelmatig terugkerend personage van Indriðason, wordt onderzocht omdat het voorval hem maar niet loslaat.
Dan zijn er de verdwijningen van Dúna en Davíđ, die al meer dan dertig jaar niet opgelost zijn, waar Erlendur zich nog eens in vastbijt. Omdat de vader van Davíđ op sterven ligt, doet Erlendur nog een poging om tot een doorbraak te komen.
De derde verhaallijn is een persoonlijke, waarin dochter Eva Lind Erlendur dwingt eindelijk een gesprek aan te gaan met haar moeder, zijn ex-vrouw en waarin de lezer eindelijk ervaart onder welke omstandigheden Erlendurs broertje verdween. Over dat laatste is al veel gesproken in eerdere thrillers waarin Erlendur de hoofdrol had, maar wat er nu gebeurd is, was nog niet duidelijk.
Erlendur wordt gedwongen terug te kijken naar zijn eigen leven, naar gebeurtenissen waarop hij geen invloed heeft gehad zoals de verdwijning van zijn broertje, waardoor jaren later zijn doen en laten nog steeds wordt bepaald, maar ook naar zaken waarop hij wel invloed heeft gehad, zoals het verlaten van zijn gezin en het niet leggen van contact met zijn kinderen.
Zoals altijd bij een goede detective van Indriđason blijkt gedurende het verhaal hoe ingenieus het verhaal uitgedacht en geconstrueerd is. Deze detective heeft echter iets extra’s, namelijk de persoonlijke ontwikkeling die hoofdpersonage Erlendur in deze roman doormaakt. Ben je op zoek naar een thriller om je zomervakantie door te komen, dan is dit boek een goede aankoop!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
Labels:
07-07-2009,
11-07-2009,
Arnaldur Indriðason,
fictie,
Harðskafi,
IJsland,
Marcel Otten,
Nederlands,
Onderkoeld,
thriller
Abonneren op:
Posts (Atom)