F. Springer - Quadriga: Een eindspel. Amsterdam, Querido, 2010 (2), 186 pagina's. 2010 (1).
In de nadagen van de DDR krijgt journalist Robert Somers een uitnodiging voor een werkbezoek aan Oost-Berlijn. Daar wordt hij toevertrouwd aan de raadselachtige Monika Rittner, de officiƫle gids die hem rondleidt en hem bij belangrijke Partijleden introduceert.
Terwijl Somers de grote successen van de DDR moet aanhoren en aanschouwen, valt hij in de slagschaduw van de Brandenburger Tor genadeloos voor de schoonheid van zijn gids. Is die aantrekkingskracht wederzijds, of speelt zij een geraffineerd spel met hem?
Op meesterlijke wijze schetst Springer in deze melancholische en tegelijk geestige roman een maatschappij die ten einde loopt en een man die zijn laatste liefde achterna reist.
F. Springer (Batavia, 1932) was van 1985 tot 1989 ambassadeur in Oost-Berlijn. In zijn inmiddels veertigjarige loopbaan als schrijver publiceerde hij onder meer de bekende romans Bougainville (1981), Bandoeng-Bandung (1983), Teheran, een zwanezang (1991) en Kandy (1998). Het grote publiek veroverde hij in 1990 met het Boekenweekgeschenk Sterremeer.
Kort samengevat is dit een roman over een Nederlandse journalist, die op uitnodiging van de DDR-regering dat land bezoekt. De journalist wordt daarbij begeleid door een vrouw die vermoedelijk voor de Stasi werkt en dus waarschijnlijk ook verslag over hem moet uitbrengen. Hij wordt verliefd op deze vrouw, die hem ook bij andere bezoeken begeleidt.
Deze informatie krijgen we in flashbacks gepresenteerd, want de hoofdverhaallijn speelt eind jaren ’90, waarin de Nederlander terugkeert naar het inmiddels herenigde Duitsland, op zoek naar de vrouw. Er is iets misgegaan, en de bedoeling is dat je het boek uitleest om erachter te komen wat er precies is gebeurd.
Ik heb het moeilijk gehad met deze roman. Dat komt doordat ik aan de ene kant wel wilde weten hoe het nu met die liefdesgeschiedenis tussen de Nederlandse Robert en de Oost-Duitse Monika zat, maar aan de andere kant raakte die geschiedenis me eigenlijk helemaal niet. Vooral het nadrukkelijke uitleggen en de lang doorgezette verwijzingen naar Boenin en zijn tragische liefde gingen me tegenstaan.
Dat maakte dat ik uiteindelijk de gedeeltes waarin Robert spreekt met zijn vriend Raaf, de Nederlandse ambassadeur in de DDR, boeiender vond dan de romance zelf. Raaf vertelt hoe het er achter de schermen in de wereld van regeringsleiders en diplomaten aan toegaat. Het cynische toon waarmee Springer zijn alter-ego over de gang van zaken in de DDR laat spreken, is bijzonder vermakelijk. En dan zijn de details niet vervelend, zoals de scene waarin een beurs in Leipzig wordt beschreven, en waar Erich Honecker Robert een hand geeft, 'die vochtig aanvoelde'.
F. Springer (een pseudoniem) was zelf de laatste ambassadeur van Nederland in de DDR. Nu ik deze roman heb gelezen, vind ik het jammer dat Springer er niet voor heeft gekozen zijn ervaringen uit die laatste jaren van de DDR in de vorm van non-fictieve memoires aan ons te presenteren. Samen met de andere landen waar Springer gestationeerd is geweest, moet dat toch een boek opleveren dat de moeite van het lezen waard is, zelfs in dit tijdperk van WikiLeaks.
F. Springer op Wikipedia
flickr
maandag 17 januari 2011
F. Springer | Quadriga
Labels:
14-01-2011,
17-01-2011,
F. Springer,
fictie,
Nederland,
Nederlands,
Quadriga,
roman
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten