Petros Markaris - Het kindermeisje. Utrecht, A. W. Bruna Uitgevers B.V., 2010, 221 pagina's. 2008 (1, Grieks).
Oorspronkelijke Griekse titel: Παλιά, Πολύ Παλιά, vertaald door Noortje Pelgrim.
De Atheense commissaris Kostas Charitos is met vakantie in Istanbul om afstand te nemen van de drukte van zijn dagelijkse bestaan. Maar een politieman heeft nooit rust: als verbindingsofficier tussen de Griekse en de Turkse politie moet hij zich ter plekke verdiepen in het onderzoek naar de stokoude Griekse Maria Chambou. Zij heeft in Griekenland haar broer vermoord en is vervolgens naar Istanbul gevlucht om enkele nog openstaande rekeningen te vereffenen. De zaak wordt aan Turkse zijde geleid door Murat Sağlam, een jonge en moderne commissaris met wie Charitos algauw op voet van wederzijds wantrouwen verkeert. Het verleden herleeft als een monster met twee gezichten: het ene lieflijk, het andere vol haat.
Petros Markaris groeide op in Turkije als de zoon van een Griekse moeder en een Armeense vader. Behalve politieromans schrijft hij ook opiniestukken en scenario's voor film en televisie. Hij woont in Athene.
Dit is de vijfde roman over de Griekse commissaris Kostas Charitos. De eerste vier romans speelden vooral in Athene. Het kamermeisje is in Istanbul gesitueerd. Daar is Charitos in verband met een ontwikkeling in zijn persoonlijke leven: dochter Katerina is eindelijk getrouwd met haar Fanis, maar omdat zij naar haar vader aardt is zij alleen voor de wet getrouwd en niet, zoals het nog steeds hoort in de kringen waarin Kostas en Adriani Charitos zich bewegen, in de Grieks-Orthodoxe kerk. Charitos en zijn vrouw gaan op vakantie naar Istanbul om de stress die het conflict over dat kerkelijk huwelijk heeft opgeleverd te vergeten.
Zoals het hoort raakt Charitos al snel betrokken bij het onderzoek naar een moord die in Istanbul is gepleegd. Op het platteland in Griekenland is een vergelijkbare moord gepleegd. De twee zaken worden met elkaar verbonden. Charitos krijgt het verzoek als een soort contactpersoon voor de Griekse politie te fungeren. Dat houdt niet in dat hij aan de zijlijn staat tijdens het onderzoek: hij vergezelt zijn Turkse collega, maar zoekt ook zonder hem actief mee. Niet naar de identiteit van de moordenaar - die is vanaf het begin bekend - maar naar de reden waarom zij, zo oud als ze is, nu eens iemand uit haar verleden vergiftigt met een traditioneel Grieks gerecht, en dan weer eens een oude bekende trakteert op een uiterst smakelijk en vakkundig bereide versie van ditzelfde gerecht.
Net als in de eerdere romans over Charitos heeft Markaris in Het kindermeisje een mooie balans gevonden tussen de beschrijving van de verhoudingen in het gezin Charitos en de moderne Griekse samenleving aan de ene kant en de te beantwoorden met betrekking tot de gepleegde moorden aan de andere kant. Markaris beschrijft in de gedeeltes waarin de moorden worden behandeld ook het lot van de Griekse minderheid in het Turkije van de twintigste eeuw. Hij zet die geschiedenis af tegen de weinige Grieken die nog in Istanbul wonen.
Zo heeft Markaris een vlot lezende detective geschreven, die ook nog eens leerzaam is. Want afgezien van wat summiere informatie over het conflict om Cyprus tussen Griekenland en Turkije wist ik eigenlijk niets van de Griekse minderheid in Turkije. Een prettig boek om op een zonnige dag in de tuin te lezen!
Petros Markaris | Nachtvlinder
Petros Markaris | De zelfmoord van Che
Petros Markaris | Het late journaal
Petros Markaris | Bloedrechters
Petros Markaris op Wikipedia
flickr
zaterdag 30 april 2011
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril – De kleine keizer: Verslag van een passie. Amsterdam, Prometheus, juni 2009 (10), 191 pagina's. April 2008 (1).
Wie van Frankrijk houdt, kan niet om hem heen: Napoleon Bonaparte. Al ruim honderdtachtig jaar dood, en toch is hij nog overal.
Martin Bril maakte een aantal jaar geleden kennis met Napoleon toen hij Corsica bezocht. Daarna las hij een paar boeken over de Franse keizer en ineens was hij Napoleon-gek. Zoals altijd als hij zijn verbeelding wil voeden, ging Bril vervolgens op pad. Hij bezocht slagvelden, archieven, monumenten en musea, in Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië, België en Nederland.
De kleine keizer vertelt niet alleen het verhaal van Napoleon, maar ook het verhaal van een passie. Het is geen geschiedenisboek, eerder een récit anecdotique, zoals de Fransen dat noemen. Het beschrijft deskundig de slag bij Waterloo, en in de vorm van een reisverhaal de aanloop naar die beroemde slag, van Cannes via Grenoble naar de hoofdstad. Het behandelt zwierig de aanwezigheid van de keizer in het hedendaagse Parijs, maar gaat ook in op Napoleons bezoeken aan Nederland en de sporen die die hebben nagelaten.
Voor Bril zijn het humeur en de eetlust van de keizer net zo belangrijk als de iconografie van het Empire en de finesses van het krijgsbedrijf. Hij vertelt over de paarden van Napoleon, maar ook over het gebit van zijn eerste vrouw, de boezem van zijn tweede en de tranen van zijn geheime vrouw. Hij banjert door de sneeuw in Wenen, surft nachtenlang op internet en bezoekt in de brandende hitte bij Waterloo volwassen mannen die soldaatje spelen.
De kleine keizer is een persoonlijk boek, over een ondoorgrondelijke figuur, over eenzaamheid, over de dwaasheid van de geschiedenis en de troost van de petite histoire, over Frankrijk, toen en nu.
Met Napoleon Bonaparte heb ik eigenlijk helemaal niets. De kleine keizer gaat over Napoleon. De ondertitel luidt echter niet voor niets: Verslag van een passie. Grote gedeeltes van dit boek hebben niet alleen betrekking op Napoleon, maar vooral op Brils fascinatie voor de kleine keizer.
In De kleine keizer vind je bewerkte versies van stukken die eerder in de Volkskrant en De Morgen verschenen. Dat zorgde voor mij persoonlijk voor een mix van herkenning en nieuwe stukjes.
Ik lees in sommige recensies kritiek op de nadrukkelijke aanwezigheid van de persoon Bril in dit boek. Dat is echter wat De kleine keizer voor mij juist interessant maakt. Ik begrijp de fascinatie voor deze historische persoon niet, maar al lezend kreeg ik wel een indruk hoe zo’n passie kan ontstaan en volledig uit de hand kan lopen, zeker als het onderwerp van de passie zo veel mogelijkheden biedt: oneindig veel boeken kopen en lezen, soldaatjes verzamelen, nagespeelde veldslagen bijwonen en je held achterna reizen. Het houdt niet op.
Het boek is geschreven in de voor Bril kenmerkende stijl en het leest vlot – op de beschrijvingen van de slag bij Waterloo na. Daar had ik overigens in Oorlog en vrede ook moeite mee, dus wellicht is dat een rode draad in mijn leven.
Bijzonder interessant vond ik de stukjes Nederland (over Napoleon in Nederland), De lange achternaam (over de adellijke Joost, die ook een passie voor Napoleon koestert) en Attractie op zee (over hoe Napoleon op een Engels schip voor de kust van Brixham tot een toeristische attractie verwordt).
De charme van De kleine keizer is dat er niet onophoudelijk met jaartallen en namen wordt gestrooid, maar dat juist meer triviale zaken – wat at de keizer graag, waarom stonden er overal twee bedden in zijn slaapkamers, hoe kwam een waterketel na de mislukte veldtocht tegen Rusland via een lange omweg terecht bij Joseph Luns – worden behandeld. Bijzonder, hoe een onderwerp dat je eigenlijk niet bijster interesseert toch onderhoudend en zelfs grappig kan worden beschreven.
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
Wie van Frankrijk houdt, kan niet om hem heen: Napoleon Bonaparte. Al ruim honderdtachtig jaar dood, en toch is hij nog overal.
Martin Bril maakte een aantal jaar geleden kennis met Napoleon toen hij Corsica bezocht. Daarna las hij een paar boeken over de Franse keizer en ineens was hij Napoleon-gek. Zoals altijd als hij zijn verbeelding wil voeden, ging Bril vervolgens op pad. Hij bezocht slagvelden, archieven, monumenten en musea, in Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië, België en Nederland.
