Howard Jacobson - The Finkler Question. London, Bloomsbury, 2010, 307 pagina's.
'He should have seen it coming. His life had been one mishap after another. So he should have been prepared for this one'.
Julian Treslove, a professionally unspectacular and disappointed BBC worker, and Sam Finkler, a popular Jewish philosopher, writer and television personality, are old school friends. Despite a prickly relationship and very different lives, they've never quite lost touch with each other - or with their former teacher, Libor Sevick, a Czechoslovakian always more concerned with the wider world than with exam results.
Now, both Libor and Finkler are recently widowed, and with Treslove, his chequered and unsuccessful record with women rendering him an honorary third widower, they dine at Libor's grand, central London apartment. It's a sweetly painful evening of reminiscence in which all three remove themselves to a time before they had loved and lost; a time before they had fathered children, before the devastation of separations, before they had prized anything greatly enough to fear the loss of it. Better, perhaps, to go through life without knowing happiness at all because that way you had less to mourn? Treslove finds he has tears enough for the unbearable sadness of both his friends' losses.
And it's that very evening, at exactly 11:30pm, as Treslove hesitates a moment outside the window of the oldest violin dealer in the country as he walks home, that he is attacked. After this, his whole sense of who and what he is will slowly and ineluctably change.
The Finkler Question is a scorching story of exclusion and belonging, justice and love, ageing, wisdom and humanity. Funny, furious, unflinching, this extraordinary novel shows one of our finest writers at his brilliant best.
In The Finkler Question draait het om de vriendschap tussen drie oudere mannen: de hoogbejaarde Tsjech Libor Sevick, die al jaren in Londen woont, en zijn twee voormalige leerlingen, BBC-programmamaker Julian Treslove en de filosoof en tv-persoonlijkheid Sam Finkler. De eerste en de laatste zijn joods en onlangs weduwnaar geworden, Treslove is niet joods en was nooit getrouwd. De mannen zijn allen op hun eigen manier even eenzaam en daarmee tot elkaar veroordeeld.
Na een etentje bij Libor wordt Treslove op straat beroofd. Hij denkt dat de dader een vrouw is, en dat zij iets riep dat klonk als 'Jij Jood!', terwijl ze hem beroofde. Treslove klampt zich aan die indruk vast, om zijn schaamte over het voorval te verminderen: de dader beging haar daad uit haat tegen de Joden. Dat idee gaat zo zijn eigen leven leiden, dat Treslove besluit dat hij wel een Jood moet zijn. Hij stort zich de rest van de roman op het vervolmaken van zijn joodse identiteit. Tegelijkertijd wendt Finkler zich steeds meer van zijn joodse identiteit af, en koester Libor zijn herinneringen aan hoe het joodse leven vroeger was.
Treslove’s zoektocht neemt de niet-joodse lezer mee op een eigen ontdekkingstocht naar het joodse leven in de eenentwintigste eeuw. Het meest springt de worsteling in het vinden van een balans tussen het besef van de harde feiten van de Holocaust en de harde feiten van de bezetting van de Palestijnse gebieden door IsraĆ«l in het oog. Vooral Finkler wordt door dit besef gekweld, alhoewel je je ook kunt afvragen of hij niet ook door andere motieven wordt geleid als hij lid wordt van een groep die zichzelf ASHamed Jews noemt.
Ook beschrijft Jacobson hoe Treslove zich in religieus-filosofische literatuur verdiept – en al na een paar zinnen niet meer begrijpt wat er staat –, hoe Treslove zich verwondert over wat hij ziet als typisch Joodse manieren van uitdrukken en typisch Joodse humor – waar hij de finesses maar niet van kan begrijpen en waarbij zijn eigen pogingen steeds stranden – en hoe Treslove zich koestert in de warmte die zijn nieuwe Joodse vriendin, een achternicht van Libor, uitstraalt zonder dat zij hier iets voor hoeft te doen.
Ik vond ongeveer de eerste driekwart van de roman fenomenaal. De zelfspot – cynisch en daarom zo aanstekelijk – deed me denken aan de toon in bijvoorbeeld Foers Everything is Illuminated en in de romans van Joods-Russische schrijvers als Dina Rubina, Lyudmila Ulitskaya en de vorig jaar overleden Efraim Sevela. Ik heb hardop gegrinnikt bij het lezen van sommige passages.
The Flinker Question eindigt op meerdere manieren tragisch. Dat heb ik liever dan een dwangmatig positief einde. Toch had ik bij dit einde ook een beetje een onbevredigd gevoel. Alsof Jacobson opeens besloit dat het welletjes was met deze roman. Dat gevoel weerhoudt me er echter niet van om deze roman van harte aan te bevelen. Jacobson kreeg er immers niet voor niets de Booker Prize 2010 voor!
Howard Jacobson op Wikipedia (Engels)
flickr
zondag 13 maart 2011
Howard Jacobson | The Finkler Question
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten