Андрей Курков – Последняя любоь президента. Харьков, «Фолио», 2007. 510 страниц.
(Andrey Kurkov - Poslednyaya lyubov prezidenta. Kharkov, “Folio”, 2007. 510 pagina’s.)
Андрей Курков -журналист, писатель, сценарист (по его сценариям поставлено 18 документальных и художественных фильмов), автор двух десятков книг. Его произведения певедены на английский, немецкий, французский, испанский, голландский, турецкий и другие языки. Андрей Курков – один из самых популярных в Европе авторов из стран СНГ, книги которого попали в первые десятку европейских бестселлеров.
«Последняя любовь президента» –
почти детективная история, которая произошла
с человеком, пришедшим на вершину власти
и заплатившим за это своим сердцем
в прямом и переносном смысле.
У президента чужое сердце, более того, это сердце
можно остановить в любую минуту.
Кто за этим стоит и кому это выгодно?
Что может спасти президента и вернуть ему
способность чувствовать и любить?..
Dit boek van Koerkov is in het Nederlands vertaald onder de titel De laatste liefde van de president. In het boek volgen we de lange weg van Sergej Boenin naar de macht in Oekraïne. We zien hem aan het begin van zijn weg omhoog, in de jaren ’80, in de sovjetstructuren, in de jaren 2004-2006 als inmiddels rijk geworden hoge ambtenaar, en als president van Oekraïne, in 2013 en later.
Dit boek is bijzonder, omdat het geschreven voordat de Oranjerevolutie in Oekraïne plaatsvond. Koerkov beschrijft in dit boek hoe de hoofdpersoon een harttransplantatie ondergaat, waarna zijn hele lichaam onder steeds meer sproeten komt te zitten. Na de dioxinevergiftiging van toen nog e aanstaande president van Oekraïne Joesjtsjenko heeft Koerkov met terugwerkende kracht een bijna profetisch verhaal geschreven. Koerkov beschrijft verder niet alleen de welig tierende corruptie in zijn eigen land op humoristische wijze, maar ook de ijdelheid en corruptie van Russische politici, het grote buurland dat altijd op de achtergrond aanwezig is.
Als ik de berichten op internet mag geloven, heeft dit boek nogal wat gevolgen gehad voor Koerkov. Ik citeer: Het uitbrengen van deze roman veroorzaakte voor Koerkov allerlei problemen: hij is ondervraagd door de Oekraïense geheime dienst, zijn boeken zijn in Rusland uit de schappen gehaald en hij was het onderwerp van een diplomatiek relletje toen Poetin probeerde te voorkomen dat de schrijver een lezing zou geven tijdens de Salon du Livre in Parijs. (zie hier)
Ik heb het boek, ondanks de hoofdpijn die ik in december voortdurend had, met heel veel plezier gelezen. Vaak moest ik zelfs hardop grinniken. Grijp daarom de kans nu dit boek in het Nederlands is vertaald, en lees dit boek!
Андрей Курков | Тонкая математика страсти
Андрей Курков | Закон улитки
Андрей Курков | Пикник на льду
Andrey Kurkov op Wikipedia (Engels)
flickr
zaterdag 20 december 2008
zondag 7 december 2008
J.K. Rowling | The Tales of Beedle the Bard
J.K. Rowling – The Tales of Beedle the Bard Translated from the original runes by Hermione Granger. London, Bloomsbury, 2008, 105 pagina’s.
The Tales of Beedle the Bard contains five richly diverse fairy tales, each with its own magical character, that will variously bring delight, laughter and the thrill of mortal peril.
Additional notes for each story penned by Professor Albus Dumbledore will be enjoyed by Muggles and wizards alike, as the Professor muses on the morals illuminated by the tales, and reveals snippets of information about life at Hogwarts.
A uniquely magical volume, with illustrations by the author, J.K. Rowling, that will be treasured for years to come.
Terwijl Rowling werkte aan de zeven delen waaruit de Harry Potter-serie bestaat, zijn er al verschillende kleinere boekjes verschenen. De opbrengsten van deze boekjes gingen naar goede doelen. Dat is bij dit boekje ook het geval. Aan het einde van het boekje staat zelfs een brief afgedrukt van de voorzitster van het betreffende goede doel, waarin zij uitlegt dat haar stichting zich inzet voor kinderen die minder bedeeld zijn in heel Europa. Dat is een heel nobel streven, maar de schrijfwijze die ze in deze brief hanteert valt zó uit de toon bij de stijl en atmosfeer van het voorafgaande, dat ik een beetje het gevoel had alsof ik met een tijdmachine van de negentiende eeuw naar de eenentwintigste eeuw was verplaatst.
Maar, verder niets dan lof voor dit prachtige boekje. De tekeningen om en tussen de tekst hadden voor mij niet gehoeven, maar ja, illustraties horen er natuurlijk wel bij in een sprookjesboek. De sprookjes zelf zijn mooi, soms grappig, soms angstaanjagend. Knap, dat je met behulp van de bekende sjablonen die in Europese sprookjes worden gebruikt toch een geheel eigen soort sprookjes kunt schrijven.
Wat me echter vooral aansprak waren de commentaren van Professor Dumbledore (Professor Perkamentus) op de sprookjes. Deze vaak grappige commentaren, bijvoorbeeld de terugkerende tirades tegen Beatrix Bloxam( die “kindvriendelijke” versies van sommige van deze sprookjes heeft geschreven, omdat ze de tere zielen van de kleine tovenaars zouden kwetsen), gaven me hier en daar het gevoel dat ik niet kinderliteratuur, maar een letterkundige verklaring van de sprookjes aan het lezen was.
Een leuk boekje om te geven, een leuk boekje om te krijgen én te lezen!
J.K. Rowling | Harry Potter and the Deathly Hallows
J.K. Rowling op Wikipedia (Engels)
Harry Potter op Wikipedia (Engels)
flickr
The Tales of Beedle the Bard contains five richly diverse fairy tales, each with its own magical character, that will variously bring delight, laughter and the thrill of mortal peril.
Additional notes for each story penned by Professor Albus Dumbledore will be enjoyed by Muggles and wizards alike, as the Professor muses on the morals illuminated by the tales, and reveals snippets of information about life at Hogwarts.
A uniquely magical volume, with illustrations by the author, J.K. Rowling, that will be treasured for years to come.
Terwijl Rowling werkte aan de zeven delen waaruit de Harry Potter-serie bestaat, zijn er al verschillende kleinere boekjes verschenen. De opbrengsten van deze boekjes gingen naar goede doelen. Dat is bij dit boekje ook het geval. Aan het einde van het boekje staat zelfs een brief afgedrukt van de voorzitster van het betreffende goede doel, waarin zij uitlegt dat haar stichting zich inzet voor kinderen die minder bedeeld zijn in heel Europa. Dat is een heel nobel streven, maar de schrijfwijze die ze in deze brief hanteert valt zó uit de toon bij de stijl en atmosfeer van het voorafgaande, dat ik een beetje het gevoel had alsof ik met een tijdmachine van de negentiende eeuw naar de eenentwintigste eeuw was verplaatst.
Maar, verder niets dan lof voor dit prachtige boekje. De tekeningen om en tussen de tekst hadden voor mij niet gehoeven, maar ja, illustraties horen er natuurlijk wel bij in een sprookjesboek. De sprookjes zelf zijn mooi, soms grappig, soms angstaanjagend. Knap, dat je met behulp van de bekende sjablonen die in Europese sprookjes worden gebruikt toch een geheel eigen soort sprookjes kunt schrijven.
Wat me echter vooral aansprak waren de commentaren van Professor Dumbledore (Professor Perkamentus) op de sprookjes. Deze vaak grappige commentaren, bijvoorbeeld de terugkerende tirades tegen Beatrix Bloxam( die “kindvriendelijke” versies van sommige van deze sprookjes heeft geschreven, omdat ze de tere zielen van de kleine tovenaars zouden kwetsen), gaven me hier en daar het gevoel dat ik niet kinderliteratuur, maar een letterkundige verklaring van de sprookjes aan het lezen was.
Een leuk boekje om te geven, een leuk boekje om te krijgen én te lezen!
J.K. Rowling | Harry Potter and the Deathly Hallows
J.K. Rowling op Wikipedia (Engels)
Harry Potter op Wikipedia (Engels)
flickr
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell – De Chinees. Breda, De Geus, 2008 (2). 2008 (1). Oorspronkelijke Zweedse titel Kinesen, vertaald door Corry van Bree. 2008, 533 pagina’s.
Op een koude dag in januari 2006 doet de politie van het stadje Hesjövallen een verschrikkelijke ontdekking. Er heeft een bloedbad plaatsgevonden. Achttien mensen zijn op beestachtige manier vermoord. Een krankzinnige moordenaar moet aan het werk zijn geweest.
Als Birgitta Roslin, rechter in Helsingborg, de berichten erover leest, is ze met stomheid geslagen. Want bijna alle slachtoffers zijn verwanten van haar.
Omdat de politie geen enkel spoor van de dader vindt en geen enkel aanknopingspunt heeft voor verder onderzoek, besluit Birgitta de zaak zelf te onderzoeken.
Het onderzoek voert Birgitta naar het verleden en leidt haar naar verschillende continenten. Ze maakt hardhandig kennis met een nieuwe supermacht die zijn plaats opeist in de internationale arena.
Eindelijk weer eens een detective van Mankell die ook echt een detective blijkt te zijn als je ‘m leest! Ik heb dit boek – ondanks mijn hoofdpijn en gesnotter – in drie dagen praktisch in één ruk uitgelezen. Ik had moeite om ’t boek weg te leggen, terwijl ik natuurlijk regelmatig even moest slapen of moest stomen en spoelen met zout water.
In deze detective voert Mankell ons weer over de hele wereld, zoals ook in Kennedy’s brein, maar dit boek is zo geschreven, dat de opmerkingen over de sociale en economische omstandigheden in die landen niet vervelend worden. Alleen de hoofdstukken die een verblijf in de Verenigde Staten van de 19e eeuw beschrijven dreigden wat belerend te worden. Aan de andere kant zijn deze hoofdstukken cruciaal voor het begrip van het plot. De ontrafeling van dat plot is precies goed gedoseerd, waardoor het boek tot het einde toe spannend blijft.
Dit boek van Mankell kan ik nu eens van harte aanbevelen!
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
flickr
Op een koude dag in januari 2006 doet de politie van het stadje Hesjövallen een verschrikkelijke ontdekking. Er heeft een bloedbad plaatsgevonden. Achttien mensen zijn op beestachtige manier vermoord. Een krankzinnige moordenaar moet aan het werk zijn geweest.
Als Birgitta Roslin, rechter in Helsingborg, de berichten erover leest, is ze met stomheid geslagen. Want bijna alle slachtoffers zijn verwanten van haar.
Omdat de politie geen enkel spoor van de dader vindt en geen enkel aanknopingspunt heeft voor verder onderzoek, besluit Birgitta de zaak zelf te onderzoeken.
Het onderzoek voert Birgitta naar het verleden en leidt haar naar verschillende continenten. Ze maakt hardhandig kennis met een nieuwe supermacht die zijn plaats opeist in de internationale arena.
Eindelijk weer eens een detective van Mankell die ook echt een detective blijkt te zijn als je ‘m leest! Ik heb dit boek – ondanks mijn hoofdpijn en gesnotter – in drie dagen praktisch in één ruk uitgelezen. Ik had moeite om ’t boek weg te leggen, terwijl ik natuurlijk regelmatig even moest slapen of moest stomen en spoelen met zout water.
In deze detective voert Mankell ons weer over de hele wereld, zoals ook in Kennedy’s brein, maar dit boek is zo geschreven, dat de opmerkingen over de sociale en economische omstandigheden in die landen niet vervelend worden. Alleen de hoofdstukken die een verblijf in de Verenigde Staten van de 19e eeuw beschrijven dreigden wat belerend te worden. Aan de andere kant zijn deze hoofdstukken cruciaal voor het begrip van het plot. De ontrafeling van dat plot is precies goed gedoseerd, waardoor het boek tot het einde toe spannend blijft.
Dit boek van Mankell kan ik nu eens van harte aanbevelen!
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
flickr
Labels:
07-12-2008,
Corry van Bree,
De Chinees,
detective,
Henning Mankell,
Kinesen,
Nederlands,
Zweden
vrijdag 5 december 2008
Jelle Brandt Corstius | Rusland voor gevorderden
Jelle Brandt Corstius – Rusland voor gevorderden Berichten van een overlever. Amsterdam, Prometheus, februari 2008 (2). Januari 2008 (1), 186 pagina’s.
Mensen met een voorliefde voor Rusland, vind Jelle Brandt Corstius (1978) zijn mensen bij wie een steekje los zit. Bij hemzelf zit zeker een steekje los, want hij woont en werkt al enkele jaren in Rusland voor dagblad Trouw en RTL Nieuws en reist veel door de landen eromheen. En dan nog het liefst door de meest onherbergzame gebieden. Een verblijf bij constant dronken rendierhouders in Siberië, een zoektocht naar uit de lucht gevallen ruimteafval in Mongolië, per tank door de toendra, in elkaar geslagen worden in een dorp boven de poolcirkel en een toilet in Armenië met de tekst ’Please wash your mouth in the toilet: de reizen die Brandt Corstius beschrijft in Rusland voor gevorderden zijn de Rough Guide ver voorbij.
En als hij dan eindelijk weer thuis is in zijn sovjetflat in Moskou, is het leven ook niet simpel. Zijn kat dreigt hij na een van zijn reizen nooit meer terug te krijgen uit het ‘luxe kattenhotel’. En in het weekend moet hij, zoals alle Moskovieten, naar een datsja, waar ‘nee’ zeggen tegen twee liter wodka echt geen optie is.
Maar het is het allemaal waard, omdat Rusland nooit saai is en je er haast elke dag een bijzondere ontdekking doet. Rusland voor gevorderden is een heerlijk boek voor iedereen met een voorliefde voor het Oostblok – of eigenlijk: voor iedereen met een voorliefde voor het absurde.
Op zich is dit een aardig boekje om te lezen als je geïnteresseerd bent in de voormalige Sovjet-Unie. Ik zeg nadrukkelijk de voormalige Sovjet-Unie, omdat Brandt Corstius een groot gedeelte van het boek buiten de grenzen van Rusland doorbrengt. De titel van het boek is op dat punt dus wat misleidend.
De titel is tevens misleidend, omdat het boekje niet veel verschilt van andere boeken die de afgelopen jaren van Nederlandse correspondenten in Rusland zijn verschenen. Ik heb dit boek gelezen toen ik ziek bed lag. Het was een mooie manier toch de wereld over te reizen.
Van waarde vond ik zijn theorie over de vraag waar Europa in Rusland ophoudt en Azië begint. Brandt Corstius stelt voor om die grens gelijk te laten lopen met het gebied waar je nog geen hurktoiletten ziet (Europa) en het gebied waar je deze wel begint te zien (Azië). Ook het advies om nooit de vraag te stellen waarom iets is zoals het is is een goed advies, zeker voor koppige Nederlanders.
Helaas ging de sarcastische toon die Brandt Corstius zich heeft aangemeten in zijn commentaar op de “absurde gebeurtenissen” die hij beschrijft me wel tegenstaan. Het deed me soms denken meer denken aan een verslag uit een schoolkrant of wijkblaadje. Maar, ik moet eerlijk zeggen dat ik Brandt Corstius’ artikelen uit Trouw niet ken, dus ik heb eigenlijk geen vergelijkingsmateriaal.
Overigens is het een interactief boekje. In de tekst zijn voetnoten verwerkt met verwijzingen naar filmpjes op de site van Brandt Corstius. Ik heb nog niet de moeite genomen om die filmpjes te bekijken.
Jelle Brandt Corstius | Van Moskou tot Medan
Jelle Brandt Corstius
flickr
Mensen met een voorliefde voor Rusland, vind Jelle Brandt Corstius (1978) zijn mensen bij wie een steekje los zit. Bij hemzelf zit zeker een steekje los, want hij woont en werkt al enkele jaren in Rusland voor dagblad Trouw en RTL Nieuws en reist veel door de landen eromheen. En dan nog het liefst door de meest onherbergzame gebieden. Een verblijf bij constant dronken rendierhouders in Siberië, een zoektocht naar uit de lucht gevallen ruimteafval in Mongolië, per tank door de toendra, in elkaar geslagen worden in een dorp boven de poolcirkel en een toilet in Armenië met de tekst ’Please wash your mouth in the toilet: de reizen die Brandt Corstius beschrijft in Rusland voor gevorderden zijn de Rough Guide ver voorbij.
En als hij dan eindelijk weer thuis is in zijn sovjetflat in Moskou, is het leven ook niet simpel. Zijn kat dreigt hij na een van zijn reizen nooit meer terug te krijgen uit het ‘luxe kattenhotel’. En in het weekend moet hij, zoals alle Moskovieten, naar een datsja, waar ‘nee’ zeggen tegen twee liter wodka echt geen optie is.
Maar het is het allemaal waard, omdat Rusland nooit saai is en je er haast elke dag een bijzondere ontdekking doet. Rusland voor gevorderden is een heerlijk boek voor iedereen met een voorliefde voor het Oostblok – of eigenlijk: voor iedereen met een voorliefde voor het absurde.
Op zich is dit een aardig boekje om te lezen als je geïnteresseerd bent in de voormalige Sovjet-Unie. Ik zeg nadrukkelijk de voormalige Sovjet-Unie, omdat Brandt Corstius een groot gedeelte van het boek buiten de grenzen van Rusland doorbrengt. De titel van het boek is op dat punt dus wat misleidend.
De titel is tevens misleidend, omdat het boekje niet veel verschilt van andere boeken die de afgelopen jaren van Nederlandse correspondenten in Rusland zijn verschenen. Ik heb dit boek gelezen toen ik ziek bed lag. Het was een mooie manier toch de wereld over te reizen.
Van waarde vond ik zijn theorie over de vraag waar Europa in Rusland ophoudt en Azië begint. Brandt Corstius stelt voor om die grens gelijk te laten lopen met het gebied waar je nog geen hurktoiletten ziet (Europa) en het gebied waar je deze wel begint te zien (Azië). Ook het advies om nooit de vraag te stellen waarom iets is zoals het is is een goed advies, zeker voor koppige Nederlanders.
Helaas ging de sarcastische toon die Brandt Corstius zich heeft aangemeten in zijn commentaar op de “absurde gebeurtenissen” die hij beschrijft me wel tegenstaan. Het deed me soms denken meer denken aan een verslag uit een schoolkrant of wijkblaadje. Maar, ik moet eerlijk zeggen dat ik Brandt Corstius’ artikelen uit Trouw niet ken, dus ik heb eigenlijk geen vergelijkingsmateriaal.
Overigens is het een interactief boekje. In de tekst zijn voetnoten verwerkt met verwijzingen naar filmpjes op de site van Brandt Corstius. Ik heb nog niet de moeite genomen om die filmpjes te bekijken.
Jelle Brandt Corstius | Van Moskou tot Medan
Jelle Brandt Corstius
flickr
donderdag 4 december 2008
Michael Chabon | Wonder Boys
Michael Chabon – Wonder Boys. London, Fourth Estate, 1995. 368 pagina’s.
Uit Wikipedia (bij gebrek aan flaptekst):
Pittsburgh professor and author Grady Tripp is working on an unwieldy 2,611 page manuscript that is meant to be the follow-up to his successful, award-winning novel The Land Downstairs, that was published seven years earlier. On the eve of a college-sponsored writers and publishers weekend called WordFest, two monumental things happen to Tripp: his wife walks out on him, and he learns that his mistress, who is also the chancellor of the college, Sara Gaskell, is pregnant with his child. To top it all off, Tripp finds himself involved in a bizarre crime involving one of his students, an alienated young writer named James Leer. During a party, Leer shoots and kills the chancellor's dog and steals her husband's prized Marilyn Monroe collectible: the jacket worn by the starlet on her wedding day to Joe DiMaggio.
Dit boek heb ik een jaar of twaalf geleden ook al gelezen. Eerlijk gezegd heeft het toen niet erg veel indruk op mij gemaakt. Zeven jaar geleden las ik The Amazing Adventures of Kavalier & Clay zo’n beetje in één ruk uit, met de voeten op de gloeiende verwarming en afwisselend een van onze katten op schoot, onder het boek. Daarom besloot ik dat ik dit boek toch nog mar weer eens een kans moest geven, voor ik zou beginnen in The Yiddish Policemen’s Union.
Deze roman wist me eigenlijk pas te pakken toen ik vorige week ziek in bed terechtkwam en ik de tijd nam (had) om rustig achter elkaar door te lezen. Toen ik dat eenmaal deed, kwam ik in een zelfde wervelwindachtige storm van gebeurtenissen terecht en was het gevoel dat ik geen touw aan de handelingen kon vastknopen ineens weg.