De kleine keizer vertelt niet alleen het verhaal van Napoleon, maar ook het verhaal van een passie. Het is geen geschiedenisboek, eerder een récit anecdotique, zoals de Fransen dat noemen. Het beschrijft deskundig de slag bij Waterloo, en in de vorm van een reisverhaal de aanloop naar die beroemde slag, van Cannes via Grenoble naar de hoofdstad. Het behandelt zwierig de aanwezigheid van de keizer in het hedendaagse Parijs, maar gaat ook in op Napoleons bezoeken aan Nederland en de sporen die die hebben nagelaten.
Voor Bril zijn het humeur en de eetlust van de keizer net zo belangrijk als de iconografie van het Empire en de finesses van het krijgsbedrijf. Hij vertelt over de paarden van Napoleon, maar ook over het gebit van zijn eerste vrouw, de boezem van zijn tweede en de tranen van zijn geheime vrouw. Hij banjert door de sneeuw in Wenen, surft nachtenlang op internet en bezoekt in de brandende hitte bij Waterloo volwassen mannen die soldaatje spelen.
De kleine keizer is een persoonlijk boek, over een ondoorgrondelijke figuur, over eenzaamheid, over de dwaasheid van de geschiedenis en de troost van de petite histoire, over Frankrijk, toen en nu.
Met Napoleon Bonaparte heb ik eigenlijk helemaal niets. De kleine keizer gaat over Napoleon. De ondertitel luidt echter niet voor niets: Verslag van een passie. Grote gedeeltes van dit boek hebben niet alleen betrekking op Napoleon, maar vooral op Brils fascinatie voor de kleine keizer.
In De kleine keizer vind je bewerkte versies van stukken die eerder in de Volkskrant en De Morgen verschenen. Dat zorgde voor mij persoonlijk voor een mix van herkenning en nieuwe stukjes.
Ik lees in sommige recensies kritiek op de nadrukkelijke aanwezigheid van de persoon Bril in dit boek. Dat is echter wat De kleine keizer voor mij juist interessant maakt. Ik begrijp de fascinatie voor deze historische persoon niet, maar al lezend kreeg ik wel een indruk hoe zo’n passie kan ontstaan en volledig uit de hand kan lopen, zeker als het onderwerp van de passie zo veel mogelijkheden biedt: oneindig veel boeken kopen en lezen, soldaatjes verzamelen, nagespeelde veldslagen bijwonen en je held achterna reizen. Het houdt niet op.
Het boek is geschreven in de voor Bril kenmerkende stijl en het leest vlot – op de beschrijvingen van de slag bij Waterloo na. Daar had ik overigens in Oorlog en vrede ook moeite mee, dus wellicht is dat een rode draad in mijn leven.
Bijzonder interessant vond ik de stukjes Nederland (over Napoleon in Nederland), De lange achternaam (over de adellijke Joost, die ook een passie voor Napoleon koestert) en Attractie op zee (over hoe Napoleon op een Engels schip voor de kust van Brixham tot een toeristische attractie verwordt).
De charme van De kleine keizer is dat er niet onophoudelijk met jaartallen en namen wordt gestrooid, maar dat juist meer triviale zaken – wat at de keizer graag, waarom stonden er overal twee bedden in zijn slaapkamers, hoe kwam een waterketel na de mislukte veldtocht tegen Rusland via een lange omweg terecht bij Joseph Luns – worden behandeld. Bijzonder, hoe een onderwerp dat je eigenlijk niet bijster interesseert toch onderhoudend en zelfs grappig kan worden beschreven.
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
Labels:
25-04-2011,
30-04-2011,
columns,
De kleine keizer,
Martin Bril,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie
maandag 25 april 2011
Tom Rob Smith | Kolyma
Tom Rob Smith – Kolyma. Amsterdam, Anthos, 2009, 419 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: The Secret Speech, vertaald voor Irving Pardoen. 2009 (1, VK).
Een claustrofobische thriller, briljant gecomponeerd en met een meesterlijke gelaagde plot.
Per ongeluk was ik in februari al aan dit boek begonnen, omdat ik me toen niet realiseerde dat Kind 44 het eerste boek over Leo Demidov was. Om de boeken in de juiste volgorde te lezen, heb ik Kolyma eerst weer weggelegd. Over Kind 44 was ik niet onverdeeld enthousiast en zo heeft het vervolgens twee maanden geduurd voordat ik me ertoe kon zetten dit tweede boek te lezen.
Aan Kind 44 heb ik een uitgebreide bespreking gewijd. Dat zal ik met Kolyma niet doen. Ik wil erover kwijt dat ik het boek slechts met moeite heb kunnen uitlezen. Dat komt doordat ik het sinds ik iets schrijf over de boeken die ik gelezen heb als een zwaktebod zie om een boek dat me niet aanstaat weg te leggen.
Misschien had ik dat beter wel kunnen doen, want ik heb me vierhonderd pagina’s geërgerd aan verschillende dingen. Waarom moet je bijvoorbeeld directe rede cursief weergeven, in plaats van tussen aanhalingstekens, zoals wij dat met elkaar in het Nederlandse taalgebied hebben afgesproken? Ook had ik net als bij Kind 44 het gevoel dat het Nederlands stroef las. Of dat aan de originele Engelse tekst ligt of aan de vertaling zelf, kan ik niet beoordelen omdat ik het Engelse origineel niet in handen heb gehad.
Verder deden de hoofdstukken die beschrijven hoe Demidov en zijn hulpje op een gevangenenboot van Magadan naar een van de kampen in Kolyma varen en hoe daar een opstand uitbreekt tijdens een vliegende storm me denken aan Martin Cruz Smiths Polar Star. Het verschil was alleen dat Polar Star me wel boeide, en Kolyma niet.
Tom Rob Smith | Kind 44
Tom Rob Smith op Wikipedia
flickr
Oorspronkelijke Engelse titel: The Secret Speech, vertaald voor Irving Pardoen. 2009 (1, VK).
Een claustrofobische thriller, briljant gecomponeerd en met een meesterlijke gelaagde plot.
Per ongeluk was ik in februari al aan dit boek begonnen, omdat ik me toen niet realiseerde dat Kind 44 het eerste boek over Leo Demidov was. Om de boeken in de juiste volgorde te lezen, heb ik Kolyma eerst weer weggelegd. Over Kind 44 was ik niet onverdeeld enthousiast en zo heeft het vervolgens twee maanden geduurd voordat ik me ertoe kon zetten dit tweede boek te lezen.
Aan Kind 44 heb ik een uitgebreide bespreking gewijd. Dat zal ik met Kolyma niet doen. Ik wil erover kwijt dat ik het boek slechts met moeite heb kunnen uitlezen. Dat komt doordat ik het sinds ik iets schrijf over de boeken die ik gelezen heb als een zwaktebod zie om een boek dat me niet aanstaat weg te leggen.
Misschien had ik dat beter wel kunnen doen, want ik heb me vierhonderd pagina’s geërgerd aan verschillende dingen. Waarom moet je bijvoorbeeld directe rede cursief weergeven, in plaats van tussen aanhalingstekens, zoals wij dat met elkaar in het Nederlandse taalgebied hebben afgesproken? Ook had ik net als bij Kind 44 het gevoel dat het Nederlands stroef las. Of dat aan de originele Engelse tekst ligt of aan de vertaling zelf, kan ik niet beoordelen omdat ik het Engelse origineel niet in handen heb gehad.
Verder deden de hoofdstukken die beschrijven hoe Demidov en zijn hulpje op een gevangenenboot van Magadan naar een van de kampen in Kolyma varen en hoe daar een opstand uitbreekt tijdens een vliegende storm me denken aan Martin Cruz Smiths Polar Star. Het verschil was alleen dat Polar Star me wel boeide, en Kolyma niet.
Tom Rob Smith | Kind 44
Tom Rob Smith op Wikipedia
flickr
Labels:
20-02-2011,
25-04-2011,
fictie,
Irving Pardoen,
Kolyma,
Nederlands,
thriller,
Tom Rob Smith,
Verenigd Koninkrijk
zondag 17 april 2011
Peter Middendorp | Eerst had ik een leuke vriendin
Peter Middendorp - Eerst had ik een leuke vriendin Waar gebeurde verhalen van een binnenlandse kosmopoliet. Amsterdam, Prometheus, 2006, 225 pagina's.
Leven is tegen dingen aan lopen, merkt Peter Middendorp tijdens zijn binnenlandse reizen langs schaduwweduwen in een McDonald's, kapelaans in Brabantse dorpen en dames in Oud-Zuid. Wat de schrijver aantreft in mensen die hij onderweg ontmoet, ziet hij ook bij zichzelf terug. Of hij nu Plato probeert te begrijpen, zichtbaar op de beroemde Bezige Bij-foto wil komen of een internetliefje zoekt: alle streven eindigt altijd in plan B. Gemakkelijk is dat niet. Maar hij houdt de moed erin. Eerst had ik een leuke vriendin geeft een sympathiek beeld van een moedig land, bereisd en beschreven door een al even moedige auteur. Middendorp is een observator met oog voor de kleine tragiek van het leven. In de traditie van auteurs als Tom Wolfe, Ryszard Kapuściński en Frank Westerman begeeft hij zich op het bloeiende pad van de literaire journalistiek, en laat hij zien dat niet alleen zijn zintuigen scherp zijn, maar ook zijn pen.
Peter Middendorp (1971) publiceerde twee goed ontvangen romans, het tragikomische Noordeloos (2002) en het satirische Amateur (2005). Zijn verhalen en reportages verschijnen in verschillende dag- en weekbladen, onder meer HP/De Tijd en Volkskrant Magazine.
Pas kort geleden kwam ik tot de ontdekking dat Peter Middendorp een Groninger is. Zijn stukjes in de Volkskrant lees ik regelmatig. Hoog tijd om eens een heel boek te proberen dus. Ik koos voor Eerst had ik een leuke vriendin, juist omdat deze bundel journalistieke stukken bevat.
De stukken zijn weliswaar journalistiek van aard, maar de persoon Middendorp is wel degelijk aanwezig. Veel stukken zijn vanuit het ik-perspectief geschreven, of gaan er juist over dat Middendorp zelf iets uitprobeert, om er vervolgens over te kunnen schrijven. Zo ontstond een stukje over het gebruik van datingsites pas nadat Middendorp zich zelf in die wereld had gestort. Ook een stuk over het overwinnen van vliegangst kon pas ontstaan nadat de schrijver zelf zijn vliegangst probeerde te overwinnen door een cursus tegen vliegangst te ondergaan.
Door deze mix van het persoonlijke en zakelijke ontstaat een bijzonder interessante vorm van journalistiek. De stukken lezen eigenlijk altijd bijzonder prettig. Middendorp bekijkt de mensen die hij beschrijft weliswaar kritisch, maar hij kraakt niet af en veroordeelt niet. Er zit humor en zelfspot in zijn stukjes. Toen ik ze zo allemaal op een rijtje gezet las, realiseerde ik me eigenlijk pas wat voor een begenadigd schrijver Middendorp is. Dit smaakt naar meer!
Peter Middendorp | Amateur
Peter Middendorp
flickr
Leven is tegen dingen aan lopen, merkt Peter Middendorp tijdens zijn binnenlandse reizen langs schaduwweduwen in een McDonald's, kapelaans in Brabantse dorpen en dames in Oud-Zuid. Wat de schrijver aantreft in mensen die hij onderweg ontmoet, ziet hij ook bij zichzelf terug. Of hij nu Plato probeert te begrijpen, zichtbaar op de beroemde Bezige Bij-foto wil komen of een internetliefje zoekt: alle streven eindigt altijd in plan B. Gemakkelijk is dat niet. Maar hij houdt de moed erin. Eerst had ik een leuke vriendin geeft een sympathiek beeld van een moedig land, bereisd en beschreven door een al even moedige auteur. Middendorp is een observator met oog voor de kleine tragiek van het leven. In de traditie van auteurs als Tom Wolfe, Ryszard Kapuściński en Frank Westerman begeeft hij zich op het bloeiende pad van de literaire journalistiek, en laat hij zien dat niet alleen zijn zintuigen scherp zijn, maar ook zijn pen.
Peter Middendorp (1971) publiceerde twee goed ontvangen romans, het tragikomische Noordeloos (2002) en het satirische Amateur (2005). Zijn verhalen en reportages verschijnen in verschillende dag- en weekbladen, onder meer HP/De Tijd en Volkskrant Magazine.
Pas kort geleden kwam ik tot de ontdekking dat Peter Middendorp een Groninger is. Zijn stukjes in de Volkskrant lees ik regelmatig. Hoog tijd om eens een heel boek te proberen dus. Ik koos voor Eerst had ik een leuke vriendin, juist omdat deze bundel journalistieke stukken bevat.
De stukken zijn weliswaar journalistiek van aard, maar de persoon Middendorp is wel degelijk aanwezig. Veel stukken zijn vanuit het ik-perspectief geschreven, of gaan er juist over dat Middendorp zelf iets uitprobeert, om er vervolgens over te kunnen schrijven. Zo ontstond een stukje over het gebruik van datingsites pas nadat Middendorp zich zelf in die wereld had gestort. Ook een stuk over het overwinnen van vliegangst kon pas ontstaan nadat de schrijver zelf zijn vliegangst probeerde te overwinnen door een cursus tegen vliegangst te ondergaan.
Door deze mix van het persoonlijke en zakelijke ontstaat een bijzonder interessante vorm van journalistiek. De stukken lezen eigenlijk altijd bijzonder prettig. Middendorp bekijkt de mensen die hij beschrijft weliswaar kritisch, maar hij kraakt niet af en veroordeelt niet. Er zit humor en zelfspot in zijn stukjes. Toen ik ze zo allemaal op een rijtje gezet las, realiseerde ik me eigenlijk pas wat voor een begenadigd schrijver Middendorp is. Dit smaakt naar meer!
Peter Middendorp | Amateur
Peter Middendorp
flickr
donderdag 14 april 2011
Дмитрий Бавильский | Едоки картофеля
Дмитрий Бавильский – Едоки картофеля. Москва, Независимая Газета, 2003, 304 страницы.
(Dmitry Bavilskiy – Edoki kartofelya. Moskva, Nezavisimaya Gazeta, 2003, 304 pagina’s).
Дмитрий Бавильский рискнул порушить свою честно заработанную репутацию литературного критика, явившись перед читателем в качестве автора романа. И проза его – отнюдь не плод хладных и трезвых размышлений: азарт, эмоциональный и интеллектуальный напор обозначили в этом романе перспективу Бавильского как уже собственно прозаика.
De Russische titel van deze roman betekent De aardappeleters en is een directe verwijzing naar het gelijknamige schilderij van Vincent van Gogh. Dit schilderij speelt een belangrijke rol in deze roman.
De hoofdpersoon, Lidiya Albertovna, getrouwd, één puberzoon, werkt als suppoost in een klein museum in een fictieve stad in Siberië, waar men over één bijzonder belangrijk object beschikt: een voorstudie voor Van Goghs De aardappeleters. Omdat dit het geval is, wordt het museum opgenomen in een rondreizende Van Gogh-tentoonstelling. Tot Lidiya Albertovna’s afschuw wordt zij van haar gebruikelijke zaal overgeplaatst naar een van de zalen van deze tentoonstelling. Men denkt haar een plezier te doen, maar Lidiya Albertovna kan de kunstwerken van Van Gogh niet luchten of zien.
Tegelijkertijd wordt het normaal gesproken rustig voortkabbelende leven van Lidiya Albertovna nog verder op de kop gezet. Zij raakt onder de indruk van een van de vrienden van haar zoon, Danila, en begint een buitenechtelijke relatie met hem. Dat dit alles niet goed zal aflopen, voel je vanaf het begin aan als lezer. De vraag is alleen wanneer de bom zal barsten en welk effect dit op Lidiya Albertovna zal hebben. Dat maakt dat je eigenlijk van meet af aan ook al te doen hebt met de hoofdpersoon. Verwacht bij deze roman geen gelukkige afloop. De afloop is bijzonder tragisch, maar liet mij niet met een teleurgesteld gevoel achter.
Bavilskiy schrijft in heel prettig lezend Russisch en gebruikt vaak bijzonder korte hoofdstukken. Dat houdt de vaart in de roman. Bavilskiy maakt niet alleen gebruik van een alwetende verteller, hij is als auteur zelf ook nadrukkelijk in de roman aanwezig. Hij spoort je aan even een aantal bladzijden terug te bladeren, om te controleren hoe het nu precies zat. Verder heeft hij hoofdstukken toegevoegd waarin lijsten over allerlei onderwerpen worden opgesomd. Die sluiten niet altijd bij de voorafgaande hoofdstukken aan. Van al die lijsten zegt Bavilskiy, dat je ze ook mag overslaan. Waarom ze dan wel zijn opgenomen, is mij helaas niet duidelijk.
