Posts tonen met het label Verenigd Koninkrijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Verenigd Koninkrijk. Alle posts tonen

maandag 3 oktober 2011

Janet Skeslien Charles | Moonlight in Odessa


Janet Skeslien Charles – Moonlight in Odessa. London, Bloomsbury, 2010, 342 pagina’s. 2009 (1, Verenigd Koninkrijk).

Twenty-something Daria is an intelligent, bilingual secretary who should have her pick of the men in Odessa – except that the only men who are making advances are a dashing mafia gangster and her boss. Fearful that she’ll be fired for refusing to sleep her way to the top, she decides to moonlight at Soviet Unions, an international marriage broker. But as she bridges the language gap between Odessan beauties and lonely American men she wonders if she will ever escape the trappings of Ukrainian life and find true love.

When she intercepts a message from a mild-mannered teacher, emails fly back and forth across the Atlantic. Daria soon finds herself much closer to the American dream than she had ever imagined, but will the charms of California prove to be irresistible?


Zo op het eerste gezicht is Moonlight in Odessa een perfect boek om te lezen als je op vakantie of onderweg bent, zoals ik deed. Het verhaal is goed te volgen als je je in een rumoerige omgeving bevindt. Het is op zich ook onderhoudend genoeg om je bezig te houden terwijl je eindeloos wacht op een vliegtuig of trein of terwijl je onderweg bent.

De blurb van de achterflap hierboven vat het plot van de roman prima samen. Dat plot bevat talloze gewoon grappige, maar ook tragikomische scenes, voor een groot gedeelte gebaseerd op cultuurverschillen. Wel vind ik het ongeloofwaardig dat de schrijfster het toestaat dat een sterke, zelfbewuste vrouw als Daria toch in een verstikkend huwelijk belandt met een man die haar heeft voorgelogen en die haar in haar vrijheid wil beknotten. Er zijn voldoende aanwijzingen om te zien dat deze man niet is wie hij zegt te zijn, en toch lukt het Daria niet om die ballon door te prikken. 

Wat me daar vooral in die wending van de roman tegenstaat is dat het gebeurt terwijl Daria in het eerste gedeelte van het boek juist heel sceptisch staat tegenover de huwelijken die worden gesloten dankzij de bemiddeling van Soviet Unions. Tegelijkertijd houdt het iedereen die zich werkt in de industrie van dit soort bemiddelingsbureaus een spiegel voor, dwingt het wel tot nadenken over de vraag of het moreel verantwoord is om je hiermee bezig te houden.

Verder staat het me erg tegen dat er driehonderd pagina's ellende in Oekraïne en de VS ineens maar een pagina of twintig nodig zijn om een onwaarschijnlijk happy end te beschrijven. Daria moest blijkbaar koste wat het kost toch haar eigen American dream beleven. Dat voelt aan als een geforceerd positief einde.

De schrijfster heeft zelf midden jaren '90 in Oekraïne gewoond en gewerkt. Eén van de vriendinnen van Daria is de Amerikaanse Jane, die als een missionaris in Kiev woont en werkt en Daria wegwijs maakt in de Amerikaanse droom, eerst in Oekraïne, later in de VS. Dit personage doet ongewild denken aan de schrijfster zelf. Er is op zich niets mis met het opvoeren van een personage dat zo lijkt op jezelf, maar ik vond de toon waarop het wonder van het westen werd uitgelegd soms wat vervelend.

Ik ben zelf pas twee jaar geleden voor het eerst in Kiev geweest. Hoe het daar midden jaren ’90 was, kan ik me daarom niet goed voorstellen. Wel was ik in die jaren veel in Rusland. Afgaand op hoe moeilijk men het daar toen had, kan ik me levendig voorstellen dat je alles aangrijpt om je lot te verbeteren. Misschien zelfs wel een huwelijk met een man of vrouw die je uit een catalogus hebt uitgezocht. Ik bleef mezelf bij het lezen van Moonlight in Odessa voortdurend af hoe deze roman zou zijn uitgevallen als het door een Oekraïense of Russische schrijver zou zijn geschreven.

Al met al best een aardig boek om te lezen, maar na alle positieve berichten op LibraryThing viel het me toch tegen. Maar, oordeel vooral zelf.


flickr

zaterdag 1 oktober 2011

Dawn French | A Tiny Bit Marvellous

Dawn French – A Tiny Bit Marvellous. London, Penguin Books, 2011 (1), 404 pagina's. 2010 (1, Verenigd Koninkrijk).

Everyone hates the perfect family. So you’ll love the Battles.

Meet Mo Battle, about to turn 50 and mum tot wo hormonal teenagers. There’s 17-year-old daughter Dora who blames Mo for, like, EVERYTHING and Peter who believes he’s quite simply as marvellous as his hero Oscar Wilde. Somewhere, keeping quiet, is Dad, who’s just, well… Dad.

However, Mo is having a crisis. She’s about to do something unusually wild and selfish, which will leave the entire family teetering on the edge of a precipice. Will the family fall? Or will they, when it really matters, be there for each other?


De achternaam van het gezin dat de hoofdpersonages van deze roman levert is veelzeggend: Battle. Dat woord karakteriseert vooral de verhouding tussen dochter Dora en moeder Mo. Zoon Peter (die liever Oscar wordt genoemd) is minder strijdlustig binnen het gezin, maar ook zijn puberteit is duidelijk aangebroken: hij strijdt met iedereen, maar vooral met de schoolleiding, voor zijn recht om zichzelf te zijn. Moeder Mo wordt binnenkort vijftig en krijgt last van een soort midlife crisis. De enige die schijnbaar onbekommerd doorgaat met zijn leven zoals hij dat altijd deed, is de naamloze vader van het gezin.

Dawn French is bekend als comédienne, onder andere met Jennifer Saunders in het programma French & Saunders. Dit is haar eerste roman. Met een achtergrond van decennialang humoristische tv maken verbaast het niet dat A Tiny Bit Marvellous je aan het lachen maakt, vaak zelfs hardop.

Toch is de humor niet dat wat ik het meest bewonder in deze roman. Dat is de structuur die French heeft gekozen. De hele roman is in de vorm van dagboekaantekeningen gegoten. Het zijn vooral Mo en Dora die bijdrages leveren. Van Peter zijn er wat minder aantekeningen, en de vader draagt slechts één keer iets bij. Maar, dan blijkt ook direct wat zijn functie is in het gezin en het blijkt dat hij wél een naam heeft.

Door die verschillende dagboekaantekeningen over dezelfde gebeurtenissen krijg je een mooie kijk op hoe iedereen een gebeurtenis op zijn eigen manier ervaart en interpreteert. Knap aan deze constructie vind ik verder het geheel eigen taalgebruik van ieder personage, dat consequent wordt doorgevoerd. Dat maakt dat je de personages in je hoofd hoort praten. Weliswaar allen met French’ stem, maar dat mag de pret niet drukken. Een erg prettig boek om te lezen. Houd je van French’ tv-werk, probeer het dan zeker.

A Tiny Bit Marvellous is in het Nederlands verschenen onder de titel Een klein beetje geweldig.


flickr

dinsdag 10 mei 2011

Orlando Figes | The Whisperers

Orlando Figes - The Whisperers: Private Life in Stalin's Russia. Londen, Penguin, 2008 (2), 740 pagina's. 2007 (1).

This is the story of the lives of ordinary people in Stalin's Russia: a world where everyone was afraid to talk and a society spoke in whispers, whether to protect friend and family - or to betray them. Where a junior worker might inform on their superior to get their job; a husband to get rid of a lover; a neighbour out of petty jealousy. Where living a double life became the norm and yet, somehow, a few defied the state.