Bij deze herlezing viel me pas op met wat voor ironie Chabon over (aspirant)schrijvers en de hen omringende wereld van uitgevers, redacteuren en universiteitsmedewerkers schrijft. Dat uit zich in de (volgens mij ontroerende) manier waarop Chabon beschrijft hoe Tripp al jaren werkt aan een boek dat meer dan tweeduizend pagina’s bevat over de drie broers Wonder en hoe deze personages als het ware deel zijn gaan uitmaken van het “reële” leven van Tripp. Maar het uit zich ook in de manier waarop Chabon het literaire festival Wordfest beschrijft dat wordt gehouden in het weekend waarin Crabtree, de andere hoofdpersoon, Tripp bezoekt .
Zoals ik zei was dit boek een manier om het lezen van The Yiddish Policemen’s Union, waarover ik goede recensies in de kranten heb gelezen, maar waarover ook nogal negatieve recensies te vinden zijn, bijvoorbeeld hier op Flickr, uit te stellen. Het uiteindelijke plezier in dit boek heeft me gesterkt in de overtuiging dat The Yiddish Policemen’s Union echt binnenkort aan de beurt moet komen.
Nederlandse vertaling: Wonderboys.
Michael Chabon op Wikipedia (Engels)
Wonder Boys op Wikipedia (Engels)
Michael Chabon | The Final Solution
Michael Chabon | The Yiddish Policemen's Union
Michael Chabon | Gentlemen of the Road
Michael Chabon | Werewolves in Their Youth
flickr
Uit Wikipedia (bij gebrek aan flaptekst):
Pittsburgh professor and author Grady Tripp is working on an unwieldy 2,611 page manuscript that is meant to be the follow-up to his successful, award-winning novel The Land Downstairs, that was published seven years earlier. On the eve of a college-sponsored writers and publishers weekend called WordFest, two monumental things happen to Tripp: his wife walks out on him, and he learns that his mistress, who is also the chancellor of the college, Sara Gaskell, is pregnant with his child. To top it all off, Tripp finds himself involved in a bizarre crime involving one of his students, an alienated young writer named James Leer. During a party, Leer shoots and kills the chancellor's dog and steals her husband's prized Marilyn Monroe collectible: the jacket worn by the starlet on her wedding day to Joe DiMaggio.
Dit boek heb ik een jaar of twaalf geleden ook al gelezen. Eerlijk gezegd heeft het toen niet erg veel indruk op mij gemaakt. Zeven jaar geleden las ik The Amazing Adventures of Kavalier & Clay zo’n beetje in één ruk uit, met de voeten op de gloeiende verwarming en afwisselend een van onze katten op schoot, onder het boek. Daarom besloot ik dat ik dit boek toch nog mar weer eens een kans moest geven, voor ik zou beginnen in The Yiddish Policemen’s Union.
Deze roman wist me eigenlijk pas te pakken toen ik vorige week ziek in bed terechtkwam en ik de tijd nam (had) om rustig achter elkaar door te lezen. Toen ik dat eenmaal deed, kwam ik in een zelfde wervelwindachtige storm van gebeurtenissen terecht en was het gevoel dat ik geen touw aan de handelingen kon vastknopen ineens weg.
Bij deze herlezing viel me pas op met wat voor ironie Chabon over (aspirant)schrijvers en de hen omringende wereld van uitgevers, redacteuren en universiteitsmedewerkers schrijft. Dat uit zich in de (volgens mij ontroerende) manier waarop Chabon beschrijft hoe Tripp al jaren werkt aan een boek dat meer dan tweeduizend pagina’s bevat over de drie broers Wonder en hoe deze personages als het ware deel zijn gaan uitmaken van het “reële” leven van Tripp. Maar het uit zich ook in de manier waarop Chabon het literaire festival Wordfest beschrijft dat wordt gehouden in het weekend waarin Crabtree, de andere hoofdpersoon, Tripp bezoekt .
Zoals ik zei was dit boek een manier om het lezen van The Yiddish Policemen’s Union, waarover ik goede recensies in de kranten heb gelezen, maar waarover ook nogal negatieve recensies te vinden zijn, bijvoorbeeld hier op Flickr, uit te stellen. Het uiteindelijke plezier in dit boek heeft me gesterkt in de overtuiging dat The Yiddish Policemen’s Union echt binnenkort aan de beurt moet komen.
Nederlandse vertaling: Wonderboys.
Michael Chabon op Wikipedia (Engels)
Wonder Boys op Wikipedia (Engels)
Michael Chabon | The Final Solution
Michael Chabon | The Yiddish Policemen's Union
Michael Chabon | Gentlemen of the Road
Michael Chabon | Werewolves in Their Youth
flickr
Labels:
04-12-2008,
Engels,
Michael Chabon,
roman,
Verenigde Staten,
Wonder Boys
zaterdag 22 november 2008
Дина Рубина | Почерк Леонардо
Дина Рубина – Почерк Леонардо. Москва, Эксмо, 2008. 464 страницы.
(Dina Rubina - Pocherk Leonardo. Moskva, Eksmo, 2008. 464 pagina’s.)
«...Он уверял, что она – ангел. Смешно, конечно? Не в том смысле, что типа как с неба ангел, а, мол, природа ее родственна неким существам, которые в народном сознании фигурируют как ангелы-архангелы всякие... ну и прочая небесная братия. Что люди в них верят, потому что время от времени такие существа действительно появляются на земли среди людей...»
Она пишет зеркальным почерком, от которого у непосвященных кружится голова. У нее блестящие способности к математике и физике, она гениальная циркачка, невероятный каскадер, она знает о зеркалах все, что можно о них знать. Она умеет видеть прошлое и прозреват будущее. Киев, Москва, Франкфурт, Индианаполис, Монреаль – она летит по жизни, неприкаянная и несвободная, видит больше, чем обычный человек способен вообразить, – и ненавидит за это себя и того, кто наделил ее такой способностью.
Новый мистический роман Дины Рубиной «Почерк Леонардо» - история человека, который не хотел быть демиургом. История женщины, которая с великолепной брезгливостью отвергает дар небес.
Deze roman van Dina Rubina heeft evenveel indruk op mij gemaakt als Ulickaya's Даниэль Штайн, переводчик (Daniel Shtayn, perevodchik) dat vorig jaar heeft gedaan. Ook dit een groots opgezette, internationaal georiënteerde roman van een Joods-Russische schrijfster, alhoewel in deze roman het dagelijkse leven meer met sprookjesachtige elementen wordt vermengd. Bij beide romans bekroop me het gevoel dat ze over een tijdje wel eens tot de beste boeken die in de eerste jaren van deze eeuw in Rusland verschenen zouden kunnen behoren.
Rubina heeft niet alleen een ingenieuze verhaallijn bedacht, waar je beetje bij beetje vanuit het perspectief van de verschillende personages mee kennismaakt. Slechts zo nu en dan wordt het verhaal vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, Anna, verteld.
Rubina gebruikt een mooie literaire constructie: het hele boek door heb je de indruk dat je een detectiveachtige roman leest, omdat in elk hoofdstuk een bepaald personage aan het woord komt en zijn of haar visie geeft over of een periode beschrijft uit het leven van de hoofdpersoon. Een aantal van deze personages spreekt met een medewerker van Interpol, die een eerder al het onderzoek naar de verdwijning van Anna heeft geleid en die dat onderzoek weer wil oppakken. Dat het toch iets anders in elkaar zit dan je denkt, blijkt pas op de allerlaatste bladzijden van het boek.
Van Rubina heb ik eerder al een aantal boeken gelezen, waarin zij niet alleen het leven van Joden in Rusland beschrijft, maar ook het leven van Joden die vanuit Rusland naar Israël emigreren. Haar boeken kunnen zeker helpen bij het maken van een voorstelling van het leven van deze inmiddels niet meer zo'n kleinde minderheid in Israël.
Van deze roman heb ik geen vertaling kunnen vinden. Het boek Вот идет Мессия! is in het Engels vertaald, onder de titel Here Comes The Messiah!.
Дина Рубина | Белая голубка Кордовы
Дина Рубина | На солнечной стороне улицы
Дина Рубина | Синдикат
Dina Rubina (Russisch)
Dina Rubina op Wikipedia (Engels)
flickr
(Dina Rubina - Pocherk Leonardo. Moskva, Eksmo, 2008. 464 pagina’s.)
«...Он уверял, что она – ангел. Смешно, конечно? Не в том смысле, что типа как с неба ангел, а, мол, природа ее родственна неким существам, которые в народном сознании фигурируют как ангелы-архангелы всякие... ну и прочая небесная братия. Что люди в них верят, потому что время от времени такие существа действительно появляются на земли среди людей...»
Она пишет зеркальным почерком, от которого у непосвященных кружится голова. У нее блестящие способности к математике и физике, она гениальная циркачка, невероятный каскадер, она знает о зеркалах все, что можно о них знать. Она умеет видеть прошлое и прозреват будущее. Киев, Москва, Франкфурт, Индианаполис, Монреаль – она летит по жизни, неприкаянная и несвободная, видит больше, чем обычный человек способен вообразить, – и ненавидит за это себя и того, кто наделил ее такой способностью.
Новый мистический роман Дины Рубиной «Почерк Леонардо» - история человека, который не хотел быть демиургом. История женщины, которая с великолепной брезгливостью отвергает дар небес.
Deze roman van Dina Rubina heeft evenveel indruk op mij gemaakt als Ulickaya's Даниэль Штайн, переводчик (Daniel Shtayn, perevodchik) dat vorig jaar heeft gedaan. Ook dit een groots opgezette, internationaal georiënteerde roman van een Joods-Russische schrijfster, alhoewel in deze roman het dagelijkse leven meer met sprookjesachtige elementen wordt vermengd. Bij beide romans bekroop me het gevoel dat ze over een tijdje wel eens tot de beste boeken die in de eerste jaren van deze eeuw in Rusland verschenen zouden kunnen behoren.
Rubina heeft niet alleen een ingenieuze verhaallijn bedacht, waar je beetje bij beetje vanuit het perspectief van de verschillende personages mee kennismaakt. Slechts zo nu en dan wordt het verhaal vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, Anna, verteld.
Rubina gebruikt een mooie literaire constructie: het hele boek door heb je de indruk dat je een detectiveachtige roman leest, omdat in elk hoofdstuk een bepaald personage aan het woord komt en zijn of haar visie geeft over of een periode beschrijft uit het leven van de hoofdpersoon. Een aantal van deze personages spreekt met een medewerker van Interpol, die een eerder al het onderzoek naar de verdwijning van Anna heeft geleid en die dat onderzoek weer wil oppakken. Dat het toch iets anders in elkaar zit dan je denkt, blijkt pas op de allerlaatste bladzijden van het boek.
Van Rubina heb ik eerder al een aantal boeken gelezen, waarin zij niet alleen het leven van Joden in Rusland beschrijft, maar ook het leven van Joden die vanuit Rusland naar Israël emigreren. Haar boeken kunnen zeker helpen bij het maken van een voorstelling van het leven van deze inmiddels niet meer zo'n kleinde minderheid in Israël.
Van deze roman heb ik geen vertaling kunnen vinden. Het boek Вот идет Мессия! is in het Engels vertaald, onder de titel Here Comes The Messiah!.
Дина Рубина | Белая голубка Кордовы
Дина Рубина | На солнечной стороне улицы
Дина Рубина | Синдикат
Dina Rubina (Russisch)
Dina Rubina op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
22-11-2008,
Dina Rubina,
migrantenliteratuur,
roman,
Russisch,
Дина Рубина,
Почерк Леонардо
vrijdag 31 oktober 2008
Thomas Brussig | Am kürzeren Ende der Sonnenallee
Thomas Brussig – Am kürzeren Ende der Sonnenallee. Berlin, Volk und Welt, 1999 (2). 1999 (1). 157 pagina‘s.
Am kürzeren Ende der Sonnenallee, im Ostberliner Stadtteil Baumschulenweg, wohnt Micha Kuppisch – gleich neben der Mauer. Wenn er aus der Haustür tritt, hört er die Rufe westlicher Schulklassen vom Aussichtspodest: “Guckt mal, ‘n echter Zoni!” Doch Micha macht sich nichts daraus, er hat eine andere Sorge: Miriam. Sie ist das schönste Mädchen weit und breit, doch leider schon vergeben. Und so grübelt Micha tagein und tagaus, wie er es anstellen könnte, in Miriams Nähe zu sein.
Pointenreich und mit köstlichem Humor erzählt Thomas Brussig, wie im Schatten der Mauer auch die Sonne schien. Micha, Miriam und die anderen lieben und lachen, tricksen und träumen. Sie schmieden Pläne, wie man der Musterung entgeht oder wie man einen Liebesbrief hervorangelt, den der Wind in den Todesstreifen geweht hat. Sie Hören Jimi Hendrix und lesen Sartre, sie schaffen sich, spitzbübisch und erfindungsreich, eine eigene Welt. Manche allerdings sind zu blöd, ein Radio einzuschalten, wie der Grenzer, der heimkehrenden Tagesbesuchern vertraulich zuzwinkert: “Keine Angst, wir holen euch da raus.”
Onkel Heinz aus Westberlin, der sich dreißig Pfund abhungert, um unterm Anzug einen zweiten Anzug über die Grenze zu schmuggeln, Wuschel, dem ein Stones-Album das Leben rettet, oder die Existentialistin, die im Trabi ihr Baby bekommt – sie alle vom kürzeren Ende der Sonnenallee “haben die Luft bewegt“: “Mein Gott, waren wir komisch, und wir haben es nicht mal gemerkt…“
Thomas Brussig, 1965 in Berlin geboren, wuchs im Ostteil der Stadt auf und arbeitete nach dem Abitur u.a. als Möbelträger, Museumspförtner und Hotelportier. Er studierte Soziologie und Dramaturgie und debütierte 1991 unter Pseudonym mit einem Roman. 1995 erschien bei Volk & Welt sein in zahlreiche Sprachen übersetzter und auch als Bühnenfassung erfolgreicher Roman “Helden wie wir”. 1999 erhielt er – zusammen mit Leander Haußmann – den Drehbuchpreis der Bundesregierung. Thomas Brussig lebt in Berlin.
Vorige maand heb ik de DVD heb Sonnenallee gekocht, toen die film eindelijk ook in Nederland te verkrijgen was. Dit boek is gebaseerd op het scenario van deze film (of omgekeerd) dat Brussig samen met Haußmann schreef. Het was acht jaar geleden dat ik het boek voor het eerst las. Nu ik naar de verfilming van het boek ga kijken wilde ik mijn geheugen opfrissen.
Het was indertijd een van de eerste boeken die ik las waarin op een humoristische manier wordt teruggekeken naar het voormalige Oostblok, voordat er een hele stroom op gang kwam (denk bijvoorbeeld aan Goodbye Lenin!). Ik vond het een verademing dat je niet alleen verbitterd, maar ook met een glimlach om je lippen kon terugkijken naar dat voor niet iedereen vrolijke communistische verleden.
Bij het herlezen was die glimlach er weer. Wel realiseerde ik me bij het herlezen dat ik het jammer vind dat die slechts 157 pagina’s door zo veel personages worden bewoond. Dat maakt dat het karakter van sommige personages slechts karikaturaal blijft. Dat heeft de pret echter niet mogen drukken, en ik ben dan ook erg benieuwd naar de film.
Een Russisch exemplaar
Thomas Brussig (Duits)
flickr
Am kürzeren Ende der Sonnenallee, im Ostberliner Stadtteil Baumschulenweg, wohnt Micha Kuppisch – gleich neben der Mauer. Wenn er aus der Haustür tritt, hört er die Rufe westlicher Schulklassen vom Aussichtspodest: “Guckt mal, ‘n echter Zoni!” Doch Micha macht sich nichts daraus, er hat eine andere Sorge: Miriam. Sie ist das schönste Mädchen weit und breit, doch leider schon vergeben. Und so grübelt Micha tagein und tagaus, wie er es anstellen könnte, in Miriams Nähe zu sein.
Pointenreich und mit köstlichem Humor erzählt Thomas Brussig, wie im Schatten der Mauer auch die Sonne schien. Micha, Miriam und die anderen lieben und lachen, tricksen und träumen. Sie schmieden Pläne, wie man der Musterung entgeht oder wie man einen Liebesbrief hervorangelt, den der Wind in den Todesstreifen geweht hat. Sie Hören Jimi Hendrix und lesen Sartre, sie schaffen sich, spitzbübisch und erfindungsreich, eine eigene Welt. Manche allerdings sind zu blöd, ein Radio einzuschalten, wie der Grenzer, der heimkehrenden Tagesbesuchern vertraulich zuzwinkert: “Keine Angst, wir holen euch da raus.”
Onkel Heinz aus Westberlin, der sich dreißig Pfund abhungert, um unterm Anzug einen zweiten Anzug über die Grenze zu schmuggeln, Wuschel, dem ein Stones-Album das Leben rettet, oder die Existentialistin, die im Trabi ihr Baby bekommt – sie alle vom kürzeren Ende der Sonnenallee “haben die Luft bewegt“: “Mein Gott, waren wir komisch, und wir haben es nicht mal gemerkt…“
Thomas Brussig, 1965 in Berlin geboren, wuchs im Ostteil der Stadt auf und arbeitete nach dem Abitur u.a. als Möbelträger, Museumspförtner und Hotelportier. Er studierte Soziologie und Dramaturgie und debütierte 1991 unter Pseudonym mit einem Roman. 1995 erschien bei Volk & Welt sein in zahlreiche Sprachen übersetzter und auch als Bühnenfassung erfolgreicher Roman “Helden wie wir”. 1999 erhielt er – zusammen mit Leander Haußmann – den Drehbuchpreis der Bundesregierung. Thomas Brussig lebt in Berlin.
Vorige maand heb ik de DVD heb Sonnenallee gekocht, toen die film eindelijk ook in Nederland te verkrijgen was. Dit boek is gebaseerd op het scenario van deze film (of omgekeerd) dat Brussig samen met Haußmann schreef. Het was acht jaar geleden dat ik het boek voor het eerst las. Nu ik naar de verfilming van het boek ga kijken wilde ik mijn geheugen opfrissen.
Het was indertijd een van de eerste boeken die ik las waarin op een humoristische manier wordt teruggekeken naar het voormalige Oostblok, voordat er een hele stroom op gang kwam (denk bijvoorbeeld aan Goodbye Lenin!). Ik vond het een verademing dat je niet alleen verbitterd, maar ook met een glimlach om je lippen kon terugkijken naar dat voor niet iedereen vrolijke communistische verleden.
Bij het herlezen was die glimlach er weer. Wel realiseerde ik me bij het herlezen dat ik het jammer vind dat die slechts 157 pagina’s door zo veel personages worden bewoond. Dat maakt dat het karakter van sommige personages slechts karikaturaal blijft. Dat heeft de pret echter niet mogen drukken, en ik ben dan ook erg benieuwd naar de film.
Een Russisch exemplaar
Thomas Brussig (Duits)
flickr
woensdag 29 oktober 2008
Dmitiri Verhulst | Mevrouw Verona daalt de heuvel af
Dmitri Verhulst – Mevrouw Verona daalt de heuvel af. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Contact, oktober 2007 (10). Oktober 2006 (1). 110 pagina’s.
Op een gure winterdag daalt Mevrouw Verona de heuvel van Oucwègne af, in de wetenschap dat de terugtocht voor haar fysiek niet meer haalbaar is. In het dal gaat ze bij de rivier zitten, in afwachting van haar laatste moment, aan haar voeten een trouwe hond. In een terugblik op haar leven passeren de dorpsbewoners van het afgelegen Oucwègne, van Mme Lunette, de dokter die eigenlijk dierenarts is, tot Rosetta Courthéoux, in wier kruidenierswinkeltje ingeblikte haring rustig zeventien jaar op een koper kan wachten. Maar alle gedachten en herinneringen leiden uiteindelijk terug naar de gelukkige momenten met haar grote liefde, de veel te vroeg gestorven Meneer Pottenbakker, die haar ook na zijn dood immer vergezelt.
Dmitri Verhulst (1972) publiceerde, onder meer, Problemski hotel en De helaasheid der dingen, romans die zeer lovend weren besproken en die in meerdere talen hun weg in het buitenland hebben gevonden.
Na het plezier waarmee ik De helaasheid der dingen had gelezen had ik hoge verwachtingen van deze novelle. Voor wat betreft het doorzetten van de lijn van bijzondere personages in een even bijzonder Vlaams dorpje kwam ik niet bedrogen uit.
De opzet van deze novelle deed me een beetje denken aan Garcia Marquez’ Kroniek van een aangekondigde dood doordat je aan het begin van het boek weet dat mevrouw Verona haar laatste houtblok in haar kachel heeft opgebrand, waarna zij heeft besloten dat haar tijd is gekomen. Het is slechts wachten op de laatste stap en bladzijde, waarna die dood zal aanbreken.