Die onduidelijkheid over het waarom van die lijsten is dan ook het enige dat ik als minpunt zou willen aanmerken. Ik heb Едоки картофеля ondanks de tragiek met veel plezier gelezen. Het boek is in het Nederlands vertaald door Aai Prins. De naam van de schrijver wordt bij de Nederlandse uitgave geschreven als Dmitri Bavilski, de titel luidt (hoe verrassend) De aardappeleters. Mocht je het boek ergens tegenkomen: lees het!
Dmitry Bavilskiy op Wikipedia (Russisch)
flickr
(Dmitry Bavilskiy – Edoki kartofelya. Moskva, Nezavisimaya Gazeta, 2003, 304 pagina’s).
Дмитрий Бавильский рискнул порушить свою честно заработанную репутацию литературного критика, явившись перед читателем в качестве автора романа. И проза его – отнюдь не плод хладных и трезвых размышлений: азарт, эмоциональный и интеллектуальный напор обозначили в этом романе перспективу Бавильского как уже собственно прозаика.
De Russische titel van deze roman betekent De aardappeleters en is een directe verwijzing naar het gelijknamige schilderij van Vincent van Gogh. Dit schilderij speelt een belangrijke rol in deze roman.
De hoofdpersoon, Lidiya Albertovna, getrouwd, één puberzoon, werkt als suppoost in een klein museum in een fictieve stad in Siberië, waar men over één bijzonder belangrijk object beschikt: een voorstudie voor Van Goghs De aardappeleters. Omdat dit het geval is, wordt het museum opgenomen in een rondreizende Van Gogh-tentoonstelling. Tot Lidiya Albertovna’s afschuw wordt zij van haar gebruikelijke zaal overgeplaatst naar een van de zalen van deze tentoonstelling. Men denkt haar een plezier te doen, maar Lidiya Albertovna kan de kunstwerken van Van Gogh niet luchten of zien.
Tegelijkertijd wordt het normaal gesproken rustig voortkabbelende leven van Lidiya Albertovna nog verder op de kop gezet. Zij raakt onder de indruk van een van de vrienden van haar zoon, Danila, en begint een buitenechtelijke relatie met hem. Dat dit alles niet goed zal aflopen, voel je vanaf het begin aan als lezer. De vraag is alleen wanneer de bom zal barsten en welk effect dit op Lidiya Albertovna zal hebben. Dat maakt dat je eigenlijk van meet af aan ook al te doen hebt met de hoofdpersoon. Verwacht bij deze roman geen gelukkige afloop. De afloop is bijzonder tragisch, maar liet mij niet met een teleurgesteld gevoel achter.
Bavilskiy schrijft in heel prettig lezend Russisch en gebruikt vaak bijzonder korte hoofdstukken. Dat houdt de vaart in de roman. Bavilskiy maakt niet alleen gebruik van een alwetende verteller, hij is als auteur zelf ook nadrukkelijk in de roman aanwezig. Hij spoort je aan even een aantal bladzijden terug te bladeren, om te controleren hoe het nu precies zat. Verder heeft hij hoofdstukken toegevoegd waarin lijsten over allerlei onderwerpen worden opgesomd. Die sluiten niet altijd bij de voorafgaande hoofdstukken aan. Van al die lijsten zegt Bavilskiy, dat je ze ook mag overslaan. Waarom ze dan wel zijn opgenomen, is mij helaas niet duidelijk.
Die onduidelijkheid over het waarom van die lijsten is dan ook het enige dat ik als minpunt zou willen aanmerken. Ik heb Едоки картофеля ondanks de tragiek met veel plezier gelezen. Het boek is in het Nederlands vertaald door Aai Prins. De naam van de schrijver wordt bij de Nederlandse uitgave geschreven als Dmitri Bavilski, de titel luidt (hoe verrassend) De aardappeleters. Mocht je het boek ergens tegenkomen: lees het!
Dmitry Bavilskiy op Wikipedia (Russisch)
flickr
vrijdag 8 april 2011
Ольга Славникова | Любовь в седьмом вагоне
Ольга Славникова - Любовь в седьмом вагоне. Москва, АСТ Астрель, 2008, 285 с.
(Olga Slavnikova - Lyubov' v sed'mom vagone. Moskva, AST Astrel', 2008, 285 pagina's)
Ольга Славникова - известная романистка, лауреат премии "Русский Букер" представлена здесь как прекрасная рассказчица. Истории, вошедшие в сборник, увлекательны и разнообразны: love story, детектив, фантастика, лубок...