Orlando Figes' phenomenal book gives a voice to these silent survivors for the first time.


Koninginnedag heb ik dit jaar niet feestend in de stad doorgebracht. 's Middags las ik Markaris’ Het kamermeisje en 's avonds begon ik aan dit boek, The Whisperers. Het contrast had niet groter kunnen zijn: eerst een lichte, vlot lezende detective om daarna over te stappen op zo’n kloek historisch werk.

Ik had dan ook verwacht dat ik weken of zelfs maanden bezig zou zijn met dit boek, ondertussen ook nog andere boeken lezend. Dat het anders is gelopen, is geheel en al de verdienste van dit indrukwekkende boek. The Whisperers vertelt aan de hand van citaten uit interviews en dagboeken de invloed van de sovjetdictatuur op het persoonlijk leven van haar burgers. Het boek bespreekt begint tijdens de revolutie, maar concentreert zich vooral op de periode van 1928 tot 1953. In het laatste hoofdstuk wordt ook belicht hoe de ervaringen opgedaan onder Stalin nog steeds doorwerken in het dagelijks leven.

Om te beginnen is er de enorme berg werk verricht door Figes' medewerkers. Zij hebben een groot aantal mensen geïnterviewd om dat wat zij zich nu nog herinneren vast te leggen. Voor zover beschikbaar wordt ook geciteerd uit dagboeken en andere geschriften. Dat valt niet altijd mee, omdat een dagboek tegen de dagboekschrijver en zijn omgeving gebruikt kon worden bij een arrestatie. Dat er toch nog zoveel boven water is gekomen, verdient een pluim.

Een ander interessant punt is dat een aantal personen regelmatig terugkomt in de beschrijving naar mate de geschiedenis verstrijkt. Het betreft soms bekende personen. Zo wordt het lot van Jelena Bonners familie behandeld, en vooral ook het leven van de Sovjetschrijver Konstantin Simonov.

Niet minder interessant zijn de levens van de 'gewone Russen' die Figes beschrijft. Als je zelf geboren en getogen bent in Nederland is het moeilijk om je voor te stellen hoe groot de invloed van de staat op het persoonlijk leven ingreep in de Sovjet-Unie. Figes vertelt niet in zijn eigen woorden na, maar laat de mensen zelf aan het woord. Dat maakt het leed dat zij vertellen des te schrijnender.

Wil je proberen je een voorstelling van te maken van hoe het dagelijkse leven onder Stalin was en hoe die voor velen traumatische jaren doorwerken in het dagelijkse leven van de Russen van nu, dan is The Whisperers een boek dat je absoluut moet lezen. Ik heb er nog wekenlang mee rondgelopen.

Orlando Figes (Engels)

flickr

maandag 25 april 2011

Tom Rob Smith | Kolyma

Tom Rob Smith – Kolyma. Amsterdam, Anthos, 2009, 419 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: The Secret Speech, vertaald voor Irving Pardoen. 2009 (1, VK).

Een claustrofobische thriller, briljant gecomponeerd en met een meesterlijke gelaagde plot.


Per ongeluk was ik in februari al aan dit boek begonnen, omdat ik me toen niet realiseerde dat Kind 44 het eerste boek over Leo Demidov was. Om de boeken in de juiste volgorde te lezen, heb ik Kolyma eerst weer weggelegd. Over Kind 44 was ik niet onverdeeld enthousiast en zo heeft het vervolgens twee maanden geduurd voordat ik me ertoe kon zetten dit tweede boek te lezen.

Aan Kind 44 heb ik een uitgebreide bespreking gewijd. Dat zal ik met Kolyma niet doen. Ik wil erover kwijt dat ik het boek slechts met moeite heb kunnen uitlezen. Dat komt doordat ik het sinds ik iets schrijf over de boeken die ik gelezen heb als een zwaktebod zie om een boek dat me niet aanstaat weg te leggen.

Misschien had ik dat beter wel kunnen doen, want ik heb me vierhonderd pagina’s geërgerd aan verschillende dingen. Waarom moet je bijvoorbeeld directe rede cursief weergeven, in plaats van tussen aanhalingstekens, zoals wij dat met elkaar in het Nederlandse taalgebied hebben afgesproken? Ook had ik net als bij Kind 44 het gevoel dat het Nederlands stroef las. Of dat aan de originele Engelse tekst ligt of aan de vertaling zelf, kan ik niet beoordelen omdat ik het Engelse origineel niet in handen heb gehad.

Verder deden de hoofdstukken die beschrijven hoe Demidov en zijn hulpje op een gevangenenboot van Magadan naar een van de kampen in Kolyma varen en hoe daar een opstand uitbreekt tijdens een vliegende storm me denken aan Martin Cruz Smiths Polar Star. Het verschil was alleen dat Polar Star me wel boeide, en Kolyma niet.

Tom Rob Smith | Kind 44

Tom Rob Smith op Wikipedia

flickr

zondag 13 maart 2011

Howard Jacobson | The Finkler Question

Howard Jacobson - The Finkler Question. London, Bloomsbury, 2010, 307 pagina's.

'He should have seen it coming. His life had been one mishap after another. So he should have been prepared for this one'.

Julian Treslove, a professionally unspectacular and disappointed BBC worker, and Sam Finkler, a popular Jewish philosopher, writer and television personality, are old school friends. Despite a prickly relationship and very different lives, they've never quite lost touch with each other - or with their former teacher, Libor Sevick, a Czechoslovakian always more concerned with the wider world than with exam results.
Now, both Libor and Finkler are recently widowed, and with Treslove, his chequered and unsuccessful record with women rendering him an honorary third widower, they dine at Libor's grand, central London apartment. It's a sweetly painful evening of reminiscence in which all three remove themselves to a time before they had loved and lost; a time before they had fathered children, before the devastation of separations, before they had prized anything greatly enough to fear the loss of it. Better, perhaps, to go through life without knowing happiness at all because that way you had less to mourn? Treslove finds he has tears enough for the unbearable sadness of both his friends' losses.
And it's that very evening, at exactly 11:30pm, as Treslove hesitates a moment outside the window of the oldest violin dealer in the country as he walks home, that he is attacked. After this, his whole sense of who and what he is will slowly and ineluctably change.

The Finkler Question is a scorching story of exclusion and belonging, justice and love, ageing, wisdom and humanity. Funny, furious, unflinching, this extraordinary novel shows one of our finest writers at his brilliant best.


In The Finkler Question draait het om de vriendschap tussen drie oudere mannen: de hoogbejaarde Tsjech Libor Sevick, die al jaren in Londen woont, en zijn twee voormalige leerlingen, BBC-programmamaker Julian Treslove en de filosoof en tv-persoonlijkheid Sam Finkler. De eerste en de laatste zijn joods en onlangs weduwnaar geworden, Treslove is niet joods en was nooit getrouwd. De mannen zijn allen op hun eigen manier even eenzaam en daarmee tot elkaar veroordeeld.

Na een etentje bij Libor wordt Treslove op straat beroofd. Hij denkt dat de dader een vrouw is, en dat zij iets riep dat klonk als 'Jij Jood!', terwijl ze hem beroofde. Treslove klampt zich aan die indruk vast, om zijn schaamte over het voorval te verminderen: de dader beging haar daad uit haat tegen de Joden. Dat idee gaat zo zijn eigen leven leiden, dat Treslove besluit dat hij wel een Jood moet zijn. Hij stort zich de rest van de roman op het vervolmaken van zijn joodse identiteit. Tegelijkertijd wendt Finkler zich steeds meer van zijn joodse identiteit af, en koester Libor zijn herinneringen aan hoe het joodse leven vroeger was.