Tijdens haar wandeling de heuvel word je niet alleen deelgenoot van het leven van de bijzondere personages die het dorp Oucwègne bevolken, maar ook van de relatie tussen Mevrouw Verona en Meneer Pottenbakker. Verhulst beschrijft vooral Mevrouw Verona’s trouw aan Meneer Pottenbakker na zijn dood op een ontroerende manier, vind ik.
Het mooie van dit verhaal vond ik toch weer het Vlaamse taalgebruik, dat zo sprookjesachtig poëtisch klinkt. Weer een boek dat gelezen dient te worden!
Dmitri Verhulst | Problemski Hotel
Dmitri Verhulst | De helaasheid der dingen
Dimitri Verhulst op Wikipedia
flickr
Op een gure winterdag daalt Mevrouw Verona de heuvel van Oucwègne af, in de wetenschap dat de terugtocht voor haar fysiek niet meer haalbaar is. In het dal gaat ze bij de rivier zitten, in afwachting van haar laatste moment, aan haar voeten een trouwe hond. In een terugblik op haar leven passeren de dorpsbewoners van het afgelegen Oucwègne, van Mme Lunette, de dokter die eigenlijk dierenarts is, tot Rosetta Courthéoux, in wier kruidenierswinkeltje ingeblikte haring rustig zeventien jaar op een koper kan wachten. Maar alle gedachten en herinneringen leiden uiteindelijk terug naar de gelukkige momenten met haar grote liefde, de veel te vroeg gestorven Meneer Pottenbakker, die haar ook na zijn dood immer vergezelt.
Dmitri Verhulst (1972) publiceerde, onder meer, Problemski hotel en De helaasheid der dingen, romans die zeer lovend weren besproken en die in meerdere talen hun weg in het buitenland hebben gevonden.
Na het plezier waarmee ik De helaasheid der dingen had gelezen had ik hoge verwachtingen van deze novelle. Voor wat betreft het doorzetten van de lijn van bijzondere personages in een even bijzonder Vlaams dorpje kwam ik niet bedrogen uit.
De opzet van deze novelle deed me een beetje denken aan Garcia Marquez’ Kroniek van een aangekondigde dood doordat je aan het begin van het boek weet dat mevrouw Verona haar laatste houtblok in haar kachel heeft opgebrand, waarna zij heeft besloten dat haar tijd is gekomen. Het is slechts wachten op de laatste stap en bladzijde, waarna die dood zal aanbreken.
Tijdens haar wandeling de heuvel word je niet alleen deelgenoot van het leven van de bijzondere personages die het dorp Oucwègne bevolken, maar ook van de relatie tussen Mevrouw Verona en Meneer Pottenbakker. Verhulst beschrijft vooral Mevrouw Verona’s trouw aan Meneer Pottenbakker na zijn dood op een ontroerende manier, vind ik.
Het mooie van dit verhaal vond ik toch weer het Vlaamse taalgebruik, dat zo sprookjesachtig poëtisch klinkt. Weer een boek dat gelezen dient te worden!
Dmitri Verhulst | Problemski Hotel
Dmitri Verhulst | De helaasheid der dingen
Dimitri Verhulst op Wikipedia
flickr
zondag 26 oktober 2008
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan
Tommy Wieringa – Ik was nooit in Isfahaan Reisverhalen. Amsterdam, De Bezige Bij, maart 2006 (2). Februari 2006 (1). 207 pagina’s.
Na zijn propedeuse geschiedenis ziet Tommy Wieringa in 1990 zijn kans schoon en vertrekt voor zes maanden naar Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Zijn reisliefde is ontwaakt maar pas in 1998, wanneer hij voor Rails het traject Djibouti-Ethiopië aflegt per trein, schrijft hij zijn eerste reisverhaal. Sindsdien beweegt de schrijver zich in hinkstapsprong over de wereld, van Europa naar Azië, van Afrika naar de Amerika’s. Uit al deze werelden put hij de inspiratie voor de hier verzamelde verhalen.
Tommy Wieringa publiceerde in 2002 de veelgeprezen roman Alles over Tristan en brak in 2005 door naar een groot lezerspubliek met zijn roman Joe Speedboot. Het boek was genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en werd binnen een jaar twaalf keer herdrukt. Wieringa’s reisverhalen verschijnen in diverse kranten en tijdschriften.
Na Joe Speedboot is dit het tweede boek dat ik van Wieringa heb gelezen. In Ik was nooit in Isfahaan vind je reisverhalen, reisverslagen en ansichten naast elkaar. Het is een heel ander genre dan de roman Joe Speedboot, maar ook hier blijkt, dat Wieringa meester van de taal is. Ik vind het ongelooflijk knap dat je met een paar woorden of alinea’s een stad of eiland kan schetsen.
Op internet heb ik inmiddels gelezen dat de naam Isfahaan in de titel niet alleen naar een plaats in het huidige Iran verwijst, maar dat het ook verwijst naar de dood, die volgens sommigen als een rode draad door de bundel loopt. De laatste alinea van de ansicht (met de titel Koffer) bewijst dat:
De overgang van de jeugd naar volwassenheid en uiteindelijk de dood is de overgang van de rugzak naar een koffer op wieltjes. Van een draagbaar, nomadisch bestaan naar het overgewicht van de buitenwijk. De traagheid van verdediging, niet de snelle vlucht.
Zo bekeken zijn we bij ons thuis nog lang niet volwassen, want zodra we over de grens willen, is het streven de rugzakken zo leeg en licht mogelijk te houden. Hopelijk lukt het Wieringa met koffer op wieltjes en eventueel overgewicht toch nog om verre reizen te maken, zodat hij ons op nog meer reisavonturen kan traceren.
Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa op Wikipedia
Tommy Wieringa
flickr
Na zijn propedeuse geschiedenis ziet Tommy Wieringa in 1990 zijn kans schoon en vertrekt voor zes maanden naar Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Zijn reisliefde is ontwaakt maar pas in 1998, wanneer hij voor Rails het traject Djibouti-Ethiopië aflegt per trein, schrijft hij zijn eerste reisverhaal. Sindsdien beweegt de schrijver zich in hinkstapsprong over de wereld, van Europa naar Azië, van Afrika naar de Amerika’s. Uit al deze werelden put hij de inspiratie voor de hier verzamelde verhalen.
Tommy Wieringa publiceerde in 2002 de veelgeprezen roman Alles over Tristan en brak in 2005 door naar een groot lezerspubliek met zijn roman Joe Speedboot. Het boek was genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en werd binnen een jaar twaalf keer herdrukt. Wieringa’s reisverhalen verschijnen in diverse kranten en tijdschriften.
Na Joe Speedboot is dit het tweede boek dat ik van Wieringa heb gelezen. In Ik was nooit in Isfahaan vind je reisverhalen, reisverslagen en ansichten naast elkaar. Het is een heel ander genre dan de roman Joe Speedboot, maar ook hier blijkt, dat Wieringa meester van de taal is. Ik vind het ongelooflijk knap dat je met een paar woorden of alinea’s een stad of eiland kan schetsen.
Op internet heb ik inmiddels gelezen dat de naam Isfahaan in de titel niet alleen naar een plaats in het huidige Iran verwijst, maar dat het ook verwijst naar de dood, die volgens sommigen als een rode draad door de bundel loopt. De laatste alinea van de ansicht (met de titel Koffer) bewijst dat:
De overgang van de jeugd naar volwassenheid en uiteindelijk de dood is de overgang van de rugzak naar een koffer op wieltjes. Van een draagbaar, nomadisch bestaan naar het overgewicht van de buitenwijk. De traagheid van verdediging, niet de snelle vlucht.
Zo bekeken zijn we bij ons thuis nog lang niet volwassen, want zodra we over de grens willen, is het streven de rugzakken zo leeg en licht mogelijk te houden. Hopelijk lukt het Wieringa met koffer op wieltjes en eventueel overgewicht toch nog om verre reizen te maken, zodat hij ons op nog meer reisavonturen kan traceren.
Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa op Wikipedia
Tommy Wieringa
flickr
donderdag 23 oktober 2008
Louis Couperus | Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan...
Louis Couperus – Van oude mensen, de dingen, die voorbijgaan…. Amsterdam, Athenaeum–Polak & Van Gennip (Salamander Klassiek), 2008 (10, als Salamander). 1906 (1). 250 pagina’s.
Dat Couperus’ literaire thriller uit 1906 nog niets van zijn spanning verloren heeft bewijst zijn absolute meesterschap.
Een groot geheim verbindt de families Takma en Steyn de Weert. Langgeleden, toen zij nog in Indië woonden, is er een mysterieuze moord gepleegd waarover niemand meer wil praten. Toch komt de oude heer Takma elke dag op bezoek bij de oude moeder van Ottilie om hun verleden te bezweren. Ze zijn oud, stokoud en straks nemen ze het geheim mee in hun graf, denken ze.
Als de zoon van Ottilie, Lot, met de kleindochter van de oude Takma wil trouwen, moeten de oude mensen ingrijpen, al willen ze hun geheim niet prijsgeven. Dan pas wordt duidelijk dat er meer mensen zijn die vele jaren door het geheim aan elk zijn verbonden en hoe bepaalde dingen níét voorbijgaan met de tijd.
Louis Couperus (1863-1923) was al jong beroemd: zijn eerste roman, Eline Vere (1889), was een doorslaand succes. De grote belofte die dat inhield heeft hij later volkomen waargemaakt.
Meer dan een eeuw na het verschijnen van deze roman kun je Van oude mensen inderdaad nog steeds met plezier lezen. Het is vanaf het begin bekend dat er een moord is voorgevallen, maar de precieze details worden slechts langzaam duidelijk. Gaandeweg wordt de vraag wie van de familieleden op de hoogte zijn belangrijker dan de moord zelf.
Dat de roman oorspronkelijk als feuilleton is verschenen, merk je duidelijk aan de relatief korte hoofdstukken, de momenten waarop karaktertrekken, familierelaties of gebeurtenissen uit het verleden nog eens worden nog eens worden herhaald en aan wat wij nu cliff hangers zouden noemen aan het eind van cruciale hoofdstukken.
Eerder dit jaar heb ik door ziekte de toneelversie van deze roman gemist. Het lezen van de roman heeft dat ruimschoots vergoed. Deze uitgave – in de Salamander Klassiek-reeks – is verder heel mooi verzorgd. In tegenstelling tot de Salamanderpockets met slappe kaft kan dit boek er tegen dat je het leest. De manier van schrijven die Couperus gebruikte, is verder gehandhaafd. Voor iemand die geïnteresseerd is in taal is dat dus een bijkomend genot!
Louis Coupers op Wikipedia
flickr
Dat Couperus’ literaire thriller uit 1906 nog niets van zijn spanning verloren heeft bewijst zijn absolute meesterschap.
Een groot geheim verbindt de families Takma en Steyn de Weert. Langgeleden, toen zij nog in Indië woonden, is er een mysterieuze moord gepleegd waarover niemand meer wil praten. Toch komt de oude heer Takma elke dag op bezoek bij de oude moeder van Ottilie om hun verleden te bezweren. Ze zijn oud, stokoud en straks nemen ze het geheim mee in hun graf, denken ze.
Als de zoon van Ottilie, Lot, met de kleindochter van de oude Takma wil trouwen, moeten de oude mensen ingrijpen, al willen ze hun geheim niet prijsgeven. Dan pas wordt duidelijk dat er meer mensen zijn die vele jaren door het geheim aan elk zijn verbonden en hoe bepaalde dingen níét voorbijgaan met de tijd.
Louis Couperus (1863-1923) was al jong beroemd: zijn eerste roman, Eline Vere (1889), was een doorslaand succes. De grote belofte die dat inhield heeft hij later volkomen waargemaakt.
Meer dan een eeuw na het verschijnen van deze roman kun je Van oude mensen inderdaad nog steeds met plezier lezen. Het is vanaf het begin bekend dat er een moord is voorgevallen, maar de precieze details worden slechts langzaam duidelijk. Gaandeweg wordt de vraag wie van de familieleden op de hoogte zijn belangrijker dan de moord zelf.
Dat de roman oorspronkelijk als feuilleton is verschenen, merk je duidelijk aan de relatief korte hoofdstukken, de momenten waarop karaktertrekken, familierelaties of gebeurtenissen uit het verleden nog eens worden nog eens worden herhaald en aan wat wij nu cliff hangers zouden noemen aan het eind van cruciale hoofdstukken.
Eerder dit jaar heb ik door ziekte de toneelversie van deze roman gemist. Het lezen van de roman heeft dat ruimschoots vergoed. Deze uitgave – in de Salamander Klassiek-reeks – is verder heel mooi verzorgd. In tegenstelling tot de Salamanderpockets met slappe kaft kan dit boek er tegen dat je het leest. De manier van schrijven die Couperus gebruikte, is verder gehandhaafd. Voor iemand die geïnteresseerd is in taal is dat dus een bijkomend genot!
Louis Coupers op Wikipedia
flickr
donderdag 16 oktober 2008
Adriaan van Dis | De reisromans
Adriaan van Dis – De reisromans Een barbaar in China, Het beloofde land, In Afrika, Palmwijn en de Casablanca-verhalen. Amsterdam, Meulenhoff, 2003 (1), 477 pagina’s.
De romans en verhalenbundel zijn afzonderlijk in eerste druk verschenen in respectievelijk 1987, 1990, 1991, 1996 en 1986.
‘Over de toonbank springen en een warme broek voor de winter van de plank grissen omdat de verkoopster te sloom is om een hand uit te steken, of met je vuist op het raam bonzen omdat de kaartjesverkoopster eerst haar stripboek moet uitlezen, och, dat hoort zo bij de dagelijkse ergernissen van de China-reiziger.’
Adriaan van Dis is geen reiziger, maar zijn nieuwsgierigheid drijft hem keer op keer naar alle uithoeken van de wereld. Zijn romans Een barbaar in China, Het beloofde land, In Afrika, de novelle Palmwijn en een viertal verhalen uit de bundel Casablanca vormen de literaire neerslag van zijn omzwervingen. In De reisromans zijn ze voor het eerst samengebracht in één band. Adriaan van Dis neemt ons mee naar uiteenlopende bestemmingen als Marokko, China, Zuid-Afrika en Mozambique. Zijn vermakelijke en meeslepende proza brengt de mensen tot leven die hij heeft ontmoet, en die hem zo vertrouwen dat hij al spoedig geen toerist meer is.
Adriaan van Dis (1946) debuteerde in 1984 met Nathan Sid. Deze novelle werd onlangs met Van Dis’ bestseller Indische duinen (bekroond met de Gouden Uil en de Trouw Publieksprijs) en zijn Op oorlogspad in Japan gebundeld in De Indische boeken. In 2002 verscheen het vierde Indische boek van de auteur, de veelgeprezen roman Familieziek.
Nadat ik eind vorig jaar Van Dis' De Wandelaar had gelezen, heb ik me voorgenomen bepaalde boeken van Van Dis opnieuw te lezen, namelijk Een Barbaar in China en In Afrika. In deze verzamelband kreeg ik Het beloofde land, Palmwijn en een aantal verhalen uit Casablanca op “de leen” toe. Het was een bijzonder iets om deze reisboeken en –verhalen zo samen in één band te lezen. Het werpt een boeiende blik op de reiziger Van Dis.
Een barbaar in China las ik voor het eerst toen ik op de middelbare school zat. In tegenstelling tot die eerste keer kon ik me nu een beetje verplaatsen in Van Dis’ kijk op het communistische China. Hij is nieuwsgierig naar die andere wereld, maar verbaast en ergert zich tegelijkertijd over wat hij daar aantreft. Leuk om te zien hoe je eigen ervaringen je kijk op een boek – of de wereld om je heen – veranderen.
Wel viel me op dat Van Dis maar een gedeelte van zijn lange reis door China beschrijft. Ik vraag me af waarom hij ervoor gekozen heeft dat eerste gedeelte van de route niet te beschrijven.
Net als de eerste keer maakte In Afrika enorme indruk op me. Van Dis beschrijft de totale verwoesting van het land Mozambique, waar de maatschappij nauwelijks nog functioneert door de burgeroorlog die daar begin jaar 1990 woedt. Hij schuwt de gruwelijke details van de oorlog niet. Ik weet te weinig van Afrika om te kunnen bepalen of Van Dis’ overal de spijker op de kop slaat, maar dit beklemmende boek blijft je bij.
Het meest echter heeft Het beloofde land me geraakt. In dit boek reist Van Dis samen met een Zuid-Afrikaanse vriendin langs een groot aantal familieleden van die vriendin. Zuid-Afrika staat op het punt om de apartheid af te schaffen, wat ervoor zorgt dat de bevolking in grote onzekerheid over de toekomst verkeert. In de gesprekken met die familieleden maakt Van Dis dat op een schrijnende manier duidelijk. De familieleden krijgen echt gestalte in de verschillende hoofdstukken. Hun meningen en angsten geven samen gestalte aan de Zuid-Afrikaanse samenleving die een nieuwe weg inslaat.
Wat mij betreft zijn Het beloofde land en In Afrika boeken die ook nu nog van belang zijn om te lezen, als je wilt probeert ook maar een klein beetje van Afrika te begrijpen. De reisboeken van Van Dis zijn een mooie, literaire manier om kennis te maken met een kort moment uit de geschiedenis van dit continent.
Adriaan van Dis op Wikipedia
Adriaan van Dis | Stadsliefde
Adriaan van Dis | Tikkop
Adriaan van Dis | De Wandelaar
flickr
De romans en verhalenbundel zijn afzonderlijk in eerste druk verschenen in respectievelijk 1987, 1990, 1991, 1996 en 1986.
‘Over de toonbank springen en een warme broek voor de winter van de plank grissen omdat de verkoopster te sloom is om een hand uit te steken, of met je vuist op het raam bonzen omdat de kaartjesverkoopster eerst haar stripboek moet uitlezen, och, dat hoort zo bij de dagelijkse ergernissen van de China-reiziger.’
Adriaan van Dis is geen reiziger, maar zijn nieuwsgierigheid drijft hem keer op keer naar alle uithoeken van de wereld. Zijn romans Een barbaar in China, Het beloofde land, In Afrika, de novelle Palmwijn en een viertal verhalen uit de bundel Casablanca vormen de literaire neerslag van zijn omzwervingen. In De reisromans zijn ze voor het eerst samengebracht in één band. Adriaan van Dis neemt ons mee naar uiteenlopende bestemmingen als Marokko, China, Zuid-Afrika en Mozambique. Zijn vermakelijke en meeslepende proza brengt de mensen tot leven die hij heeft ontmoet, en die hem zo vertrouwen dat hij al spoedig geen toerist meer is.
Adriaan van Dis (1946) debuteerde in 1984 met Nathan Sid. Deze novelle werd onlangs met Van Dis’ bestseller Indische duinen (bekroond met de Gouden Uil en de Trouw Publieksprijs) en zijn Op oorlogspad in Japan gebundeld in De Indische boeken. In 2002 verscheen het vierde Indische boek van de auteur, de veelgeprezen roman Familieziek.
Nadat ik eind vorig jaar Van Dis' De Wandelaar had gelezen, heb ik me voorgenomen bepaalde boeken van Van Dis opnieuw te lezen, namelijk Een Barbaar in China en In Afrika. In deze verzamelband kreeg ik Het beloofde land, Palmwijn en een aantal verhalen uit Casablanca op “de leen” toe. Het was een bijzonder iets om deze reisboeken en –verhalen zo samen in één band te lezen. Het werpt een boeiende blik op de reiziger Van Dis.
Een barbaar in China las ik voor het eerst toen ik op de middelbare school zat. In tegenstelling tot die eerste keer kon ik me nu een beetje verplaatsen in Van Dis’ kijk op het communistische China. Hij is nieuwsgierig naar die andere wereld, maar verbaast en ergert zich tegelijkertijd over wat hij daar aantreft. Leuk om te zien hoe je eigen ervaringen je kijk op een boek – of de wereld om je heen – veranderen.
Wel viel me op dat Van Dis maar een gedeelte van zijn lange reis door China beschrijft. Ik vraag me af waarom hij ervoor gekozen heeft dat eerste gedeelte van de route niet te beschrijven.
Net als de eerste keer maakte In Afrika enorme indruk op me. Van Dis beschrijft de totale verwoesting van het land Mozambique, waar de maatschappij nauwelijks nog functioneert door de burgeroorlog die daar begin jaar 1990 woedt. Hij schuwt de gruwelijke details van de oorlog niet. Ik weet te weinig van Afrika om te kunnen bepalen of Van Dis’ overal de spijker op de kop slaat, maar dit beklemmende boek blijft je bij.
Het meest echter heeft Het beloofde land me geraakt. In dit boek reist Van Dis samen met een Zuid-Afrikaanse vriendin langs een groot aantal familieleden van die vriendin. Zuid-Afrika staat op het punt om de apartheid af te schaffen, wat ervoor zorgt dat de bevolking in grote onzekerheid over de toekomst verkeert. In de gesprekken met die familieleden maakt Van Dis dat op een schrijnende manier duidelijk. De familieleden krijgen echt gestalte in de verschillende hoofdstukken. Hun meningen en angsten geven samen gestalte aan de Zuid-Afrikaanse samenleving die een nieuwe weg inslaat.
