Posts tonen met het label Duits. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Duits. Alle posts tonen

zondag 23 maart 2014

Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend

Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend. München, Albrecht Knaus Verlag, 2012, 283 pagina's.

Wie lang wird das Leben des Kindes sein, das gerade geboren wird? Wer sind wir, wenn uns die Stunde schlägt? Wer wird um uns trauern? Jenny Erpenbeck nimmt uns mit auf ihrer Reise durch die vielen Leben, die in einem Leben enthalten sein können. Sie wirft einen scharfen Blick auf die Verzweigungen, an denen sich Grundlegendes entscheidet. Die Hauptfigur ihres Romans stirbt als Kind. Oder doch nicht? Stirbt als Liebende. Oder doch nicht? Stirbt als Verratene. Als Hochgeehrte. Als von allen Vergessene. Oder doch nicht? Lebendig erzählt Erpenbeck, wie sich, was wir "Schicksal" nennen, als ein unfassbares Zusammenspiel von Kultur- und Zeitgeschichte, von familiären und persönlichen Verstrickungen erweist. Der Zufall aber sitzt bei alldem "in seiner eisernen Stube und rechnet".


Aller Tage Abend is het tweede boek dat ik van Erpenbeck las. Het eerste was Tand, een zeer gevarieerde verhalenbundel. Aller Tage Abend is een roman, maar door de structuur van het boek doet het toch ook wel weer aan een verhalenbundel denken. Waarom?

Het hoofdpersonage van deze roman is een meisje dat geboren wordt in de stad Lvov, nu Oekraïne, toen nog onderdeel van het Habsburgse rijk. Erpenbeck beschrijft het leven van dit meisje binnen de kaders van de wereldgeschiedenis in Midden- en Oost-Europa, bijvoorbeeld het antisemitisme in Lvov voor de Eerste Wereldoorlog, de honger in Wenen tijdens en direct na de Eerste Wereldoorlog en de angst om gearresteerd te worden in het communistische Moskou in 1937. Erpenbeck schetst het leven van het hoofdpersonage tegen de achtergrond van die turbulente geschiedenis, en het leven van dat hoofdpersonage wordt onontkoombaar beïnvloed door die geschiedenis.

Er zijn heel veel historische romans. Wat maakt deze roman dan zo bijzonder? Dat is deze roman door een aantal zaken. In de eerste plaats doordat we hier vrijwel tot het einde van de roman te maken hebben met een naamloos hoofdpersonage. Ook de overige personages die in de verschillende delen voorkomen blijven naamloos. Dat werkt nogal vervreemdend, maar op een prettige manier. Je kunt je voorstellen dat iedereen dit lot beschoren kan zijn. Betekenisvol is ook, dat het hoofdpersonage pas een volledige naam krijgt, en dan alleen nog een achternaam, als zij op het einde van haar leven in een bejaardentehuis woont, en ze helemaal geen baas meer is over haar eigen leven.

Aller Tage Abend is een strikt lineair verteld verhaal. Dat klinkt saai, maar dat is het niet. Erpenbeck beschrijft in ieder deel een bepaald gedeelte van het leven van het hoofdpersonage. Dat deel eindigt met een (dreigende) dood van het hoofdpersonage. In het intermezzo na dat zojuist gelezen deel blijkt vervolgens dat het hoofdpersonage niet overleden is, en dat haar leven juist een heel andere wending heeft genomen, waardoor ze tóch in leven is gebleven. Dat is dan te danken aan toevallige keuzes of kennis van anderen, aan een onverklaarbare speling van het lot. Hoe je het ook wilt noemen, het zijn altijd zaken waarop het meisje en later de vrouw geen enkele invloed hebben gehad. Zo beschrijft Erpenbeck in de vorm van één personage meerdere levens, opgehangen aan de geschiedenis van Midden- en Oost-Europa in de twintigste eeuw en toont ze aan dat het leven slechts bestaat uit toevallige keuzes en gebeurtenissen. En daarom doet deze roman mij ook aan verhalenbundel denken.

Ik kan er niet over uit dat ik zoveel plezier heb kunnen beleven aan een roman die bedoeld is om vervreemding te wekken en twijfel te zaaien. Lees je geen Duits, dan zoek je de roman Een handvol sneeuw in de bibliotheek of boekhandel. Doen!

Jenny Erpenbeck op Wikipedia (Duits)

Jenny Erpenbeck | Tand

flickr

vrijdag 18 januari 2013

Olga Grjasnowa | Der Russe ist einer, der Birken liebt

Olga Grjasnowa - Der Russe ist einer, der Birken liebt. München, Carl Hanser Verlag, 2012 (2), 284 pagina's. 2012 (1).

Mascha ist jung und eigenwillig, sie ist Aserbaidschanerin, Jüdin, und wenn nötig auch Türkin und Französin. Als Immigrantin musste sie in Deutschland früh die Erfahrung der Sprachlosigkeit machen. Nun spricht sie fünf Sprachen fließend und ein paar weitere so "wie die Ballermann-Touristen Deutsch". Sie plant gerade ihre Karriere bei der UNO, als ihr Freund Elias schwer krank wird. Verzweifelt flieht sie nach Israel und wird schließlich von ihrer eigenen Vergangenheit eingeholt. Mit perfekter Ausgewogenheit von Tragik und Komik und mit einem bemerkenswerten Sinn für das Wesentliche erzählt Olga Grjasnowa die Geschichte einer Generation, die keine Grenzen kennt, aber auch keine Heimat hat.


Deze roman kocht ik vorig jaar tijdens een verblijf op Borkum, omdat de omschrijving op de omslag me aansprak. De verkoopster van de eilandboekhandel was helemaal verrukt dat ik het kocht, want dit was een waar meesterwerkje. Ze begon spontaan op te noemen waarom het zo goed dat zo'n jonge schrijfster zo'n boek had kunnen schrijven. Zoveel prijzen maakt je haast bang om te beginnen in een boek, maar de verkoopster had volkomen gelijk. Dit is een héél goed, ontroerend boek!

Olga Grjasnowa op Wikipedia (Duits)

flickr

donderdag 5 april 2012

Herta Müller | Atemschaukel

Herta Müller | Atemschaukel. Frankfurt am Main, Fischer Taschenbuch Verlag, Juli 2011, 300 pagina's. 2009 (1).

Rumänien, Januar 1945. "Es war 3 Uhr in der Nacht, als die Patrouille mich holte. Die Kälte zog an, es waren - 15o C." So beginnt der erschütternde Bericht eines jungen Mannes, der in ein russisches Straflager verschleppt wird - so wie 60000 andere Rumäniendeutsche, von deren Schicksal Herta Müller in diesem ungeheuren Buch erzählt. In Gesprächen mit dem verstorbenen Dichter Oskar Pastior und anderen Überlebenden der Lager hat sie den Stoff gesammelt - und zu überwältigender Literatur geformt.


Atemschaukel heet in de Nederlandse vertaling Ademschommel. Een bijzondere titel, die symbool staat voor de hele roman. De roman beschrijft het van Leo Auberg, een Roemeen van Duitse afkomst. Hij wordt als jongen van zeventien aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, zoals zo velen met hem, door de Sovjet-Russen op transport gesteld, naar de Sovjet-Unie. Zij moeten een deel van de schuld van het Roemeense vaderland, dat de kant van Nazi-Duitsland had gekozen, tegenover de Sovjet-Unie afbetalen door als dwangarbeider te werken. Hij zal er uiteindelijk vijf lange, hongerige jaren in een kamp doorbrengen.

Het bijzondere van Atemschaukel is in de eerste plaats dat Müller al die anonieme slachtoffers van de Sovjetoverheersing in Oost-Europa een stem geeft. Op basis van de ervaringen van de Duits-Roemeense dichter Oskar Pastior en anderen heeft zij een op feiten gebaseerde fictieve roman geschreven. De harde feiten zijn bekend, maar als je al die hartverscheurende verhalen zo samengebald ziet in het lijden van één personage, komen die feiten wel heel overweldigend op je af.

Dat de roman vooral gebaseerd is op de verhalen van de dichter Pastior zal verklaren waarom er in het boek zo'n nadruk ligt op taal. In de eerste plaats is er de confrontatie met de voor Leo onbegrijpelijke Russische taal. Uiteindelijk begrijpt hij de belangrijkste commando's, maar hij geeft die termen regelmatig weer in een verbasterde vorm, soms nauwelijks nog herkenbaar als Russisch woord.

Daarnaast benoemt Leo alles om zich heen - de honger, zijn werk, de andere kampbewoners met hun eigenaardigheden - met eigen, haast poëtische woorden. Die woorden houdt hij nadrukkelijk voor zichzelf. Deze woorden geven hem houvast, samen met de bezwerende woorden van zijn oma, die hem vlak voor zijn deportatie vertelde dat zij er zeker van was dat hij terug zou keren.

Atemschaukel beklemt, grijpt je bij de strot, blijft bij je, lang nadat je het boek uit hebt, zet aan tot nadenken over het kwaad dat mensen elkaar aandoen. Het is een boek dat gelezen moet worden.

Herta Müller | Niederungen
Herta Müller | Heute wär ich mir lieber niet begegnet

Herta Müller op Wikipedia

flickr

zaterdag 11 juni 2011

Ingo Schulze | Adam und Evelyn

Ingo Schulze – Adam und Evelyn. Berlin, Berlin Verlag, 2008 (5), 314 pagina's.

Spätsommer 1989, Ferien am Balaton - plötzlich öffnet Ungarn die Grenze, und der verbotene Westen mit all seinen Verlockungen ist zum Greifen nah. In dieser Situation entdekt Ingo Schulze den Mythos von Adam und Eva. Entstanden ist eine große Tragikomödie über Verbot und Erkenntnis und die Suche nach dem wahren Paradies.


De bovenstaande flaptekst beschrijft Adam und Evelyn als een tragikomedie. Dat is, vind ik, een juiste beschrijving van het genre van deze roman over deze twee Oost-Duitsers. Zij, Evelyn, betrapt hem, Adam, op overspel. Adam is kleermaker en wordt door zijn dankbare vrouwelijke klanten vaak ook nog in natura beloond.

Ondertussen is het de zomer van 1989. Al voor de ontdekking van Adams overspel stond het stel voor de vraag of ze eind augustus, begin september voor een vakantie naar het Balatonmeer in Hongarije zouden afreizen. Omdat er in die periode volop werd gespeculeerd over het openen van de grenzen door de Hongaarse autoriteiten gaat het hier om meer dan een simpele vakantie, maar om de vraag of Adam en Evelyn een poging moeten wagen om naar het westen te vluchten.

Nadat Evelyn Adam betrapt heeft, reist zij met een West-Duitse vriend en een Oost-Duitse vriendin naar het Balatonmeer. Adam reist haar achterna. Hij wil hoe dan ook proberen Evelyn terug te winnen. Uiteindelijk reizen ze samen via de inmiddels geopende Hongaars-Oostenrijkse naar het westen – eerst naar Oostenrijk, later naar Beieren.

In Oostenrijk en Beieren wordt ook duidelijk waarom de hoofdpersonen Adam en Evelyn heten en vind je een aanwijzing hoe je de vlucht van het oosten naar het westen zou kunnen zien. In een Oostenrijks hotel vindt Adam een bijbel in een nachtkastje. Voor het eerst leest hij het scheppingsverhaal en hoe Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven. Voor Adam houdt zijn vlucht naar het westen in dat hij uit het paradijs wordt verdreven. In West-Duitsland zit niet niemand te wachten op een man die kleding-op-maat maakt. Hij verliest daar al zijn zin tot ondernemen. Voor Evelyn houdt de vlucht juist geen verdrijving uit het paradijs in. Zij mag in de DDR niet studeren en is daardoor veroordeeld tot baantjes waarin zij zichzelf nooit zal kunnen ontplooien. De vlucht naar West-Duitsland geeft haar juist hoop op het verwezenlijken van haar dromen: zelf kiezen wat zij wil doen met haar leven.

Tegelijkertijd kun je het voortdurende overspel van Adam zien als een moderne variant van het bijbelse verbod op het eten van de appel. Door dit overspel riskeert Adam immers zijn eigen verblijf en, ongewild, ook dat van Evelyn in het land dat Adam als paradijs ervaart: de DDR.

Het verhaal in Adam und Evelyn draait zo rond twee thema’s: de verhouding tussen Adam en Evelyn en de vraag wat je moet doen als de onwaarschijnlijke kans om naar het westen te vluchten zich lijkt voor te doen. Laat je alles achter in de hoop dat het in dat nieuwe land beter wordt, of blijf je waar je zit en wacht je daar mogelijke veranderingen af.

Schulze beschrijft deze thema’s vooral door middel van dialogen, die ik bij vlagen bijzonder grappig vond. Doordat die vele dialogen leest de roman vlot. Je moet echter wel nauwkeurig blijven lezen, omdat zaken eerder gesuggereerd worden dan nadrukkelijk benoemd.

Adam und Evelyn heeft mij geraakt. Onder het lezen herinnerde ik mij de beelden van de DDR-burgers die zich in de BRD-ambassade in Boedapest hadden verschanst en hun blijdschap toen zij toestemming kregen om per trein naar West-Duitsland af te reizen. In een Europa waarin het vrij verkeer van mensen tegenwoordig – gelukkig – heel normaal is, herinnert dit boek je er pijnlijk-komisch aan dat velen van ons dit recht pas kort geleden hebben verworven, en dat vrijheid iets is dat je moet koesteren.

Ingo Schulze | 33 Augenblicke des Glücks
Ingo Schulze |Handy

Ingo Schulze (Duits)
Ingo Schulze op Wikipedia

flickr

donderdag 24 februari 2011

Claudia Rusch | Aufbau Ost

Claudia Rusch - Aufbau Ost Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau.
Frankfurt am Main, S. Fischer Verlag, 2009, 191 pagina's.

Zwanzig Jahre Aufbau Ost - was ist vergangen, was ist entstanden? Was bleibt und was wächst jenseits von Trabi-Ralleys und Pittiplatsch? Claudia Rusch hat sich zwischen Zinnowitz und Zwickau auf Spurensuche gemacht: Nach einer Vergangenheit, die in die Gegenwart reicht, und nach einer Zukunft, die Aufbruch und Aufbau bedeutet. Sie hat Geschichten augeschrieben, die ohne Klischees, voller Wärme und mit klarem Blick von einem Land und seinen Menschen erzählen, das seit zwanzig Jahren unterwegs ist in eine neue Realität.