Treslove’s zoektocht neemt de niet-joodse lezer mee op een eigen ontdekkingstocht naar het joodse leven in de eenentwintigste eeuw. Het meest springt de worsteling in het vinden van een balans tussen het besef van de harde feiten van de Holocaust en de harde feiten van de bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël in het oog. Vooral Finkler wordt door dit besef gekweld, alhoewel je je ook kunt afvragen of hij niet ook door andere motieven wordt geleid als hij lid wordt van een groep die zichzelf ASHamed Jews noemt.

Ook beschrijft Jacobson hoe Treslove zich in religieus-filosofische literatuur verdiept – en al na een paar zinnen niet meer begrijpt wat er staat –, hoe Treslove zich verwondert over wat hij ziet als typisch Joodse manieren van uitdrukken en typisch Joodse humor – waar hij de finesses maar niet van kan begrijpen en waarbij zijn eigen pogingen steeds stranden – en hoe Treslove zich koestert in de warmte die zijn nieuwe Joodse vriendin, een achternicht van Libor, uitstraalt zonder dat zij hier iets voor hoeft te doen.

Ik vond ongeveer de eerste driekwart van de roman fenomenaal. De zelfspot – cynisch en daarom zo aanstekelijk – deed me denken aan de toon in bijvoorbeeld Foers Everything is Illuminated en in de romans van Joods-Russische schrijvers als Dina Rubina, Lyudmila Ulitskaya en de vorig jaar overleden Efraim Sevela. Ik heb hardop gegrinnikt bij het lezen van sommige passages.

The Flinker Question eindigt op meerdere manieren tragisch. Dat heb ik liever dan een dwangmatig positief einde. Toch had ik bij dit einde ook een beetje een onbevredigd gevoel. Alsof Jacobson opeens besloit dat het welletjes was met deze roman. Dat gevoel weerhoudt me er echter niet van om deze roman van harte aan te bevelen. Jacobson kreeg er immers niet voor niets de Booker Prize 2010 voor!

Howard Jacobson op Wikipedia (Engels)

flickr

maandag 28 februari 2011

Tom Rob Smith | Kind 44

Tom Rob Smith - Kind 44. Amsterdam, Ambo|Anthos, 2008, 439 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: Child 44, vertaald door Irving Pardoen.

Het is 1953. Al jaren houdt dictator Jozef Stalin de Sovjet-Unie in een ijzeren greep. In Stalins arbeidersparadijs is een seriemoordenaar actief die kinderen vermoordt. Maar in de Sovjet-Unie zijn zulke misdaden onmogelijk. Er bestaan alleen politieke misdaden. Wie alleen al denkt dat een Sovjetburger tot die moorden in staat is, pleegt een misdaad en kan de kogel krijgen, of sterft een tergend langzame dood in een van de goelags. Voor de dood van de kinderen is altijd een logische verklaring: een ongeluk, buitenlandse spionnen - dossier gesloten. Hoe los je een onmogelijke misdaad op?

Leo Demidov is een jonge, ambitieuze en toegewijde officier van de meedogenloze geheime dienst. Hij kent geen twijfels over het beleid van de communistische partij.
Maar de seriemoordenaar blijft actief en de kindermoorden gaan door. Het lijkt er zelfs op dat de moorden Demidov volgen, dat ze op de een of andere manier met hem te maken hebben. Leo beseft al snel dat hij de moordenaar van al die kinderen, wie het ook is, moet stoppen voordat hij zelf wordt vermoord.
Bij Demidov slaat de twijfel toe. Zijn vijanden binnen de muren van de Loebjanka, het hoofdkwartier van de geheime dienst, ruiken bloed en chanteren hem. Leo moet zijn loyaliteit aan de partij bewijzen, maar dat alleen als hij zijn vrouw Raisa verraadt.


De titel van deze thriller, Kind 44, slaat op het vierenveertigste slachtoffer van een seriemoordenaar in de Sovjet-Unie. Je had volgens de communistische doctrine geen seriemoordenaars in de Sovjet-Unie. Een misdrijf als moord was een uitwas die alleen in het kapitalistische systeem kon voorkomen.

Smith heeft zich voor dit verhaal gebaseerd op de seriemoordenaar Andrei Chikatilo. De Oekraïner Chikatilo pleegde zijn moorden in de jaren 1970 en 1980 en hij werd gearresteerd in 1990. Kind 44 speelt veel eerder: in 1953. Het boek begint in februari, vlak voor het overlijden van Stalin en duurt tot het einde van de zomer 1953.

Smith heeft waarschijnlijk tot deze kunstgreep besloten om gebruik te kunnen maken van een belangrijk psychologisch gegeven: in 1953 was de sovjetsamenleving veel meer doordrongen van angst voor de almachtige overheid en haar geheime diensten en de wens om koste wat het kost het eigen vege lijf te redden dan in de jaren 1970 en 1980. Het leven van het individu is ondergeschikt aan het belang van de staat en je staat er, zodra je als verdachte wordt gezien, helemaal alleen voor. Dat maakt Smiths boek onheilspellender dan het anders zou zijn geweest.

Het resultaat is een spannende thriller, die me tot de laatste pagina’s op het puntje van mijn stoel hield. Toch vond ik het einde van het boek wat teleurstellend, wat te nadrukkelijk gericht op het bereiken van een happy end. Ook had ik toch een meer klassieke detective verwacht dan het zo sterk overheersende thrillerelement.

Ik las Kind 44 in de Nederlandse vertaling. Zo nu en dan had ik het gevoel dat het Nederlands van de vertaling wat wrong. Naast een aantal tikfouten die over het hoofd waren gezien, is het een meer onbestemd gevoel dat de Nederlandse tekst vloeiender had kunnen lopen.

Ook zat een aantal andere dingen me dwars. Zo wordt er in deze Nederlandse vertaling geen thee ingeschonken met een samovar, maar met een somvar. Verder wordt er verschillende keren gesproken over de Tsjeka als de politieke geheime dienst bedoeld wordt. Die term werd in 1953 officieel al meer dan dertig jaar niet meer gebruikt. In de volksmond wordt ook nu nog wel gesproken over tsjekisten, maar voor zover mij bekend wordt de dienst zelf ook in het Bargoens niet meer met de term Tsjeka aangeduid. Of dit alleen in de Nederlandse vertaling zo is, of ook in het Engelse origineel, kan ik niet beoordelen.

In het Engelse origineel zal zeker ook een vrouwelijk personage voorkomen dat de voornaam Ilinaja draagt. Die naam ben ik zelf nog nooit in Rusland tegengekomen. En Smith gebruikt een patroniem nogal eens alsof het achternaam is, terwijl dit toch echt twee verschillende zaken zijn. Het is jammer dat deze dingen toch zo opvallen, als een schrijver zo zijn best doet de juiste lokale details in zijn boek op te nemen.

Aan het einde van Kind 44 wordt de hoofdpersoon, Leo Demidov, in Moskou tot hoofd van een nieuwe afdeling Moordzaken gebombardeerd. De oprichting van die afdeling wordt wel in een mooi ideologisch kader geplaatst: de moorden die onderzocht moeten worden kunnen alleen gepleegd zijn onder invloed van het Westen en dit soort ongewenste invloeden van buiten de grenzen moet met wortel en al worden uitgeroeid.

Hoewel ik dus mijn bedenkingen heb, vind ik deze thriller wel interessant genoeg om ook het tweede deel over Demidov, Kolyma, een kans te geven. Het boek is al in huis gehaald via de Openbare Bibliotheek.

Tom Rob Smith op Wikipedia

flickr

woensdag 22 december 2010

Chris Dolley | French Fried

Chris Dolley - French Fried: one man's move to France with too many animals and an identity thief. Book View Cafe, 2010, 229 pagina's.

Animals behaving badly, other people's misfortunes and the most bizarre true crime story ever. French Fried is the unfortunately true account of Chris Dolley's first eight months in France and has been described as 'A Year in Provence with Miss Marple and Gerald Durrell.'

Just when Chris and Shelagh think nothing more could possibly go wrong, they discover that Chris's identity has been stolen and their life savings – all the money from their house sale in England that was going to finance their new life in France – had disappeared. A bank account had been opened in Chris's name in Spain to take the proceeds.

Then they're abandoned by the police forces of four countries who all insist the crime belongs in someone else's jurisdiction. The French say it's an Irish crime as that's where the money was held. The Irish say it's French as that's where all the correspondence came from. The British say it's nothing to do with them even though forged British passports were used to open the bank account in Spain. And the Spanish are on holiday – and can’t even think about investigating any bank account for at least four weeks.

So Chris has to solve the crime himself. But unlike fictional detectives he has an 80 year-old mother-in-law and an excitable puppy who insist they come along if he's going anywhere interesting - like a stakeout.


Een e-boek lezen op de laptop, het is toch echt niet mijn ding. Vandaar dat ik meer dan twee maanden nodig had om alle 229 pagina’s van dit e-boek, dat ik via LibraryThings Early-Reviewersgroep kreeg, uit te lezen.

De inhoud van dit boek laat zich makkelijk kort samenvatten: een echtpaar verhuist met hun hele beestenboel vanuit Engeland naar Frankrijk omdat het leven daar goedkoper zal zijn. Ze hebben nogal wat tegenslag onderweg. De eerste maanden in Frankrijk vallen vanwege een taalbarrière en de Franse bureaucratie evenmin mee. Als het echtpaar denkt dat het ergste achter de rug is, begint het pas: het geld van de verkoop van hun boerderij in Engeland is weg.

Ik weet niet goed wat ik van dit boek moet denken. Is het fictie, of juist autobiografisch? Wilde Dolley een boek over de confrontatie met een andere cultuur en taal schrijven, of juist een detectiveachtig werkje over hoe iemand met je identiteit en geld aan de haal kan gaan?

Toen ik maar eenmaal weer over die weerstand tegen de laptop en het beeldscherm heen was, ging het lezen aardig. French Fried is geen meesterwerk, maar het het werkje leest eigenlijk best prettig. En, het is zo hier en daar ook grappig. Zeker het laatste gedeelte, waarin de identiteitsfraude wordt beschreven, vond ik soms echt hilarisch. Deze constatering is bijvoorbeeld heel herkenbaar:

This is the joy of families – everything you do is remembered, catalogued and used in evidence against you later.

De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik het waarschijnlijk niet zou hebben gekocht in een winkel of uit de bibliotheek zou hebben meegenomen.

Chris Dolley (Engels)

flickr

zaterdag 4 september 2010

Kate Summerscale | The Suspicions of Mr. Whicher

Kate Summerscale - The Suspicions of Mr. Whicher or the Murder at Road Hill House. London, Bloomsbury, 2009, 372 pagina's. 2008 (1).

It is midnight on 30th June 1860 and all is quiet in the Kent family's elegant house in Road, Wiltshire. The next morning, however, they wake to find that their youngest son has been the victim of an unimaginably gruesome murder. Even worse, the guilty party is surely one of their number - the house was bolted from the inside. As Jack Whicher, the most celebrated detective of his day, arrives at Road to track down the killer, the murder provokes national hysteria at the thought of what might be festering behind closed doors of respectable middle-class homes - scheming servants, rebellious children, insanity, jealousy, loneliness and loathing.

This true story has all the hallmarks of a classic gripping murder mystery. A body, a detective, a country house steeped in secrets and a whole family of suspects - it is the original Victorian whodunnit.


Afgelopen winter zei een vriendin tegen me, dat ze dit boek in het Nederlands had geprobeerd te lezen en dat ze er erg in teleurgesteld was. Ze vond ’t moeizaam lezen, het was een vreselijk boek. Ik heb er daarom voor gekozen het boek uit de bibliotheek te lenen.

Voor wat de eerste hoofdstukken betreft, deel ik haar mening. Ik was in de eerste plaats verrast doordat het geen roman gebaseerd op ware feiten (faction) bleek te zijn, maar een meer journalistiek getint werk, gebaseerd op talrijke citaten uit nog veel talrijker bronnen. Ook duizelde het me van de personen die in die eerste hoofdstukken worden opgevoerd. Er is niet voor niets een stamboom van de familie Kent en een personenregister van de familie Kent, hun (huis)personeel en andere hoofdrolspelers opgenomen. Ik heb er veelvuldig gebruik van gemaakt.

Toen ik maar eenmaal over die aanvankelijke schrik heen was, kreeg ik oog voor de interessante kanten van dit boek. Ik wist niet veel over de Victoriaanse tijd in Engeland. Nu weet ik er iets meer van. De citaten hinderden me op een gegeven moment niet meer, sterker nog, ik begon er plezier in te krijgen al die verschillende stukjes van de puzzel in de taal te lezen die in die tijd gebruikt werd. Tot slot is het interessant om te zien hoe het detectivegenre vrijwel direct na de aanstelling van de eerste 'detectives' bij Scotland Yard ontstaat. Summerscale beschrijft modes in dat genre, en hoe er door de Victoriaanse Engelsen tegen de in dit boek beschreven moord en het detectivegenre werd aangekeken.

Tegelijkertijd is The Suspicions of Mr. Whicher geen boek dat geschikt is om 'nog even voor het slapengaan' te lezen. Daarvoor moest ik me als niet-native speaker van het Engels toch teveel inspannen om het betoog te blijven volgen en de zaken goed uit elkaar te houden. Toch ben ik blij dat ik wel heb doorgezet.

Geen boek voor op het strand dus, maar wel een boek voor iedereen die graag een detective leest, maar ook wel eens iets serieus over het genre wil lezen.

Kate Summerscale (Engels)
Kate Summerscale op Wikipedia (Engels)

flickr

donderdag 10 juni 2010

E.M. Forster | The Obelisk

E.M. Forster - The Obelisk. London, Modern Voices (Hesperus Press), 2009, 169 pagina's. 1972 (1).

Hilda and Ernest are a typical married couple, squabbling their way through a day-trip. When they meet a pair of sailors they are both disturbed and unsettled, but their initial wariness gives way in an unlikely, and jolly, joint trip to a local landmark, which ends in a surprise for both husband and wife... Elsewhere, a missionary struggles to convert a native chieftain in the dark and powerful 'The Life to Come', and an army captain is seduced on a journey to India with disastrous consequences.

Never published during Forster's lifetime, these eight stories explore his favoured themes of hypocrisy and class difference, and together form a revealing and varied collection from one of the twentieth century's best-known literary figures.


Tot mijn grote vreugde ontving ik deze verhalenbundel van Forster toen ik me ervoor had aangemeld in de groep Early Reviewers op www.librarything.nl. Toen ik me aanmeldde, realiseerde ik me niet dat ik deze bundel al eens had gelezen, maar eenmaal begonnen aan het titelverhaal, The Obelisk, kwam al snel het besef dat ik deze bundel lang geleden in het Nederlands (vertaald door Bas Heijne) heb gelezen.

De thema’s van de verhalen (vooral homo-erotische spanning, klassenverschil en raciale vooroordelen in de Britse koloniën) waren daarmee geen verrassing meer voor me, maar het was bijzonder om ze nu in het Engelse origineel te lezen. Het is te lang geleden dat ik de Nederlandse vertaling heb gelezen om deze bewust te kunnen vergelijken met het Engelse origineel. Wel realiseer ik me dat het Engels waarin Forster schreef in ieder geval erg bijdraagt aan het gevoel dat de verhalen oproepen. Het moet voor Heijne zeker niet gemakkelijk zijn geweest om deze verhalen te vertalen.

Het openingsverhaal, The Obelisk, en het slotverhaal, The Other Boat, hebben ook deze keer weer het meeste indruk op mij gemaakt. Dit omdat in beide verhalen niet alleen homoseksuele relaties worden belicht, maar ook heteroseksuele buitenechtelijke relaties en relaties tussen verschillende klassen en rassen komen in deze verhalen aan de orde. Beide verhalen staan bol van broeierige spanning - zoals je je die niet meer bestaande wereld voorstelt. Een waar genot om te lezen.

Het was niet alleen een genot om deze bundel te herlezen, het is ook een genot om nu een exemplaar van deze bundel te bezitten. Juist omdat deze uitgave van Hesperus Press prachtig verzorgd is. Het boek is in vergelijking met Nederlandse pockets relatief goedkoop, maar toch is er een goede kwaliteit papier gebruikt en kan het boek ertegen dat je het leest. De omslag is prachtig verzorgd. Petje af!

E.M. Forster op Wikipedia

flickr

dinsdag 23 maart 2010

M.J. Hyland | This is How

M.J. Hyland - This is How. Edinburgh, Canongate, 2010, 376 pagina's. 2009 (1).

Patrick is a loner. An intelligent but unhappy young man struggling to find his place in the world. But, not long after he leaves home to begin a new life in a boarding house in a remote seaside town, he commits an act of violence and must face the awful and chilling consequences.

This is How is a compelling and unsettling journey into the dark side of human existence and a powerful meditation on the nature of guilt and redemption.


Een gegeven paard mag je volgens het spreekwoord niet in de bek kijken. Dit boek, dat ik via de groep Early Reviewers op www.librarything.nl cadeau heb gekregen, zal ik wel in de bek moeten kijken. Dat is namelijk de deal: je krijgt een gratis boek, maar je moet er wel iets over zeggen.

Toen ik heb boek aanvroeg, verwachtte ik op basis van de beschrijving een eenentwintigste variant van Misdaad en straf. Net als in Dostojevskijs roman is het onderwerp van de roman een moord die gepleegd wordt, waarvoor de dader, Patrick Oxtoby, gestraft wordt. Verwacht in Hylands roman echter geen filosofische bespiegelingen over de gepleegde misdaad, want die zul je er niet in vinden.

De roman bestaat vooral uit dialoog. Goed geschreven, dat wel, met op belangrijke momenten ook onuitgesproken zaken. Uit die dialogen moet je concluderen wat het karakter van Oxtoby is – dat het gaat om een getroubleerde jongeman, niet tot echte emoties en communicatie in staat. Niet met familie, niet met zijn verloofde en ook niet met vreemden.

Het eerste gedeelte, waarin de moord nog gepleegd moet worden, vond ik het best, omdat ik daar nog enige spanning voelde – wie zou het slachtoffer worden en is de dader in staat tot enige zelfreflectie? Als de moord eenmaal gepleegd is, zakt het boek echter als een mislukte soufflé in elkaar.

Er volgen beschrijvingen van het proces en het wennen aan het leven in de gevangenis. Oxtoby komt in deze periode niet verder dan de herhaalde constatering dat hij zijn slachtoffer wakker wilde maken, maar niet vermoorden, en dat zijn leven door het op en neer bewegen van zijn arm totaal veranderd is. Er is echter maar weinig karakterontwikkeling (Oxtoby past zich aan het leven in de gevangenis en voelt zich daar tot op zekere hoogte op z'n plaats) en op een gegeven moment betrapte ik mezelf erop dat het me eigenlijk helemaal niets kon schelen wat Oxotby's lot zou zijn. Doordat de dialogen goed zijn geschreven, leest het boek snel, maar er blijft maar bitter weinig van hangen. Jammer, want het idee op zich is niet slecht.

M.J. Hyland (Engels)
M.J. Hyland op Wikipedia (Engels)

flickr

woensdag 10 februari 2010

Sarah Waters | The Little Stranger

Sarah Waters - The Little Stranger. London, Virago, 2009, 499 pagina's.

In a dusty post-war summer in rural Warwickshire, a doctor is called to a patient at lonely Hundreds Hall. Home to the Ayres family for over two centuries, the Georgian house, once grand and handsome, is now in decline, its masonry crumbling, its gardens choked with weeds, the clock in its stable yard permanently fixed at twenty to nine. Its owners - mother, son and daughter - are struggling to keep pace with a changing society, as well as with conflicts of their own.

But are the Ayreses haunted by something more sinister than a dying way of life?

Prepare yourself. From this wonderful writer who continues to astonish us, now comes a chilling ghost story.


Van Sarah Waters las ik eerder al The Night Watch. Die roman speelde ook direct na de Tweede Wereldoorlog en heeft diepe indruk op me gemaakt. Daarom had ik hoge verwachtingen van deze roman. De tijd waarin de roman speelt is echter wel de enige overeenkomst tussen deze twee romans.

The Little Stranger is geschreven als een spookroman. Dat is direct ook mijn punt van kritiek: de roman is bedoeld als spookroman, maar het wordt op geen enkel moment echt eng. Ik heb het boek daarom maar gelezen als een soort maatschappijgeschiedenis. Waters beschrijft de maatschappelijke veranderingen in Engeland die direct na de Tweede Wereldoorlog plaatsvinden prachtig. Ze doet dit met behulp van een adellijk gezin, dat zijn wereld af ziet brokkelen, en een dorpsdokter die uit een arm gezin komt, die juist meer mogelijkheden krijgt dankzij de veranderende maatschappij.

The Little Stranger mag dan wel niet eng zijn, maar het is wel zo geschreven dat je graag wilt weten hoe het afloopt. De roman houdt je dus bezig tot het einde. Het is kortom zeker de moeite van het lezen waard!

Sarah Waters (Engels)
Sarah Waters op Wikipedia

flickr

woensdag 20 januari 2010

Nick Cave | The Death of Bunny Munro

Nick Cave - The Death of Bunny Munro. Edinburgh, Cannongate, 2009, 278 pagina's.

Bunny Munro sells beauty products and the dream of hope to lonely housewives along the south coast of England. Set adrift by his wife's sudden death and struggling to keep a grip on reality, he does the only thing he can think of - with his young son in tow, he hits the road.

While Bunny plies his trade and his sexual charisma door-to-door, nine-year-old Bunny Junior sits patiently in the car, exploring the world through the pages of his encyclopaedia.

As their bizarre and increasingly frenzied road trip shears into a final reckoning, Bunny finds that the ghosts of his world - decrepit fathers, vengeful lovers, jealous husbands and horned psycho-killers - have emerged from the shadows and are seeking to exact their toll.

A tender portrait of the relationship between father and son, The Death of Bunny Munro is a stylish, angry and hugely enjoyable read, bursting with the wit and mystery that fans will recognise as hallmarks of Cave's singular vision.


Lang geleden probeerde ik Cave’s eerste roman And The Ass Saw The Angel te lezen. Ik heb het boek na een derde te hebben gelezen weggelegd, omdat ik er helemaal niets van begreep. Wellicht was ik te jong, wellicht was mijn Engels niet goed genoeg, misschien ontbrak het me aan Bijbelkennis. Die ervaring heeft me erg doen twijfelen of ik deze tweede roman überhaupt zou kopen, maar wat ben ik na het lezen van The Death of Bunny Munro blij dat ik het wél gewaagd heb.

Zeker, Bunny Munro is een hele nare man. Zijn constante zoektocht naar seks, zijn houding tegenover vrouwen in het algemeen en zijn vrouw in het bijzonder, de desinteresse voor zijn zoon en naamgenoot zorgen ervoor dat hij zonder twijfel onsympathiek is. Toch weet Cave het verhaal zo te vertellen, dat je aan het eind van de roman sympathie voelt voor deze hulpeloze, zoekende man.

Die sympathie komt niet alleen voort uit het verrassende einde, waarin Munro een loutering ondergaat. Het is vooral Caves schrijfstijl en zijn scherpe observaties van het leven 'onderweg' die deze roman zo bijzonder maken. Hier vond ik wel aansluiting met het Engels dat Cave gebruikt, waardoor ik oog kon hebben voor zijn schrijfstijl.

De roman leest bijna als poëzie in proza-vorm, waardoor ik onder het lezen steeds aan Caves muziek moest denken. Als je deze roman naast de teksten die Cave voor zijn muziek heeft geschreven bekijkt, sluiten het personage Bunny Munro en het thema – het tegen beter weten in doorreizen en uiteindelijk gelouterd worden – perfect aan bij dat oeuvre van meer dan dertig jaar. Dat betekent echter niet dat je de muziek van Cave moet kennen om deze roman te kunnen waarderen. Kun je wel tegen een stootje, dan raad ik dit boek zeker aan!

Nick Cave op Wikipedia

flickr

woensdag 30 december 2009

Martin Kochanski | The Snow Cow

Martin Kochanski - The Snow Cow Ghost Stories for Skiers. London, Universalis Publishing, 2009 (1), 191 pagina's.

That chill running down your spine - is it just the melting snow?

The thirteen stories in The Snow Cow tell of love and death, terror and joy, mixing ancient myths with modern legends. They are stories to be shared in the firelight after a long day's skiing.

The skier who leaves tracks on inaccessible mountain faces - is he dead or alive?
Your chalet girl - could she be a mass murderer?
A woman on her wedding night, a promise made to the devil - how can she escape?

Experience impossible love in Not This Time. Ski with a ghost in The Long Man. Discover a new twist to an old legend in The Passport of Dorian Gray. And be haunted by the terrifying tale of The Snow Cow herself!

After you have read this book, skiing will never be the same again!


Ik heb nog nooit geskied en ik lees liever geen spook- of horrorverhalen. Toch heb ik deze bundel korte verhalen met plezier gelezen. Ik vind deze bundel geen meesterwerk, maar de verhalen lezen makkelijk, ook als Engels niet je moedertaal is, en zijn over het algemeen interessant.

Alle dertien verhalen spelen zich af in de winter af in Zwitserland en Oostenrijk. Er wordt dus volop geskied in de sneeuw. Heb je als lezer nog nooit geskied, maar heb je wel eens op natuurijs geschaatst, dan kun je je toch verplaatsen in het gevoel van snelheid en kou dat de schrijver oproept. Interessant is ook de aandacht voor de verschillende soorten sneeuw. Daar ben je als inwoner van een land waar weinig sneeuw valt niet van op de hoogte.

Met het genre, spookverhalen, had ik het wat moeilijker. Vaak vind ik het moeilijk om beschrijvingen van geesten of andere bovennatuurlijke zaken serieus te nemen. Het bijzondere van sommige van deze verhalen is, dat het bovennatuurlijke op een heel lichtvoetige manier wordt geïntroduceerd. Daardoor worden sceptici zoals ik niet afgeschrikt. Helaas vond ik niet ieder verhaal even goed. Voor mij springen The Snow Cow, Not This Time, They en All Soul's Day er echt uit, doordat de balans tussen het bovennatuurlijke en het 'gewone leven' en een humoristische toon juist is in deze verhalen.

The Passport of Dorian Gray, een variatie op Oscar Wilde's A Picture of Dorian Gray, had wat mij betreft uit de bundel weg mogen worden gelaten. Dat voegt door het weliswaar afwijkende, maar voorspelbare einde niets toe.

The Snow Cow (Engels)

flickr

donderdag 3 september 2009

Rachel Cusk | Arlington Park

Rachel Cusk – Arlington Park. New York, Farrar, Straus and Giroux, 2007, 248 pagina’s. 2006 (Verenigd Koninkrijk, 1).

Arlington Park, a modern-day English suburb very much like its American counterparts, is a place devoted to the profitable ordinariness of life. Amid its leafy avenues and comfortable houses, its residents live out the dubious accomplishments of civilization: material prosperity, personal freedom, and moral indifference. In Arlington Park, men work, women look after children, and people generally do what’s expected of them. It’s a world awash in contentment but empty of belief, and riven with strange anxieties. How are its inhabitants to know right from wrong? How should they use their knowledge of other people’s sufferings? What is the relationship of politics to their own domestic arrangements?
Set over the course of a single rainy day, the novel moves from one household to another, and through the passing hours conducts a deep examination of its characters' lives: of Juliet, enraged at the victory of men over women in family life; of Amanda, warding off thoughts of death with obsessive housework; of Solly, who confronts her own buried femininity in the person of her Italian lodger; of Maisie, despairing at the inevitability with which beauty is destroyed; and of Christine, whose troubled, hilarious spirit presides over Arlington Park and the way of life it represents.
Darkly comic, deeply affecting, and wise, Arlington Park is a page-turning imagining of the extraordinary inner nature of ordinary life, by one of Britain’s most exciting young novelists.


Arlington Park is een intrigerende roman over het leven van vijf vrouwen in een Engelse buitenwijk, waar de meer vermogende gezinnen met jonge kinderen wonen. Zij hebben het gemaakt, lijkt het. De vijf vrouwen zijn huisvrouw en moeder. Slechts één van hen werkt, maar niet in de baan waarvan zij als kind droomde. De vrouwen worden één regenachtige dag lang gevolgd in hun dagelijkse bezigheden.

Dat het geen lichtvoetige roman is, wordt al aangekondigd door de alsmaar aanhoudende regen, die in het eerste hoofdstuk de hoofdrol speelt. De vijf vrouwen worden vervolgens ieder in een eigen hoofdstuk beschreven, om in het laatste hoofdstuk gezamenlijk bij één van hen thuis te eten. De vrouwen zijn om hun eigen reden ongelukkig in die buitenwijk, waarvan iedereen zegt dat je er niet anders dan gelukkig kunt zijn. Het ongelukkige gevoel, de frustraties en de woede die de vrouwen voelen, worden beschreven in heel scherpe dialogen, waarbij één uitspraak ineens, na alle voorgaande dialogen, het hele wezen van een vrouw samenvat.