Wat mij betreft zijn Het beloofde land en In Afrika boeken die ook nu nog van belang zijn om te lezen, als je wilt probeert ook maar een klein beetje van Afrika te begrijpen. De reisboeken van Van Dis zijn een mooie, literaire manier om kennis te maken met een kort moment uit de geschiedenis van dit continent.
Adriaan van Dis op Wikipedia
Adriaan van Dis | Stadsliefde
Adriaan van Dis | Tikkop
Adriaan van Dis | De Wandelaar
flickr
Labels:
16-10-2008,
Adriaan van Dis,
De reisromans,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie,
reisverhalen
maandag 6 oktober 2008
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell – Kennedy’s brein. Breda, De Geus, 2007, 377 pagina’s. Oorspronkelijke Zweedse titel: Kennedys hjärna, vertaald door Carole Post van der Linde, 2005.
Na haar terugkeer uit Griekenland wordt archeologe Louise Cantor geconfronteerd met de dood van haar vijfentwintigjarige zoon Henrik. Volgens de politie is het zelfmoord, maar Louise legt zich hier niet bij neer. Ze weet zeker dat Henrik nooit de hand aan zichzelf zou slaan. Louise besluit te onderzoeken waar Henrik de laatste jaren mee bezig was. Ze volgt een spoor dat via Spanje uiteindelijk naar Mozambique voert. Henrik blijkt verwikkeld te zijn geweest in een heftige strijd tegen aids en de meedogenloze, op winst beluste medische industrie.
Ook dit is een roman van Mankell waarin Kurt Wallander schittert door afwezigheid. Hoofdpersoon is dit keer een vrouw, Louise Cantor, die de gangen van haar zoon letterlijk nagaat omdat ze wil ontdekken waarmee hij bezig en waarom hij volgens haar vermoord is. Tijdens deze zoektocht komt Louise meerdere malen in Mozambique, waar ze geconfronteerd wordt met haar eigen vooroordelen over Afrika en waar haar de ogen worden geopend voor de problemen waarmee het continent Afrika (Mozambique in het bijzonder) mee kampt.
De Openbare Bibliotheek Groningen categoriseert deze roman als een detective. Op zich begrijpelijk, want de belangrijkste verhaallijn is de vraag of Louise’s zoon vermoord is en door wie en waarom dit dan gedaan is. Tegelijkertijd echter speelt Mankells persoonlijke boosheid over het leed dat hij in Afrika heeft gezien de hoofdrol. Dat wordt in de hem gebruikelijke stijl beschreven: in korte zinnen, zonder dramatisering, maar wel met een zekere belerende toon.
Helaas heb je na lezing van dit boek nog altijd geen duidelijke antwoorden op de centrale vragen van de detective-verhaallijn. Het was daarom misschien beter geweest als Mankell zijn verontwaardiging over het lot van Afrika in een andere literaire vorm had gegoten dan in die van een detective.
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
flickr
Na haar terugkeer uit Griekenland wordt archeologe Louise Cantor geconfronteerd met de dood van haar vijfentwintigjarige zoon Henrik. Volgens de politie is het zelfmoord, maar Louise legt zich hier niet bij neer. Ze weet zeker dat Henrik nooit de hand aan zichzelf zou slaan. Louise besluit te onderzoeken waar Henrik de laatste jaren mee bezig was. Ze volgt een spoor dat via Spanje uiteindelijk naar Mozambique voert. Henrik blijkt verwikkeld te zijn geweest in een heftige strijd tegen aids en de meedogenloze, op winst beluste medische industrie.
Ook dit is een roman van Mankell waarin Kurt Wallander schittert door afwezigheid. Hoofdpersoon is dit keer een vrouw, Louise Cantor, die de gangen van haar zoon letterlijk nagaat omdat ze wil ontdekken waarmee hij bezig en waarom hij volgens haar vermoord is. Tijdens deze zoektocht komt Louise meerdere malen in Mozambique, waar ze geconfronteerd wordt met haar eigen vooroordelen over Afrika en waar haar de ogen worden geopend voor de problemen waarmee het continent Afrika (Mozambique in het bijzonder) mee kampt.
De Openbare Bibliotheek Groningen categoriseert deze roman als een detective. Op zich begrijpelijk, want de belangrijkste verhaallijn is de vraag of Louise’s zoon vermoord is en door wie en waarom dit dan gedaan is. Tegelijkertijd echter speelt Mankells persoonlijke boosheid over het leed dat hij in Afrika heeft gezien de hoofdrol. Dat wordt in de hem gebruikelijke stijl beschreven: in korte zinnen, zonder dramatisering, maar wel met een zekere belerende toon.
Helaas heb je na lezing van dit boek nog altijd geen duidelijke antwoorden op de centrale vragen van de detective-verhaallijn. Het was daarom misschien beter geweest als Mankell zijn verontwaardiging over het lot van Afrika in een andere literaire vorm had gegoten dan in die van een detective.
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
flickr
vrijdag 26 september 2008
Philip Roth | Exit Ghost
Philip Roth – Exit Ghost. Boston/New York, Houghton Mifflin Company, 2007, 292 pagina’s.
Like Rip Van Winkle returning to his hometown to find that all has changed, Nathan Zuckerman comes back to New York, the city he left eleven years before. Alone on his New England mountain, Zuckerman has been nothing but a writer: no voices, no media, no terrorist threats, no women, no news, no tasks other than his work and the enduring of old age.
Walking the streets like a revenant, he quickly makes three connections that explode his carefully protected solitude. One is with a young couple with whom, in a rash moment, he offers to swap homes. They will flee post-9/11 Manhattan for his country refuge, and he will return to city life. But from the time he meets them, Zuckerman also wants to swap his solitude for the erotic challenge of the young woman, Jamie, whose allure draws him back to all that he thought he had left behind: intimacy, the vibrant play of heart and body.
The second connection is with a figure from Zuckerman’s youth, Amy Bellette, companion and muse to E.I. Lonoff. The once irresistible Amy is now an old woman depleted by illness, guarding the memory of that grandly austere American writer who showed Nathan the solitary path to a writing vocation.
The third connection is with Lonoff’s would-be biographer, a young literary hound who will do and say nearly anything to get to Lonoff’s “great secret” Suddenly involved, as he never wanted or intended to be involved again, with love, mourning, desire, and animosity, Zuckerman plays out an interior drama of vivid and poignant possibilities.
Haunted by Roth’s earlier work The Ghost Writer, Exit Ghost is an amazing leap into yet another phase in this great writer’s insatiable commitment to fiction.
Op de inhoud van het boek hoef ik na de uitgebreide flaptekst niet in te gaan. Belangrijker is om te vertellen dat dit boek me erg heeft geraakt. Wat beschrijft Roth de aftakeling van de ouder wordende mens schrijnend mooi. Door tegenover Zuckerman personages te stellen als Amy Bellette, die er al zeker is van is dat haar sterfdag ras nadert en het jonge, van gezondheid blakende schrijverskoppel Jamie en David en de al even jonge en gezonde Lonoff-biograaf Richard,wordt nog eens extra benadrukt dat Zuckerman aan het begin van het laatste hoofdstuk van zijn leven staat. Hij is de volgende persoon die in een biografie zal worden behandeld.
Het boek sprak me verder aan door de literaire kunstgrepen die erin te vinden zijn. Zuckerman wordt verliefd op het beeld dat hij zelf schept van Jamie. Dat Zuckerman verliefd is op zijn eigen voorstelling van Jamie blijkt onder andere door de toneeldialogen die hij na iedere ontmoeting met haar schrijft. Verder vind je er talloze verwijzingen in naar andere literaire werken, niet alleen uit de Amerikaanse, maar ook uit de Europese literatuur.
Roth laat Zuckerman na elf jaar terug keren naar New York, zodat zijn hoofdpersoon zich echt kan verbazen over en kritiek kan uit op de huidige Amerikaanse maatschappij. Die kritiek heeft niet alleen betrekking op voor de hand liggende zaken als de enorme toename van het aantal mobiele telefoons of de angst voor terroristen, maar bijvoorbeeld ook op onze cultuur.
Daarbij heeft de tirade die Amy Belette schrijft tegen de huidige manier van omgaan met literatuur het meeste indruk op me gemaakt. Zij protesteert in een brief aan een kwaliteitskrant tegen het feit dat literatuur niet langer van invloed is op de manier waarop de lezer kijkt naar het leven en de wereld om hem of haar heen. Lezers en journalisten zijn slechts nog geïnteresseerd in de zaken om de literatuur heen: wie is de schrijver, is er een schandaal in zijn of haar leven, heeft hij of hij de grens van het onbetamelijke overschreven?
Aan het einde van deze tirade stelt Amy dat het beter zou zijn als er geen literatuuronderwijs meer zou worden gegeven en als er geen recensies meer zouden worden geschreven. Sterker nog, in de boekhandel zou het personeel volgens haar beter niet over boeken kunnen praten met potentiële kopers.
Gelukkig mag ik hier nog wel zeggen dat dit boek echt de moeite van het lezen waard is!
Philip Roth op Wikipedia
Philip Roth | I Married a Communist
flickr
Like Rip Van Winkle returning to his hometown to find that all has changed, Nathan Zuckerman comes back to New York, the city he left eleven years before. Alone on his New England mountain, Zuckerman has been nothing but a writer: no voices, no media, no terrorist threats, no women, no news, no tasks other than his work and the enduring of old age.
Walking the streets like a revenant, he quickly makes three connections that explode his carefully protected solitude. One is with a young couple with whom, in a rash moment, he offers to swap homes. They will flee post-9/11 Manhattan for his country refuge, and he will return to city life. But from the time he meets them, Zuckerman also wants to swap his solitude for the erotic challenge of the young woman, Jamie, whose allure draws him back to all that he thought he had left behind: intimacy, the vibrant play of heart and body.
The second connection is with a figure from Zuckerman’s youth, Amy Bellette, companion and muse to E.I. Lonoff. The once irresistible Amy is now an old woman depleted by illness, guarding the memory of that grandly austere American writer who showed Nathan the solitary path to a writing vocation.
The third connection is with Lonoff’s would-be biographer, a young literary hound who will do and say nearly anything to get to Lonoff’s “great secret” Suddenly involved, as he never wanted or intended to be involved again, with love, mourning, desire, and animosity, Zuckerman plays out an interior drama of vivid and poignant possibilities.
Haunted by Roth’s earlier work The Ghost Writer, Exit Ghost is an amazing leap into yet another phase in this great writer’s insatiable commitment to fiction.
Op de inhoud van het boek hoef ik na de uitgebreide flaptekst niet in te gaan. Belangrijker is om te vertellen dat dit boek me erg heeft geraakt. Wat beschrijft Roth de aftakeling van de ouder wordende mens schrijnend mooi. Door tegenover Zuckerman personages te stellen als Amy Bellette, die er al zeker is van is dat haar sterfdag ras nadert en het jonge, van gezondheid blakende schrijverskoppel Jamie en David en de al even jonge en gezonde Lonoff-biograaf Richard,wordt nog eens extra benadrukt dat Zuckerman aan het begin van het laatste hoofdstuk van zijn leven staat. Hij is de volgende persoon die in een biografie zal worden behandeld.
Het boek sprak me verder aan door de literaire kunstgrepen die erin te vinden zijn. Zuckerman wordt verliefd op het beeld dat hij zelf schept van Jamie. Dat Zuckerman verliefd is op zijn eigen voorstelling van Jamie blijkt onder andere door de toneeldialogen die hij na iedere ontmoeting met haar schrijft. Verder vind je er talloze verwijzingen in naar andere literaire werken, niet alleen uit de Amerikaanse, maar ook uit de Europese literatuur.
Roth laat Zuckerman na elf jaar terug keren naar New York, zodat zijn hoofdpersoon zich echt kan verbazen over en kritiek kan uit op de huidige Amerikaanse maatschappij. Die kritiek heeft niet alleen betrekking op voor de hand liggende zaken als de enorme toename van het aantal mobiele telefoons of de angst voor terroristen, maar bijvoorbeeld ook op onze cultuur.
Daarbij heeft de tirade die Amy Belette schrijft tegen de huidige manier van omgaan met literatuur het meeste indruk op me gemaakt. Zij protesteert in een brief aan een kwaliteitskrant tegen het feit dat literatuur niet langer van invloed is op de manier waarop de lezer kijkt naar het leven en de wereld om hem of haar heen. Lezers en journalisten zijn slechts nog geïnteresseerd in de zaken om de literatuur heen: wie is de schrijver, is er een schandaal in zijn of haar leven, heeft hij of hij de grens van het onbetamelijke overschreven?
Aan het einde van deze tirade stelt Amy dat het beter zou zijn als er geen literatuuronderwijs meer zou worden gegeven en als er geen recensies meer zouden worden geschreven. Sterker nog, in de boekhandel zou het personeel volgens haar beter niet over boeken kunnen praten met potentiële kopers.
Gelukkig mag ik hier nog wel zeggen dat dit boek echt de moeite van het lezen waard is!
Philip Roth op Wikipedia
Philip Roth | I Married a Communist
flickr
Labels:
26-09-2008,
Engels,
Exit Ghost,
Philip Roth,
roman,
Verenigde Staten
maandag 22 september 2008
Gary Shteyngart | Absurdistan
Gary Shteyngart – Absurdistan. London, Granta Books, 2007, 333 pagina’s. 2006 (1).
A hilarious and poignant satire of post-Soviet life from one of America’s most outstanding young novelists. Meet Misha Vainberg, aka Snack Daddy, a 325-pound disaster of a human being. Son of the 1,238th richest man in Russia and proud holder of a degree in multicultural studies from Accidental College, USA, Misha is an American impounded in a Russian’s body and the only place he feels at home is New York; he just wants to live in the South Bronx with his Latina girlfriend, but after his gangster father murders an Oklahoma businessman in Russia, all hopes of a US visa are lost.
Salvation lies in the tiny, oil-rich nation of Absurdistan – a fictional former Soviet republic – where a crooked consular will sell Misha a Belgian passport. But after a civil war breaks out between two competing ethnic groups and a local warlord installs hapless Misha as minister of multicultural affairs, our hero soon finds himself covered in oil, fighting for his life, falling in love, and trying to figure out if a normal life is still possible in the twenty-first century.
Nog een roman waarin de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo opvolgen. Het karakter van deze roman is echter satirisch. Je kunt het boek lezen als een onderhoudende avonturenroman, waarin je aan de hand van de tragische held Misha kennismaakt met een op hol geslagen fictieve voormalige Sovjetrepubliek.
Tegelijkertijd kun je het boek zien als een in satire verpakte kritiek op de republieken van de voormalige Sovjet-Unie, namelijk op het Rusland van rond de eeuwwisseling, waarin gangsters openlijk de dienst uitmaken en op schimmige grotere en kleinere voormalige Sovjetrepublieken, waar oliemaatschappijen en krijgsheren de dienst uitmaken ten koste van het welzijn van de lokale bevolking en waar oorlogen begonnen worden als dit het belang van een kleine groep mensen dient.
Shteyngarts schrijfstijl past goed bij het satirische karakter van het boek. De taal is doorspekt met het jargon waarvan Misha graag gebruikmaakt: Amerikaanse raptermen, Russische schuttingtaal en Joodse uitdrukkingen wisselen elkaar voortdurend af. Dit tekent tegelijkertijd deze roman, die verschillende soorten botsingen behandelt. Verschillen tussen landen, etnische en sociale bevolkingsgroepen, culturele uitingen en generaties worden gebruikt om de tot mislukken gedoemde Misha te beschrijven.
Verpakt in een flinke dosis humor en zelfspot van de schrijver over zijn eigen persoon is dit een heerlijk boek!
Gary Shteyngart | The Russian Debutante's Handbook
Gary Shteyngart op Wikipedia (Engels)
Absurdistan op Wikipedia (Engels)
flickr
A hilarious and poignant satire of post-Soviet life from one of America’s most outstanding young novelists. Meet Misha Vainberg, aka Snack Daddy, a 325-pound disaster of a human being. Son of the 1,238th richest man in Russia and proud holder of a degree in multicultural studies from Accidental College, USA, Misha is an American impounded in a Russian’s body and the only place he feels at home is New York; he just wants to live in the South Bronx with his Latina girlfriend, but after his gangster father murders an Oklahoma businessman in Russia, all hopes of a US visa are lost.
Salvation lies in the tiny, oil-rich nation of Absurdistan – a fictional former Soviet republic – where a crooked consular will sell Misha a Belgian passport. But after a civil war breaks out between two competing ethnic groups and a local warlord installs hapless Misha as minister of multicultural affairs, our hero soon finds himself covered in oil, fighting for his life, falling in love, and trying to figure out if a normal life is still possible in the twenty-first century.
Nog een roman waarin de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo opvolgen. Het karakter van deze roman is echter satirisch. Je kunt het boek lezen als een onderhoudende avonturenroman, waarin je aan de hand van de tragische held Misha kennismaakt met een op hol geslagen fictieve voormalige Sovjetrepubliek.
Tegelijkertijd kun je het boek zien als een in satire verpakte kritiek op de republieken van de voormalige Sovjet-Unie, namelijk op het Rusland van rond de eeuwwisseling, waarin gangsters openlijk de dienst uitmaken en op schimmige grotere en kleinere voormalige Sovjetrepublieken, waar oliemaatschappijen en krijgsheren de dienst uitmaken ten koste van het welzijn van de lokale bevolking en waar oorlogen begonnen worden als dit het belang van een kleine groep mensen dient.
Shteyngarts schrijfstijl past goed bij het satirische karakter van het boek. De taal is doorspekt met het jargon waarvan Misha graag gebruikmaakt: Amerikaanse raptermen, Russische schuttingtaal en Joodse uitdrukkingen wisselen elkaar voortdurend af. Dit tekent tegelijkertijd deze roman, die verschillende soorten botsingen behandelt. Verschillen tussen landen, etnische en sociale bevolkingsgroepen, culturele uitingen en generaties worden gebruikt om de tot mislukken gedoemde Misha te beschrijven.
Verpakt in een flinke dosis humor en zelfspot van de schrijver over zijn eigen persoon is dit een heerlijk boek!
Gary Shteyngart | The Russian Debutante's Handbook
Gary Shteyngart op Wikipedia (Engels)
Absurdistan op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
22-09-2008,
Amerikaans,
Engels,
Gary Shteyngart,
migrantenliteratuur,
roman,
Rusland,
Verenigde Staten
zondag 14 september 2008
Dmitiri Verhulst | De helaasheid der dingen
Dimitri Verhulst – De helaasheid der dingen. Amsterdam/Antwerpen, Contact, oktober 2007 (23), 207 pagina’s. Januari 2006 (1).
In De helaasheid der dingen keert de schrijver terug naar zijn geboortegrond in het Vlaamse Reetveerdegem. We maken kennis met zijn vader, Pierre, die zijn paar uur oude zoontje in een postzak op zijn fiets langs alle kroegen van het dorp rijdt om hem aan zijn vrienden te tonen; zijn grootmoeder, wier nachtrust al te vaak verstoord wordt door de politie als die weer eens een van haar dronken zonen thuis komt afleveren; en niet te vergeten de werkloze nonkels Potrel, Herman en Zwaren, voor wie een wereldkampioenschap zuipen het hoogst haalbare is en die leven volgens het adagium ‘God schiep de dag en wij slepen ons erdoorheen’.
De helaasheid der dingen is zowel een gevoelige ode aan als een hilarische afrekening met het dorp van een jeugd. Verhulst is een sterk stilist, die met veel gevoel voor timing en vertelkracht de aandacht van zijn lezers vasthoudt van de eerste tot de laatste bladzijde.
Dit is de eerste roman van Verhulst die ik heb gelezen, en het zal zeker niet de laatste zijn. Ben je eenmaal gewend aan het bloemrijke Vlaams, dan gaat er een overweldigende wereld van snel over elkaar duikelende beelden voor je open.
Het tweede gedeelte, waarin de volwassen Dimitri met zijn zoontje terugkeert naar Reetveerdegem om tot de conclusie te komen dat hij het dorp en zijn familie ontgroeit is, vond ik het sterkst. Juist in de beschrijving van de tegenstelling tussen de “normale” wereld van de volwassen Dimitri en de wereld van zijn losgeslagen familie blinkt Verhulst als schrijver uit, als je het mij vraagt. Dit is een boek dat het verdient om ook in Nederland gelezen te worden!
Dmitri Verhulst | Problemski Hotel
Dmitri Verhulst | Mevrouw Verona daalt de heuvel af
Dimitri Verhulst op Wikipedia
flickr
In De helaasheid der dingen keert de schrijver terug naar zijn geboortegrond in het Vlaamse Reetveerdegem. We maken kennis met zijn vader, Pierre, die zijn paar uur oude zoontje in een postzak op zijn fiets langs alle kroegen van het dorp rijdt om hem aan zijn vrienden te tonen; zijn grootmoeder, wier nachtrust al te vaak verstoord wordt door de politie als die weer eens een van haar dronken zonen thuis komt afleveren; en niet te vergeten de werkloze nonkels Potrel, Herman en Zwaren, voor wie een wereldkampioenschap zuipen het hoogst haalbare is en die leven volgens het adagium ‘God schiep de dag en wij slepen ons erdoorheen’.
De helaasheid der dingen is zowel een gevoelige ode aan als een hilarische afrekening met het dorp van een jeugd. Verhulst is een sterk stilist, die met veel gevoel voor timing en vertelkracht de aandacht van zijn lezers vasthoudt van de eerste tot de laatste bladzijde.
Dit is de eerste roman van Verhulst die ik heb gelezen, en het zal zeker niet de laatste zijn. Ben je eenmaal gewend aan het bloemrijke Vlaams, dan gaat er een overweldigende wereld van snel over elkaar duikelende beelden voor je open.
Het tweede gedeelte, waarin de volwassen Dimitri met zijn zoontje terugkeert naar Reetveerdegem om tot de conclusie te komen dat hij het dorp en zijn familie ontgroeit is, vond ik het sterkst. Juist in de beschrijving van de tegenstelling tussen de “normale” wereld van de volwassen Dimitri en de wereld van zijn losgeslagen familie blinkt Verhulst als schrijver uit, als je het mij vraagt. Dit is een boek dat het verdient om ook in Nederland gelezen te worden!
Dmitri Verhulst | Problemski Hotel
Dmitri Verhulst | Mevrouw Verona daalt de heuvel af
Dimitri Verhulst op Wikipedia
flickr
Labels:
14-09-2008,
België,
De helaasheid der dingen,
Dimitri Verhulst,
Nederlands,
roman,
verfilmd
zondag 7 september 2008
Александра Маринина | Все не так
Александра Маринина – Все не так. Москва, ЭКСМО, 2007, 442 pagina’s.
(Aleksandra Marinina – Vse ne tak. Moskva, Eksmo, 2007)
Все прекрасно в большом патриахальном семействе Руденко. Но – увы! – впечатление это обманчиво: каждого из многочисленных представителей семьи обуревают свои потаенные страсти и запретные желания. И потому, когда погибает – причем явно насильственной смертью – один из членов клана Рудекно, то все домочадцы попадают под подозрение. Каково это – сидя в тесном семейном кругу, сознавать, что один из них убийца? Но еще страшнее заглянуть себе в душу, посмотреть в глаза демонам, что гнездятся в ней и заставляют жизнь идти не так, как надо. Именно эти демоны подталкивают человека к той черте, переступив которую повернуть назад уже невозможно...
Dit is geen detective zoals Marinina ze normaal gesproken schrijft. Haar jarenlange hoofdpersoon Anastasia Kamenskaja ontbreekt. Verder weet je vanaf het begin dat er iemand in het gezin overleden is, maar om wie het gaat, blijkt pas aan het einde van het boek.
Tot dat moment concentreert Marinina zich vooral op de beschrijving van de verhoudingen in het gezin Rudenko. Het beeld ontstaat van een monsterachtige familie, waarin iedereen ten koste van de anderen zijn of haar persoonlijke belangen nastreeft. Dat dit wel fout moet aflopen lijkt het slechts nog een kwestie van tijd.
De kracht van Marinina’s boeken is, dat ze altijd weer een plot weet te bedenken dat anders loopt dan je als lezer verwacht. Helaas vond ik de psychologische beschrijvingen in dit boek wel wat te veel overheersen, waardoor ik me soms afvroeg wanneer het verhaal weer vaart zou krijgen.
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Ад
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Дорога
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Благие намерения
Александра Маринина (Russisch)
flickr
(Aleksandra Marinina – Vse ne tak. Moskva, Eksmo, 2007)
Все прекрасно в большом патриахальном семействе Руденко. Но – увы! – впечатление это обманчиво: каждого из многочисленных представителей семьи обуревают свои потаенные страсти и запретные желания. И потому, когда погибает – причем явно насильственной смертью – один из членов клана Рудекно, то все домочадцы попадают под подозрение. Каково это – сидя в тесном семейном кругу, сознавать, что один из них убийца? Но еще страшнее заглянуть себе в душу, посмотреть в глаза демонам, что гнездятся в ней и заставляют жизнь идти не так, как надо. Именно эти демоны подталкивают человека к той черте, переступив которую повернуть назад уже невозможно...
Dit is geen detective zoals Marinina ze normaal gesproken schrijft. Haar jarenlange hoofdpersoon Anastasia Kamenskaja ontbreekt. Verder weet je vanaf het begin dat er iemand in het gezin overleden is, maar om wie het gaat, blijkt pas aan het einde van het boek.
Tot dat moment concentreert Marinina zich vooral op de beschrijving van de verhoudingen in het gezin Rudenko. Het beeld ontstaat van een monsterachtige familie, waarin iedereen ten koste van de anderen zijn of haar persoonlijke belangen nastreeft. Dat dit wel fout moet aflopen lijkt het slechts nog een kwestie van tijd.
De kracht van Marinina’s boeken is, dat ze altijd weer een plot weet te bedenken dat anders loopt dan je als lezer verwacht. Helaas vond ik de psychologische beschrijvingen in dit boek wel wat te veel overheersen, waardoor ik me soms afvroeg wanneer het verhaal weer vaart zou krijgen.
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Ад
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Дорога
Александра Маринина | Взгляд из вечности: Благие намерения
Александра Маринина (Russisch)
flickr
maandag 1 september 2008
Laura Starink | De Russische kater
Laura Starink – De Russische kater. Amsterdam/Rotterdam, Prometheus/NRC Handelsblad, februari 2008 (2), 272 pagina's. Januari 2008 (1).
In 1987 ging Laura Starink als correspondent van NRC Handelsblad naar Moskou om de perestrojka van Michail Gorbatsjov te verslaan. Ze was getuige van de ineenstorting van het communisme, dat de wereld decennialang in twee machtsblokken verdeeld had gehouden.
Twintig jaar later keerde ze terug met de vraag: wat is er terechtgekomen van de hooggespannen toekomstverwachtingen die de Russen toen hadden? Hoe hebben ze de abrupte overgang van communisme naar kapitalisme doorstaan?
In elf persoonlijke portretten van Russen schetst ze een beeld van de nieuwste geschiedenis van Rusland, van de verrassende maar weifelende Gorbatsjov via de woeste avonturier Jeltsin naar de zelfverzekerde autocraat Poetin.
Laura Starink is redacteur van NRC Handelsblad
In maart 2008 las ik Een land van horen zeggen van Starink. Het boek dat ik nu heb gelezen is eigenlijk een vervolg daarop.
In dit boek is een bundel interviews met verschillende mensen opgenomen die de Russische samenleving karakteriseren. In het buitenland bekende personen als Vladimir Ryzjkov (een van de laatste onafhankelijke democraten in de vorige Doema), Jegor Gajdar (de architect van de economische shocktherapie van 1992) en Viktor Sjenderovitsj (een van de mensen achter de Russische versie van Spitting Image, het programma dat van de Russische tv is verdwenen nadat Poetin de te kritische redactie liet vervangen, radiomaker en schrijver, komen aan het woord, maar ook minder bekende Russen, zoals een zakenman, een architect, een advocate en een mensenrechtenactiviste.
Bovenstaande zou de indruk kunnen wekken dat in dit boek slechts Poetins tegenstanders aan het woord komen. Dit is niet het geval, Starink heeft ook gepraat met mensen die de positieve kanten van de nieuwe ideologie, de soevereine democratie, prijzen. Dat maakt dit boek ook zo interessant: Starink heeft haar best gedaan de weg die Rusland in de afgelopen twintig jaar heeft afgelegd en de huidige stand van zaken in Rusland van verschillende sociale, politieke, culturele en economische kanten te belichten. Ze doet dit net als in haar eerste boek over Rusland in een uiterst leesbare stijl.
In de eindconclusie durft Starink niet de conclusie te trekken of de acht jaar onder Poetin nu stabiliteit hebben gebracht of dat de Russen dansen op de rand van de vulkaan. Dat de huidige lezers met hun kennis over de gang van zaken rond Georgië, Zuid-Ossetië en Abchazië naar de tweede conclusie zullen neigen doet daarbij niets af aan de kwaliteit van dit boek. Dit boek is een aanrader!
Laura Starink | Een land van horen zeggen
flickr
In 1987 ging Laura Starink als correspondent van NRC Handelsblad naar Moskou om de perestrojka van Michail Gorbatsjov te verslaan. Ze was getuige van de ineenstorting van het communisme, dat de wereld decennialang in twee machtsblokken verdeeld had gehouden.
Twintig jaar later keerde ze terug met de vraag: wat is er terechtgekomen van de hooggespannen toekomstverwachtingen die de Russen toen hadden? Hoe hebben ze de abrupte overgang van communisme naar kapitalisme doorstaan?
In elf persoonlijke portretten van Russen schetst ze een beeld van de nieuwste geschiedenis van Rusland, van de verrassende maar weifelende Gorbatsjov via de woeste avonturier Jeltsin naar de zelfverzekerde autocraat Poetin.
Laura Starink is redacteur van NRC Handelsblad
In maart 2008 las ik Een land van horen zeggen van Starink. Het boek dat ik nu heb gelezen is eigenlijk een vervolg daarop.
In dit boek is een bundel interviews met verschillende mensen opgenomen die de Russische samenleving karakteriseren. In het buitenland bekende personen als Vladimir Ryzjkov (een van de laatste onafhankelijke democraten in de vorige Doema), Jegor Gajdar (de architect van de economische shocktherapie van 1992) en Viktor Sjenderovitsj (een van de mensen achter de Russische versie van Spitting Image, het programma dat van de Russische tv is verdwenen nadat Poetin de te kritische redactie liet vervangen, radiomaker en schrijver, komen aan het woord, maar ook minder bekende Russen, zoals een zakenman, een architect, een advocate en een mensenrechtenactiviste.
Bovenstaande zou de indruk kunnen wekken dat in dit boek slechts Poetins tegenstanders aan het woord komen. Dit is niet het geval, Starink heeft ook gepraat met mensen die de positieve kanten van de nieuwe ideologie, de soevereine democratie, prijzen. Dat maakt dit boek ook zo interessant: Starink heeft haar best gedaan de weg die Rusland in de afgelopen twintig jaar heeft afgelegd en de huidige stand van zaken in Rusland van verschillende sociale, politieke, culturele en economische kanten te belichten. Ze doet dit net als in haar eerste boek over Rusland in een uiterst leesbare stijl.
In de eindconclusie durft Starink niet de conclusie te trekken of de acht jaar onder Poetin nu stabiliteit hebben gebracht of dat de Russen dansen op de rand van de vulkaan. Dat de huidige lezers met hun kennis over de gang van zaken rond Georgië, Zuid-Ossetië en Abchazië naar de tweede conclusie zullen neigen doet daarbij niets af aan de kwaliteit van dit boek. Dit boek is een aanrader!
Laura Starink | Een land van horen zeggen
flickr
Labels:
01-09-2008,
De Russische kater,
interviews,
Laura Starink,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie
vrijdag 29 augustus 2008
Dirk van Weelden | Looptijd
Dirk van Weelden, Looptijd. Amsterdam/Antwerpen, Augustus, oktober 2003 (3), 173 pagina’s. Augustus 2003 (1).
Zelfs een serieuze amateur-hardloper, zoals de hoofdpersoon van Dirk van Weeldens Looptijd, besteedt niet meer dan vijf à zes uur per week aan zijn sport. Dat is rond de 3 procent van de tijd die een week heeft. Toch beschouwt hij zijn hardloperschap als een belangrijk onderdeel van zijn leven, ja, als iets wat zijn wezen uitmaakt.
Looptijd voert de lezer mee op een tocht die zowel door Hollandse duinlandschappen, Franse wijngaarden en langs Vlaamse rivieren voert als door de herinneringen en de kennis van de loper.
Tijdens het lopen heeft de geest vakantie. Gedachten kunnen vrijelijk door elkaar lopen. De hoofdpersoon spiegelt zich aan indianen en Grieken, zestiende-eeuwse Turkse koeriers en moderne atleten. Persoonlijke, medische, literaire, maar ook religieuze en antropologische ideeën komen op.
De eerste mensen overleefden dankzij een uitzonderlijk vermogen tot het hardlopen van lange afstanden en een uitzonderlijk brein. Net als hardlopen hoort het verhalen vertellen tot de oudste vermogens van de mens. In Looptijd smelten die twee same in een verrassende, eigentijdse vorm. Nuchter, lyrisch, belezen, openhartig en met ironie schreef Dirk van Weelden een persoonlijk verhaal met zijn hardlopend lichaam als hoofdpersoon, even vanzelfsprekend en ongrijpbaar als het hardlopen zelf.
Dit is een leuk boekje voor de hardloper die ook graag leest en nu eens niet op zoek is naar wetenschappelijke artikelen met tientallen voetnoten en honderden cijfertjes over hoe alles nog sneller of beter kan.
Dit boek biedt een mix van historische feiten over hardlopen en, als ik het zo mag zeggen, emoties, opgehangen aan een hardloopjaar uit het leven van een hij-persoon die verdacht veel op Dirk van Weelden zelf lijkt. Dat hardloopjaar valt samen met het eerste jaar na het overlijden van beide ouders van de hij-persoon.
Wat mij betreft is het een geslaagde mix, die ik met genoegen heb gelezen, maar ik realiseer me wel dat het voor iemand die niets met lopen heeft minder interessant is. Aan de andere kant, ik kan geen boeken lezen over voetballen of wielrennen...
Positief is in ieder geval dat er voor wie meer wil lezen over de geschiedenis van het hardlopen een bescheiden literatuurlijst in het boek is opgenomen.
Dirk van Weelden
flickr
Zelfs een serieuze amateur-hardloper, zoals de hoofdpersoon van Dirk van Weeldens Looptijd, besteedt niet meer dan vijf à zes uur per week aan zijn sport. Dat is rond de 3 procent van de tijd die een week heeft. Toch beschouwt hij zijn hardloperschap als een belangrijk onderdeel van zijn leven, ja, als iets wat zijn wezen uitmaakt.
Looptijd voert de lezer mee op een tocht die zowel door Hollandse duinlandschappen, Franse wijngaarden en langs Vlaamse rivieren voert als door de herinneringen en de kennis van de loper.
Tijdens het lopen heeft de geest vakantie. Gedachten kunnen vrijelijk door elkaar lopen. De hoofdpersoon spiegelt zich aan indianen en Grieken, zestiende-eeuwse Turkse koeriers en moderne atleten. Persoonlijke, medische, literaire, maar ook religieuze en antropologische ideeën komen op.
De eerste mensen overleefden dankzij een uitzonderlijk vermogen tot het hardlopen van lange afstanden en een uitzonderlijk brein. Net als hardlopen hoort het verhalen vertellen tot de oudste vermogens van de mens. In Looptijd smelten die twee same in een verrassende, eigentijdse vorm. Nuchter, lyrisch, belezen, openhartig en met ironie schreef Dirk van Weelden een persoonlijk verhaal met zijn hardlopend lichaam als hoofdpersoon, even vanzelfsprekend en ongrijpbaar als het hardlopen zelf.
Dit is een leuk boekje voor de hardloper die ook graag leest en nu eens niet op zoek is naar wetenschappelijke artikelen met tientallen voetnoten en honderden cijfertjes over hoe alles nog sneller of beter kan.
Dit boek biedt een mix van historische feiten over hardlopen en, als ik het zo mag zeggen, emoties, opgehangen aan een hardloopjaar uit het leven van een hij-persoon die verdacht veel op Dirk van Weelden zelf lijkt. Dat hardloopjaar valt samen met het eerste jaar na het overlijden van beide ouders van de hij-persoon.
Wat mij betreft is het een geslaagde mix, die ik met genoegen heb gelezen, maar ik realiseer me wel dat het voor iemand die niets met lopen heeft minder interessant is. Aan de andere kant, ik kan geen boeken lezen over voetballen of wielrennen...
Positief is in ieder geval dat er voor wie meer wil lezen over de geschiedenis van het hardlopen een bescheiden literatuurlijst in het boek is opgenomen.
Dirk van Weelden
flickr
Labels:
29-08-2008,
Dirk van Weelden,
Looptijd,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie
zaterdag 23 augustus 2008
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell, Italiaanse schoenen. Breda, De Geus, 2008, 344 pagina’s. Oorspronkelijke Zweedse titel: Italienska skor, vertaald door Clementine Luijten, 2006.
Sinds hij als chirurg een fatale fout heeft gemaakt, leeft Frederik Welin teruggetrokken op een Zweeds eiland. Hij heeft de stilte opgezocht en sluit zich af voor mensen. Elke dag hakt hij een wak in het ijs om een duik te nemen. Op een dag schuifelt iemand over het bevroren water naar het eiland toe. Het is Harriet, de vrouw die hij bijna veertig jaar geleden verliet zonder iets te zeggen. Ze heeft niet lang meer te leven en vraagt hem een oude belofte na te komen: haar meenemen naar een vennetje in het bos, waar ze ooit zouden zwemmen als ze getrouwd waren. Dit is het begin van een bevreemdende reis die Frederik voor verrassingen zet.
Dit is een roman van Mankell die detective, noch thriller is. Mankell heeft zich hier gewaagd aan een psychologische roman. In deze roman voert Mankell een personage op dat wordt ingehaald door zijn verleden. De hoofdpersoon wordt gedwongen met jaren vertraging de consequenties van zijn daden alsnog onder ogen te zien en bij zichzelf na te gaan of hij misschien anders had moeten handelen.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik dit boek een heel klein beetje vond tegenvallen. Het leest als een trein – zeker na een Russisch boek waar ik maar moeilijk in raakte en waar ik drie weken in heb gelezen –, en ook Mankells manier van schrijven (vooral niet te wollig) vind ik mooi, maar toch miste ik iets. Dat zal toch wel het ontbreken van de spanning van een detective of thriller zijn.
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
flickr
Sinds hij als chirurg een fatale fout heeft gemaakt, leeft Frederik Welin teruggetrokken op een Zweeds eiland. Hij heeft de stilte opgezocht en sluit zich af voor mensen. Elke dag hakt hij een wak in het ijs om een duik te nemen. Op een dag schuifelt iemand over het bevroren water naar het eiland toe. Het is Harriet, de vrouw die hij bijna veertig jaar geleden verliet zonder iets te zeggen. Ze heeft niet lang meer te leven en vraagt hem een oude belofte na te komen: haar meenemen naar een vennetje in het bos, waar ze ooit zouden zwemmen als ze getrouwd waren. Dit is het begin van een bevreemdende reis die Frederik voor verrassingen zet.
Dit is een roman van Mankell die detective, noch thriller is. Mankell heeft zich hier gewaagd aan een psychologische roman. In deze roman voert Mankell een personage op dat wordt ingehaald door zijn verleden. De hoofdpersoon wordt gedwongen met jaren vertraging de consequenties van zijn daden alsnog onder ogen te zien en bij zichzelf na te gaan of hij misschien anders had moeten handelen.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik dit boek een heel klein beetje vond tegenvallen. Het leest als een trein – zeker na een Russisch boek waar ik maar moeilijk in raakte en waar ik drie weken in heb gelezen –, en ook Mankells manier van schrijven (vooral niet te wollig) vind ik mooi, maar toch miste ik iets. Dat zal toch wel het ontbreken van de spanning van een detective of thriller zijn.
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell | Labyrint
flickr
maandag 18 augustus 2008
Ольга Славникова | 2017
Ольга Славникова – 2017. Москва, Вагриус, 2007, 544 bladzijden. 2006 (1)
Почему двое – мужчина и женщина, полюбившие друг друга, не уверены, что следующее свидание состоится? А респектабельный профессор каждый год тайно уходит в опасное путешествие в горы и в конце концов не возвращается, изчезает?..
Герои нового романа Огльи Славниковой – хитники, так называет на Урале тех, кто занят незаконной добычей драгоценных камней. Мир горных духов, описанный Бажовым, для них реален. Они привыкли рисковать и не доверять никому – даже своим любимым...
А тем временем приближается 2017 – и на городской площади разыгриваются сцены Октябрьского переворота: костюмированное шоу перерастает в серьезные безпорядки.
Helaas bestaat er (nog) geen vertaling van dit boek, dat in 2006 de Russische Booker Prize heeft gewonnen. Had die vertaling wel bestaan, dan had ik hier volstaan met de mededeling dat je het boek zelf maar moet lezen om uit te vinden waarom het zo’n bijzonder boek is.
Nu dit niet mogelijk is, moet ik enige uitleg geven. In de eerste plaats is het een bijzonder boek, omdat het vier verschillende verhaallijnen bevat, die aan het einde van het boek perfect in elkaar passen. De roman speelt nu eens niet in Moskou of Petersburg, maar in Siberië, in Jekaterinenburg en omgeving. Je betreedt een heel andere wereld, vooral omdat Slavnikova gebruikmaakt van motieven uit Siberische volksverhalen en sprookjes, die door Bazhov zijn opgetekend en die iedere Rus als kind heeft gelezen.
Critici noemen dit boek een anti-utopie en vergelijken het met Orwells 1984, maar de schrijfster zegt zelf terecht dat die vergelijking mank gaat. Ze beschrijft geen strak georganiseerde totalitaire samenleving waarin geen plaats is voor een privéleven, maar een maatschappij die na jaren van chaos geleid wordt door een alom aanwezige president, waar willekeurig strafprocessen aanhangig worden gemaakt als een ondernemer iets doet dat politici niet aanstaat maar waarin je als burger nog wel je eigen keuzes kunt maken. Dat het herdenken van de revolutie uitloopt op ongeregeldheden die door de bevolking worden gedragen en uiteindelijk de maatschappij ontwrichten is desondanks een logische volgende stap.
Ik heb erg aan dit boek moeten wennen. Niet alleen omdat ik al een maand of drie geen Russisch had gelezen, maar vooral doordat het me in het begin duizelde van al die verschillende verhaallijnen, de Siberische folklore waarmee ik niet bekend ben en het voor mij toch wat moeilijke, want erg specifieke Russisch. Ik ben blij dat ik heb doorgezet, want toen het kwartje eenmaal viel, realiseerde ik me dat het boek echt de moeite waard is en werd het ineens moeilijk om te stoppen met lezen. Ik hoop dan ook dat het ooit vertaald wordt, zodat Europa kennis kan maken met dit bijzondere Siberische boek.
Ольга Славникова | Любовь в седьмом вагоне
Olga Slavnikova (Engels)
flickr
Почему двое – мужчина и женщина, полюбившие друг друга, не уверены, что следующее свидание состоится? А респектабельный профессор каждый год тайно уходит в опасное путешествие в горы и в конце концов не возвращается, изчезает?..
Герои нового романа Огльи Славниковой – хитники, так называет на Урале тех, кто занят незаконной добычей драгоценных камней. Мир горных духов, описанный Бажовым, для них реален. Они привыкли рисковать и не доверять никому – даже своим любимым...
А тем временем приближается 2017 – и на городской площади разыгриваются сцены Октябрьского переворота: костюмированное шоу перерастает в серьезные безпорядки.
Helaas bestaat er (nog) geen vertaling van dit boek, dat in 2006 de Russische Booker Prize heeft gewonnen. Had die vertaling wel bestaan, dan had ik hier volstaan met de mededeling dat je het boek zelf maar moet lezen om uit te vinden waarom het zo’n bijzonder boek is.
Nu dit niet mogelijk is, moet ik enige uitleg geven. In de eerste plaats is het een bijzonder boek, omdat het vier verschillende verhaallijnen bevat, die aan het einde van het boek perfect in elkaar passen. De roman speelt nu eens niet in Moskou of Petersburg, maar in Siberië, in Jekaterinenburg en omgeving. Je betreedt een heel andere wereld, vooral omdat Slavnikova gebruikmaakt van motieven uit Siberische volksverhalen en sprookjes, die door Bazhov zijn opgetekend en die iedere Rus als kind heeft gelezen.
Critici noemen dit boek een anti-utopie en vergelijken het met Orwells 1984, maar de schrijfster zegt zelf terecht dat die vergelijking mank gaat. Ze beschrijft geen strak georganiseerde totalitaire samenleving waarin geen plaats is voor een privéleven, maar een maatschappij die na jaren van chaos geleid wordt door een alom aanwezige president, waar willekeurig strafprocessen aanhangig worden gemaakt als een ondernemer iets doet dat politici niet aanstaat maar waarin je als burger nog wel je eigen keuzes kunt maken. Dat het herdenken van de revolutie uitloopt op ongeregeldheden die door de bevolking worden gedragen en uiteindelijk de maatschappij ontwrichten is desondanks een logische volgende stap.
Ik heb erg aan dit boek moeten wennen. Niet alleen omdat ik al een maand of drie geen Russisch had gelezen, maar vooral doordat het me in het begin duizelde van al die verschillende verhaallijnen, de Siberische folklore waarmee ik niet bekend ben en het voor mij toch wat moeilijke, want erg specifieke Russisch. Ik ben blij dat ik heb doorgezet, want toen het kwartje eenmaal viel, realiseerde ik me dat het boek echt de moeite waard is en werd het ineens moeilijk om te stoppen met lezen. Ik hoop dan ook dat het ooit vertaald wordt, zodat Europa kennis kan maken met dit bijzondere Siberische boek.
Ольга Славникова | Любовь в седьмом вагоне
Olga Slavnikova (Engels)
flickr
Labels:
18-08-2008,
2017,
Olga Slavnikova,
roman,
Rusland,
Russisch,
Ольга Славникова
zondag 27 juli 2008
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell – Depths. London, Vintage Books, 2007 (2), 518 pagina’s. Oorspronkelijke Zweedse titel: Djup, vertaald door Laurie Thompson. 2006 (1), 2004 (origineel)
October 1914: the destroyer Svea emerges from the Stockholm archipelago bearing south-south-east. On board is Lars Tobiasson-Svartman, a naval engineer charged with making depth soundings for the Swedish navy. He is obsessed with measurement and precision, instincts reflected in his comfortable but cold relationship with his wife. Close to where the soundings are taken, Lars rows out to a barren reef, presumed uninhabited, and discovers a young woman there. Despite her almost feral appearance, Sara stirs something in him. This mission is a success and the Svea returns to Gothenburg. Lars, however, remains haunted by this chance encounter, and feels compelled to return…
Dit is de eerste roman van Mankell die ik heb gelezen die niet de lotgevallen van Kurt Wallander behandelt. Het is een beklemmend, maar mateloos boeiend boek over een man, Lars Tobiasson-Svartman, die geobsedeerd is door afstanden: niet alleen in de letterlijke zin, bij het nauwkeurig vaststellen van de diepte van de zee of de letterlijke afstand tot een ander mens, maar ook in figuurlijke zin. Hij stelt iedere keer weer vast dat er een onmetelijke afstand is tussen zijn hem en zijn vrouw, die hij nauwelijks lijkt te kennen. Tegelijkertijd doet hij er alles aan om de afstand tot de mensen om hem heen te bewaren en als het enigszins kan groter te maken.
Tijdens een geheime missie, waarbij Tobiasson-Svartman een mogelijke nieuwe vaargeul moet peilen, stuit hij op een eiland dat onbewoond heet te zijn, maar dit niet is. Op dat eiland woont een vrouw alleen. Zij maakt iets in hem los, waardoor hij zijn streven naar afstand inruilt voor een streven naar nabijheid. Deze veranderde levensinstelling zet een reeks gebeurtenissen in gang, die niet ongedaan gemaakt kunnen worden en die tot een tot op zekere hoogte verrassend plot leiden.
Het knappe van dit boek zit ‘m voor mij in de manier waarop Mankell zijn hoofdpersoon benadert. Hij doet dat op zo’n manier, dat me ondanks de warmte een onaangenaam, kil gevoel bekroop. De diepte waarnaar de hoofdpersoon zoekt, lijkt onpeilbaar en zo lijken zijn karakter en zijn daden dat ook te zijn. Is hij slechts een kille, afstandelijke man of is hij als slachtoffer van een ongelukkige jeugd de verpersoonlijking van het kwade geworden? Laat hij zijn ware aard zien als hij zijn zelfbeheersing verliest, of juist als hij zich koste wat het kost probeert te beheersen?
Wat mij betreft heeft Mankell bewezen dat hij meer is dan alleen maar een begenadigd detectiveschrijver. Dit is een werk dat het verdient ook gelezen te worden door mensen die niet van het detectivegenre houden.
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Labyrint
flickr
October 1914: the destroyer Svea emerges from the Stockholm archipelago bearing south-south-east. On board is Lars Tobiasson-Svartman, a naval engineer charged with making depth soundings for the Swedish navy. He is obsessed with measurement and precision, instincts reflected in his comfortable but cold relationship with his wife. Close to where the soundings are taken, Lars rows out to a barren reef, presumed uninhabited, and discovers a young woman there. Despite her almost feral appearance, Sara stirs something in him. This mission is a success and the Svea returns to Gothenburg. Lars, however, remains haunted by this chance encounter, and feels compelled to return…
Dit is de eerste roman van Mankell die ik heb gelezen die niet de lotgevallen van Kurt Wallander behandelt. Het is een beklemmend, maar mateloos boeiend boek over een man, Lars Tobiasson-Svartman, die geobsedeerd is door afstanden: niet alleen in de letterlijke zin, bij het nauwkeurig vaststellen van de diepte van de zee of de letterlijke afstand tot een ander mens, maar ook in figuurlijke zin. Hij stelt iedere keer weer vast dat er een onmetelijke afstand is tussen zijn hem en zijn vrouw, die hij nauwelijks lijkt te kennen. Tegelijkertijd doet hij er alles aan om de afstand tot de mensen om hem heen te bewaren en als het enigszins kan groter te maken.
Tijdens een geheime missie, waarbij Tobiasson-Svartman een mogelijke nieuwe vaargeul moet peilen, stuit hij op een eiland dat onbewoond heet te zijn, maar dit niet is. Op dat eiland woont een vrouw alleen. Zij maakt iets in hem los, waardoor hij zijn streven naar afstand inruilt voor een streven naar nabijheid. Deze veranderde levensinstelling zet een reeks gebeurtenissen in gang, die niet ongedaan gemaakt kunnen worden en die tot een tot op zekere hoogte verrassend plot leiden.
Het knappe van dit boek zit ‘m voor mij in de manier waarop Mankell zijn hoofdpersoon benadert. Hij doet dat op zo’n manier, dat me ondanks de warmte een onaangenaam, kil gevoel bekroop. De diepte waarnaar de hoofdpersoon zoekt, lijkt onpeilbaar en zo lijken zijn karakter en zijn daden dat ook te zijn. Is hij slechts een kille, afstandelijke man of is hij als slachtoffer van een ongelukkige jeugd de verpersoonlijking van het kwade geworden? Laat hij zijn ware aard zien als hij zijn zelfbeheersing verliest, of juist als hij zich koste wat het kost probeert te beheersen?
Wat mij betreft heeft Mankell bewezen dat hij meer is dan alleen maar een begenadigd detectiveschrijver. Dit is een werk dat het verdient ook gelezen te worden door mensen die niet van het detectivegenre houden.
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Labyrint
flickr
Labels:
27-07-2008,
Depths,
Djup,
Engels,
Henning Mankell,
Laurie Thompson,
roman,
Zweden
donderdag 24 juli 2008
Colin Thubron | Tussen de Russen
Colin Thubron – Tussen de Russen. Baarn, Bigot & Van Rossum, 1986, 208 pagina’s. Oorspronkelijke Engelse titel: Among the Russians, vertaald door Redactiebureau Vermo. 1983.
De befaamde reisjournalist Colin Thubron arriveerde in de Sovjetunie in een oude Morris Marina waarin hij overnachtte en waarmee hij vijftienduizend kilometer aflegde tussen de Baltische Zee en de Kaukasus. Overal waar hij kwam, in steden als Leningrad, Moskou, Smolensk en Kiev, in bergdorpjes, steppen of de Krim, in het koude Noorden of aan de kust van de Zwarte Zee, ontmoette hij mensen van alle leeftijden, beroepen en interesses. Hij ontmoette dissidenten en kwam in aanraking met de KGB. Het resultaat is een fascinerend en onthullend portret van de vele rassen die een reusachtig land bewonen, want het is vooral de menselijke kant, en niet de politieke, die belicht wordt in dit opmerkelijke reisboek.
Dit is het eerste boek dat Thubron schreef over een reis door toen nog de Sovjet-Unie. Een maand eerder las ik In Siberië, over een reis door Siberië ergens in de jaren ’90, toen de Sovjet-Unie niet meer bestond. Als ik de twee boeken vergelijk, vond ik Tussen de Russen wat tegenvallen.
Laat ik voorop stellen, dat dit boek ook 25 jaar later nog interessant is om te lezen als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Rusland. Inderdaad juist omdat Thubron zijn contact met de locale bevolking of juist het gebrek daaraan opvoert. Tegelijkertijd wordt de politieke kant van de zaak wel degelijk voortdurend belicht: het in de gaten gehouden worden door KGB-medewerkers wordt beschreven en ook de absurditeit van het leven in een communistische staat wordt veelvuldig besproken.
In deze uitgave is in tegenstelling tot In Siberië wel een kaartje opgenomen waarop je Thubrons reis kunt volgen. Jammer is, dat Roemenië op dit kaartje direct grenst aan Oekraïne. De tekenaar van het kaartje heeft de republiek Moldavië over het hoofd gezien. Net als in In Siberië ontbreekt een literatuurlijst.
Verder maakt deze uitgave een onverzorgde indruk, door tikfouten, slordigheden in de opmaak en de inconsequente manier waarop plaatsnamen vanuit het Cyrillisch alfabet zijn getranscribeerd naar het Latijnse alfabet. Als dit in het origineel ook zo is, had de vertaler of hadden de vertalers er beter voor kunnen kiezen om de schrijver hier te verbeteren.
Colin Thubron op Wikipedia (Engels)
Colin Thubron | In Siberië
flickr
De befaamde reisjournalist Colin Thubron arriveerde in de Sovjetunie in een oude Morris Marina waarin hij overnachtte en waarmee hij vijftienduizend kilometer aflegde tussen de Baltische Zee en de Kaukasus. Overal waar hij kwam, in steden als Leningrad, Moskou, Smolensk en Kiev, in bergdorpjes, steppen of de Krim, in het koude Noorden of aan de kust van de Zwarte Zee, ontmoette hij mensen van alle leeftijden, beroepen en interesses. Hij ontmoette dissidenten en kwam in aanraking met de KGB. Het resultaat is een fascinerend en onthullend portret van de vele rassen die een reusachtig land bewonen, want het is vooral de menselijke kant, en niet de politieke, die belicht wordt in dit opmerkelijke reisboek.
Dit is het eerste boek dat Thubron schreef over een reis door toen nog de Sovjet-Unie. Een maand eerder las ik In Siberië, over een reis door Siberië ergens in de jaren ’90, toen de Sovjet-Unie niet meer bestond. Als ik de twee boeken vergelijk, vond ik Tussen de Russen wat tegenvallen.
Laat ik voorop stellen, dat dit boek ook 25 jaar later nog interessant is om te lezen als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Rusland. Inderdaad juist omdat Thubron zijn contact met de locale bevolking of juist het gebrek daaraan opvoert. Tegelijkertijd wordt de politieke kant van de zaak wel degelijk voortdurend belicht: het in de gaten gehouden worden door KGB-medewerkers wordt beschreven en ook de absurditeit van het leven in een communistische staat wordt veelvuldig besproken.
In deze uitgave is in tegenstelling tot In Siberië wel een kaartje opgenomen waarop je Thubrons reis kunt volgen. Jammer is, dat Roemenië op dit kaartje direct grenst aan Oekraïne. De tekenaar van het kaartje heeft de republiek Moldavië over het hoofd gezien. Net als in In Siberië ontbreekt een literatuurlijst.
Verder maakt deze uitgave een onverzorgde indruk, door tikfouten, slordigheden in de opmaak en de inconsequente manier waarop plaatsnamen vanuit het Cyrillisch alfabet zijn getranscribeerd naar het Latijnse alfabet. Als dit in het origineel ook zo is, had de vertaler of hadden de vertalers er beter voor kunnen kiezen om de schrijver hier te verbeteren.
Colin Thubron op Wikipedia (Engels)
Colin Thubron | In Siberië
flickr
zondag 20 juli 2008
Arnaldur Indriđason | Het Koningsboek
Arnaldur Indriđason – Het Koningsboek. Amsterdam, Q, 2007, 283 pagina’s. Oorspronkelijke IJslandse titel Konungsbók, vertaald door Marcel Otten. 2006.
Denemarken, 1955. De jonge IJslander Valdemar ontmoet een aan lagerwal geraakte hoogleraar met een groot geheim. Tijdens de oorlogsjaren is hij een kostbaar manuscript uit het oog verloren: het enige exemplaar van de Edda, het middeleeuwse manuscript waaraan het IJslandse volk zijn identiteit ontleent. De professor en Valdemar proberen het manuscript terug te vinden – en in leven te blijven. Want voor deze schat zijn mensen bereid over lijken te gaan.
Het Koningsboek is een faction-thriller. Toen de Deense regering in 1971 besloot de Edda per boot terug te brengen naar IJsland, een voormalige Deense kolonie, stond het op de kade in Reykjavik zwart van de mensen. Acht pagina’s van het manuscript ontbraken echter – en zijn nog steeds niet teruggevonden.
Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) is historicus en schrijver. Hij heeft de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Noord-Eruopa, de Martin Beck Award, als enige schrijver twee keer op rij gewonnen. In 2005 werd hem de CWA Gold Dagger Award toegekend, de grootste prijs voor het genre in de wereld. Van Indriðasons boeken werden wereldwijd meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht.
Met deze faction-thriller - een vreselijk woord vind ik dat – stap je de wereld van oude IJslandse manuscripten binnen. In het begin duizelde het me nogal van de namen van de verschillende manuscripten en de verhalen uit die manuscripten die beschreven werden, maar gaandeweg kwam ik toch in de greep van dit boek.
Het is weliswaar een heel ander soort boek dan de reeks detectives over Erlendur en zijn collega’s – de hoofdpersonen zijn wetenschappers en geen politiemensen – maar ook in dit boek doseert Indriđason de spanning en details van het plot zo, dat het moeilijk is het boek weg te leggen. Al lezende leer je tegelijkertijd ook iets over de jonge geschiedenis van IJsland en de IJslandse cultuur. Lezen en genieten dus!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
Denemarken, 1955. De jonge IJslander Valdemar ontmoet een aan lagerwal geraakte hoogleraar met een groot geheim. Tijdens de oorlogsjaren is hij een kostbaar manuscript uit het oog verloren: het enige exemplaar van de Edda, het middeleeuwse manuscript waaraan het IJslandse volk zijn identiteit ontleent. De professor en Valdemar proberen het manuscript terug te vinden – en in leven te blijven. Want voor deze schat zijn mensen bereid over lijken te gaan.
Het Koningsboek is een faction-thriller. Toen de Deense regering in 1971 besloot de Edda per boot terug te brengen naar IJsland, een voormalige Deense kolonie, stond het op de kade in Reykjavik zwart van de mensen. Acht pagina’s van het manuscript ontbraken echter – en zijn nog steeds niet teruggevonden.
Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) is historicus en schrijver. Hij heeft de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Noord-Eruopa, de Martin Beck Award, als enige schrijver twee keer op rij gewonnen. In 2005 werd hem de CWA Gold Dagger Award toegekend, de grootste prijs voor het genre in de wereld. Van Indriðasons boeken werden wereldwijd meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht.
Met deze faction-thriller - een vreselijk woord vind ik dat – stap je de wereld van oude IJslandse manuscripten binnen. In het begin duizelde het me nogal van de namen van de verschillende manuscripten en de verhalen uit die manuscripten die beschreven werden, maar gaandeweg kwam ik toch in de greep van dit boek.
Het is weliswaar een heel ander soort boek dan de reeks detectives over Erlendur en zijn collega’s – de hoofdpersonen zijn wetenschappers en geen politiemensen – maar ook in dit boek doseert Indriđason de spanning en details van het plot zo, dat het moeilijk is het boek weg te leggen. Al lezende leer je tegelijkertijd ook iets over de jonge geschiedenis van IJsland en de IJslandse cultuur. Lezen en genieten dus!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
zondag 13 juli 2008
Gerbrand Bakker | Boven is het stil
Gerbrand Bakker – Boven is het stil. Amsterdam, Cossee, mei 2006 (3), 264 pagina’s. Maart 2006 (1)
Helmer doet zijn vader naar boven; het is tijd om schoon schip te maken. Hij haalt de woonkamer en de voormalige ouderlijke slaapkamer leeg, schildert de boel en koopt nieuwe spullen.
Ooit had hij een tweelingbroer, Henk, de lieveling van zijn vader, degene die de boerderij zou overnemen. Maar van de ene op de andere dag werd Helmer tot opvolger gebombardeerd, door vader uit de stad gehaald en onder de koeien gezet. In het drassige laagland, met alleen het snuiven van de koeien en het gemekker van de schapen die de stilte nu en dan doorbreken, verzorgt hij de dieren en zijn oude vader.
Als een boer uit de omgeving naar Denemarken emigreert, komt Helmer vooralsnog niet verder dan fantaseren over een andere toekomst, misschien in een ander land. Een onverwachte brief en een even onverwacht bezoek maken dat hij zich niet langer kan verstoppen voor de wereld en zichzelf.
Boven is het stil roept prachtige en dubbelzinnige beelden op, die doen denken aan de film De Poolse bruid. Het is een magistraal debuut in een bijzondere toon geschreven, die nog lang in je hoofd naklinkt.
Een bijzonder boek, waar ik lange tijd niet aan durfde te beginnen omdat de schrijver in een tv-programma een nogal vervelende indruk op me maakte – maar dat kan natuurlijk ook aan mij hebben gelegen. Ik vind het in ieder geval moeilijk om zo'n indruk later bij het lezen te vergeten. Maar, ik geef mijn vergissing hier ruiterlijk toe! Niet alleen hier op flickr, maar ook buiten flickr werd gezegd dat het een góed boek is en die mensen hebben niet overdreven.
De vergelijking met De Poolse bruid op de achterflap gaat tot op zekere hoogte op, in de zin dat in dit boek het landschap rondom de boerderij van de hoofdpersoon een even grote rol speelt als de hoofdpersoon zelf. De leegte, de laagte, de natheid worden steeds beschreven en geven kleuring aan het verhaal. De hoofdpersoon, Helmer, is net als de hoofdpersoon uit De Poolse bruid een boer die niet veel praat en heel lang niet handelt.
Het verhaal dat volgt als Helmer wel begint te handelen, is adembenemend, spannend en ontroerend tegelijk. Het verzorgde, mooie Nederlands, dat ontdaan is van allerlei bloemige overbodigheden zoals deze bijzin, maakt dat het een genot is om het boek te lezen. Heb je het nog niet gelezen, dan moet je dat zeker doen!
Gerbrand Bakker | De omweg
Gerbrand Bakker
Gerbrand Bakker op Wikipedia
flickr
Helmer doet zijn vader naar boven; het is tijd om schoon schip te maken. Hij haalt de woonkamer en de voormalige ouderlijke slaapkamer leeg, schildert de boel en koopt nieuwe spullen.
Ooit had hij een tweelingbroer, Henk, de lieveling van zijn vader, degene die de boerderij zou overnemen. Maar van de ene op de andere dag werd Helmer tot opvolger gebombardeerd, door vader uit de stad gehaald en onder de koeien gezet. In het drassige laagland, met alleen het snuiven van de koeien en het gemekker van de schapen die de stilte nu en dan doorbreken, verzorgt hij de dieren en zijn oude vader.
Als een boer uit de omgeving naar Denemarken emigreert, komt Helmer vooralsnog niet verder dan fantaseren over een andere toekomst, misschien in een ander land. Een onverwachte brief en een even onverwacht bezoek maken dat hij zich niet langer kan verstoppen voor de wereld en zichzelf.
Boven is het stil roept prachtige en dubbelzinnige beelden op, die doen denken aan de film De Poolse bruid. Het is een magistraal debuut in een bijzondere toon geschreven, die nog lang in je hoofd naklinkt.
Een bijzonder boek, waar ik lange tijd niet aan durfde te beginnen omdat de schrijver in een tv-programma een nogal vervelende indruk op me maakte – maar dat kan natuurlijk ook aan mij hebben gelegen. Ik vind het in ieder geval moeilijk om zo'n indruk later bij het lezen te vergeten. Maar, ik geef mijn vergissing hier ruiterlijk toe! Niet alleen hier op flickr, maar ook buiten flickr werd gezegd dat het een góed boek is en die mensen hebben niet overdreven.
De vergelijking met De Poolse bruid op de achterflap gaat tot op zekere hoogte op, in de zin dat in dit boek het landschap rondom de boerderij van de hoofdpersoon een even grote rol speelt als de hoofdpersoon zelf. De leegte, de laagte, de natheid worden steeds beschreven en geven kleuring aan het verhaal. De hoofdpersoon, Helmer, is net als de hoofdpersoon uit De Poolse bruid een boer die niet veel praat en heel lang niet handelt.
Het verhaal dat volgt als Helmer wel begint te handelen, is adembenemend, spannend en ontroerend tegelijk. Het verzorgde, mooie Nederlands, dat ontdaan is van allerlei bloemige overbodigheden zoals deze bijzin, maakt dat het een genot is om het boek te lezen. Heb je het nog niet gelezen, dan moet je dat zeker doen!
Gerbrand Bakker | De omweg
Gerbrand Bakker
Gerbrand Bakker op Wikipedia
flickr
Labels:
13-07-2008,
Boven is het stil,
Gerbrand Bakker,
Nederland,
Nederlands,
roman
donderdag 10 juli 2008
Lara Vapnyar | Er zitten joden in mijn huis
Lara Vapnyar – Er zitten joden in mijn huis. Amsterdam, Prometheus, 2004, 190 pagina’s. Oorspronkelijke Amerikaanse titel: There Are Jews In My House, vertaald door Peter Abelsen. 2003
LARA VAPNYAR is een uitzonderlijk talent. Ze leeft pas een aantal jaar in een Engelstalige omgeving, maar de verhalen in Er zitten joden in mijn huis schreef ze in een seer subtiele en verzorgde stijl.
Vapnyar plaatst twee werelden tegenover elkaar: die van Russen in Moskou en van Russische emigraten in Brooklyn. De verschillen zijn groot, maar de overeenkomsten zijn belangrijker. Het boek gaat over opgroeien, schuld en onschuld, en eenzaamheid – en deze onderwerpen worden vormgegeven in zes overtuigende verhalen vol bijzondere situaties. In een van de verhalen moet een jonge vrouw die zelf nog geen seksuele ervaring heeft, voorlichting geven aan een klas meisjes. In het titelverhaal staat een Russische vrouw centraal die een onderduikadres biedt aan een joodse moeder en haar kind.
Lara Vapnyar schrijft met verfijnde humor en buitengewone emotionele eerlijkheid over de avonturen, de mogelijkheden, de teleurstellingen en de onverwachte wendingen van het leven.
LARA VAPNYAR emigreerde in 1994 van Rusland naar Amerika. Ze woont op Staten Island, New York.
Normaal houd ik niet erg van korte verhalen. Vaak heb ik het gevoel dat je net een beetje “in het verhaal begint te komen” en dan is het alweer afgelopen. Ik had daarom mijn twijfels toen ik aan deze bundel begon. Want deze verhalen zijn kort, ook al lijken ze wat langer doordat er niet veel tekst op de kleine bladzijden van deze Nederlandse uitgave past.
Toch heb ik deze bundel met heel veel plezier gelezen. Waarom? Omdat Vapnyar hier bewijst dat ze met een paar zinnen de tragiek van een heel mensenleven kan schetsen. Heb je dat talent, dan hoef je natuurlijk geen vuistdikke romans te schrijven. Het verhaal Minnares bijvoorbeeld beschrijft een gezin dat vanuit Rusland naar de Verenigde Staten is geëmigreerd. In een paar woorden schetst ze de uitzichtloze situatie waarin de opa van het gezin zich bevindt, door te vermelden dat ze geen resolute uitspraken meer van hem gewend zijn sinds ze in de VS wonen. En dat hij eigenlijk helemaal niet meer zo veel zegt.
Verder laat Vanpyar veel aan de lezer over. Het is de bedoeling dat je zelf tussen de regels door aanvoelt waar het verhaal werkelijk over gaat. Dat wordt versterkt doordat ze gebruikmaakt van open eindes. En Vapnyar schrijft met humor. Zo laat ze in De treinen van Ovrasjki een zesjarig meisje aan het woord dat zich realiseert dat ze bijna nooit mag zwemmen, omdat ze ofwel verkouden aan het worden is, juist verkouden is of het net geweest is. Herkenbaar, en daardoor grappig, vind ik.
Ik ben op het spoor van deze schrijfster gekomen door een commentaar op het boek Petropolis in de Penguin-uitgave die ik van dat boek heb. Beide boeken passen in een genre dat aan een tweede bloeiperiode bezig lijkt te zijn: de Russische immigrantenliteratuur. Er zijn veel voorbeelden in de VS te vinden (naast de genoemde Ulinich bijvoorbeeld Olga Grushin en Gary Shteyngart), maar ook in Europa hebben we waardige vertegenwoordigers van het genre, zoals in Nederland Sana Valiulina (alhoewel zij Estisch is) en in Duitsland Wladimir Kaminer. Ben je geïnteresseerd in deze stroming, dan is deze verhalenbundel van Vapnyar zeker een aanrader.
Lara Vapnyar | Broccoli and Other Tales of Food and Love
Lara Vapnyar | Memoirs of a Muse
Lara Vapnyar op Wikipedia (Engels)
flickr
LARA VAPNYAR is een uitzonderlijk talent. Ze leeft pas een aantal jaar in een Engelstalige omgeving, maar de verhalen in Er zitten joden in mijn huis schreef ze in een seer subtiele en verzorgde stijl.
Vapnyar plaatst twee werelden tegenover elkaar: die van Russen in Moskou en van Russische emigraten in Brooklyn. De verschillen zijn groot, maar de overeenkomsten zijn belangrijker. Het boek gaat over opgroeien, schuld en onschuld, en eenzaamheid – en deze onderwerpen worden vormgegeven in zes overtuigende verhalen vol bijzondere situaties. In een van de verhalen moet een jonge vrouw die zelf nog geen seksuele ervaring heeft, voorlichting geven aan een klas meisjes. In het titelverhaal staat een Russische vrouw centraal die een onderduikadres biedt aan een joodse moeder en haar kind.
Lara Vapnyar schrijft met verfijnde humor en buitengewone emotionele eerlijkheid over de avonturen, de mogelijkheden, de teleurstellingen en de onverwachte wendingen van het leven.
LARA VAPNYAR emigreerde in 1994 van Rusland naar Amerika. Ze woont op Staten Island, New York.
Normaal houd ik niet erg van korte verhalen. Vaak heb ik het gevoel dat je net een beetje “in het verhaal begint te komen” en dan is het alweer afgelopen. Ik had daarom mijn twijfels toen ik aan deze bundel begon. Want deze verhalen zijn kort, ook al lijken ze wat langer doordat er niet veel tekst op de kleine bladzijden van deze Nederlandse uitgave past.
Toch heb ik deze bundel met heel veel plezier gelezen. Waarom? Omdat Vapnyar hier bewijst dat ze met een paar zinnen de tragiek van een heel mensenleven kan schetsen. Heb je dat talent, dan hoef je natuurlijk geen vuistdikke romans te schrijven. Het verhaal Minnares bijvoorbeeld beschrijft een gezin dat vanuit Rusland naar de Verenigde Staten is geëmigreerd. In een paar woorden schetst ze de uitzichtloze situatie waarin de opa van het gezin zich bevindt, door te vermelden dat ze geen resolute uitspraken meer van hem gewend zijn sinds ze in de VS wonen. En dat hij eigenlijk helemaal niet meer zo veel zegt.
Verder laat Vanpyar veel aan de lezer over. Het is de bedoeling dat je zelf tussen de regels door aanvoelt waar het verhaal werkelijk over gaat. Dat wordt versterkt doordat ze gebruikmaakt van open eindes. En Vapnyar schrijft met humor. Zo laat ze in De treinen van Ovrasjki een zesjarig meisje aan het woord dat zich realiseert dat ze bijna nooit mag zwemmen, omdat ze ofwel verkouden aan het worden is, juist verkouden is of het net geweest is. Herkenbaar, en daardoor grappig, vind ik.
Ik ben op het spoor van deze schrijfster gekomen door een commentaar op het boek Petropolis in de Penguin-uitgave die ik van dat boek heb. Beide boeken passen in een genre dat aan een tweede bloeiperiode bezig lijkt te zijn: de Russische immigrantenliteratuur. Er zijn veel voorbeelden in de VS te vinden (naast de genoemde Ulinich bijvoorbeeld Olga Grushin en Gary Shteyngart), maar ook in Europa hebben we waardige vertegenwoordigers van het genre, zoals in Nederland Sana Valiulina (alhoewel zij Estisch is) en in Duitsland Wladimir Kaminer. Ben je geïnteresseerd in deze stroming, dan is deze verhalenbundel van Vapnyar zeker een aanrader.
Lara Vapnyar | Broccoli and Other Tales of Food and Love
Lara Vapnyar | Memoirs of a Muse
Lara Vapnyar op Wikipedia (Engels)
flickr
dinsdag 8 juli 2008
Jens Christian Grøhndal | Piazza Bucarest
Jens Christian Grøhndal – Piazza Bucarest. Amsterdam, Meulenhoff, 2005, 175 pagina’s. Originele Deense titel: Piazza Bucarest, vertaald door Gerard Cruys. 2004
Kort voor de val van de Muur brengt Scott voor zijn werk een bezoek aan Boekarest. Daar ontmoet hij de veel jongere Elena. Hij wordt verliefd en neemt haar mee naar de vrije wereld. Maar na een paar jaar verlaat ze hem totaal onverwacht en gaat in Italië wonen.
Een stiefzoon van Scott heeft de relatie met Elena op een afstand gevolgd en vermoedt dat achter haar vlucht een groot drama schuilgaat. Jaren later zoekt hij haar op in haar antiekzaak in Arezzo, waar ze hem deelgenoot maakt van haar aangrijpende levensverhaal.
Piazza Bucarest is weer ‘een echte Grøhndal’: een vlijmscherpe analyse van menselijke relaties en een hartverscheurende relaas over vrijheid en de prijs die daarvoor betaald moet worden.
Jens Christian Grøhndal (1959) is een van de succesvolste Deense schrijvers van dit moment. Eerder verschenen bij Meulenhoff Stilte in oktober, Lucca, Virginia, Indian Summer, Hartslag en Veranderend licht, waarmee hij in Nederland definitief doorbrak bij het grote publiek. Grøhndals werk is in zestien talen vertaald.
Vrijheid en liefde, dat is het waar in deze kleine roman van Grøhndal om draait. Aan de ene kant is er de reis door Europa die de Amerikaan Scott in de jaren ’60 maakt. Als hij opgeroepen wordt door het Amerikaanse leger om naar Vietnam te worden gestuurd, kiest hij voor zijn persoonlijke vrijheid: hij trouwt met een Deense vrouw.
Twintig jaar later doet Scott hetzelfde voor iemand die haar hele leven al niet vrij is: hij gaat een verstandshuwelijk aan met de Roemeense Elena, die hij in Roemenië heeft ontmoet toen zij hem als gids begeleidde, zodat zij met Scott naar het vrije westen (Denemarken) kan reizen.
Grøhndal werpt de vraag op hoe ver de mens wil en mag gaan om de persoonlijke vrijheid te bereiken waarvan hij of zij altijd gedroomd heeft. Waarom streeft de mens naar vrijheid, ook als dat betekent dat je er dingen of mensen voor moet opgeven? Doordat Grøhndal ervoor heeft gekozen om de stiefzoon van Scott zo’n twintig jaar later de gebeurtenissen te laten ontrafelen leest het boek niet alleen als een geslaagde psychologische roman, maar ook als een soort detective – pas aan het einde kom je te weten wat de uiteindelijke drijveren van Elena zijn geweest.
Dit is na Rode handen het tweede boek dat ik van Grøhndal las. Ook hier beviel het me weer dat Grøhndal zo op het eerste oog een overzichtelijk, niet al te ingewikkeld verhaal beschrijft, waarin je je, als je er goed over nadenkt, kunt verliezen. Want hoever mag je gaan in je zoektocht naar vrijheid en liefde? Mag je in je streven naar persoonlijke vrijheid de ander schade berokkenen? En kun je erop vertrouwen dat je de ander, waarmee je je leven deelt, echt kent? De grote vragen van het leven worden dus behandeld!
Jens Christian Grøndahl op Wikipedia (Engels)
flickr
Kort voor de val van de Muur brengt Scott voor zijn werk een bezoek aan Boekarest. Daar ontmoet hij de veel jongere Elena. Hij wordt verliefd en neemt haar mee naar de vrije wereld. Maar na een paar jaar verlaat ze hem totaal onverwacht en gaat in Italië wonen.
Een stiefzoon van Scott heeft de relatie met Elena op een afstand gevolgd en vermoedt dat achter haar vlucht een groot drama schuilgaat. Jaren later zoekt hij haar op in haar antiekzaak in Arezzo, waar ze hem deelgenoot maakt van haar aangrijpende levensverhaal.
Piazza Bucarest is weer ‘een echte Grøhndal’: een vlijmscherpe analyse van menselijke relaties en een hartverscheurende relaas over vrijheid en de prijs die daarvoor betaald moet worden.
Jens Christian Grøhndal (1959) is een van de succesvolste Deense schrijvers van dit moment. Eerder verschenen bij Meulenhoff Stilte in oktober, Lucca, Virginia, Indian Summer, Hartslag en Veranderend licht, waarmee hij in Nederland definitief doorbrak bij het grote publiek. Grøhndals werk is in zestien talen vertaald.
Vrijheid en liefde, dat is het waar in deze kleine roman van Grøhndal om draait. Aan de ene kant is er de reis door Europa die de Amerikaan Scott in de jaren ’60 maakt. Als hij opgeroepen wordt door het Amerikaanse leger om naar Vietnam te worden gestuurd, kiest hij voor zijn persoonlijke vrijheid: hij trouwt met een Deense vrouw.
Twintig jaar later doet Scott hetzelfde voor iemand die haar hele leven al niet vrij is: hij gaat een verstandshuwelijk aan met de Roemeense Elena, die hij in Roemenië heeft ontmoet toen zij hem als gids begeleidde, zodat zij met Scott naar het vrije westen (Denemarken) kan reizen.
Grøhndal werpt de vraag op hoe ver de mens wil en mag gaan om de persoonlijke vrijheid te bereiken waarvan hij of zij altijd gedroomd heeft. Waarom streeft de mens naar vrijheid, ook als dat betekent dat je er dingen of mensen voor moet opgeven? Doordat Grøhndal ervoor heeft gekozen om de stiefzoon van Scott zo’n twintig jaar later de gebeurtenissen te laten ontrafelen leest het boek niet alleen als een geslaagde psychologische roman, maar ook als een soort detective – pas aan het einde kom je te weten wat de uiteindelijke drijveren van Elena zijn geweest.
Dit is na Rode handen het tweede boek dat ik van Grøhndal las. Ook hier beviel het me weer dat Grøhndal zo op het eerste oog een overzichtelijk, niet al te ingewikkeld verhaal beschrijft, waarin je je, als je er goed over nadenkt, kunt verliezen. Want hoever mag je gaan in je zoektocht naar vrijheid en liefde? Mag je in je streven naar persoonlijke vrijheid de ander schade berokkenen? En kun je erop vertrouwen dat je de ander, waarmee je je leven deelt, echt kent? De grote vragen van het leven worden dus behandeld!
Jens Christian Grøndahl op Wikipedia (Engels)
flickr
dinsdag 1 juli 2008
Dolf Jansen | Altijd verder
Dolf Jansen – Altijd verder. Amsterdam, Thomas Rap, oktober 2007 (2), 366 pagina’s. September 2007 (1)
‘Eigenlijk heb nooit een baan gehad. Een echte baan. Wat dat betreft ben ik net een topsporter.’
Dolf Jansen (bouwjaar ’63, 61 kilo, rusthartslag 38) is een fervent hardloper. Hij loopt vaak, ver en al zo’n 29 jaar. Is het dan, na zo’n 115.000 kilometer, niet eindelijk tijd om te vertellen waarom? En waar? En hoe hard, hoe mooi, hoe lekker, hoe zwaar?
Dolf vindt van wel.
Altijd verder gaat over de pijn van het tempo, het branden van de longen, het schroeien der spieren, het snijden van de wind, het kraken van de voeten, het piepen van de liezen. En wat er verder allemaal zo vreselijk lekker is aan hardlopen…
Dolf Jansen is naast hardloper ook cabaretier, columnist, schrijver, radiomaker, tv-presentator en zanger. Eerder verschenen bij Thomas Rap de bundels Stopnaald in maillot, Man zkt. Sport (vrouw geen bezw.), 100 op de schaal van lief, Spierbundel, Gedichten om te huilen, Duikplank zonder zwembad en It is what it is.
In vergelijking met de vorige verzameling columns en verhalen die ik van Jansen las maakt dit boek een verzorgde indruk. Toen had ik de indruk dat er geen redacteur aan de uitgave te pas was gekomen, nu heb ik die indruk niet. De taal ziet er verzorgd uit en er is een verklarende woordenlijst opgenomen, waarin hardloopfenomenen beschreven en hardlooptermen uitgelegd worden.
Wat niet veranderd is, is het enthousiasme waarmee Jansen over zijn passie lopen (nadrukkelijk niet hardlopen) schrijft. Ook is Jansens stijl niet veranderd . Zoals hij in cabaret- of tv-programma’s razendsnel hele zinnen als tussenwerpsels uitspreekt of van onderwerp naar onderwerp springt, zo doet hij dat hier ook.
Ik kan me weliswaar op geen enkele manier inleven in de wens om één, liefst twee keer per jaar zo hard mogelijk een marathon te lopen, maar ik heb wel genoten van dit boek. Jansen beschrijft veel momenten uit zijn loopcarrière, van het allereerste begin – toen hij als puber eerst niet bij daglicht durfde te lopen – tot het recente verleden, waarin hij geplaagd wordt blessures, maar waarin hij twintig kilometer lang de rol van haas mag vervullen voor een professionele marathonloopster.
Hou je van lezen en van hardlopen, dan kun je je met dit montere, tot gniffelen dwingende boek geen betere motivatie wensen! Het was een genot om dit boek te lezen in een periode waarin ik met de laatste weken van eigen eerste beginnersschema bezig was. Qua afstand en tijd valt mijn prestatie volledig in het niet bij dat wat Jansen doet, maar voor mij is het bereiken van het einde van dit eerste beginnersschema (er volgen er nog twee, als alles volgen plan verloopt) een even grote mijlpaal als het lopen van een snelle marathon voor Jansen is.
Dolf Jansen
Dolf Jansen | Spierbundel
flickr
‘Eigenlijk heb nooit een baan gehad. Een echte baan. Wat dat betreft ben ik net een topsporter.’
Dolf Jansen (bouwjaar ’63, 61 kilo, rusthartslag 38) is een fervent hardloper. Hij loopt vaak, ver en al zo’n 29 jaar. Is het dan, na zo’n 115.000 kilometer, niet eindelijk tijd om te vertellen waarom? En waar? En hoe hard, hoe mooi, hoe lekker, hoe zwaar?
Dolf vindt van wel.
Altijd verder gaat over de pijn van het tempo, het branden van de longen, het schroeien der spieren, het snijden van de wind, het kraken van de voeten, het piepen van de liezen. En wat er verder allemaal zo vreselijk lekker is aan hardlopen…
Dolf Jansen is naast hardloper ook cabaretier, columnist, schrijver, radiomaker, tv-presentator en zanger. Eerder verschenen bij Thomas Rap de bundels Stopnaald in maillot, Man zkt. Sport (vrouw geen bezw.), 100 op de schaal van lief, Spierbundel, Gedichten om te huilen, Duikplank zonder zwembad en It is what it is.
In vergelijking met de vorige verzameling columns en verhalen die ik van Jansen las maakt dit boek een verzorgde indruk. Toen had ik de indruk dat er geen redacteur aan de uitgave te pas was gekomen, nu heb ik die indruk niet. De taal ziet er verzorgd uit en er is een verklarende woordenlijst opgenomen, waarin hardloopfenomenen beschreven en hardlooptermen uitgelegd worden.
Wat niet veranderd is, is het enthousiasme waarmee Jansen over zijn passie lopen (nadrukkelijk niet hardlopen) schrijft. Ook is Jansens stijl niet veranderd . Zoals hij in cabaret- of tv-programma’s razendsnel hele zinnen als tussenwerpsels uitspreekt of van onderwerp naar onderwerp springt, zo doet hij dat hier ook.
Ik kan me weliswaar op geen enkele manier inleven in de wens om één, liefst twee keer per jaar zo hard mogelijk een marathon te lopen, maar ik heb wel genoten van dit boek. Jansen beschrijft veel momenten uit zijn loopcarrière, van het allereerste begin – toen hij als puber eerst niet bij daglicht durfde te lopen – tot het recente verleden, waarin hij geplaagd wordt blessures, maar waarin hij twintig kilometer lang de rol van haas mag vervullen voor een professionele marathonloopster.
Hou je van lezen en van hardlopen, dan kun je je met dit montere, tot gniffelen dwingende boek geen betere motivatie wensen! Het was een genot om dit boek te lezen in een periode waarin ik met de laatste weken van eigen eerste beginnersschema bezig was. Qua afstand en tijd valt mijn prestatie volledig in het niet bij dat wat Jansen doet, maar voor mij is het bereiken van het einde van dit eerste beginnersschema (er volgen er nog twee, als alles volgen plan verloopt) een even grote mijlpaal als het lopen van een snelle marathon voor Jansen is.
Dolf Jansen
Dolf Jansen | Spierbundel
flickr
Labels:
01-07-2008,
Altijd verder,
Dolf Jansen,
korte verhalen,
Nederland,
Nederlands
zaterdag 28 juni 2008
Colin Thubron | In Siberië
Colin Thubron – In Siberië. Amsterdam/Antwerpen, Atlas, 1999. Oorspronkelijke Engelse title: In Siberia, vertaald door Marijke Versluys. 1999
‘Wat in slavernij is opgebouwd, wordt in vrijheid weer afgebroken,’ verzucht Colin Thubron halverwege zijn reis door Siberië in een sombere bui. Er is tijdens zijn lange zoektocht naar een nieuw Siberië dan ook veel reden tot verslagenheid: de nog steeds alomtegenwoordige herinnering aan de kampen van Stalin, de verwoesting van het milieu, de teloorgang van landbouw en industrie. Maar hier en daar is er een sprankje hoop: de vrijheid van meningsuiting, de minderheden die na bij een eeuw onderdrukking een eigen stem hervinden…
Thubron, de meest geprezen en bekroonde Engelse reisauteur, heeft met IN SIBERIË een evenwichtig portret geschreven van een van de laatste onbekende, onbereisde gebieden op aarde.
Colin Thubron (1939) schreef een groot aantal romans en reisverhalen, waaronder Achter de muur en Afstand.
Ik kwam op het idee om dit boek te lezen omdat het in de Volkskrant werd aangeprezen. Het boek maakt op dit moment deel uit van een serie van vijf reisboeken die je met korting kunt kopen via de Volkskrant (zie hier.)
Het boek is zeker goed geschreven, in de zin dat het een erg onderhoudende mengeling van reisbeschouwingen en achtergrondinformatie bevat. Thubron doet ook een heel groot gedeelte van Sibierië aan, waarbij de aandacht voor de inheemse en de Russische bevolking in evenwicht is. Ook beschrijft hij het besef dat hij als Engelsman, als kind van democratisch land, op een andere manier reageert op de wrange geschiedenis van Siberië dan sommige bewoners.
Schrijnend is bijvoorbeeld het verhaal over het dorp Potalovo. Dat ligt boven de Poolcirkel en wordt bewoond door een volk, de Entsy, dat zich in een neerwaartse spiraal van werkeloosheid en dronkenschap bevindt. Thubron besteedt ook aandacht aan de heropleving van het sjamanisme en boeddhisme onder de oorspronkelijke bevolking en van de Russisch-Orthodoxe kerk. Hij doet tevens een dorp van Oudgelovigen aan, en hij bezoekt Birobidzjan. Dat laatste is een autonome republiek binnen de Russische Federatie in het uiterste zuid-oosten van Siberië, die in de jaren 1930 door Stalin in het leven is geroepen met het idee dat Joden zich hier zouden moeten vestigen vanuit Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland.
Er zijn echter wel wat aanmerkingen op het boek, of in ieder geval op deze Nederlandse uitgave. Allereerst het ontbreken van een kaartje van Siberië en een verklarend woordenlijstje van de Russische termen. Vooral dat kaartje zou handig zijn geweest, omdat Thubron kriskras door Siberië is gereisd.
Er wordt nergens aangegeven in welk jaar Thubron zijn reis heeft gemaakt. Het enige dat je weet is dat het na 1991 moet zijn geweest, want de Sovjet-Unie is al uiteengevallen, en voor of in het jaar 1999, want het copyright op dit boek is in 1999 vastgelegd. Ik had graag geweten in welk jaar van Jeltsins presidentschap Thubron zijn reis maakte. Dat had in een korte inleiding of conclusie kunnen staan, die het boek niet bevat.
Verder mis ik een lijst met geraadpleegde literatuur. Ik verwacht echt niet van een reisboek dat er op één pagina dertig voet- of eindnoten staan, waarin tot op de pagina nauwkeurig wordt aangegeven waar bepaalde informatie is gevonden, maar een globaal overzicht in de vorm van een korte literatuurlijst zou handig zijn geweest.
Dat ik een literatuurlijst mis komt vooral, doordat Thubron op zijn reis ook de plaats Severobajkalsk, gelegen aan het noordelijke gedeelte van het Bajkalmeer, heeft bezocht. Ik ben daar in 1991 geweest, toen de Sovjet-Unie nog bestond. Thubron beschrijft hoe hij daar een mica-mijn bezoekt, waar gevangenen in de hoogtijdagen van de Goelag moesten werken. Toen ik daar was, werd wel over die mica-mijnen gesproken, maar werd daar niet bij verteld dat er gevangenen in die mijnen hadden gewerkt. Ik had daar dus graag wat meer over gelezen.
Maar, dat neemt niet weg dat de reisbeschrijving op zich boeiend en goed leesbaar is. Dit boek is zeker een goede manier om wat meer over Siberië te weten te komen.
Colin Thubron op Wikipedia (Engels)
Colin Thubron | Tussen de Russen
flickr
‘Wat in slavernij is opgebouwd, wordt in vrijheid weer afgebroken,’ verzucht Colin Thubron halverwege zijn reis door Siberië in een sombere bui. Er is tijdens zijn lange zoektocht naar een nieuw Siberië dan ook veel reden tot verslagenheid: de nog steeds alomtegenwoordige herinnering aan de kampen van Stalin, de verwoesting van het milieu, de teloorgang van landbouw en industrie. Maar hier en daar is er een sprankje hoop: de vrijheid van meningsuiting, de minderheden die na bij een eeuw onderdrukking een eigen stem hervinden…
Thubron, de meest geprezen en bekroonde Engelse reisauteur, heeft met IN SIBERIË een evenwichtig portret geschreven van een van de laatste onbekende, onbereisde gebieden op aarde.
Colin Thubron (1939) schreef een groot aantal romans en reisverhalen, waaronder Achter de muur en Afstand.
Ik kwam op het idee om dit boek te lezen omdat het in de Volkskrant werd aangeprezen. Het boek maakt op dit moment deel uit van een serie van vijf reisboeken die je met korting kunt kopen via de Volkskrant (zie hier.)
Het boek is zeker goed geschreven, in de zin dat het een erg onderhoudende mengeling van reisbeschouwingen en achtergrondinformatie bevat. Thubron doet ook een heel groot gedeelte van Sibierië aan, waarbij de aandacht voor de inheemse en de Russische bevolking in evenwicht is. Ook beschrijft hij het besef dat hij als Engelsman, als kind van democratisch land, op een andere manier reageert op de wrange geschiedenis van Siberië dan sommige bewoners.
Schrijnend is bijvoorbeeld het verhaal over het dorp Potalovo. Dat ligt boven de Poolcirkel en wordt bewoond door een volk, de Entsy, dat zich in een neerwaartse spiraal van werkeloosheid en dronkenschap bevindt. Thubron besteedt ook aandacht aan de heropleving van het sjamanisme en boeddhisme onder de oorspronkelijke bevolking en van de Russisch-Orthodoxe kerk. Hij doet tevens een dorp van Oudgelovigen aan, en hij bezoekt Birobidzjan. Dat laatste is een autonome republiek binnen de Russische Federatie in het uiterste zuid-oosten van Siberië, die in de jaren 1930 door Stalin in het leven is geroepen met het idee dat Joden zich hier zouden moeten vestigen vanuit Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland.
Er zijn echter wel wat aanmerkingen op het boek, of in ieder geval op deze Nederlandse uitgave. Allereerst het ontbreken van een kaartje van Siberië en een verklarend woordenlijstje van de Russische termen. Vooral dat kaartje zou handig zijn geweest, omdat Thubron kriskras door Siberië is gereisd.
Er wordt nergens aangegeven in welk jaar Thubron zijn reis heeft gemaakt. Het enige dat je weet is dat het na 1991 moet zijn geweest, want de Sovjet-Unie is al uiteengevallen, en voor of in het jaar 1999, want het copyright op dit boek is in 1999 vastgelegd. Ik had graag geweten in welk jaar van Jeltsins presidentschap Thubron zijn reis maakte. Dat had in een korte inleiding of conclusie kunnen staan, die het boek niet bevat.
Verder mis ik een lijst met geraadpleegde literatuur. Ik verwacht echt niet van een reisboek dat er op één pagina dertig voet- of eindnoten staan, waarin tot op de pagina nauwkeurig wordt aangegeven waar bepaalde informatie is gevonden, maar een globaal overzicht in de vorm van een korte literatuurlijst zou handig zijn geweest.
Dat ik een literatuurlijst mis komt vooral, doordat Thubron op zijn reis ook de plaats Severobajkalsk, gelegen aan het noordelijke gedeelte van het Bajkalmeer, heeft bezocht. Ik ben daar in 1991 geweest, toen de Sovjet-Unie nog bestond. Thubron beschrijft hoe hij daar een mica-mijn bezoekt, waar gevangenen in de hoogtijdagen van de Goelag moesten werken. Toen ik daar was, werd wel over die mica-mijnen gesproken, maar werd daar niet bij verteld dat er gevangenen in die mijnen hadden gewerkt. Ik had daar dus graag wat meer over gelezen.
Maar, dat neemt niet weg dat de reisbeschrijving op zich boeiend en goed leesbaar is. Dit boek is zeker een goede manier om wat meer over Siberië te weten te komen.
Colin Thubron op Wikipedia (Engels)
Colin Thubron | Tussen de Russen
flickr
dinsdag 24 juni 2008
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason – Winternacht. Amsterdam/Antwerpen, Q, 2007. Oorspronkelijke IJslandse titel Vetrarborgin, vertaald door Kim Middel. 2005 (1)
Op een ijzige januaridag wordt het lichaam van een kind gevonden in de tuin van een appartementencomplex in Reykjavík: een donker jongetje ligt dood in de bebloede sneeuw. Als Erlendur, Elínborg en Sigurđur Óli in barre weersomstandigheden met hun onderzoek beginnen, vermoeden zij dat de dader uit racistische motieven handelde. Wat zij tijdens hun zoektocht aan het licht brengen, geeft een onthutsend beeld van een gesloten samenleving.
Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) heeft de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Scandinavië en Noord-Europa, de Martin Beck Award, als enige schrijver twee keer op rij gewonnen. In 2005 werd hem zelfs de CWA Gold Dagger Award toegekend, de grootste prijs voor het genre in de wereld. Van Indriđasons boeken werden wereldwijd meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Ook in Nederland en Vlaanderen zijn het bestsellers. In de jaarlijkse thrillergids van Vrij Nederland kregen twee van zijn boeken het maximale aantal van vijf sterren toebedeeld.
Eerlijk gezegd viel dit boek me, in vergelijking met de eerdere thrillers die ik van Indriðason heb gelezen, een beetje tegen. Het lukte de schrijver wel om me weer 'op het verkeerde paard te laten wedden', maar in deze niet zo heel erg dikke roman vielen de regelmatige herhalingen nogal op. Herhalingen waarin bepaalde punten uit Erlendurs verleden nog eens worden uitgelegd of herhalingen waarin de feiten van de zaak nog eens worden opgelepeld. Het eerste is handig als je voor het eerst een roman over Erlendur en zijn collega’s leest en het tweede is handig als je even niet hebt opgelet, maar in een roman die minder dik is als zijn voorgangers is het misschien wat veel.
Dat neemt niet weg dat ik deze thriller met enige spanning en vooral met veel genoegen heb gelezen. Omdat je zo weinig over IJsland ziet en hoort is het interessant om te zien hoe – als is het maar in fictie – wordt omgegaan met de instroom van vreemden in zo'n kleine, gesloten gemeenschap.
Ik kijk in ieder geval uit naar Het koningsboek, het boek dat dit jaar van Indriðason in Nederlandse vertaling is verschenen en dat niet over Erlendur en zijn collega’s gaat, en naar de volgende roman over Erlendur en consorten, die al wel in het IJslands is verschenen.
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Het Koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
flickr
Op een ijzige januaridag wordt het lichaam van een kind gevonden in de tuin van een appartementencomplex in Reykjavík: een donker jongetje ligt dood in de bebloede sneeuw. Als Erlendur, Elínborg en Sigurđur Óli in barre weersomstandigheden met hun onderzoek beginnen, vermoeden zij dat de dader uit racistische motieven handelde. Wat zij tijdens hun zoektocht aan het licht brengen, geeft een onthutsend beeld van een gesloten samenleving.
Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) heeft de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Scandinavië en Noord-Europa, de Martin Beck Award, als enige schrijver twee keer op rij gewonnen. In 2005 werd hem zelfs de CWA Gold Dagger Award toegekend, de grootste prijs voor het genre in de wereld. Van Indriđasons boeken werden wereldwijd meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Ook in Nederland en Vlaanderen zijn het bestsellers. In de jaarlijkse thrillergids van Vrij Nederland kregen twee van zijn boeken het maximale aantal van vijf sterren toebedeeld.
Eerlijk gezegd viel dit boek me, in vergelijking met de eerdere thrillers die ik van Indriðason heb gelezen, een beetje tegen. Het lukte de schrijver wel om me weer 'op het verkeerde paard te laten wedden', maar in deze niet zo heel erg dikke roman vielen de regelmatige herhalingen nogal op. Herhalingen waarin bepaalde punten uit Erlendurs verleden nog eens worden uitgelegd of herhalingen waarin de feiten van de zaak nog eens worden opgelepeld. Het eerste is handig als je voor het eerst een roman over Erlendur en zijn collega’s leest en het tweede is handig als je even niet hebt opgelet, maar in een roman die minder dik is als zijn voorgangers is het misschien wat veel.
Dat neemt niet weg dat ik deze thriller met enige spanning en vooral met veel genoegen heb gelezen. Omdat je zo weinig over IJsland ziet en hoort is het interessant om te zien hoe – als is het maar in fictie – wordt omgegaan met de instroom van vreemden in zo'n kleine, gesloten gemeenschap.
Ik kijk in ieder geval uit naar Het koningsboek, het boek dat dit jaar van Indriðason in Nederlandse vertaling is verschenen en dat niet over Erlendur en zijn collega’s gaat, en naar de volgende roman over Erlendur en consorten, die al wel in het IJslands is verschenen.
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Het Koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
flickr
vrijdag 20 juni 2008
Андрей Курков | Закон улитки
Андрей Курков – Закон улитки. Санкт-Петербург, Амфора, 2005г. 2002г., 527 pagina's. (1)
Andrey Kurkov - Zakon ulitki. Sankt-Peterburg, Amfora, 2005. 2002 (1)
«Закон улитки» – это продолжение ставшего бестселлером романа «Пикник на льду».
Вернувшись из Антарктиды, Виктор легко и с удовольствием усваивает Закон, даже позволяет себе его развить, исходя из ситуаций, в которые заманивает жизнь, чтобы совершать меньше ошибок и уберечься от опасностей.
Dit boek is inderdaad het vervolg op Picknik op het ijs. Die roman heb ik met veel plezier gelezen en beschreven op deze site. Het vervolg leest even plezierig als zijn voorganger.
Wel had ik soms – zoals je dat ook met een sequel van een film kunt hebben – het gevoel dat ik het kunstje van de absurditeit nu wel een beetje kende. De vaart in de dialogen en gebeurtenissen en Kurkovs taal maken echter heel veel goed. De onderliggende kritiek op de manier waarop eind jaren 1990 politiek werd bedreven in Oekraïne en de manier waarop in Oekraïne en Rusland duistere zakelijke praktijken verwoven zijn politiek en oorlog is in dit boek nog duidelijker aanwezig. Een waardige opvolger dus, al met al.
Андрей Курков | Тонкая математика страсти
Андрей Курков | Последняя любовь президента
Андрей Курков | Пикник на льду
flickr
Andrey Kurkov - Zakon ulitki. Sankt-Peterburg, Amfora, 2005. 2002 (1)
«Закон улитки» – это продолжение ставшего бестселлером романа «Пикник на льду».
Вернувшись из Антарктиды, Виктор легко и с удовольствием усваивает Закон, даже позволяет себе его развить, исходя из ситуаций, в которые заманивает жизнь, чтобы совершать меньше ошибок и уберечься от опасностей.
Dit boek is inderdaad het vervolg op Picknik op het ijs. Die roman heb ik met veel plezier gelezen en beschreven op deze site. Het vervolg leest even plezierig als zijn voorganger.
Wel had ik soms – zoals je dat ook met een sequel van een film kunt hebben – het gevoel dat ik het kunstje van de absurditeit nu wel een beetje kende. De vaart in de dialogen en gebeurtenissen en Kurkovs taal maken echter heel veel goed. De onderliggende kritiek op de manier waarop eind jaren 1990 politiek werd bedreven in Oekraïne en de manier waarop in Oekraïne en Rusland duistere zakelijke praktijken verwoven zijn politiek en oorlog is in dit boek nog duidelijker aanwezig. Een waardige opvolger dus, al met al.
Андрей Курков | Тонкая математика страсти
Андрей Курков | Последняя любовь президента
Андрей Курков | Пикник на льду
flickr
Labels:
20-06-2008,
Andrey Kurkov,
Oekraïne,
Penguin Lost,
Russisch,
Андрей Курков,
Закон улитки
Abonneren op:
Posts (Atom)