Aufbau Ost verscheen in 2009, twintig jaar na de val van het Oost-Duitse regime. In deze verhalen, waarvan een aantal sterk autobiografisch is getint, analyseert Rusch wat er voor, maar vooral wat er na die val is gebeurd. Zo bespreekt ze de 'Ostalgie', die de afgelopen tien jaar zo enorm opgeld deed of de manier waarop hele Oost-Duitse steden tot bijna onherkenbare moderne steden worden omgevormd.

Rusch heeft de hele voormalige DDR doorkruist, op zoek naar de veranderingen sinds het uiteenvallen van de DDR. Rusch weet in de verhalen waarmee ze van haar reizen is thuisgekomen op een bijzonder prettige manier eigen herinneringen met algemene feiten en achtergronden te combineren. Dat zorgt keer op keer voor uiterst leesbare, essay-achtige verhalen, waarin een serieuze toon wordt afgewisseld met een lichtvoetiger toon. Soms verschijnen er zelfs anekdotische verhalen.

Bijzonder indrukwekkend vond ik het openingsverhaal, waarin Rusch beschrijft hoe zij probeert te achterhalen onder welke omstandigheden haar grootvader zo'n veertig jaar eerder in politiecel is overleden. Die omstandigheden zijn nooit opgehelderd door de DDR-autoriteiten.

Ronduit openhartig is Rusch als ze in een ander verhaal uitlegt hoe zij er zelf aan heeft moeten wennen dat zij niet langer DDR-burger, maar burger van dat andere Duitsland was. Dat valt niet mee, blijkt, als je jarenlang bent blootgesteld aan indoctrinatie waarin wordt gesteld dat dat andere Duitsland het foute Duitsland is. Tegelijkertijd vertelt ze hoe blij ze is met de kansen die dat andere Duitsland haar heeft gegeven.

Ook het verhaal over het bezoek aan het stukje grens dat de vader van Rusch tijdens zijn diensttijd heeft bewaakt, onderwijl hopend dat er niemand tijdens zijn wacht zou proberen de grens over te steken, bezorgde me opnieuw kippenvel. Dat is het al eens gelezen had in de bundel Grenzübergänge deed daar niets aan af.

Aufbau Ost is een ontroerende verhalenbundel, waarin Rusch probeert te achterhalen wat er gebeurt als een systeem en land ophouden te bestaan. Wat gebeurt er met de mensen die er wonen, hoe ontwikkelt die stuurloze ruimte zich, wordt het er beter? Het heeft in ieder geval een bijzonder interessant en leesbaar boek opgeleverd!

Claudia Rusch op Wikipedia (Duits)

flickr

zaterdag 29 januari 2011

Jenny Erpenbeck | Tand

Jenny Erpenbeck - Tand Erzählungen. Frankfurt am Main/Berlin, Eichborn, 2001, 117 pagina's.

Jenny Erpenbeck ist eine Meisterin der literarischen Verdichtung. Mit der ihr eigenen sprachlichen Präzision und Originalität vermag sie ihren Geschichten und ihren Figuren eine existentielle Tiefenschärfe zu geben, die in der deutschen Gegenwartsliteratur ihresgleichen sucht.

Ob in Tand dem Verhältnis der Erzählerin zu ihrer alternden Großmutter, in Atropa bella-donna der Geschichte einer Eifersucht, oder in a ist gleich v durch t der in der Familie lange verschwiegenen Existenz eines Halbbruders nachgegangen wird: Jenny Erpenbeck ist am Ungang der Menschen miteinander interessiert, ihren Beziehungen zueinander, an ihrer Hilflosigkeit und ihrer Kraft. Sie schreibt eine verblüffend vielschichtige Prosa, die auch den unscheinbarsten Details einen Kosmos verborgener Bedeutungen abliest.


De dunne verhalenbundel Tand bevat tien korte verhalen, die in lengte nogal verschillen. Soms beslaan ze maar acht bladzijden, andere zo’n twintig bladzijden. De verhalen hebben gemeen dat zich binnen het bestek van dat kleine aantal pagina’s als het ware een volledige, vaak tragische roman ontvouwt.

Erpenbeck bedient zich van prachtige taal – waarbij voor mij blijkt hoe mooi literatuur in het Duits kan zijn. Erpenbeck noemt de dingen vaak niet direct bij hun naam , maar suggereert gevoelens en gebeurtenissen. Ik vind het erg knap dat je je als schrijver met behulp van een heel precieze woordkeuze en ondanks het regelmatige gebruik van lange zinnen toch tot het genre van het korte verhaal kunt beperken.

Vooral de verhalen Atropa bella-donna, a ist gleich v durch t en Sibirien hebben indruk op mij gemaakt - het laatste verhaal zelfs bijzonder diepe indruk. De impact van die veertien bladzijden was eigenlijk net zo groot als de hele roman Die Mittagsfrau van Julia Franck.

Pas bij Siberien, waarin een moeder na een verblijf in de Goelag van drie jaar ineens weer voor de deur staat, waar haar plaats door een ander blijkt te zijn ingenomen, realiseerde ik me dat Erpenbeck in de DDR geboren is. Ze vertelt in dit verhaal hoe het verblijf in Siberië de moeder veranderd heeft, hoe zij haar rivale zonder dat deze weerstand kan bieden het huis uit werkt alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat dit soort zaken gebeurt en dat er vervolgens geen woord meer aan wordt vuil gemaakt en hoe de vader toch een soort van relatie blijft onderhouden met die rivale. Op papier weliswaar, maar toch. Dat de moeder uiteindelijk toch beweert dat Siberië de mooiste plek op aarde is, is ook de normaalste zaak van de wereld.

Wat mij betreft is deze bundel een klein meesterwerk! Tand is in het Nederlands verschenen onder de titel Atropa belladonna.

Jenny Erpenbeck op Wikipedia (Duits)

Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend

flickr

donderdag 18 februari 2010

Herta Müller | Niederungen

Herta Müller - Niederungen. Reinbek bei Hamburg, Rowohlt Taschenbuchverlag, Dezember 1993, 142 pagina's. 1984 (1).

Herta Müller erzählt vom Leben im "schwäbischen" Banat, von einer freudlosen Kindheit in einem Dorf voller Schrecknisse. Und doch ist diese Zertrümmerung des ländischen Familienidylls nicht selten auch höchst komisch. Das Grauenhafte und das Groteske liegen in diesen Erzählungen stets dicht beieinander.


Ik probeer zo min mogelijk te stoppen met het lezen van een boek als het tegenvalt. De afgelopen vier dagen heb ik echter, ook al had ik voldoende tijd om te lezen, geen bladzijde verder gelezen in deze verhalen van de winnares van de Nobelprijs voor Literatuur 2009. Na vijfentwintig bladzijden aanmodderen met natuurbeschrijvingen en familierelaties in het Duits heb ik besloten mezelf niet langer te kwellen met dit in het Duits voor mij totaal ontoegankelijke boek. Misschien moet ik het ooit maar eens in een Nederlanse vertaling proberen.

Herta Müller | Heute wär ich mir lieber nicht begegenet

Herta Müller op Wikipedia

flickr

maandag 7 december 2009

Wladimir Kaminer | Meine russischen Nachbarn

Wladimir Kaminer - Meine russischen Nachbarn Aufzeichnungen aus dem Treppenhaus. München, Goldmann Verlag, Augustus 2009 (1), 221 pagina's.

Ein Leben ohne Nachbarn ist vielleicht möglich, aber sinnlos. Wer würde sonst in der Wohnung nebenan Tennis spielen, morgens auf der Trompete üben und im Sommer auf dem Balkon grillen? Und wenn man wie Wladimir Kaminer mit einer Russen-WG unter einem Dach wohnt, wird jeder Tag zum Abenteuer. Die Phantasie von Andrej und Sergej, ihre Entschlossenheit, neue Wege zu beschreiten, sorgt immer wieder für Überraschungen. Ob Sergej liebevoll eine alte Ausgabe des Kapital signiert - "Viel Spaß beim Leisen, mein Mäuschen, dein Marx" -, um sie dann bei eBay als Rarität zu versteigern, oder ob Andrej ein paar Zeugen Jehovas kapert, weil er so gerne Besuch bekommt: Die beiden sorgen dafür, dass es nie langweilig wird - und dass man sich bald selbst eine Russen-WG im Haus wünscht.
Dann klappt's auch mit den Nachbarn...


Het is Kaminer weer gelukt om een bundel zeer leesbare, grappige korte verhalen bijeen te brengen. Deze keer behandelt hij de lotgevallen van twee Russische buurmannen, die in hetzelfde gebouw als de schrijver zijn komen wonen. Zij hebben een bijzondere kijk op hun nieuwe land en stad. Ook familieleden van de beide buren komen aan bod. Hilarisch is het verhaal Die Mutter (nicht von Gorki) waarin de wonderlijke zoektocht van Sergejs moeder naar een nieuwe geliefde wordt beschreven.

Ook Kaminers eigen ervaringen als Rus in Duitsland komen aan bod. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld de worsteling die hij met de Duitse autoriteiten voert om na jaren stateloos te zijn geweest met zijn hele gezin Duitser te worden. Door zijn status van 'bekende schrijver' kan Kaminer zelf zonder problemen Duitser worden, maar zijn kinderen moeten als zij meerderjarig worden opnieuw aantonen dat zij daadwerkelijk geen andere nationaliteit hebben, ook al zijn zij in Duitsland geboren en hebben zij nooit in Rusland gewoond.

Iedereen die wel eens te maken heeft met Russen (en zeker degene die in één huis woont met een Rus of Russin) zou dit boek moeten lezen. Maar ook voor mensen die niet dagelijks in aanraking komen met een Rus is dit een vermakelijk boek.

Wladimir Kaminer | Es gab keinen Sex im Sozialismus
Wladimir Kaminer | Ich bin kein Berliner

Wladimir Kaminer (Duits)
Wladimir Kaminer op Wikipedia (Duits)

flickr

zondag 29 november 2009

Herta Müller | Heute wär ich mir lieber nicht begegnet

Herta Müller - Heute wär ich mir lieber nicht begegnet Roman. Reinbek bei Hamburg, Rohwolt, September 1997 (1), 240 pagina's.

Van bol.de (bij gebrek aan achterflap):
"Ich bin bestellt." Eine junge Frau in einer Großstadt in Rumänien auf dem Weg zum Verhör beim Geheimdienst. Sie hat diese Fahrt mit der Straßenbahn schon oft machen müssen, doch diesmal hat sie aus einer Vorahnung heraus Handtuch, Zahnpasta und Zahnbürste eingepackt. Unterwegs lässt sie ihr Leben an sich vorüberziehen: die Kindheit in der Provinz, die halberotische Gier nach dem Vater, die Deportation der Großeltern, das sporadische Glück, das ihr mit Paul gelingt, auch wenn sein Trinken für ihre Liebe eine Last ist. Außen: starre Uhrzeiten, Haltestellen, ein- und aussteigende Personen, vorbeiziehende Straßen. All dies soll ablenken und führt doch immer wieder zurück zu: "Ich bin bestellt." Doch an diesem Tag hält der Fahrer an der Station, an der sie aussteigen muss, nicht an. Und sie beschließt zum ersten Mal, nicht zum Verhör zu gehen.


Toen Herta Müller eerder dit jaar de Nobelprijs voor Literatuur won, besloot ik dat ik maar eens iets van haar moest lezen. Müller werd in 1953 in Roemenië geboren in een gezin dat tot de Duitse minderheid in dat land behoorde. Müller leerde in eerste instantie Duits spreken. In de jaren 1980 emigreerde zij, nadat het haar verboden werd om te publiceren in Roemenië, naar het toenmalige West-Duitsland. Müller is daarmee een vertegenwoordigster van de immgirantenliteratuur die mij zo interesseert.

Ik begrijp dat het belangrijkste thema in Müllers werk het leven in een dictatuur is, ook nu zij al meer dan twintig jaar in vrijheid leeft. In deze roman is dat zeker het geval. Direct al vanaf de eerste pagina is de dreiging akelig voelbaar: de hoofdpersoon wordt door de geheime politie voor verhoren opgeroepen en verwacht iedere keer dat zij na afloop niet naar huis terug zal mogen keren. Daarom heeft de hoofdpersoon tijdens de tramreis die in deze roman beschreven wordt een zakdoek, tandpasta en een tandenborstel bij zich. Voor het geval dat.

Müller vermengt de beschrijving van de verhoren die de hoofdpersoon moet ondergaan met herinneringen aan de jeugd van het meisje in het Duitse plaatsje op het platteland en haar leven in de stad. Die herinneringen staan in het teken van een allesoverheersende angst. De buitenwereld is bedreigend, maar ook van de mensen die je na staan moet je je afvragen of zij te vertrouwen zijn. Dat maakt deze roman erg beklemmend, maar niet minder goed én interessant.

Als deze roman exemplarisch is voor het andere werkt van Müller, dan is het zeker niet onterecht dat er extra aandacht voor haar oeuvre wordt gevraagd door de Nobelprijs toe te kennen. Ik kijk ernaar uit meer werk dan deze schrijfster te lezen!

Dit boek is in het Nederlands verschenen onder de titel Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen.

Herta Müller | Niederungen

Herta Müller op Wikipedia

flickr

zondag 8 november 2009

Julia Franck [ed.] | Grenzübergänge

Julia Franck (ed.) - Grenzübergänge Autoren aus Ost und West erinnern sich. Frankfurt am Main, S. Fischer Verlag, 2009, 282 bladzijden.

Zwanzig Jahre Mauerfall: Autoren aus Ost und West schreiben über die Grenze

Als am 9. November 1989 die Mauer fiel, verloren 1378 km Grenze auf einmal ihre Funktion und für viele ihren Schrecken.
Zum zwanzigsten Jahrestag des Mauerfalls hat Julia Franck Autoren aus Ost und West eingeladen, ihre personlichen Erinnerungen an die Grenze aufzuschreiben.


Normaal houd ik niet zo van bundels waarin korte verhalen en gedichten van totaal verschillende schrijvers zijn verzameld. Voor deze bundel, waarin verhalen zijn verzameld van schrijvers uit voormalig West- en Oost-Duitsland, heb ik een uitzondering gemaakt. De verhalen en gedichten behandelen één thema: persoonlijke herinneringen aan of een fictieve beschrijving van de Duits-Duitse grens en de Berlijnse muur. De bundel is verschenen in het kader van de herdenking van de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989.

Natuurlijk sprak niet ieder verhaal me even veel aan, maar het was erg interessant om al die verhalen met hun verschillende invalshoeken bij elkaar te zien. Niet alleen omdat het om voormalige Oost- en West-Duitse schrijvers ging, maar ook omdat er een aantal verhalen van 'nieuwe' Duitsers in zijn opgenomen. Verder heb ik toch nog nieuwe dingen geleerd over die periode. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het in de grensstreek in West-Duitsland gebruik was om voor de ramen die op het oosten uitkeken een kaars te laten branden, voor de broeders en zusters da drüben.

Jammer vond ik ’t dat een aantal verhalen niet nieuw bleek. Dat hield in dat ik de teksten van Thomas Brussig (een fragment uit Helden wie wir) en Ingo Schulze (een kort verhaal uit Handy) al had gelezen.

Een fragment uit een nieuw boek van Claudia Rusch (Aufbau Ost: Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau) was wel nieuw voor mij. Dat verhaal heeft me enorm ontroerd. Rusch beschrijft in dit fragment hoe zij samen met haar vader een plaats bezoekt waar de grens inmiddels vrijwel zonder sporen na te laten verdwenen is. Haar vader is tijdens zijn diensttijd, zeer tegen zijn zin, aan die Duits-Duitse grens gestationeerd geweest. Hij vertelt op die plaats dat hij tijdens zijn patrouilles zo veel mogelijk lawaai maakte, om eventuele vluchtelingen te waarschuwen en zo niet te hoeven schieten op deze mensen.

Even schrijnend is het verhaal dat Catalina Rojas Hauser schreef over een familie die vlucht voor het regime in Chili en terechtkomt in de DDR. Daar blijkt dat de socialistische heilstaat in de praktijk toch iets minder vrij is dan ze verwachtten. De familie wil emigreren naar West-Duitsland, maar moet daarbij zoveel bureaucratische horden nemen. Rojas Hauser beschrijft de treinreis naar het westen op zo'n manier dat je zelf met een knoop in je maag meeleest, terwijl de familie tot het laatste moment vreest dat er een kink in de kabel zal komen.

Wat mij betreft is dit een bundel die echt iets toevoegt aan alle herdenkingen die de afgelopen week plaats hebben gevonden. Een aanrader!

Julia Franck | Die Mittagsfrau

Julia Franck op Wikipedia (Duits)

flickr

woensdag 28 oktober 2009

Alain Claude Sulzer | Ein perfekter Kellner

Alain Claude Sulzer - Ein perfekter Kellner Roman. Zürich, Edition Epoca, November 2004 (2), 219 pagina's

Die Geschichte beginnt in den dreißiger Jahren im vornehmen Parkhotel bei den Giessbachfällen hoch über dem Brienzersee im Berner Oberland. Erneste arbeitet als Kellner und soll den Neuankömmling Jakob unterweisen. Sie verlieben sich ineinander. Doch dann stellt Erneste fest, daß Jakob ihn betrügt; schließlich verlässt er ihn für einen älteren, zahlungswilligen Mann, einen berühmten Schriftsteller. Tief verletzt geht Erneste seinen Weg und wird überraschend nach Jahrzehnten von seiner Lebensliebe um einen dreisten Gefallen gebeten.
Alain Claude Sulzer hat ein stilistisch schnörkelloses Werk geschaffen: ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat.


Na Lange-Müllers roman Böse Schafe, over een heteroseksuele liefde die tot mislukken gedoemd is, volgt binnen een maand deze roman, over een homoseksuele relatie die eveneens slecht afloopt. Er is nog een tweede overeenkomst tussen beide boeken: de geschiedenis van de twintigste eeuw speelt, weliswaar op de achtergrond, een belangrijke rol. Bij Lange-Müller is dat de val van de Berlijnse muur, bij Sulzer de dreiging van de Tweede Wereldoorlog.

Sulzer beschrijft twee periodes in deze roman: ongeveer een jaar vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, waarin de bescheiden, altijd correcte kelner Erneste zijn grote liefde Jakob leert kennen en door hem wordt verlaten, en een periode van een aantal weken, waarin Erneste brieven ontvangt van diezelfde Jakob met de opdracht op geld los te praten bij de schrijver voor wie Jakob hem heeft verlaten. Saillant detail: de schrijver Klinger lijkt te zijn gebaseerd op Thomas Mann.

Deze twee verhaallijnen wisselen elkaar af, waardoor de omvang van de tragiek van Ernestes liefde voor Jakob steeds duidelijker én pijnlijker wordt voor Erneste, en de lezer. Dan blijkt dat de woorden van de binnenflap - ein Lesebuch über die große Liebe und den Verrat - precies juist zijn.

Sulzers Ein perfekter Kellner is een bijzondere roman. Het ontbreken van overbodig aandoende dialogen en beeldspraak kwam me na Caesarion bijna als een verademing voor. Dat de schrijver dan ook nog eens een spannend en verrassend eind in petto blijkt te hebben, maakt dit boek een echte aanrader voor een verregende zondagmiddag. Lees je het boek liever in het Nederlands, dan kan dat. De Nederlandse vertaling heet Een volmaakte kelner.

flickr

zaterdag 12 september 2009

Katja Lange-Müller | Böse Schafe

Katja Lange-Müller - Böse Schafe. Köln, Kiepenheuer & Witsch, 2007 (7), 205 pagina's. 2007 (1).

Berlin im Jahr 1987: Auf der geteilten Stadt liegt der Mehltau der Vorwendezeit. Soja, gelernte Setzerin, leichtlebiger Republikflüchtling, beherzte Aushilfsblumenhändlerin, trifft den Westberliner Harry, groß, frei, still-entschlossen, abgründige Vergangenheit, düstere Zukunft - und fortan bestimmt sein Schicksal ihr Leben. Katja Lange-Müller erzählt von einer Liebe, die ins Unglück führt, aber dennoch das größte Glück bedeutet.


Deze roman beschrijft de hopeloze liefde tussen de van Oost- naar West-Berlijn gevluchte Soja en Harry. Harry is een mysterieuze vent, waarop Soja maar geen grip krijgt. Datzelfde geldt voor hun relatie, want die verloopt ook zonder dat Soja daar iets over te zeggen lijkt te hebben. Soja wordt ook niet echt gelukkig van deze overweldigende nieuwe liefde. Dat het niet goed af kan lopen, voel je vanaf de eerste bladzijden van het boek.

Het hele boek is eigenlijk een grote flashback. De relatie is voorbij, en Soja blikt een boek lang terug op de relatie. Zij spreekt Harry daarbij toe, stelt vragen waarop ze net als eerder geen antwoorden krijgt. Al vertellend krijgt de lezer steeds meer details te weten, bijvoorbeeld dat Soja helemaal niet voorkomt in Harry’s dagboek, waarover Soja beschikt. Achteraf vraagt Soja zich af wat zij eigenlijk voor Harry betekend heeft.

Lange-Müller beschrijft zaken die tot de recente geschiedenis behoren: de verwondering over het leven in West-Berlijn van iemand die oorspronkelijk uit de DDR komt, het begin van de aidsepidemie en de angst en vooroordelen die deze epidemie met zich meebracht en de val van de muur in 1989. Het passeert allemaal de revue in deze roman, maar slechts als bijzaak, tegen de achtergrond van de beschrijving van deze tragische liefde.

Lange-Müllers Die Letzten las ik deze zomer al met veel plezier. Ook dit boek heeft me weer geraakt. De uitzichtloosheid van de relatie greep me bij de keel, tot de laatste pagina’s toe. Een aanrader!

Katja Lange-Müller | Die Letzten

Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)

flickr

donderdag 20 augustus 2009

Ingo Schulze | 33 Augenblicke des Glücks

Ingo Schulze - 33 Augenblicke des Glücks Aus den abenteuerlichen Aufzeichnungen der Deutschen in Piter. München, Deutscher Taschenbuch Verlag, Dezember 1998 (4), 270 pagina's. August 1997 (1, deze uitgave), 1995 (1, Berlin Verlag).

Traumhaft schöne Geschichten aus dem Wilden Osten bringt Ingo Schulze aus Petersburg mit. Als Fremder hat er genau hingesehen und oftmals ein kleines Detail aus dem Alltag aufgegriffen, das sich in seiner geradezu überbordenden dichterischen Vorstellungskraft zu einer komischen, grotesken, manchmal auch tragischen Geschichte auswächst.


Ingo Schulze is de tweede auteur op rij die zich van west naar oost verplaatst. Het verschil met Jaap Scholten is dat Schulze in de DDR is geboren. Hij heeft het communistische systeem daardoor aan den lijve ondervonden. Ook woont Schulze niet permanent in Rusland, hij verbleef in 1993 slechts een halfjaar in Sint-Petersburg.

Het toeval wil dat ik in 1993 ook enige tijd in diezelfde stad woonde. Het lezen van dit boek voelde daarom als een rondleiding in woorden door die stad van toen. Daar waar Schulze de stad Petersburg beschrijft, roept dat inderdaad levendige beelden uit die tijd bij mij op.

Dit wil niet zeggen dat we hier te maken hebben met een bundel strikt realistische verhalen. Integendeel, de verhalen nemen regelmatig een surrealistische wending. Schulze sluit met zijn verhalen aan bij de traditie in de Russische literatuur om Petersburg te beschrijven als een stad waar bovennatuurlijke, onverklaarbare zaken gebeuren. De meeste verhalen nemen regelmatig een onverwachte wending, vooral met plotselinge uitbarstingen van geweld.

Bij deze herlezing zijn het vooral die twee dingen die me bijblijven, de verwijzingen naar de Russische negentiende-eeuwse literatuur en dat gewelddadige in de verhalen. Zelfs een onschuldig ogend verhaal over een vrouwelijke portier die een flesje parfum cadeau krijgt eindigt in fysiek geweld. Dat heeft me het lezen deze tweede keer toch wel wat bemoeilijkt. Maar dat neemt niet weg dat ik inzie dat dit een heel goed geschreven verhalenbundel is, waarin ondanks al dat geweld toch ook plek is voor humor en ironie. De bundel is een mooie manier om kennis te maken met het oeuvre van Schulze.

Ingo Schulze |Handy

Ingo Schulze (Duits)
Ingo Schulze op Wikipedia

flickr

zondag 12 juli 2009

Katja Lange-Müller | Die Letzten

Katja Lange-Müller - Die Letzten Aufzeichnungen aus Udo Posbischs Druckerei. Köln, Kiepenheuer & Witsch, 2000 (3), 135 pagina's. 2000 (1).

Eine Frau und drei Männer am Rande der Gesellschaft, tickende Zeitbomben in Menschengestalt, bilden die Belegschaft von Udo Posbischs privater Druckerei im Ostberlin der 70er Jahre. Der erste Roman der Berliner Schriftstellerin Katja Lange-Müller ist ein Meisterwerk des lakonischen Humors und der sprachlichen Präzision.


Dit is een bijzonder boekje. In vier delen (of eerder hoofdstukken) worden de vier medewerkers van een drukkerij in Oost-Berlijn in de jaren 1970 beschreven. Het vierde deel staat los van de eerste drie. In de eerste plaats omdat het in een niet nader genoemd heden speelt, maar ook doordat het in briefvorm is geschreven en doordat er een gedeeltelijke uitleg van de sluiting van de drukkerij wordt gegeven.

De vier personages hebben één ding gemeen: zij zijn allen om verschillende redenen mislukt in het leven. Die redenen worden per personage in ieder deel besproken. Des te ironischer is het dat zij een uitstervend beroep, het zetten van tekst met loden letters, uitoefenen, waardoor zij na de sluiting van deze drukkerij eigenlijk overbodig zijn geworden op de arbeidsmarkt.

Lange-Müller gebruikt de taal op een heel precieze, haast poëtische manier om een wereld te beschrijven waarvan je weet dat deze bestaan heeft, maar waarvan je tegelijkertijd het gevoel krijgt dat het surrealistisch bedoeld zou kunnen zijn. De bijzondere eigenschappen van de hoofdpersonages, de vreemde voorvallen en het zo afwijkende vierde deel, dat me eerst nogal vreemd voorkwam, versterken dat gevoel.

Interessant vond ik het idee om verborgen boodschappen in een tekst te verstoppen door de tekst zo te zetten dat de spaties tussen woorden een letter vormen. Ik had de neiging om dit boekje zelf op verborgen boodschappen te onderzoeken.

Uit verschillende reacties op internet begrijp ik dat er wisselend is gereageerd op deze kleine roman. Ik ben niet onverdeeld enthousiast – het vierde deel kwam op mij over als een soort noodgreep om het verhaal rond te breien –, maar het heeft me in ieder geval wel nieuwsgierig gemaakt naar ander werk van deze schrijfster.

Katja Lange-Müller | Böse Schafe

Katja Lange-Müller op Wikipedia (Duits)

flickr

dinsdag 7 juli 2009

Wladimir Kaminer | Es gab keinen Sex im Sozialismus

Wladimir Kaminer - Es gab keinen Sex im Sozialismus Legenden und Missverständnisse des vorigen Jahrhunderts. München, Goldmann Manhattan, 2009 (2), 236 Seiten. März 2009 (1).

Goodbye, Lenin! Hier kommt der Sozialismus, wie Wladimir Kaminer ihn sieht

Das Leben ist voller Missverständnisse, vor allem hinsichtlich der untergegangenen Heimat von Wladimir Kaminer. Die Sowjetunion war ein Land voller Überraschungen und Abenteuer, vom Kauf eines Neuwagens über die lebensgefährlichen Feierlichkeiten zum Tag der Kosmonautik bis zur täglichen Jagd nach Schnäppchen wie Brillen, Nasentropfen und Steppenschildkröten aus Kasachstan. Dass es keinen Sex im Sozialismus gab, ist natürlich nur einer der Irrtümer, die in diesem Buch auf hinreißend komische Art auf die Müllhalde der Geschichte befördert werden.


In deze verzameling korte en langere verhalen doet Kaminer zijn best misverstanden over het leven in de Sovjet-Unie te ontzenuwen. Hij begint direct al in het eerste verhaal met het misverstand dat er geen sprake zou zijn van seks in de Sovjet-Unie door te vertellen hoe dit misverstand kon ontstaan tijdens een eerste live tv-verbinding tussen Amerika en de Sovjet-Unie.

Kaminer behandelt vervolgens een groot aantal onderwerpen, waarbij hij de "jeugd van nu" haarfijn uitlegt hoe het er in de vorige eeuw aan toe ging in dat inmiddels niet meer bestaande land, de Sovjet-Unie. Hij doet dat op een humoristische manier, die mij steeds weer aanspreekt. Toch sluipt er ook een serieuze ondertoon in zijn verhalen, bijvoorbeeld als hij vertelt hoe hij zich schaamde voor het woord "Joods", dat in zijn binnenlandse paspoort werd vermeld achter het woord "nationaliteit", terwijl bij klasgenoten op de plek gewoon het woord "Russisch" stond.

In de verhalen wordt het leven in de Sovjet-Unie niet verheerlijkt, maar zo beschreven dat je bij jezelf al dan niet met een glimlach denkt dat het inderdaad was zoals Kaminer het verwoordt. Het is een mooi monument in woorden voor dat verdwenen land, de Sovjet-Unie.

Wladimir Kaminer | Meine Russischen Nachbarn
Wladimir Kaminer | Ich bin kein Berliner

Wladimir Kaminer (Duits)
Wladimir Kaminer op Wikipedia (Duits)

flickr

zaterdag 23 mei 2009

Julia Franck | Die Mittagsfrau

Julia Franck – Die Mittagsfrau. Frankfurt am Main, S. Fischer Verlag, Dezember 2007 (9), 430 pagina’s. 2007 (1).

1945. Flucht aus Stettin in Richtung Westen. Ein kleiner Bahnhof irgendwo in Vorpommern. Helene hat ihren siebenjährigen Sohn durch die schwere Kriegsjahre gebracht. Nun, wo alles überstanden, alles möglich scheint, lässt sie ihn allein am Bahnsteig zurück und kehrt nie wieder. Julia Franck erzählt das Leben einer Frau in einer dramatischen Zeit – und schafft zugleich einen großen Familienroman und ein eindringliches Zeitepos.


We schrijven het jaar 1945, direct na de Tweede Wereldoorlog. In twintig bladzijden beschrijft Franck het leven van een zevenjarig jongetje, Peter, dat met zijn moeder, Helene Würsich, de oorlog heeft overleefd. Het einde van de proloog is verwarrend: het jongetje zit urenlang op een bankje met zijn koffer te wachten op zijn moeder, die hem heeft gezegd dat ze zal proberen kaartjes te kopen voor een volgende trein. Langzamerhand dringt het tot je door: moeder komt niet terug.

Je verwacht een hartverscheurende roman, geschreven vanuit het perspectief van dit in de steek gelaten kind. Wat je krijgt is een eveneens hartverscheurende roman, waarin vanuit het perspectief van de moeder wordt uitgelegd hoe het zo heeft kunnen komen. Dat ga ik hier niet navertellen, dat moeten jullie zelf maar lezen.

Het knappe van dit boek is dat het begint met die onbegrijpelijke daad en dat het vervolgt met de voorgeschiedenis, zonder dat daarbij geoordeeld of veroordeeld wordt. Dat volgt pas in de epiloog, die weer geschreven is vanuit het perspectief van de zoon. Deze manier van beschrijven zorgt dat je geen partij kiest, sterker nog, dat je zelfs een beetje sympathie voor de moeder voelt, die als een tragische heldin, verdoemd tot lijden, uit de bladzijden opdoemt. Het draait om het noodlot, zoals Pauline de Bok het in haar recensie van dit boek noemt.

Pas nadat ik het boek uit had, las ik in bovengenoemde recensie dat de vader van Julia Franck zelf in zijn jeugd in de steek is gelaten door zijn moeder. Dat maakt dit boek met terugwerkende kracht extra wrang. Toch leest het boek ondanks dat zware thema prettig, als een familieroman. Probeert het eens, deze zomer!

De Nederlandse vertaling van dit boek heet De middagvrouw. Het is verschenen bij de Wereldbibliotheek.

Julia Franck [ed.] | Grenzübergänge

Julia Franck op Wikipedia (Duits)

flickr

vrijdag 31 oktober 2008

Thomas Brussig | Am kürzeren Ende der Sonnenallee

Thomas Brussig – Am kürzeren Ende der Sonnenallee. Berlin, Volk und Welt, 1999 (2). 1999 (1). 157 pagina‘s.

Am kürzeren Ende der Sonnenallee, im Ostberliner Stadtteil Baumschulenweg, wohnt Micha Kuppisch – gleich neben der Mauer. Wenn er aus der Haustür tritt, hört er die Rufe westlicher Schulklassen vom Aussichtspodest: “Guckt mal, ‘n echter Zoni!” Doch Micha macht sich nichts daraus, er hat eine andere Sorge: Miriam. Sie ist das schönste Mädchen weit und breit, doch leider schon vergeben. Und so grübelt Micha tagein und tagaus, wie er es anstellen könnte, in Miriams Nähe zu sein.

Pointenreich und mit köstlichem Humor erzählt Thomas Brussig, wie im Schatten der Mauer auch die Sonne schien. Micha, Miriam und die anderen lieben und lachen, tricksen und träumen. Sie schmieden Pläne, wie man der Musterung entgeht oder wie man einen Liebesbrief hervorangelt, den der Wind in den Todesstreifen geweht hat. Sie Hören Jimi Hendrix und lesen Sartre, sie schaffen sich, spitzbübisch und erfindungsreich, eine eigene Welt. Manche allerdings sind zu blöd, ein Radio einzuschalten, wie der Grenzer, der heimkehrenden Tagesbesuchern vertraulich zuzwinkert: “Keine Angst, wir holen euch da raus.”

Onkel Heinz aus Westberlin, der sich dreißig Pfund abhungert, um unterm Anzug einen zweiten Anzug über die Grenze zu schmuggeln, Wuschel, dem ein Stones-Album das Leben rettet, oder die Existentialistin, die im Trabi ihr Baby bekommt – sie alle vom kürzeren Ende der Sonnenallee “haben die Luft bewegt“: “Mein Gott, waren wir komisch, und wir haben es nicht mal gemerkt…“

Thomas Brussig, 1965 in Berlin geboren, wuchs im Ostteil der Stadt auf und arbeitete nach dem Abitur u.a. als Möbelträger, Museumspförtner und Hotelportier. Er studierte Soziologie und Dramaturgie und debütierte 1991 unter Pseudonym mit einem Roman. 1995 erschien bei Volk & Welt sein in zahlreiche Sprachen übersetzter und auch als Bühnenfassung erfolgreicher Roman “Helden wie wir”. 1999 erhielt er – zusammen mit Leander Haußmann – den Drehbuchpreis der Bundesregierung. Thomas Brussig lebt in Berlin.


Vorige maand heb ik de DVD heb Sonnenallee gekocht, toen die film eindelijk ook in Nederland te verkrijgen was. Dit boek is gebaseerd op het scenario van deze film (of omgekeerd) dat Brussig samen met Haußmann schreef. Het was acht jaar geleden dat ik het boek voor het eerst las. Nu ik naar de verfilming van het boek ga kijken wilde ik mijn geheugen opfrissen.

Het was indertijd een van de eerste boeken die ik las waarin op een humoristische manier wordt teruggekeken naar het voormalige Oostblok, voordat er een hele stroom op gang kwam (denk bijvoorbeeld aan Goodbye Lenin!). Ik vond het een verademing dat je niet alleen verbitterd, maar ook met een glimlach om je lippen kon terugkijken naar dat voor niet iedereen vrolijke communistische verleden.

Bij het herlezen was die glimlach er weer. Wel realiseerde ik me bij het herlezen dat ik het jammer vind dat die slechts 157 pagina’s door zo veel personages worden bewoond. Dat maakt dat het karakter van sommige personages slechts karikaturaal blijft. Dat heeft de pret echter niet mogen drukken, en ik ben dan ook erg benieuwd naar de film.

Een Russisch exemplaar
Thomas Brussig (Duits)

flickr

vrijdag 8 februari 2008

Ingo Schulze | Handy

Ingo Schulze - Handy Dreizehn Geschichten in alter Manier Berlin, Berlin Verlag, 2007 (3). 2007 (1)

Silvester 1999, die Millennium-Nacht in Berlin. Frank Reichert begegnet auf der Silvesterfeier an der Schwelle zum neuen Jahrtausend Julia, seiner verlorenen großen Liebe. Seit der Trennung im Herbst 1989 wandelt er wie ein Fremder durchs Leben, fast unbeteiligt erlebt er den Erfolg seines florierenden Geschäfts. Nichts mehr kann ihn im Tiefsten berühren, über allem liegt Julias Schatten und die Möglichkeit eines anderen Lebens. So wird das Ende der Nacht zu einem Neubeginn, mit dem keiner gerechnet hat.

Zwischen Abschied und Aufbruch bewegen sich fast alle Figuren in Ingo Schulzes neuen Erzählungen. Oft reicht schon ein irritierender Blick, um das scheinbar harmonische Gefüge einer frischen Liebe, einer nachbarschaftlichen Bekanntschaft oder eines unbeschwerten Urlaubs aus den Angeln zu heben. Ob im Friseurladen in Manhattan, in einer Datscha im Berliner Umland – stets umgibt eine Atmosphäre diffuser Bedrohung die selbstgeschaffenen Fluchtorte. In diesen Heterotopien der Seligkeit behaupten sich Schulzes Protagonisten gegen eine ständig sich beschleunigende Welt, die mit ihren Fallstricken bis in die eigenen vier Wände reicht. Mit untrüglichem Gespür für tragikomische Situationen umkreist Ingo Schulze das Wesen der Liebe, das Ringen um Würde im Abschiednehmen und das Geschenk glückhafter Epiphanien mitten im Alltag.


Dit is de derde verhalenbundel van Schulze die ik heb gelezen. Zijn eerste bundels (33 Augenblicke des Glücks en Simple Storys) heb ik indertijd - nog in de vorige eeuw geloof ik - met heel veel plezier gelezen.

Toen ik deze bundel begon te lezen had ik hooggespannen verwachtingen en die zijn uitgekomen. Het zijn dertien totaal verschillende verhalen, waarbij de hoofdpersonen vaak de greep op zijn leven kwijt dreigt te raken, door iets wat zij zelf doen, of door gebeurtenissen waaraan ze ogenschijnlijk geen deel hebben, maar waardoor ze wel beïnvloed worden. Mooi worden de verhalen door de lichtvoetige toon van de vertellers en door het Duits van Schulze, dat mij als muziek in de oren klinkt.

Zijn roman Neue Leben ligt al een tijdje klaar. Het enige dat me er tot nu toe nog van heeft weerhouden om eraan te beginnen is dat het zo'n dik boek is dat je niet even makkelijk in bed leest!

Ingo Schulze | 33 Augenblicke des Glücks

Ingo Schulze (Duits)
Ingo Schulze op Wikipedia

flickr

zondag 27 januari 2008

Wladimir Kaminer | Ich bin kein Berliner

Wladimir Kaminer - Ich bin kein Berliner Ein Reiseführer für faule Touristen. München, Goldmann, 2007 (2). April 2007.

Wladimir Kaminer führt durch seine Stadt - ein Reiseführer der anderen Art!

"Ich bin kein Berliner, ich bin auch nicht Deutschland. Ich kenne mich hier nicht wirklich aus. Vor fünfzehn Jahren kam ich nach Ostberlin, aus Gründen die mir bis heute rätselhaft geblieben sind. Die Reise erwies sich als fatale Entscheidung. Einmal hier gelandet, kommt man kaum mehr weg. Berlin bindet."

Es gibt derzeit wohl kaum einen bekannteren Berliner als Wladimir Kaminer. Und keinen, der geeigneter wäre die Stadt einem Fremden in all ihren Facetten vorzustellen. Von einer kurzen Einführung in die Berliner Historie über Geschichten zu Sehenswürdigkeiten am Wegesrand bis zum Verhalten japanischer Touristen bringt Wladimir Kaminer auf gewohnt mitreißende Art dem Leser seine neue Heimat näher. Dabei dürfen natürlich auch praktische Hinweise nicht fehlen. Dazu gehören Adressen originellen Restaurants, Geschäfte und anderer im Buch vorgestellter Attraktionen.

Witzig-charmante Geschichten über Berlin ergänzt um originelle Tipps für Touristen und Hauptstadtbewohner


Toen ik dit las, voelde ik mij letterlijk een faule Tourist, want ik lag nog steeds met griep in bed. En wat kun je dan beter doen dan door zo'n mooie stad als Berlijn rondgeleid te worden, zodat het lijkt alsof je "er toch uit bent"?

Het is altijd fijn om een boek van Kaminer te lezen, door zijn gevoel voor humor en zijn kijk op de wereld - in grote, historische verbanden, maar ook op kleiner niveau. Het boek vormt echter wel een groot contrast met Boze geesten van Berlijn van Philippe Remarque, dat ik in oktober 2006 las. Dat was ook heel interessant, maar bijzonder serieus en historisch verantwoord. Een combinatie van deze twee boeken is, denk ik, een aardige voorbereiding op de wonderlijke stad Berlijn.

Wladimir Kaminer | Meine Russischen Nachbarn
Wladimir Kaminer | Es gab keinen Sex im Sozialismus


Wladimir Kaminer op Wikipedia (Duits)

flickr

woensdag 3 oktober 2007

Arno Geiger | Es geht uns gut

Arno Geiger - Es geht uns gut. München, Deutscher Taschenbuch Verlag, Mai 2007. 2005 (1)

Gescheiterte Erfinder, trotziche Töchter, Minister und Meteorologinnen. Über drei Generationen hinweg erzählt Arno Geiger von einer Familie aus Wien, in deren privater Unordnung sich die politische spiegelt – ein bewegendes Stück Lebensgeschichte des 20. Jahrhunderts.


Een magistrale constructie, waarin je om het hoofdstuk wordt meegenomen naar een bepaalde periode in de geschiedenis van de familie en Oostenrijk. Het boek is heel erg goed geschreven. Zo goed, dat het hoofdstuk over de vijftienjarige Peter, die bij de Hitlerjugend tegen de Russen vecht die in april 1945 Wenen binnentrekken, me fysiek onpasselijk maakte.

Arno Geiger op Wikipedia (Duits)

flickr