Jenny Erpenbeck - Tand Erzählungen. Frankfurt am Main/Berlin, Eichborn, 2001, 117 pagina's.
Jenny Erpenbeck ist eine Meisterin der literarischen Verdichtung. Mit der ihr eigenen sprachlichen Präzision und Originalität vermag sie ihren Geschichten und ihren Figuren eine existentielle Tiefenschärfe zu geben, die in der deutschen Gegenwartsliteratur ihresgleichen sucht.
Ob in Tand dem Verhältnis der Erzählerin zu ihrer alternden Großmutter, in Atropa bella-donna der Geschichte einer Eifersucht, oder in a ist gleich v durch t der in der Familie lange verschwiegenen Existenz eines Halbbruders nachgegangen wird: Jenny Erpenbeck ist am Ungang der Menschen miteinander interessiert, ihren Beziehungen zueinander, an ihrer Hilflosigkeit und ihrer Kraft. Sie schreibt eine verblüffend vielschichtige Prosa, die auch den unscheinbarsten Details einen Kosmos verborgener Bedeutungen abliest.
De dunne verhalenbundel Tand bevat tien korte verhalen, die in lengte nogal verschillen. Soms beslaan ze maar acht bladzijden, andere zo’n twintig bladzijden. De verhalen hebben gemeen dat zich binnen het bestek van dat kleine aantal pagina’s als het ware een volledige, vaak tragische roman ontvouwt.
Erpenbeck bedient zich van prachtige taal – waarbij voor mij blijkt hoe mooi literatuur in het Duits kan zijn. Erpenbeck noemt de dingen vaak niet direct bij hun naam , maar suggereert gevoelens en gebeurtenissen. Ik vind het erg knap dat je je als schrijver met behulp van een heel precieze woordkeuze en ondanks het regelmatige gebruik van lange zinnen toch tot het genre van het korte verhaal kunt beperken.
Vooral de verhalen Atropa bella-donna, a ist gleich v durch t en Sibirien hebben indruk op mij gemaakt - het laatste verhaal zelfs bijzonder diepe indruk. De impact van die veertien bladzijden was eigenlijk net zo groot als de hele roman Die Mittagsfrau van Julia Franck.
Pas bij Siberien, waarin een moeder na een verblijf in de Goelag van drie jaar ineens weer voor de deur staat, waar haar plaats door een ander blijkt te zijn ingenomen, realiseerde ik me dat Erpenbeck in de DDR geboren is. Ze vertelt in dit verhaal hoe het verblijf in Siberië de moeder veranderd heeft, hoe zij haar rivale zonder dat deze weerstand kan bieden het huis uit werkt alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat dit soort zaken gebeurt en dat er vervolgens geen woord meer aan wordt vuil gemaakt en hoe de vader toch een soort van relatie blijft onderhouden met die rivale. Op papier weliswaar, maar toch. Dat de moeder uiteindelijk toch beweert dat Siberië de mooiste plek op aarde is, is ook de normaalste zaak van de wereld.
Wat mij betreft is deze bundel een klein meesterwerk! Tand is in het Nederlands verschenen onder de titel Atropa belladonna.
Jenny Erpenbeck op Wikipedia (Duits)
Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend
flickr
zaterdag 29 januari 2011
Jenny Erpenbeck | Tand
Labels:
23-01-2011,
29-01-2011,
Duits,
Duitsland,
fictie,
Jenny Erpenbeck,
korte verhalen,
Tand
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten