Posts tonen met het label non-fictie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label non-fictie. Alle posts tonen

zaterdag 12 april 2014

A.L. Snijders en Erik Harteveld | Koude Oorlog aan de IJssel

A.L. Snijders en Erik Harteveld - Koude Oorlog aan de IJssel: Roman in brieven. Enschede, AFdH Uitgevers, december 2013, 188 pagina's.

Erik Harteveld en A.L. Snijders schreven samen Koude Oorlog aan de IJssel. Hartevelds bijdrage omvat de correspondentie tussen een Zwolse ingenieur en een Russische havenarbeidster uit de periode 1951-1953. Zestig jaar later schrijft Snijders brieven aan Harteveld over de IJssellinie, het geheime verdedigingswerk dat ons tegen de Russen moest beschermen in de beginjaren van de Koude Oorlog.

'Liefste Pieter,
Ik moest zo lachen toen je schreef dat je op je werk liep te fluiten op de gang! We hebben in Rusland de gewoonte om binnenshuis niet te fluiten. Het brengt ongeluk. Wie binnenshuis fluit, verliest wat hij bezit. Je fluit omdat je gelukkig bent en dat brengt juist ongeluk, mijn God, wat heeft het lot nog meer voor ons in petto?'

Dit is het begin van een brief van Klazina Borisovna Makarova aan Pieter Kottier. Opgetekend door Erik Harteveld in zijn roman over de bouw van de IJssellinie. Het is een verhaal over oorlogsangst en liefde die ontstaat in de schaduw van intriges en spionage. Harteveld kan heel goed roeren in dit potje. Bovendien komt de lezer interessante dingen te weten over het Rusland van de jaren vijftig. Niet alleen dat een Rus niet fluit binnenshuis, maar ook dat in de trolleybus de passagier die het dichtst bij het kaartjesscheurapparaat staat, het geld in ontvangst neemt en de kaartjes uitdeelt.
A.L. Snijders

A.L. Snijders beschrijft in dit boek zijn angst voor het onzegbare dat ons onverhoeds kan overvallen. Zomaar. Bij stil weer. Wij kunnen zonder voorbericht ten prooi vallen. Het kan elk moment te laat zijn. Angst als levenshouding. Strijdgas met de geur van nieuw linnen, plotselinge overstroming, verdwaalde kogels. Wordt deze angst beloond? Ja, met opluchting. Elke keer weer. Steeds opnieuw angst, steeds opnieuw opluchting in een macabere dans op aanzwellende muziek. Snijders is een kind van de Koude Oorlog. Een angstig kind. Wie kan hem helpen als de tijd het niet doet? Ik niet, ik zit barstensvol branie en bravoure. Ik tart alles wat mij bedreigt. Dat maakt ook mij een kind van de Koude Oorlog. Een argwanend kind. Jammer.
Erik Harteveld


Ik ben niet ver van de IJssel opgegroeid, lang nadat de Koude Oorlog zijn hoogtepunt beleefde. Over de Nederlandse militaire praktijk van verdediging tegen 'de vijand' door inundatie heb ik uiteraard van alles geleerd op school. Dat er ook serieuze plannen waren om zo dicht bij huis de boel onder water te zetten, heb ik pas lang na afloop van de Koude Oorlog gelezen. Nu is er Koude Oorlog aan de IJssel, waarin deze plannen en de daarvoor aangelegde waterwerken in fictie en non-fictie worden behandeld.

Het fictieve gedeelte is van de hand van Erik Harteveld. Het bestaat uit de correspondentie tussen Klazina (Klasja) Makarova (of liever gezegd majoor Parchomov) en Pieter Kottier. De Sovjets willen proberen de details te achterhalen van het project waarbij Kottier betrokken is: de IJssellinie. Dat zijn waterwerken in en rond de IJssel die het onder water zetten van het oosten van Nederland bij een aanval door het Rode Leger mogelijk maken. Kottier mag daarover uiteraard met niemand spreken.

Majoor Parchomov doet zich voor als Klazina Makarova, een nazaat van een voorouder van Kottier. Deze voorouder is, net als vele andere Ruslui vanuit Vriezenveen naar Petersburg vertrokken. Deze voorouder in Rusland blijven wonen. Makarova is van het gebruik van haar identiteit op de hoogte gesteld. Zij voorziet de majoor al dan niet vrijwillig van details uit haar persoonlijke leven die hij in de correspondentie kan verwerken. Hoe meer brieven er worden gewisseld, des te nauwer wordt de band tussen Kottier en Makarova. En hoe meer Kottier valt voor de Russische vrouw, des te meer hij vertelt over zijn bezigheden.

Het non-fictie gedeelte is van de hand van A.L. Snijders. Volgens de achterflap zijn het brieven, maar qua stijl en grootte doen de brieven eerder denken aan de ZKV's die Snijders normaal gesproken schrijft. Snijders schrijft vanuit het heden over onder andere zijn bezoeken aan de IJssellinie en het gevaar dat je vroeger liep als je er als nieuwsgierige burger rondliep. Er blijken daadwerkelijk mensen te zijn doodgeschoten.

De roman in brieven van Harteveld en de ZKV's van Snijders zijn weliswaar qua stijl volkomen verschillend, maar ze vullen elkaar mooi aan. Zo wordt 'wereldgeschiedenis' veel minder een ver-van-mijn-bedshow. Het wordt teruggebracht tot voor ieder mens te bevatten proporties én consequenties. Combineer dat met de mooie uitgave – inclusief heel veel foto's, en je hebt een prachtboek om zelf te lezen of cadeau te doen.

A.L. Snijders | Brandnetels & Verkeersborden

Erik Harteveld
A.L. Snijders op Wikipedia

flickr

dinsdag 18 december 2012

A.L. Snijders | Brandnetels & verkeersborden

A.L. Snijders - Brandnetels & verkeersborden. 194 ZKV's. Enschede/Doetinchem, AFdH, maart 2012 (2), 309 pagina's. 2012 (1).

Over de titel van dit zeerkorteverhalenboek (SIC) is veel te doen geweest. Kenners vonden Brandnetels & verkeersborden 'een dooie titel'. 'Daarom is-ie zo goed,' zei A.L. Snijders, 'net zo saai en oninteressant als mijn leven.' Een merkwaardig argument, aangezien de ZKV's in deze vijfde bundel andermaal getuigen van Snijders' rijke binnenleven en speelse geest en ons opnieuw laten kennismaken met een keu aan unieke figuren. Beschaving, cultuur, machines, overspel, literatuur, dieren: alle vertrouwde thema's keren terug.

AFdH Uitgevers maakt bij voorkeur boeken, ook literaire, waarin woord en beeld gecombineerd worden. Wij zijn er trots op dat we in deze bundel vier schilderijen van Gummbah konden opnemen. De tekenaar is een liefhebber van het werk van Snijders en andersom geldt hetzelfde: 'Mijn bewondering voor Gummbah geldt zijn vreemdheid. Als de Volkskrant komt, kijk ik altijd eerst naar zijn tekeningen. Dat hij zo'n woede bij doctorandussen weet te veroorzaken, vind ik fascinerend.'

Talloze malen was de auteur in het nieuws nadat hem in 2010 de Constantijn Huygensprijs werd toegekend, vaak vroeg men hem of hij veranderd is na alle toegezwaaide lof. Het antwoord is neen. A.L. Snijders is precies dezelfde gebleven. De auteur schreef ons: 'Als iemand vraagt: wat voor schrijver is die Snijders, zeg dan maar: een schrijver als andere schrijvers.' U begrijpt dat wij het daar niet mee eens zijn.

AFdH Uitgevers, Paul Abels & Martien Frijns


Voor het eerst maakte ik kennis met de ZKV's van A.L. Snijders in het fotoboek De geur van carbolineum: boerenschuren op erf en land van Lyde de Graaf. Brandnetels & verkeersborden is de eerste bundel zeer korte verhalen (ZKV's) die ik van Snijders las.

Ik moet het maar direct eerlijk toegeven: ik ben verkocht, Snijders heeft er een fanatieke fan bij. Ik ben gevallen voor de verhalen die soms maar uit twee, drie alinea's bestaan, waarin Snijders zó veel zegt en je tot zo veel gedachten aanzet, dat het lijkt alsof je op zijn minst een 'normaal' kort verhaal of roman hebt gelezen. De onderwerpen van de ZKV's variëren van jeugdherinneringen tot de kip die niet gepakt kan worden door een roofdier dat 's nachts rond Snijders' huis loopt, van lassen en de vraag of de ander wel kan lassen tot de boeken die Snijders gelezen heeft.

Deze zomer las ik Tommy Wieringa's Ga niet naar zee. Snijders schrijft over contact met de schrijver Tommy Wieringa, en beschrijft een persoon, Joost Conijn, die ook in de hierboven genoemde bundel van Wieringa figureert. Beide schrijvers schrijven met bewondering over deze persoon, die met een zelfgebouwd vliegtuig naar Afrika vliegt.

Nu ik Brandnetels & verkeersborden heb gelezen, begrijp ik dat Wieringa een jonge leerling van Snijders moet zijn. Beide schrijvers werken op dezelfde manier, al zijn de verhalen van Snijders vaak nog veel korter dan Wieringa's stukjes. Overeenkomend is ook de manier waarop beide schrijvers beschrijven wat hen bezighoudt in het dagelijkse leven en in hun gedachtewereld. Daarbij citeren beiden ook uit de werken die zij lezen, als er stukjes zijn die hen raken. Een citaat uit het verhaal Inktpot, waarmee Snijders op zijn beurt mij heeft geraakt:

Ik ga een verhaal lezen, ik installeer me in een diepe stoel. Het heet 'Het water der vergetelheid', geschreven door Vladimir Toetsjkov en vertaald door Monse Weijers. In de tweede alinea lees ik: 'Serjoga dook een jaar of acht geleden op. Als sneeuw in juli of een sproeiwagen in februari, als mensen met een verfijnde psychische constitutie de inktpot pakken en zachtjes beginnen te wenen.'
Ik houd op met lezen, wat betekent deze zin? Moet je een Rus zijn om dit te kunnen begrijpen? Ik ben een Hollander en wel degelijk getroffen door die inktpot en dat weten. De vertaler verwijst me naar een noot:

DE INKTPOT PAKKEN en ingetogen beginnen te wenen – toespeling op een gedicht van Boris Pasternak: 'Februari. De inktpot pakken en wenen.' (1912) Wat het in deze context betekent, is moeilijk te doorgronden.


Het verhaal sluit af met het plan dat Snijders maakt om deze regel uit te spreken in het bijzijn van een kennis, die over de hele wereld werkt, ook in Rusland. Hij stelt zich voor dat Pasternaks gedicht zo maar aan deze man kan zijn voorgelezen, ergens in een café in Rusland. Snijders hoopt dan op herkenning van de dichtregel in de ogen van die kennis. Dit is toch een prachtige manier om het beeld dat wij hier in het westen over Rusland hebben te verbeelden?

Snijders ontving in 2010 de Constantijn Huygensprijs. De aandacht voor deze bijzondere schrijver is sindsdien enorm toegenomen. Dat is, vind ik, terecht, want de ZKV's van Snijders verdienen het door zo veel mogelijk mensen te worden gelezen. Al was het maar omdat Snijders zo hartstochtelijk jonge bezoekers en ons lezers aanspoort de stukken van Karel van het Reve te lezen.

A.L. Snijders op Wikipedia

flickr

donderdag 22 november 2012

Pearl Goodman | Peril

Pearl Goodman – Peril: From Jackboots to Jack Benny. Bridgeross Communications, Dundas, Ontario, 2012, 197 pagina's.

The daughter of Holocaust survivors, Pearl Goodman grew up in Toronto in the 1960s. In this exceptionally original memoir, written with wry humor and a sharp satirical eye, she juxtaposes popular culture with the jarring transitions and contradictions in her and her parents' lives. Striving to make sense of her emerging identity, she invokes TV shows, ads, movies, and distinctive details of the material and ideological landscape, while interweaving them with her parents' harrowing wartime experiences of concentration and refugee camps, and the drama and uncertainty of their postwar emigration first to Israel, and then to Canada.


Peril ontving ik in het kader van het EarlyReviewers programma van LibraryThing. Het is een boek waar ik zonder dat programma niet zo snel tegenaan zou zijn gelopen. Het is een autobiografisch boek, waarin de schrijfster, Pearl Goodman, haar herinneringen aan haar jeugd in Toronto beschrijft, van eind jaren '50 tot eind jaren '60.

Zoals iedereen weet veranderde de wereld in die jaren in rap tempo. Waar dat in 'normale' gezinnen al voor een generatiekloof zal hebben gezorgd, leidde dit in het gezin waarin de schrijfster opgroeide tot een nog grotere kloof, omdat haar ouders kampen met trauma’s opgelopen tijdens hun opsluiting in onder andere Auschwitz en de moeilijke weg naar het land waar ze uiteindelijk zullen blijven wonen, Canada.

Je zou dan al snel kunnen denken dat Peril daarmee alleen een beklemmend, treurigstemmend boek moet zijn geworden, maar dat is het niet. Natuurlijk zijn de ervaringen en trauma’s die Goodman beschrijft vreselijk, maar ze beschrijft het met een heel aangenaam aanvoelende humor. Die dialogen sprankelen en doen je, ondanks de tragiek van die verwoeste levens, glimlachen.

Het lezen van dit boek is geen lichte kost, maar het toont wel aan dat de trauma’s die je als mens hebt opgelopen daarna wel degelijk in alle facetten van het leven aanwezig zijn – ook als het de opvoeding van kinderen betreft en dat daardoor die kinderen ook weer beschadigd kunnen raken. Peril is daarom een belangwekkend boek.

flickr

zaterdag 15 september 2012

Eduard Kochergin | Christened With Crosses

Eduard Kochergin – Christened With Crosses: Notes taken on my knees. London, Glagoslav Publications, 2012, 226 pagina's. 2009 (1, Rusland).
Oorspronkelijke Russische titel: Крещенные крестами: записки на коленах, vertaald door Simon Patterson en Nina Chordas.

Orphaned when his parents are taken away as "enemies of the people", young Stepanych finds himself a ward of the Soviet state. He is miraculously rescued from a government orphanage in Nazi-besieged Leningrad, only to be placed in another children's institution in Siberia–a place of Dickensian attributes, where the leaders earn nicknames like Toad and Screwface, and where the young inmates are able to live their own lives only in secret, by night. Desperately longing for his native city and his Polish mother, Bronya, Stepanych flees the orphanage soon after the end of World War II.
This prizewinning memoir is the unforgettable story of a young boy’s dangerous, adventure-filled westbound journey along the railways of postwar Russia. Whether befriending a blind runaway, falling in with a gang of train burglars, witnessing an ancient beer-brewing ritual in a northern Russian village, learning the craft of fire-building from a Siberian hashish smuggler, or mastering the art of tattooing from a former Japanese War prisoner, Stepanych exhibits the resourcefulness and inner strength that allow him to triumph over peril and hardship. Most of all, this future artist hones the observant eye that will later enable him to vividly recount for his readers the several years of his long, obstacle-filled journey home.


Eduard Kochergin, geboren in de Sovjet-Unie in 1937, is een beroemde decorontwerper, die een groot gedeelte van zijn jeugd in kindertehuizen van de staat heeft doorgebracht. Hij kwam daar terecht nadat eerst zijn vader, een Rus, en later ook zijn moeder, een Poolse, werden gearresteerd. Kochergin kan zich alleen zijn moeder herinneren.

In Christened With Crosses beschrijft Kochergin dat wat hij zich herinnert van zijn jeugd: de idyllische tijd met zijn moeder, waarin hij alleen Pools leert spreken, zijn jaren in verschillende kindertehuizen van de staat en de lange reis vanuit Siberië naar het westen, met alle gevaren van dien. Het boek sluit af met de hereniging van Stepanych, Kochergins bijnaam in de kindertehuizen, met Bronya, zijn moeder, nota bene in het hoofdkwartier van de NKVD, in de Admiraliteit in de stad die toen Leningrad heette.

Verwacht van Christened With Crosses geen mooi aan elkaar geregen streng opgepoetste herinneringen. Kochergin springt van herinnering naar herinnering, de ene nog schrijnender dan de andere. De ondertitel van het boek, Notes taken on my knees kondigt dat al aan. Het resultaat is een fragmentarische verzameling herinneringen, waaruit, vind ik, toch een samenhangend beeld ontstaat van een intrigerend fenomeen: de bezprizorniki. Dit zijn kinderen die zonder toezicht van hun ouders opgroeien, vaak op straat, omdat hun ouders tijdens de Burgeroorlog of de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, zoals in het geval van Kochergin, verdwenen zijn.

Volgens de achterflap beschrijft Kochergin Dickens-achtige taferelen in de kindertehuizen in de Sovjet-Unie tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Omdat ik nooit iets heb gelezen van Dickens, kan ik dat niet bevestigen. Het is echter wel een ontluisterend en treurigmakend beeld dat Kochergin schetst van de kindertehuizen waarin Stepanych verblijft. Onderweg ontmoet Stepanych andere bezprizorniki en zowel welwillende als kwaadwillende volwassenen. Als je uitgaat van de totale greep van Stalins systeem op het leven van de burger is het een wonder dat Stepanych überhaupt aankomt in Leningrad, zonder ergens voorgoed te worden opgesloten.

Het onderwerp van Christened With Crosses greep me direct. De fragmentarische structuur werkte goed voor mij. Kochergin vertelt zijn verhaal over vastberaden volharding, hoe klein je kansen ook lijken, boeiend. Ik wist verder weinig van de bezprizorniki in de beschreven periode, direct na de Tweede Wereldoorlog, en dat maakt dat ik dit boek met bijzonder veel plezier heb gelezen. Kochergin won voor deze roman de National Beststeller Prize 2010.

Eén minpunt: er staat zoveel jargon in het boek, dat ik het erg jammer vind dat ik het boek in het Engels heb gelezen, en niet in het Russisch.

flickr

dinsdag 3 juli 2012

Светлана Алексиевич | Чернобыльская молитва

Светлана Алексиевич - Чернобыльская молитва: Хроника будущего. Москва, Время, 2007, 384 стр.
(Svetlana Aleksievich - Chernobyl'skaya molitva: Khronika budushchego. Moskva, Vremya, 2007, 384 str.)

Несколько десятилетий Светлана Алексиевич пишет свою хронику "Голоса Утопии". Изданы пять книг, в которых "маленький человек" сам рассказывает о времени и о себе. Названия книг уже стали метафорами: "У войны не женское лицо", "Цинковые мальчики", "Чернобыльская молитва"... По сути, она создала свой жанр - полифонический роман-исповедь, в котором из маленьких историй складывается большая история, наш XX век.
Главной техногенной катастрофе XX века - двадцать лет. "Чернобыльская молитва" публикуется в новой авторской редакции, с добавлением нового текста, с восстановлением фрагментов, исключенных из прежних изданий по цензурным соображениям.


In maart 2012 las ik De generatorgeneratie, een boek van de Nederlandse journaliste Franka Hummels over de gevolgen van de ramp in Tsjernobyl voor de bevolking van met name Wit-Rusland, toen en nu. Zij refereert daarin verschillende keren aan dit boek van de Wit-Russische journaliste Svetlana Aleksievich. Ik had dat boek al een paar jaar op de plank staan, dus het moest er maar eens van komen.

Aleksievich past in dit boek een beproefde methode toe: zij interviewt mensen die rechtstreeks met het onderwerp te maken hebben gehad, en zij tekent hun verhalen op, zonder daarbij commentaar te leveren. Zo deed ze dat in Zinky Boys, waarin ze verhalen optekende van mensen die in Afghanistan hebben gevochten, en zo doet ze dat in dit boek. De journaliste Aleksievich beperkt zich hooguit tot het schrijven van een voorwoord of een nawoord.

Ik begrijp dat Aleksievich bij het optekenen en publiceren van die verhalen problemen ondervindt - dat men toch niet wil praten, of dat bepaalde delen van het boek haar niet in dank worden afgenomen. Zo wordt op mijn uitgave vermeld dat het wél een volledige versie is.

Voor mij werkt deze manier van vastleggen van persoonlijke verhalen. Het maakt een gebeurtenis die moeilijk te bevatten is toegankelijker, juist doordat de geschiedenis op een menselijk niveau wordt gepresenteerd. Aleksievich is daarbij zowel geïnteresseerd in de ervaringen van de slachtoffers die bewust onwetend zijn gehouden, als in de verhalen van de mensen die het overheidsbeleid uitvoerden. Vooral dat laatste is interessant: er zijn mensen die het handelen van twintig jaar geleden nog steeds verdedigen, en er zijn mensen die direct al tot de conclusie kwamen dat zij zich niet konden verenigen met de nadrukkelijke wens van de leiding in Moskou om 'geen paniek te veroorzaken onder de bevolking'.

Het resultaat is een ontluisterende verzameling menselijke ellende. Het ergste is nog wel dat je je tijdens het lezen realiseert dat de gevolgen veel minder erg zouden hoeven zijn, als er direct adequaat was gehandeld door de nationale en lokale overheden. Dit boek is in het Engels verschenen onder de titel Voices from Chernobyl: The Oral History of a Nuclear Disaster. Er is daarom geen enkele reden om niet kennis te nemen van de inhoud van het boek.

Svetlana Alexievich | Zinky Boys

Svetlana Aleksievich op Wikipedia (Engels)

flickr

dinsdag 26 juni 2012

Adriaan van Dis | Stadsliefde

Adriaan van Dis – Stadsliefde: Scènes in Parijs. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Augustus, 2011, 211 pagina's.

Adriaan van Dis woonde ruim zeven jaar in Parijs en nog steeds voelt hij zich verbonden met die stad en probeert hij de helft van zijn tijd er door te brengen. Hij huurt er een chambre de bonne, waar een deel van zijn boeken staat en van waaruit hij door de stad wandelt – week in week uit. Hij is er onzichtbaar en verkent wijken waar gewoonlijk geen toeristen komen. Voor hem is Parijs een altijd veranderende stad: gekleurd, verscheurd en vol verborgen geschiedenissen. Hij gaat mee uit boksen met de zoon van zijn werkster uit Sri Lanka, bezoekt het variété met een verlepte danseres, dwaalt met oude getuigen langs beladen adressen en kijkt achter de luiken waar de illegalen werken. Het nieuwe Europa voltrekt zich voor zijn ogen. Van Dis wandelt om het avontuur en doet daarvan verslag in dagboek en verhalen. In Een blanke koopt een paar schoenen brengt hij het beste bijeen.


In 2007 verscheen van Van Dis de roman De wandelaar. Deze roman was gesitueerd in Parijs, de stad waar Van Dis voornamelijk woonde toen hij aan deze roman werkte. Parijs speelt in De wandelaar een belangrijke rol, naast de hoofdpersonages uiteraard. In Stadsliefde zijn Van Dis' persoonlijke aantekeningen en stukjes over de jaren in Parijs verzameld. Stadsliefde is non-fictie.

Grofweg kun je stukken in de bundel verdelen in drie categorieën: stukken over Van Dis' leven in Parijs en zijn pogingen om te integreren, stukken over de stad zelf, waarbij wordt benadrukt dat Parijs een van de culturele hoofdsteden van Europa is, en stukken die ook over de stad gaan, maar dan over de minder glamoureuze kant van de stad, zoals de zwervers – die vaak permanent in 'een eigen straat wonen' of de grote groepen allochtonen, die tot de banlieues veroordeeld zijn en die zich buitengesloten voelen.

Ik ben nooit in Parijs geweest, maar door deze bundel heb ik het gevoel gekregen dat ik de stad toch een beetje ken en dat het hoog tijd wordt om mijn eigen indrukken van deze stad op te doen. De stukjes waarin Van Dis schrijft over hoe hij probeert te integreren en de stukjes over de zelfkant van de stad spraken me het meest aan. Dat een stad als Parijs haast dorps kan zijn, bijvoorbeeld doordat de eigenares van de supermarkt haar vaste klanten op de pof laat kopen, kon ik mij niet voorstellen. Van Dis schrijft daar smaakvol, en met humor over.

Het meest echter spraken me de stukjes aan waarin Van Dis de kloof tussen de keurige Hollandse heer die Van Dis is, en de allochtone jongeren in de buitenwijken van Parijs probeert te overbruggen, zoals in het stukje waarin Van Dis, een fanatieke wandelaar, probeert een bepaald type Reebokschoenen te kopen waarover hij in de krant heeft gelezen. Hij gaat van winkel naar winkel en laat ons daarbij een wereld zien die niet zijne, maar ook niet de mijne is. Ook laat hij in deze stukjes het alledaagse buitengesloten worden zien – bijvoorbeeld het veel aangehaalde incident waarbij een donkere Fransman de Marselleise moet zingen in de metro, om politieagenten te bewijzen dat hij 'een van hen' is. Van Dis zwijgt evenmin over de rellen die in 2005 de banlieues van het hele land teisterden. Sterker nog: daar waar de politie de wijken niet meer in durfde, ging Van Dis wel op onderzoek uit.

Van Dis houdt ons een spiegel voor, waarin wij zien dat integreren moeite kost, dat het een kwestie van tijd en energie investeren is. En dat de hand niet alleen door de immigrant, maar ook door de autochtonen in het gastland moet worden uitgestoken. Stadsliefde laat de vele gezichten van Parijs zien, en uit de beschrijvingen blijkt de liefde van de auteur voor zijn nieuwe woonplaats. Het is een zeer leesbare en interessante bundel. Eenieder die Parijs zal bezoeken, doet er goed aan het te lezen.

Adriaan van Dis | Tikkop
Adriaan van Dis | De reisromans
Adriaan van Dis | De wandelaar

Adriaan van Dis op Wikipedia

flickr

zondag 27 mei 2012

Kysia Hekster | De Poetinshow

Kysia Hekster – De Poetinshow: En het Rusland van de Russen. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij L.J. Veen, 2012, 191 pagina's.

Vladimir Poetin, al meer dan een decennium de machtigste man van Rusland, laat zijn leiderschap maar al te graag zien. Op televisie zien de Russen hem vissend met ontbloot bovenlijf, galopperend over de Siberische steppe, als copiloot die hoogstpersoonlijk de verstikkende bosbranden blust. Met deze tot in de puntjes geënsceneerde mediaoptredens suggereert Poetin alles onder controle te hebben in zijn super-Rusland, een supermacht.

Maar in De Poetinshow laat Kysia Hekster zien hoezeer het echte Rusland afwijkt van de propaganda die de bevolking dagelijks krijgt voorgeschoteld. Het Rusland van de Russen komt tot leven in de verhalen van politieman Aleksej Dymovski, die via YouTube uit de school klapte over grootschalige corruptie binnen zijn korps; van blogger Aleksej Navalny, die in december 2011 de massale anti-Poetindemonstraties op gang bracht; en van journalist Anna Politkovskaja, die vanwege haar kritische berichtgeving over Tsjetsjenië werd geliquideerd.

De Poetinshow is een scherp, meeslepend en urgent boek: onmisbaar voor iedereen die het Rusland van nu wil begrijpen.

Kysia Hekster (1971) is NOS-correspondent in Rusland.


Hekster beschrijft in dit boek de gapende kloof tussen Poetin, die inmiddels weer president is van Rusland, en het Russische volk. Heb je nog niet veel over het moderne Rusland gelezen, dan is het een prettige ervaring om al deze zaken zo op een rijtje gezet te kunnen lezen, op een toegankelijke manier geschreven bovendien.

Ben je echter wat beter op de hoogte van de situatie in Rusland, dan voegt dit boek echter weinig toe. Zo komt Hekster niet tot diepgaande conclusies of analyses – ze observeert en beschrijft en daar blijft het bij. Wel raadt Hekster een aantal werken van anderen aan, bijvoorbeeld van de vermoorde journaliste Politkovskaja. Begrijp me niet verkeerd: ik heb beschouw het lezen van dit boek niet als 'verloren tijd', maar het heeft bij niet tot nieuwe inzichten geleid.

Kysia Hekster

flickr

vrijdag 6 april 2012

Jelle Brandt Corstius | Van Moskou tot Medan

Jelle Brandt Corstius - Van Moskou tot Medan. Amsterdam, Prometheus, 2010, 116 pagina's.

Jelle Brandt Corstius vertrok in het voorjaar van 2005 op de bonnefooi naar Moskou om correspondent voor het dagblad Trouw te worden. Het werd een groot succes. Hij ontpopte zich niet alleen als een voortreffelijk journalist, maar ook als een publiekslieveling, die met zijn televisieseries over Rusland een miljoenenpubliek aan zich bond.
Sinds dit voorjaar is hij terug in Amsterdam, maar niet permanent. Hij reist sindsdien de wereld rond, op zoek naar de beste verhalen: van Rusland tot Indonesië, en van Ethiopië tot de pier van Scheveningen.
In Trouw deed hij wekelijks verslag van zijn omzwervingen. Van Moskou tot Medan is de gebundelde weergave van zijn reizende bestaan. In het boek komen de dagelijkse beslommeringen van een reiziger in den vreemde aan bod. Zoals daar zijn: elleboogvechten met passagiers in een vliegtuig, rondrijden in een Russische auto uit 1984, en wedden op een Balinees hanengevecht.

Jelle Brandt Corstius (1978) publiceerde eerder de boeken Rusland voor beginners en Kleine landjes. Na het enorme succes van zijn televisieseries Van Moskou tot Magadan en Van Moskou tot Moermansk, waarmee hij wekelijks een miljoen kijkers trok, presenteert hij deze zomer het VPRO-programma Zomergasten.


In 2008 las ik van Brand Corstius Rusland voor gevorderden. Dat boek stelde me teleur, omdat het in wezen niet veel verschilde van andere boeken van Nederlandse correspondenten in Rusland én omdat het niets werd tussen Brandt Corstius' toon en mij. Ik heb dan ook lang getwijfeld of ik deze bundel columns uit Trouw zou kopen voor mijn verzameling 'Boeken over Rusland, de voormalige Sovjet-Unie en het Oostblok'.

Nu ik het boekje gelezen heb, blijkt dat het deze keer wel klikte. Ik heb hardop gelachen bij het lezen, en dat terwijl ik met flinke hoofdpijn op de bank lag na te zieken toen ik het boek las. Misschien is het sarcasme en de zelfspot waarmee Brandt Corstius schrijft gewoon beter te behappen als het in stukjes van anderhalve pagina wordt gedoseerd.

De column met de titel Jelle – geeft antwoord is me het meest bijgebleven. Daarin spreekt hij over de vele mensen, vooral Russen in Nederland, die hem hebben gevraagd waarom hij steeds maar zo negatief schrijft over Rusland. Hij zegt daarover:

Ik zat daar niet als reclamemaker of reiziger, maar als journalist. In de journalistiek ben je op zoek naar zaken die ertoe doen en naar veranderingen. Vaak zijn de dingen waar journalisten in geïnteresseerd zijn, niet prettig. […]. [bladzijde 45/46]

Hij sluit de column af met een stukje waarmee hij mijn hart heeft gewonnen:

Sommige klagers ondertekenden hun brief met 'Patriot'. Maar de echte patriotten zijn de mannen en vrouwen die in mijn serie en in de stukjes voor Trouw zo dapper zijn geweest om eerlijk te vertellen hoe het is. Een tachtigjarige op een demonstratie. Een vrouw die vertelt over een journalist die ernstig in elkaar werd geslagen omdat hij schreef over illegale boomkap door de lokale regering. Een moeder wier zoon zich had opgehangen omdat hij de ontgroeningen in het leger niet meer aankon. Dit zijn de mensen die begrijpen dat je problemen niet moet wegstoppen, maar juist naar buiten moet brengen. Dit zijn de mensen die iets willen veranderen. [bladzijde 46]

De politieke ontwikkelingen van het afgelopen halfjaar in Rusland hebben eens te meer duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat aan dappere mensen de mogelijkheid wordt geboden om hun stem te laten horen, in het groot of in het klein. Daarom is het goed dat Brandt Corstius zo aan het einde van zijn correspondentschap heeft uitgelegd waarom hij niet zitten op een roze wolk heeft geschreven over Rusland.

Jelle Brandt Corstius | Rusland voor gevorderden

Jelle Brand Corstius

flickr

dinsdag 13 maart 2012

Franka Hummels | De generatorgeneratie

Franka Hummels - De generatorgeneratie: Leven na Tsjernobyl. Amsterdam/Antwerpen, Contact, 2011, 271 pagina's.

In de Oekraïense grensplaats Tsjernobyl ontploft op 26 april 1986 een kernreactor. Wereldwijde paniek is het gevolg. In Wit-Rusland, waar 70 procent van de nucleaire regen valt, weten de mensen van niets. Sommigen geloven zelfs dat de straling afneemt als ze veel wodka drinken. Niemand kent de feiten, want de regenring houdt nog steeds veel informatie achter. Mismaakte kinderen, extreem veel gevallen van schildklierkanker en vruchtbaarheidsproblemen doen het ergste vrezen.

De kinderen van toen zijn volwassen geworden en Franka Hummels sprak met deze Wit-Russische 'generatorgeneratie'. Welke invloed heeft de ramp op hun gezondheid en mentaliteit? Hoe is het om op te groeien in een dictatuur waarin de waarheid geen rol speelt? Aan de hand van de levensverhalen van drie hoofdpersonen belicht Hummels de menselijke kant van deze ramp.

Franka Hummels (1978) is freelance journalist. Na een studie geschiedenis en een postdoctorale opleiding journalistiek vertrok ze naar Londen, waar ze correspondent was voor het Algemeen Dagblad. Ze werkt nu voor verschillende tijdschriften en voor Radio 1. Hummels komt al tien jaar met grote regelmaat in Wit-Rusland, waar ze onder andere een documentaire maakte over jongerenbewegingen en oppositie.


In 2009 bezocht ik in Kiev het Tsjernobylmuseum. Een indrukwekkende ervaring. Het begint al voordat je de eigenlijke tentoonstellingsruimte betreedt. Je moet eerst een trap op lopen. Boven die trap hangen plaatsnaamborden. Alle borden dragen de naam van dorpen en stadjes die na de Tsjernobylramp onbewoonbaar zijn verklaard. En dat is nog maar het begin.

De tentoonstelling toont met foto's, kleding en attributen hoe een gedeelte van Oekraïne tot onbewoonbaar gebied verklaard moest worden en wat dat voor gevolgen had voor de mensen die er woonden, maar ook voor de mensen die in de kerncentrale werkten en voor de mensen die na de ramp in de centrale en in de zone rond de centrale te werk werden gesteld om de gevolgen van de ramp te bestrijden, de likvidatory.

Des te groter was het contrast, een paar dagen later, toen een nieuwe versie van een computerspel, S.T.A.L.K.E.R.: Зов Припяти (S.T.A.L.K.E.R.: Call of Pripyat) werd geïntroduceerd op het plein voor ons hotel. Het spel is gesitueerd in de zone rondom de kerncentrales in Tsjernobyl. In die zone kom je allerlei gemuteerde wezens tegen, waartegen je moet strijden. Er werd een heus festival ter ere van de introductie van het spel georganiseerd, waarop veel in de juiste kleding uitgedoste jongeren afkwamen. Het was raar om te zien hoe een ramp als die in Tsjernobyl commercieel geëxploiteerd wordt.

Tot zover mijn Oekraïense indrukken van Tsjernobyl, vanuit Kiev in 2009. Hummels wijdt in haar boek De generatorgeneratie één hoofdstuk aan hoe men in Oekraïne op dit moment omgaat met de de ramp in Tsjernobyl, als contrast met de manier waarop dat in Wit-Rusland gebeurt. Zij interviewt bijvoorbeeld de directrice van het Tsjernobylmuseum in Kiev. Vandaar mijn lange introductie via mijn eigen herinneringen en foto's.

Hummels komt zeer regelmatig in Wit-Rusland. Tijdens die bezoeken heeft Hummels een groot aantal mensen geïnterviewd, omdat ze nieuwsgierig is naar de mensen die achter de statistieken schuilgaan. Hoe is de evacuatie verlopen, wat herinneren zij zich van die mooie lentedagen in 1986, direct na de ramp, hoe gaat het met hun gezondheid, kunnen zij zonder problemen kinderen krijgen? Wat is de invloed van de officiële opvattingen van de staat op de manier waarop de Wit-Russen denken over de ramp? En wat drijft mensen die een andere opvatting zijn toegedaan om tegen de officiële opvattingen in te gaan, ook als dat betekent dat zij hun werk verliezen of gearresteerd zullen worden?

Het resultaat is een bijzonder interessant, heel leesbaar geschreven boek. De generatorgeneratie biedt inzicht in hoe een dictatuur functioneert, hoe de staat ook het denken over de Tsjernobylramp wil controleren, hoe wetenschappelijke gegevens worden gemanipuleerd, hoe hulpgoederen niet meer rechtstreeks kunnen worden afgeleverd bij de mensen die ze nodig hebben, maar moeten worden afgeleverd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, zodat vervolgens de indruk kan worden gewekt dat de hulpgoederen van de staat komen, hoe de kinderen die in het buitenland op krachten kunnen komen worden ingezet bij diplomatieke spelletjes.

Bijzonder is dat Hummels beschrijft hoe het denken van haar tolk, Paulina, over de ramp gaandeweg wijzigt. Eerst deelt Paulina haar mee dat zij zich niet kan voorstellen waarom een buitenlandse journalist over een ramp die al zo lang geleden heeft plaatsgevonden wil schrijven. Uiteindelijk ziet zij zelf in dat de ramp weliswaar meer dan 25 jaar geleden is, maar dat de gevolgen nog dagelijks voelbaar zijn voor velen in haar land. En dat zijzelf ook door de ramp geraakt is.

De generatorgeneratie is verplichte kost voor iedereen die zich interesseert voor Wit-Rusland en voor de gevolgen van de Tsjernobylramp. Des te wranger was het dat ik het boek las in het weekend waarin de tsunami en de daaropvolgende kernramp in Fukushima van 11 maart 2011 werd herdacht.

Franka Hummels

zaterdag 10 maart 2012

Robert Giebels | Onze excuses voor het ongemak

Robert Giebels - Onze excuses voor het ongemak: Adembenemende avonturen van een treinforens. Amsterdam, Balans, 2011, 172 pagina's.

Elke ochtend nemen minstens een half miljoen mensen de trein naar hun werk. En 's avonds gaan ze weer terug. Dat forenzen vormt een substantieel deel van hun leven. Maar in het koninkrijk van de treinforens gaat het niet altijd helemaal goed. En soms gaat het zelfs helemaal fout.

Volkskrant-journalist Robert Giebels, treinforens, schrijft even hilarisch als waarheidsgetrouw over de uitdagingen waar hij en zijn soortgenoten voor staan. Al jaren lang zit hij elke dag een uur of vier in de trein. Kwaad maakt hij zich allang niet meer. Wel vrolijk. Over kleine vertragingen die ontaarden in onbeheersbare calamiteiten. Over treinen die wegrijden zodra er horden forensen op af komen. Over de onnavolgbare treininformatie die van redelijke reizigers radeloze gokkers maakt. En over het harde werken dat reizen met de NS eigenlijk is.


Ik forens met de trein, maar ik klaag niet. Met deze zin opent deze bundel. In het laatste hoofdstuk meldt Giebels dat er vooral toch ook heel veel goed gaat bij NS. De bundel begint dus met een vrolijke noot begint en eindigt met een bemoedigende vaststelling. Daartussen volgen allerlei beschrijvingen van calamiteiten die zich de afgelopen jaren op het spoor hebben voorgedaan, zoals een omvangrijke stremming bij station Den Bosch, omdat er een bom in een trein zou zijn achtergelaten. Giebels beschrijft de gevolgen van dit soort calamiteiten voor zijn dagelijkse reizen tussen Breda en Amsterdam.

Zoals in de eerste zin wordt aangekondigd, klaagt de forens in kwestie niet. Integendeel, hij benadrukt in zijn columns dat de doorgewinterde forens niet meer klaagt, maar er juist het beste van probeert te maken. In zijn optiek zijn de ergste klagers juist de onervaren reizigers. In een top tien van do's en don'ts staat dan ook dat je je waardig moet gedragen. Ook vind je in deze bundel instructies voor het verkrijgen van de beste zitplaats, en een trei-netiquette. Op nummer 1 van wat je niet moet doen, is instappen in de eerste klas om door te lopen naar de tweede klas, zodat je eerder in de tweede klas binnen bent dan de mensen die buiten voor de tweede klas in de rij staan.

De stukjes van Giebels zijn zeer leesbaar, vaak zelfs grappig. Voor degenen die zelf veel met de trein reizen zal deze bundel een feest der herkenning zijn. En ik ben vooral blij dat ik op de fiets naar mijn werk kan gaan!

donderdag 22 december 2011

Martin Bril | Het evenwicht

Martin Bril - Het evenwicht: Ineens kanker. Amsterdam, Prometheus, 2011, 321 pagina's.

In de zomer van 2008 hoorde Martin Bril dat hij kanker had. Het weerhield hem er niet van door te gaan met schrijven en met het maken van zijn boeken. Nederland leefde mee met Bril, die af en toe verslag deed van zijn toestand. Soms indringend of ernstig. Soms melancholiek. Vaker met humor. maar altijd vol met zijn meesterlijke observaties van de mensen en dingen die op zijn pad bleven komen, ook in het ziekenhuis of tijdens het lezen van een bijsluiter.
Bril ging de ziekte te lijf zoals een schrijver dat doet: met zijn pen. Hij schreef brieven, verslagen, gedichten en e-mails aan vrienden, bekenden, artsen en soms aan zichzelf.
Het evenwicht is Brils unieke, hoogstpersoonlijke verslag van zijn ziekte. Maar het is veel meer dan dat. Uit de enorme hoeveelheid materiaal maakte zijn vrouw Anneke een prachtige selectie, afgewisseld met de schitterende columns die Bril tijdens zijn ziekte voor de Volkskrant bleef schrijven. Het evenwicht is het ultieme bewijs van Martin Brils schrijverschap. Het is een literair document van grote waarde.

Martin Bril overleed 22 april 2009. Hij was de grootste en populairste columnist van zijn generatie. Honderdduizenden lezers begonnen jarenlang hun dag met de Volkskrant-column van Martin Bril.


Sinds Martin Bril in 2001 van Het Parool naar de Volkskrant overstapte, heb ik zijn columns praktisch iedere dag gelezen, altijd met veel plezier. Vlak na die overstap kreeg Bril voor het eerst kanker. Hij keerde, gelukkig, na een aantal maanden terug op 'zijn' plek: rechts op de eerste pagina van het tweede katern. Het evenwicht beschrijft de terugkeer van de kanker, op een andere plek en in een vorm die uiteindelijk niet te overwinnen bleek.

Uit de columns die in de Volkskrant verschenen was natuurlijk al een beeld ontstaan van hoe Bril het gevecht met deze ziekte steeds meer verloor. Ik vond het erg aangrijpend om deze bekende columns nu zo achter elkaar gerangschikt te lezen. Om te zien hoe de hoop wordt afgewisseld met moedeloosheid, om dan toch weer om te slaan in optimisme.

Het evenwicht is samengesteld onder redactie van mevrouw Bril, zoals Bril zijn vrouw in zijn columns noemde. Zij heeft niet alleen columns opgenomen, maar ook een aantal e-mails die Bril schreef aan zijn contacten bij de Volkskrant, zijn artsen en vrienden.

Ik begrijp waarom mevrouw Bril dit heeft gedaan: zij wil de mens Bril en zijn worsteling met de ziekte een plaats in dit boek geven. Het voelt echter vreemd om deze soms wel heel erg persoonlijke e-mails te lezen. Bril gaf zichzelf immers niet volledig bloot in zijn columns, en dat dit nu door middel van deze e-mails alsnog gebeurt, na zijn dood, geeft je het gevoel alsof je ongevraagd meeleest over de schouder van de schrijver, terwijl hij zijn e-mails tikt. Ik vraag me af of dit voor Brils overlijden zo is afgesproken door mijnheer en mevrouw Bril.

Toch vind ik Het evenwicht een mooi monument voor de schrijver en de mens Bril. Het evenwicht stemt niet vrolijk, maar als je van Brils columns hebt genoten, is dit boek zeker interessant. ’t Is geen 'lichte lectuur' voor op het strand, maar het is zéker het lezen waard.

Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril | Mijn leven als hond

Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia

flickr

dinsdag 25 oktober 2011

Dave Eggers | Wat is de Wat

Dave Eggers – Wat is de Wat: De autobiografie van Valention Achak Deng. Lebowski, 2009, 447 pagina’s. 2006 (1, Verenigde Staten).
Oorspronkelijke Engelse titel: What is the What, vertaald door Wim Scherpenisse en Gerda Baardman.

Wat is de Wat is het verhaal van Valentino Achak Deng, een jongen die een vluchteling wordt in het door oorlog verscheurde Zuid-Soedan. Zijn reis, van bijna bijbelse proporties, brengt hem in contact met vijandelijke soldaten, rebellen, hyena’s en leeuwen, ziekte en hongersnood, en de dodelijke murahaleen – dezelfden die op dit moment Darfur teisteren. Het biedt een onthullend en ontluisterend portret van een land in staat van bloedige oorlog, en van een jongen die van de ene in de andere onwerkelijke situatie wordt gekatapulteerd.

Wat is de Wat is spraakmakend, opwindend en herhaaldelijk hartverscheurend – een onmisbaar boek.


Afgelopen zomer haalde de strijd in Soedan het nieuws. Nadat begin dit jaar de bevolking in een referendum was geraadpleegd, werd op 1 juli 2011 de onafhankelijke Republiek Zuid-Soedan uitgeroepen. In de weken na het uitroepen van de zelfstandigheid volgende nog een krantenartikel hier of een nieuwsitem daar, maar inmiddels is het weer net zo stil rond Soedan en Zuid-Soedan als daarvoor. Die stilte doorbreken, aandacht vragen voor wat er in dat land (of inmiddels die landen) aan de hand is, dat is wat Dave Eggers en Valentino Achak Deng voor ogen stond met dit boek.

Die opzet is wat mij aangaat geslaagd. Ik wist wel over de problemen in Darfur, maar dat de problemen grootschaliger zijn en al veel langer duren, dat was mij tot nog toe niet bekend. Omdat het leven en lot van Valentino Achak Deng zo beïnvloed wordt door de gebeurtenissen in Soedan en de regio waarin Soedan zich bevindt, dringt de toestand meer tot je door dan je lief is.