Cusk besteedt verder veel aandacht aan de beschrijving van Arlington Park. Denk daarbij aan de niet-aflatende regen, het interieur van de huizen van de vrouwen, de auto’s waarin zij rijden of het moderne winkelcentrum in de buurt. Dat is zeker geen bladvulling, maar functioneel in deze roman, omdat het je doordringt van de wereld waarin de vrouwen zich bewegen. Het versterkt het gevoel dat de dames eigenlijk wel gelukkig zouden móeten zijn. Dat ze het desondanks niet zijn, wordt daardoor des te wranger.

Ik heb wel wat moeite gehad om 'op gang te raken' bij het lezen van deze roman, maar toen dat eenmaal gelukt was, heb ik het in één ruk uitgelezen. Het is verfrissend om een boek te lezen waarin de schrijver er niet voor terugschrikt om meer te laten zien dan alleen de schone schijn van de buitenwijk – als je jezelf wel eens hebt afgevraagd 'of dit het nou is', geeft dit boek je het geruststellende gevoel dat het met je eigen leven helemaal niet zo erg is gesteld.

Rachel Cusk op Wikipedia (Engels)

flickr

zondag 7 december 2008

J.K. Rowling | The Tales of Beedle the Bard

J.K. Rowling – The Tales of Beedle the Bard Translated from the original runes by Hermione Granger. London, Bloomsbury, 2008, 105 pagina’s.

The Tales of Beedle the Bard contains five richly diverse fairy tales, each with its own magical character, that will variously bring delight, laughter and the thrill of mortal peril.

Additional notes for each story penned by Professor Albus Dumbledore will be enjoyed by Muggles and wizards alike, as the Professor muses on the morals illuminated by the tales, and reveals snippets of information about life at Hogwarts.

A uniquely magical volume, with illustrations by the author, J.K. Rowling, that will be treasured for years to come.


Terwijl Rowling werkte aan de zeven delen waaruit de Harry Potter-serie bestaat, zijn er al verschillende kleinere boekjes verschenen. De opbrengsten van deze boekjes gingen naar goede doelen. Dat is bij dit boekje ook het geval. Aan het einde van het boekje staat zelfs een brief afgedrukt van de voorzitster van het betreffende goede doel, waarin zij uitlegt dat haar stichting zich inzet voor kinderen die minder bedeeld zijn in heel Europa. Dat is een heel nobel streven, maar de schrijfwijze die ze in deze brief hanteert valt zó uit de toon bij de stijl en atmosfeer van het voorafgaande, dat ik een beetje het gevoel had alsof ik met een tijdmachine van de negentiende eeuw naar de eenentwintigste eeuw was verplaatst.

Maar, verder niets dan lof voor dit prachtige boekje. De tekeningen om en tussen de tekst hadden voor mij niet gehoeven, maar ja, illustraties horen er natuurlijk wel bij in een sprookjesboek. De sprookjes zelf zijn mooi, soms grappig, soms angstaanjagend. Knap, dat je met behulp van de bekende sjablonen die in Europese sprookjes worden gebruikt toch een geheel eigen soort sprookjes kunt schrijven.

Wat me echter vooral aansprak waren de commentaren van Professor Dumbledore (Professor Perkamentus) op de sprookjes. Deze vaak grappige commentaren, bijvoorbeeld de terugkerende tirades tegen Beatrix Bloxam( die “kindvriendelijke” versies van sommige van deze sprookjes heeft geschreven, omdat ze de tere zielen van de kleine tovenaars zouden kwetsen), gaven me hier en daar het gevoel dat ik niet kinderliteratuur, maar een letterkundige verklaring van de sprookjes aan het lezen was.

Een leuk boekje om te geven, een leuk boekje om te krijgen én te lezen!

J.K. Rowling | Harry Potter and the Deathly Hallows

J.K. Rowling op Wikipedia (Engels)
Harry Potter op Wikipedia (Engels)

flickr

donderdag 24 juli 2008

Colin Thubron | Tussen de Russen

Colin Thubron – Tussen de Russen. Baarn, Bigot & Van Rossum, 1986, 208 pagina’s. Oorspronkelijke Engelse titel: Among the Russians, vertaald door Redactiebureau Vermo. 1983.

De befaamde reisjournalist Colin Thubron arriveerde in de Sovjetunie in een oude Morris Marina waarin hij overnachtte en waarmee hij vijftienduizend kilometer aflegde tussen de Baltische Zee en de Kaukasus. Overal waar hij kwam, in steden als Leningrad, Moskou, Smolensk en Kiev, in bergdorpjes, steppen of de Krim, in het koude Noorden of aan de kust van de Zwarte Zee, ontmoette hij mensen van alle leeftijden, beroepen en interesses. Hij ontmoette dissidenten en kwam in aanraking met de KGB. Het resultaat is een fascinerend en onthullend portret van de vele rassen die een reusachtig land bewonen, want het is vooral de menselijke kant, en niet de politieke, die belicht wordt in dit opmerkelijke reisboek.


Dit is het eerste boek dat Thubron schreef over een reis door toen nog de Sovjet-Unie. Een maand eerder las ik In Siberië, over een reis door Siberië ergens in de jaren ’90, toen de Sovjet-Unie niet meer bestond. Als ik de twee boeken vergelijk, vond ik Tussen de Russen wat tegenvallen.

Laat ik voorop stellen, dat dit boek ook 25 jaar later nog interessant is om te lezen als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Rusland. Inderdaad juist omdat Thubron zijn contact met de locale bevolking of juist het gebrek daaraan opvoert. Tegelijkertijd wordt de politieke kant van de zaak wel degelijk voortdurend belicht: het in de gaten gehouden worden door KGB-medewerkers wordt beschreven en ook de absurditeit van het leven in een communistische staat wordt veelvuldig besproken.

In deze uitgave is in tegenstelling tot In Siberië wel een kaartje opgenomen waarop je Thubrons reis kunt volgen. Jammer is, dat Roemenië op dit kaartje direct grenst aan Oekraïne. De tekenaar van het kaartje heeft de republiek Moldavië over het hoofd gezien. Net als in In Siberië ontbreekt een literatuurlijst.

Verder maakt deze uitgave een onverzorgde indruk, door tikfouten, slordigheden in de opmaak en de inconsequente manier waarop plaatsnamen vanuit het Cyrillisch alfabet zijn getranscribeerd naar het Latijnse alfabet. Als dit in het origineel ook zo is, had de vertaler of hadden de vertalers er beter voor kunnen kiezen om de schrijver hier te verbeteren.

Colin Thubron op Wikipedia (Engels)

Colin Thubron | In Siberië

flickr

zaterdag 28 juni 2008

Colin Thubron | In Siberië

Colin Thubron – In Siberië. Amsterdam/Antwerpen, Atlas, 1999. Oorspronkelijke Engelse title: In Siberia, vertaald door Marijke Versluys. 1999

‘Wat in slavernij is opgebouwd, wordt in vrijheid weer afgebroken,’ verzucht Colin Thubron halverwege zijn reis door Siberië in een sombere bui. Er is tijdens zijn lange zoektocht naar een nieuw Siberië dan ook veel reden tot verslagenheid: de nog steeds alomtegenwoordige herinnering aan de kampen van Stalin, de verwoesting van het milieu, de teloorgang van landbouw en industrie. Maar hier en daar is er een sprankje hoop: de vrijheid van meningsuiting, de minderheden die na bij een eeuw onderdrukking een eigen stem hervinden…
Thubron, de meest geprezen en bekroonde Engelse reisauteur, heeft met IN SIBERIË een evenwichtig portret geschreven van een van de laatste onbekende, onbereisde gebieden op aarde.

Colin Thubron (1939) schreef een groot aantal romans en reisverhalen, waaronder Achter de muur en Afstand.


Ik kwam op het idee om dit boek te lezen omdat het in de Volkskrant werd aangeprezen. Het boek maakt op dit moment deel uit van een serie van vijf reisboeken die je met korting kunt kopen via de Volkskrant (zie hier.)

Het boek is zeker goed geschreven, in de zin dat het een erg onderhoudende mengeling van reisbeschouwingen en achtergrondinformatie bevat. Thubron doet ook een heel groot gedeelte van Sibierië aan, waarbij de aandacht voor de inheemse en de Russische bevolking in evenwicht is. Ook beschrijft hij het besef dat hij als Engelsman, als kind van democratisch land, op een andere manier reageert op de wrange geschiedenis van Siberië dan sommige bewoners.

Schrijnend is bijvoorbeeld het verhaal over het dorp Potalovo. Dat ligt boven de Poolcirkel en wordt bewoond door een volk, de Entsy, dat zich in een neerwaartse spiraal van werkeloosheid en dronkenschap bevindt. Thubron besteedt ook aandacht aan de heropleving van het sjamanisme en boeddhisme onder de oorspronkelijke bevolking en van de Russisch-Orthodoxe kerk. Hij doet tevens een dorp van Oudgelovigen aan, en hij bezoekt Birobidzjan. Dat laatste is een autonome republiek binnen de Russische Federatie in het uiterste zuid-oosten van Siberië, die in de jaren 1930 door Stalin in het leven is geroepen met het idee dat Joden zich hier zouden moeten vestigen vanuit Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland.

Er zijn echter wel wat aanmerkingen op het boek, of in ieder geval op deze Nederlandse uitgave. Allereerst het ontbreken van een kaartje van Siberië en een verklarend woordenlijstje van de Russische termen. Vooral dat kaartje zou handig zijn geweest, omdat Thubron kriskras door Siberië is gereisd.

Er wordt nergens aangegeven in welk jaar Thubron zijn reis heeft gemaakt. Het enige dat je weet is dat het na 1991 moet zijn geweest, want de Sovjet-Unie is al uiteengevallen, en voor of in het jaar 1999, want het copyright op dit boek is in 1999 vastgelegd. Ik had graag geweten in welk jaar van Jeltsins presidentschap Thubron zijn reis maakte. Dat had in een korte inleiding of conclusie kunnen staan, die het boek niet bevat.

Verder mis ik een lijst met geraadpleegde literatuur. Ik verwacht echt niet van een reisboek dat er op één pagina dertig voet- of eindnoten staan, waarin tot op de pagina nauwkeurig wordt aangegeven waar bepaalde informatie is gevonden, maar een globaal overzicht in de vorm van een korte literatuurlijst zou handig zijn geweest.

Dat ik een literatuurlijst mis komt vooral, doordat Thubron op zijn reis ook de plaats Severobajkalsk, gelegen aan het noordelijke gedeelte van het Bajkalmeer, heeft bezocht. Ik ben daar in 1991 geweest, toen de Sovjet-Unie nog bestond. Thubron beschrijft hoe hij daar een mica-mijn bezoekt, waar gevangenen in de hoogtijdagen van de Goelag moesten werken. Toen ik daar was, werd wel over die mica-mijnen gesproken, maar werd daar niet bij verteld dat er gevangenen in die mijnen hadden gewerkt. Ik had daar dus graag wat meer over gelezen.

Maar, dat neemt niet weg dat de reisbeschrijving op zich boeiend en goed leesbaar is. Dit boek is zeker een goede manier om wat meer over Siberië te weten te komen.

Colin Thubron op Wikipedia (Engels)

Colin Thubron | Tussen de Russen

flickr

zaterdag 3 mei 2008

Zadie Smith | On Beauty

Zadie Smith – On Beauty. London, Penguin Books, 2006 (9). 2005.

WHY DO WE FALL IN LOVE WITH THE PEOPLE WE DO?
WHY DO WE VISIT OUR MISTAKES ON OUR CHILDREN?
WHAT MAKES LIFE TRULY BEAUTIFUL?

Set in New England mainly and London partly, On Beauty concerns a pair of feuding families – the Belseys and the Kipsses – and a clutch of doomed affairs. It puts low morals among high ideals and asks some searching questions about what life does to love. For the Belseys and the Kippses, the confusions – both personal and political – of our uncertain age are about to be brought close to home: right in the heart of the family.


Door een aansporing van .Fabio onder deze foto ben ik op het spoor gekomen van dit boek. De schrijfster was geen onbekende: een paar jaar terug had ik al met veel plezier haar debuut White Teeth gelezen.

In On Beauty voert Smit twee families op, waarvan het lot gewild of ongewild met elkaar verbonden raakt. Als lezer kom je terecht in een wervelwind aan personages en gebeurtenissen. Dat je het spoor niet bijster raakt, komt door de plezierige manier waarmee Smith schrijft. Vooral haar dialogen zijn meesterlijk, vind ik.

Uit eigen ervaring is gebleken dat dit boek heel goed gelezen kan worden door mensen die ziek, maar inmiddels aan de beterende hand zijn – de dosis humor in dit boek zou overigens ook niet-zieken goed doen!

Zadie Smith op Wikipedia (Engels)

flickr

vrijdag 11 april 2008

J.K. Rowling | Harry Potter and the Deathly Hallows

J.K. Rowling – Harry Potter and the Deathly Hallows. London, Bloomsbury, 2007.

Harry has been burdened with a dark, dangerous and seemingly impossible task: that of locating and destroying Voldemort’s remaining Horcruxes. Never has Harry felt so alone, or faced a future so full of shadows. But Harry must somehow find within himself the strength to complete the task he has been given. He must leave the warmth, safety and comfort of the Burrow and follow without fear or hesitation the inexorable path laid out for him.

In this final, seventh instalment of the Harry Potter series, J.K. Rowling unveils in spectacular fashion the answers to the many questions that have been so eagerly awaited. The spellbinding, richly woven narrative, which plunges, twists and turns at a breathtaking pace, confirms the author as a mistress of storytelling, whose books will be read, reread and read again.


Van 21 juli 2007 tot Pasen 2008 heeft M. in dit boek gelezen. Toen hij het boek op Tweede Paasdag uit had, was ik eindelijk aan de beurt. De zes voorgangers van dit laatste deel had ik steeds in één adem uitgelezen, met een knoop in de maag, en bij het dichtslaan van die boeken betrapte ik mezelf er steeds op dat ik al weer uitkeek naar het volgende deel.

Ik begon dan ook met hooggespannen verwachtingen aan dit zevende en laatste deel. Groot was mijn teleurstelling bij het lezen de eerste 350, 400 bladzijden van het boek, die mij op geen enkele manier konden boeien. Ik heb me moeten dwingen om verder te lezen.

Pas bij de groots opgezette finale (de laatste 200 bladzijden) voelde ik iets van de oude spanning terugkomen. Daarnaast was het goed om er eindelijk achter te komen hoe de vork nu eigenlijk in de steel steekt. Wel had de epiloog wat mij betreft achterwege kunnen blijven.

Ik kan alleen maar tot de conclusie komen dat mijn betovering door deze serie boeken verbroken is!

J.K. Rowling | The Tales of Beedle the Bard

J.K. Rowling op Wikipedia (Engels)
Harry Potter op Wikipedia (Engels)