De ondertitel van het boek luidt De autobiografie van Valentino Achak Deng. Als ik het me goed herinner, heeft Deng zijn geschiedenis verteld aan Eggers, die het vervolgens tot een roman heeft omgevormd. Eggers gebruikt als vorm een raamvertelling: in het heden vertelt hoofdpersoon Deng, inmiddels volwassen en tot de Verenigde Staten toegelaten als vluchteling, hoe hij als kind op drift raakt, nadat zijn geboortedorp meerdere keren wordt aangevallen. Er volgt een verschrikkelijke odyssee te voet, vol ontberingen die je niemand toewenst en de angst om de dood van zijn familie, gevolgd door en een uitzichtloos bestaan in verschillende vluchtelingenkampen, tot dan eindelijk het onwaarschijnlijke gebeurt: Deng mag zich in de Verenigde Staten vestigen. Een droom komt uit. Het leven in de Verenigde Staten blijkt echter al snel evenmin makkelijk te zijn.

Ik heb het moeilijk gehad met dit boek. Zo heb ik erg moeten wennen aan de de stijl, de taal van het boek. Ik las de Nederlandse vertaling, waardoor ik niet kan beoordelen of de vertaling naar het Nederlands hiervan de oorzaak is, of dat dit is hoe Eggers schrijft, of hoe Deng praat. Ik heb meerdere keren op het punt gestaan het boek weg te leggen. Dat de beschreven gebeurtenissen zo hartverscheurend zijn, droeg eerst ook al niet bij aan de wil om door te zetten. Toch heeft het verhaal me op een gegeven moment gegrepen en moest het worden uitgelezen.

Wat is de Wat is geen boek om op vakantie of vlak voor het slapengaan te lezen. Het is wel een boek dat gelezen moet worden, om te begrijpen waarom mensen zo massaal op drift raken en om te begrijpen hoezeer die mensen vervolgens afhankelijk worden van anderen, willen zij kunnen overleven, of, beter nog, een nieuw bestaan opbouwen.

Dave Eggers

flickr

dinsdag 11 oktober 2011

Frank Westerman | Dier, bovendier

Frank Westerman – Dier, bovendier. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas, 2010, 285 pagina’s.

De tragedies van de twintigste eeuw verteld aan de hand van een paard – de lipizzaner

In Dier, bovendier is een hoofdrol weggelegd voor een lipizzanerhengst die ooit optrad in een film met Monique van der Ven. Achter de schermen trainde Frank Westerman dit gracieuze witte dier om te steigeren zodra de actrice hem bij de halster wilde grijpen.
'Als je een lipizzaner aanraakt,' kreeg hij te horen, 'raak je geschiedenis aan.'
Nu, als schrijver-verteller, duikt hij in de historie van dit uitzonderlijke dier. Langs de zuivere bloedlijnen uit het stamboek reconstrueert hij het verhaal van vier generaties paarden van het Weense hof. Zij doorstaan achtereenvolgens de ondergang van het Habsburgse Rijk, de beide wereldoorlogen en de waanzinnige verdelingsproeven onder Hitler, Stalin en Ceauşescu.
Wat begint als een sprookje, mondt uit in een kroniek over raszuiverheid. De lezer wordt dwars door Europa meegevoerd, van keizerlijke maneges en stoeterijen naar de genlaboratoria van nu. Als dierfokkers zo goed genetisch kunnen sleutelen, waarom lopen pogingen tot verbetering van het mensen ras dan telkens fout?
Dier, bovendier is een moderne fabel waarin het reinbloedige paard de mensen onontkoombaar op zijn eigen tekort wijst.

Frank Westerman is schrijver van onder meer De graanrepubliek, El Negro en ik en Ararat . Hij studeerde Tropische Cultuurtechniek in Wageningen en werkte als correspondent voor de Volkskrant vanuit Belgrado (1992-1994) en voor NRC Handelsblad vanuit Moskou (1997-2001).
Zijn literaire werk is veelvuldig bekroond en verschijnt in meer dan tien talen.


Laat ik met een bekentenis beginnen: eigenlijk ben ik bang voor paarden. Gevolg is dat ik helemaal niets met die dieren heb. Als Dier, bovendier niet door Frank Westerman zou zijn geschreven zou ik het niet hebben gekocht, laat staan gelezen. Frank Westerman weet zo ongeveer ieder onderwerp interessant te maken, zelfs als het ver van je af staat, zoals bijvoorbeeld het verbouwen van graan in De graanrepubliek.

Dier, bovendier biedt de leek een aardige mogelijkheid om iets te leren over de geschiedenis van de lipizzaners. Dat ze aan het Weense hof werden gefokt is algemeen bekend, maar wat er bij kwam kijken en hoezeer de woelige geschiedenis van Midden-Europa in de twintigste eeuw hun lot heeft bepaald, zal waarschijnlijk alleen echte kenners bekend zijn.

Of Westerman de geschiedenis van deze paarden geschiedgetrouw weer heeft gegeven kan ik niet nagaan. Wel heeft hij het zeer leesbaar beschreven, verweven met de geschiedenis van Midden-Europa tot aan de recente oorlog op de Balkan en de gevolgen van die oorlog voor de lipizzaner aan toe. Hij schrijft met oog voor detail en liefde voor het onderwerp. Een bijzonder interessant boek.

Frank Westerman

flickr

donderdag 6 oktober 2011

Peter d'Hamecourt | Petersburg, paradijs in het moeras

Peter d'Hamecourt - Petersburg, paradijs in het moeras: Mythes over een dramatisch wereldwonder. Haarlem, De Rode Kamer, zonder jaar (2), 154 pagina's. 2008 (1, Conserve).

Tsaar Peter de Grote pakte Rusland bij zijn nekvel en sleurde het tegenspartelend Europa binnen. Hij dwong zijn onderdanen letterlijk stenen bij te dragen aan het bouwen van een Europese hoofdstad, Sint Petersburg. Eerst waren er de grachtenpatronen van Amsterdam. Rusland, het tweede Rome, verdiende meer grandeur. Ongeëvenaarde paleizen, kerken en boulevards braken door het kleinschalige Amsterdamse patroon.

Onderhuids bleef het verzet tegen dit Europese gezwel op Russische bodem. De dood en mythes spoken door de stad. Literatuur, poëzie, muziek en theater vullen de straten. Dat de stad nog bestaat is een wereldwonder. Sint Petersburg is al vaak literair ten grave gedragen. Leven in Petersburg is als slapen in een doodskist, wist de Russische dichter Osip Mandelstam al. En ikzelf? Ik ben geen bewoner van Petersburg, zelfs geen bezoeker, maar een eeuwige toerist.


Eerder las ik van d'Hamecourt Moskou is een gekkenhuis. Daar was ik toen niet bijster van onder de indruk. Beviel Petersburg, paradijs in het moeras beter?

Het antwoord op deze vraag is volmondig ja. Dat komt in de eerste plaats doordat dit boek beter geredigeerd is, waardoor er geen bijzonder in het oog springende taal- en tikfouten meer in staan. Toen ik het boek over Moskou las, was ik erg ziek en dat heeft het met plezier lezen ongetwijfeld in de weg gestaan.

Misschien heb ik dit boek ook wel met plezier kunnen lezen doordat ik Sint-Petersburg minder goed ken dan Moskou en doordat ik er al sinds 2004 niet meer ben geweest. Daardoor werd dit boek een feest van herkenning, aangevuld met voor mij nieuwe ontwikkelingen in de stad.

d'Hamecourt belicht in ieder hoofdstuk een ander aspect van de geschiedenis en het heden van de stad. Hij bespreekt de gebruikelijke mythes over en beelden van Petersburg – bijvoorbeeld het beeld dat de stad op de knekels van tienduizenden is gebouwd – maar ook hedendaagse zaken als de waterkering in de Finse Golf die met hulp van Nederlandse ondernemingen is aangelegd en die de stad tegen zeer regelmatige overstromingen moet beschermen. d'Hamecourt beschrijft ook zijn persoonlijke verhouding tot de stad Sint-Petersburg. Net als bij vele anderen is dat een haat-liefdeverhouding.

d'Hamecourt brengt dit alles zeer leesbaar en onderhoudend. Een prima boek om inspiratie op te doen voor een (hernieuwd) bezoek aan Sint-Petersburg.

Peter d'Hamecourt op Wikipedia

flickr

zondag 17 juli 2011

Elif Batuman | The Possessed

Elif Batuman - The Possessed: Adventures with Russian books and the people who read them. New York, Farrar, Straus and Giroux, 2010 (3), 296 pagina's. 2010 (1).

If you're going to read just one book about conference planning, Isaac Babel, Leo Tolstoy, boys' leg contests, giant apes, Uzbek poetry, the life of the mind, and resignation of the soul-seek no further: this is the book for you!!!

The Possessed draws on Elif Batuman's articles in The New Yorker, Harper's Magazine, and n+1 to tell the true story of one woman's intellectual and sentimental education and her many strange encounters with fellow scholars devoted - absurdly! melancholically! beautifully! - to the Russian classics.


De ondertitel van dit boek luidt Adventures with Russian books and the people who read them. Dat wijst je er direct al op, dat je hier niet met een doorsnee letterkundig werk van doen hebt. Batuman schrijft over Russische literatuur, maar ieder stuk is meer dan alleen een letterkundige beschouwing van een werk of stroming uit de Russische literatuur.

Batuman vermengt deze vorm van wetenschappelijke beschouwingen met heel persoonlijke zaken. Ze beschrijft haar eigen ervaringen als gewone student en PhD-student in de VS en over haar studiereizen in het kader van die studie naar Rusland en de voormalige Sovjetrepublieken. Batuman maakt gebruik van een ontwapenende zelfspot als zij zichzelf en de academische wereld in de VS beschrijft.

Zo ontstaat er een heel bijzondere mix van serieuze feiten en theorieën en situaties waarom je hardop kunt lachen. Batumans beschrijving van haar verblijf in Samarkand, bij mensen in huis, is ronduit hilarisch. Deze serie van drie stukken deed me erg denken aan de zomer van 1994, waarin ik een tijdje met vriendin F. bij een familie in Sint-Petersburg in huis zat. Samarkand en Sint-Petersburg liggen mijlenver uit elkaar, maar toch zijn de overeenkomsten haast angstaanjagend groot. Een bijzonder boek, dat – denk ik – ook interessant is als je wat minder bezeten bent van Russische literatuur dan ik.

Elif Batuman (Engels)

flickr

zaterdag 4 juni 2011

Marona van den Heuvel | Bentleys in de steppe

Marona van den Heuvel - Bentleys in de steppe: Een portret van het moderne Kazachstan. Amsterdam/Antwerpen, Atlas, 2008, 239 pagina's.

Wat is het hart van Kazachstan, een land met een oppervlakte van vijf keer Frankrijk, met eindeloze steppes en kilometershoge besneeuwde bergtoppen? Zit er een kern van waarheid in Borat, de film van de Britse komiek Sacha Baron Cohen? Vind je het ware Kazachstan in de uit het moeras opgetrokken hoofdstad Astana, met z'n oliebaronnen, Hummers, Bentleys, en shopping malls? Of eerder in het oude moederland van de nomaden die met hun kamelen en de geesten van hun voorouders in joerten op de steppe woonden? Is Kazachstan vooral de grootste nucleaire testsite en afvaldump van de voormalige Sovjet-Unie? Of maken de inwoners - de ruim honderd etnische groepen waarvan vele in Kazachstan zijn beland omdat zij door Stalin werden verbannen - het land tot wat het is?
Marona van den Heuvel gaat in dit boek op zoek naar het echte Kazachstan. Ze bezoekt werkelijk elke uithoek van dit fascinerende land en vertelt op bevlogen en informatieve wijze over de stormachtige opmars die het land momenteel maakt, en ook over de diepgewortelde cultuur en tradities.

Marona van den Heuvel werkte voor Buitenlandse Zaken in Den Haag, Madrid en Hanoi. Sinds 2004 schrijft zij in Kazachstan als freelancer voor onder andere Trouw, Elsevier en Internationale Samenwerking.


Bentleys in de steppe sluit, net als Terekhovs Kamenny most aan op Figes’ Stalin’s Whisperers. Bentleys in de steppe bestaat uit een aantal journalistieke stukken over Kazachstan. Eén van die stukjes is een interview met een negentigjarige vrouw die het kamp ALZHIR (speciaal voor vrouwen van mannen die als ‘vijand van het volk’ waren veroordeeld) in Kazachstan overleefde.

De titel suggereert dat Van den Heuvel zich vooral focust op de huidige olieboom die Kazachstan doormaakt. Dat is echter niet helemaal juist. Een groot aantal stukken heeft daar inderdaad betrekking op, maar er is ook aandacht voor de plattelandsbevolking, die niet deelt in de weelde van de oliebaronnen en voor de kleurrijke, tragische geschiedenis van het land.

Van den Heuvel schrijft vlot en makkelijk leesbaar. Omdat mijn kennis van Kazachstan bijzonder klein is, kan ik niet goed beoordelen of de gepresenteerde feiten juist zijn. Wel vielen me twee onjuiste beweringen over Rusland op. Van den Heuvel beweert dat Catharina de Grote getrouwd was met Peter de Grote. Dat dit niet mogelijk, blijkt uit het geboortejaar van Catherina (1729) en het jaar van overlijden van Peter de Grote (1725). Catherina was wel getrouwd met Peter III. Ook meldt zij dat de Russen op 8 januari het ‘Russisch-Orthodoxe nieuwjaar’ vieren. De Russen vieren het Russisch-Orthodoxe Kerst op 7 januari. Sommigen vieren vervolgens op 14 januari nog eens ‘Oud nieuwjaar’. Die datum 8 januari is dus volledig uit de lucht gegrepen.

Je moet er dan als lezer maar op vertrouwen dat de overige feiten wel kloppen… Positief is in ieder geval wel, dat het boek een landkaart én een literatuurlijst bevat. Ook vind ik het hartverwarmend hoe Van den Heuvel door het hele boek heen haar best doet de vreemde voorstellingen over Kazachstan die zijn ontstaan na de film Borat: Cultural Learnings of America for Make Benefit Glorious Nation of Kazakhstan te ontzenuwen. Alleen daarom al zou je deze bundel moeten lezen.

flickr

zaterdag 14 mei 2011

Kristin Hersh | Rat Girl

Kristin Hersh - Rat Girl: A Memoir. New York, Penguin Books, 2010, 319 pagina's.

In 1985, Kristin Hersh was just beginning to find her place in the world. After beginning her music career at the age of fourteen, the precocious child of unconventional hippies was enrolled in college while her band, Throwing Muses, was getting off the ground, amid buzzing rumors of a major label deal.
Then, everything changed. Her emotional troubles were diagnosed as bipolar disorder and–just after the band was signed–Hersh was processing news of a very different sort: she was pregnant.
This is the story of one pivotal year in Hersh's extraordinary life, a year that taught her strength and forced her to grow up much faster than she'd planned.


Al meer dan twintig jaar luister ik naar de muziek van Kristin Hersh, eerst toen zij in Throwing Muses speelde en later ook als soloartiest. Vorig jaar zag ik op librarything.nl dat dit boek van haar hand was verschenen. Eerder dit jaar kreeg ik het te leen van D., die het als trouwe Throwing Musesfan voor zijn verjaardag had gekregen.

Uiteindelijk heb ik na vijftig tot zestig bladzijden lezen in D.’s exemplaar besloten dat ik het toch wel graag mijn eigen Rat Girl wilde hebben. Het wachten op de aankomst van mijn eigen exemplaar en het verwoed lezen in Figes' The Whisperers heeft ervoor gezorgd dat ik bijna een maand in Rat Girl heb gelezen.

In eerste instantie heb ik erg aan de vorm die de schrijfster heeft gekozen moeten wennen. Rat Girl beschrijft Hershs achttiende levensjaar in de jaren 1985 en 1986, gebaseerd op haar dagboekaantekeningen. Deze stukken worden voortdurend afgewisseld met flash-backs naar vroege herinneringen aan Hershs jeugd én citaten uit haar songteksten. Deze drie soorten tekst zijn in verschillende opmaak in het boek opgenomen. Dat vond ik eerst erg onrustig lezen. Maar, zit je er eenmaal in, dan wil je meegaan met het verhaal. Ik in ieder geval wel.

Hersh beschrijft een woelig jaar uit haar leven, zoals de flaptekst hierboven al aangeeft. Ik vond 't bijzonder interessant om te lezen hoe er werkelijk niets waar is van het romantische beeld van het leven van een muzikant. De manier waarop Hersh vervolgens de symptomen van haar psychische aandoening als realiteit beschrijft in dit boek vond ik erg indrukwekkend.

't Interessantst echter vond ik hoe Hersh over haar synesthetische ervaringen schrijft. Hersh ervaart bij muziek kleuren. Zo zegt zij als kind tegen haar vader dat hij haar niet een saai rood lied moet spelen, ook al spelen Bob Dylan en Neil Young die akkoorden. Heb je als lezer geen ervaring met mensen in je omgeving die ook dit soort vermengde zintuigen hebben, dan zal zo’n uitspraak een bijzonder bevreemdend effect op je hebben, zeker omdat Hersh het hele boek door terugkomt op haar kleurgevoel bij haar muziek. Ik vond 't boeiend om te lezen dat zij op dezelfde manier over die vermenging van zintuigen spreekt als ik dat in mijn omgeving gewend ben.

Tot slot heeft het boek me, juist dankzij die bijzondere structuur waar ik eerst zo aan moest wennen, op een nieuwe manier laten kijken naar de songteksten van Hersh. Zinnen waarvan ik mij jarenlang heb afgevraagd waar ze betrekking op hebben, kan ik nu beter plaatsen. Rat Girl is een must voor iedereen die ooit heeft genoten van Hershs muziek.

Kristin Hersh (Engels)

flickr

dinsdag 10 mei 2011

Orlando Figes | The Whisperers

Orlando Figes - The Whisperers: Private Life in Stalin's Russia. Londen, Penguin, 2008 (2), 740 pagina's. 2007 (1).

This is the story of the lives of ordinary people in Stalin's Russia: a world where everyone was afraid to talk and a society spoke in whispers, whether to protect friend and family - or to betray them. Where a junior worker might inform on their superior to get their job; a husband to get rid of a lover; a neighbour out of petty jealousy. Where living a double life became the norm and yet, somehow, a few defied the state.

Orlando Figes' phenomenal book gives a voice to these silent survivors for the first time.


Koninginnedag heb ik dit jaar niet feestend in de stad doorgebracht. 's Middags las ik Markaris’ Het kamermeisje en 's avonds begon ik aan dit boek, The Whisperers. Het contrast had niet groter kunnen zijn: eerst een lichte, vlot lezende detective om daarna over te stappen op zo’n kloek historisch werk.

Ik had dan ook verwacht dat ik weken of zelfs maanden bezig zou zijn met dit boek, ondertussen ook nog andere boeken lezend. Dat het anders is gelopen, is geheel en al de verdienste van dit indrukwekkende boek. The Whisperers vertelt aan de hand van citaten uit interviews en dagboeken de invloed van de sovjetdictatuur op het persoonlijk leven van haar burgers. Het boek bespreekt begint tijdens de revolutie, maar concentreert zich vooral op de periode van 1928 tot 1953. In het laatste hoofdstuk wordt ook belicht hoe de ervaringen opgedaan onder Stalin nog steeds doorwerken in het dagelijks leven.

Om te beginnen is er de enorme berg werk verricht door Figes' medewerkers. Zij hebben een groot aantal mensen geïnterviewd om dat wat zij zich nu nog herinneren vast te leggen. Voor zover beschikbaar wordt ook geciteerd uit dagboeken en andere geschriften. Dat valt niet altijd mee, omdat een dagboek tegen de dagboekschrijver en zijn omgeving gebruikt kon worden bij een arrestatie. Dat er toch nog zoveel boven water is gekomen, verdient een pluim.

Een ander interessant punt is dat een aantal personen regelmatig terugkomt in de beschrijving naar mate de geschiedenis verstrijkt. Het betreft soms bekende personen. Zo wordt het lot van Jelena Bonners familie behandeld, en vooral ook het leven van de Sovjetschrijver Konstantin Simonov.

Niet minder interessant zijn de levens van de 'gewone Russen' die Figes beschrijft. Als je zelf geboren en getogen bent in Nederland is het moeilijk om je voor te stellen hoe groot de invloed van de staat op het persoonlijk leven ingreep in de Sovjet-Unie. Figes vertelt niet in zijn eigen woorden na, maar laat de mensen zelf aan het woord. Dat maakt het leed dat zij vertellen des te schrijnender.

Wil je proberen je een voorstelling van te maken van hoe het dagelijkse leven onder Stalin was en hoe die voor velen traumatische jaren doorwerken in het dagelijkse leven van de Russen van nu, dan is The Whisperers een boek dat je absoluut moet lezen. Ik heb er nog wekenlang mee rondgelopen.

Orlando Figes (Engels)

flickr

zaterdag 7 mei 2011

Maarten 't Hart | Dienstreizen van een thuisblijver

Maarten 't Hart - Dienstreizen van een thuisblijver. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij De Arbeiderspers, februari 2011 (2), 319 pagina's. Februari 2011 (1).

Maarten 't Hart schreef zijn eerste biografie Het roer kan nog zesmaal om in 1984.
Al leek de titel koerswijzigingen aan te kondigen, niets is daarvan terechtgekomen. In feite is er sinds 1984 weinig in zijn leven veranderd, behalve dan dat zijn werk vooral in Duitsland grote opgang heeft gemaakt. Over de vaak opmerkelijke en soms ook bizarre consequenties daarvan brengt hij verslag uit in Dienstreizen van een thuisblijver.
't Hart wordt niet alleen in Duitsland gelezen, maar ook in Hongarije en Zweden. Ook dat levert hilarische hoofdstukken op, evenals zijn weergave van hoe het hem vering als beoogd biograaf van Simon Vestdijk.
Aldus ontstond, ondanks het feit dat sinds 1984 het roer niet meer om ging, een kleurrijk vervolg op zijn eerdere biografie.


Ik ken het werk van 't Hart eigenlijk nauwelijks. Meer dan twintig jaar geleden heb ik, geloof ik, Een vlucht regenwulpen wel gelezen, en een verhalenbundel, maar daar is het bij gebleven. De aflevering waarin 't Hart vorig jaar in VPRO's Zomergasten te gast was, vond ik bijzonder boeiend door de manier waarop 't Hart daar commentaar op van alles en nog wat gaf.

Toen ik bij het verschijnen van Dienstreizen van een thuisblijver begreep dat dit boek iets vergelijkbaars zou zijn, moest ik het wel lezen. Veiligheidshalve heb ik 't maar wel gereserveerd in de bibliotheek. Toen ik eindelijk aan de beurt was, schrok ik me een hoedje, want het bleek om een Sprinter te gaan. Dat is een systeem van de Openbare Bibliotheek, waarbij je nieuwe boeken niet de gebruikelijke zes weken die bij mijn abonnement horen mag lenen, maar slechts twee weken. En dat terwijl ik al twee andere, Engelse boeken tegelijk aan het lezen was.

Ik ben niet bedrogen uitgekomen. Ik heb dit boek met evenveel plezier gelezen als ik vorig jaar naar de aflevering van Zomergasten heb gekeken. Ik heb zelfs hardop zitten schaterlachen in de tuin vandaag om de beschrijving van 't Harts worsteling met twee kalveren van de buurman, hoe hij vervolgens een drievoudige beenbreuk oploopt en hoe de opname en het verblijf in het LUMC daarna verloopt.

't Hart behandelt verschillende zaken: bijvoorbeeld zijn geboortestad Maassluis, zijn passie voor muziek, zijn hartgrondige hekel aan reizen in het algemeen en 'voorleestournees' in het bijzonder, de manier waarop hij door een vorige Duitse uitgever eigenlijk opgelicht is, hoe hij weet te ontkomen aan de opdracht om een biografie van Simon Vestdijk te schrijven en zijn bemoeienis met de zaak Lucia de Berk.

't Hart mag dan over veel dingen knorren, maar hij doet met een aanstekelijk soort humor dat je toch op zijn minst moet glimlachen tijdens het lezen. Dienstreizen van een thuisblijver maakt mij nieuwsgierig naar de voorganger van dit boek, Het roer kan nog zesmaal om.

Maarten 't Hart op Wikipedia

flickr

zaterdag 30 april 2011

Martin Bril | De kleine keizer

Martin Bril – De kleine keizer: Verslag van een passie. Amsterdam, Prometheus, juni 2009 (10), 191 pagina's. April 2008 (1).

Wie van Frankrijk houdt, kan niet om hem heen: Napoleon Bonaparte. Al ruim honderdtachtig jaar dood, en toch is hij nog overal.

Martin Bril maakte een aantal jaar geleden kennis met Napoleon toen hij Corsica bezocht. Daarna las hij een paar boeken over de Franse keizer en ineens was hij Napoleon-gek. Zoals altijd als hij zijn verbeelding wil voeden, ging Bril vervolgens op pad. Hij bezocht slagvelden, archieven, monumenten en musea, in Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië, België en Nederland.

De kleine keizer vertelt niet alleen het verhaal van Napoleon, maar ook het verhaal van een passie. Het is geen geschiedenisboek, eerder een récit anecdotique, zoals de Fransen dat noemen. Het beschrijft deskundig de slag bij Waterloo, en in de vorm van een reisverhaal de aanloop naar die beroemde slag, van Cannes via Grenoble naar de hoofdstad. Het behandelt zwierig de aanwezigheid van de keizer in het hedendaagse Parijs, maar gaat ook in op Napoleons bezoeken aan Nederland en de sporen die die hebben nagelaten.

Voor Bril zijn het humeur en de eetlust van de keizer net zo belangrijk als de iconografie van het Empire en de finesses van het krijgsbedrijf. Hij vertelt over de paarden van Napoleon, maar ook over het gebit van zijn eerste vrouw, de boezem van zijn tweede en de tranen van zijn geheime vrouw. Hij banjert door de sneeuw in Wenen, surft nachtenlang op internet en bezoekt in de brandende hitte bij Waterloo volwassen mannen die soldaatje spelen.

De kleine keizer is een persoonlijk boek, over een ondoorgrondelijke figuur, over eenzaamheid, over de dwaasheid van de geschiedenis en de troost van de petite histoire, over Frankrijk, toen en nu.


Met Napoleon Bonaparte heb ik eigenlijk helemaal niets. De kleine keizer gaat over Napoleon. De ondertitel luidt echter niet voor niets: Verslag van een passie. Grote gedeeltes van dit boek hebben niet alleen betrekking op Napoleon, maar vooral op Brils fascinatie voor de kleine keizer.

In De kleine keizer vind je bewerkte versies van stukken die eerder in de Volkskrant en De Morgen verschenen. Dat zorgde voor mij persoonlijk voor een mix van herkenning en nieuwe stukjes.

Ik lees in sommige recensies kritiek op de nadrukkelijke aanwezigheid van de persoon Bril in dit boek. Dat is echter wat De kleine keizer voor mij juist interessant maakt. Ik begrijp de fascinatie voor deze historische persoon niet, maar al lezend kreeg ik wel een indruk hoe zo’n passie kan ontstaan en volledig uit de hand kan lopen, zeker als het onderwerp van de passie zo veel mogelijkheden biedt: oneindig veel boeken kopen en lezen, soldaatjes verzamelen, nagespeelde veldslagen bijwonen en je held achterna reizen. Het houdt niet op.

Het boek is geschreven in de voor Bril kenmerkende stijl en het leest vlot – op de beschrijvingen van de slag bij Waterloo na. Daar had ik overigens in Oorlog en vrede ook moeite mee, dus wellicht is dat een rode draad in mijn leven.

Bijzonder interessant vond ik de stukjes Nederland (over Napoleon in Nederland), De lange achternaam (over de adellijke Joost, die ook een passie voor Napoleon koestert) en Attractie op zee (over hoe Napoleon op een Engels schip voor de kust van Brixham tot een toeristische attractie verwordt).

De charme van De kleine keizer is dat er niet onophoudelijk met jaartallen en namen wordt gestrooid, maar dat juist meer triviale zaken – wat at de keizer graag, waarom stonden er overal twee bedden in zijn slaapkamers, hoe kwam een waterketel na de mislukte veldtocht tegen Rusland via een lange omweg terecht bij Joseph Luns – worden behandeld. Bijzonder, hoe een onderwerp dat je eigenlijk niet bijster interesseert toch onderhoudend en zelfs grappig kan worden beschreven.

Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril | Mijn leven als hond

Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia

flickr