И все они объединены темой железной дороги, неиссякаемым источником сюжетов и характеров. Главное, говорит автор, будьте готовы заглянуть за пределы обыденной действительности, не важно - читаете ли вы эту книгу, сидя дома в удобном кресле или посматриваете в окно на пейзаж, мимо которого мчится скорый поезд...
Lyubov’ v sed’mom wagone is een bundel korte verhalen. De titel luidt in het Nederlands Liefde in de zevende wagon. Slavnikova schreef de verhalen in deze bundel in opdracht van de Russische Spoorwegen. Ze zijn eerder verschenen in een tijdschrift dat de Russische Spoorwegen uitgeeft voor reizigers die langere afstanden reizen per trein. Dat is ook waarom de verhalen een gemeenschappelijk thema hebben: de trein.
Deze bundel viel me op door dit gemeenschappelijke thema. Reizen per trein in Rusland is iets heel anders dan in Nederland. Door de afstanden in dat immense land ben je lang onderweg en reis je veelal in coupés waarin je ook slaapt. Vaak zijn dat coupés die je moet delen met andere, in de regel onbekende reizigers. Door een verhaal in een trein te situeren, heeft een schrijver enorm veel mogelijkheden om een plot te ontwikkelen. Denk alleen al aan de indrukken van het landschap waardoor het personage reist - alles is al snel anders dan thuis - en aan de confrontatie met de mensen waarmee het personage de coupé deelt - die ook anders zijn dan de mensen thuis.
Slavnikova heeft voor ieder verhaal een ander genre gekozen, van spookverhaal via detective tot een korte damesroman. Over het algemeen zit er in de verhalen ook een fantasy-element, alhoewel dat bij het ene verhaal sterker is dan bij het andere.
Soms herinnert het onderwerp van een verhaal ook aan andere korte verhalen uit de Russische literatuur. Een voorbeeld. In Статуя командора (Statuya komandora, Het standbeeld van de commandant) eist een crimineel van zijn weduwe dat zij iedere dag zijn graf bezoekt als zij zijn erfenis wil kunnen behouden. Na jaren hertrouwt zij. De huwelijksreis begint met een treinreis naar Moskou, maar als het dagelijkse bezoek van de weduwe aan het graf van de crimineel op de dag na het huwelijk uitblijft, komt het standbeeld dat op het graf staat tot leven, om het pasgetrouwde stel in hun coupé als een soort spook te bezoeken. Dat doet denken aan de manier waarop in Pushkins De bronzen ruiter ook een standbeeld van zijn sokkel stapt.
Helaas vond ik niet ieder verhaal in de bundel even geslaagd. Dat komt vooral doordat niet ieder genre me evenveel aanspreekt, en wellicht toch ook doordat niet ieder verhaal even goed geschreven is. De bundel is gemengd ontvangen. In sommige commentaren wordt gesteld dat Slavnikova ze maar een beetje zou hebben afgeraffeld, zich daarbij bedienend van overbekende beelden en uitdrukkingen.
Zelf sta ik ook met gemengde gevoelens tegenover deze bundel. Slavnikova is een van de beste schrijfsters in Rusland op dit moment als je het mij vraagt en als ik deze bundel vergelijk met haar romans, valt het geheel toch wat tegen omdat ik meer van haar verwacht. Toch bevat deze bundel wel pareltjes, zoals het hierboven genoemde Статуя командора (Statuya komandora) en Сестры Черепановы (Sestry Cherepanovy). Ik verheug mij er nu al op, dat ik me binnenkort weer aan een roman van Slavnikova kan wagen.
Ольга Славникова | 2017
flickr
Olga Slavnikova (Engels)
(Olga Slavnikova - Lyubov' v sed'mom vagone. Moskva, AST Astrel', 2008, 285 pagina's)
Ольга Славникова - известная романистка, лауреат премии "Русский Букер" представлена здесь как прекрасная рассказчица. Истории, вошедшие в сборник, увлекательны и разнообразны: love story, детектив, фантастика, лубок...
И все они объединены темой железной дороги, неиссякаемым источником сюжетов и характеров. Главное, говорит автор, будьте готовы заглянуть за пределы обыденной действительности, не важно - читаете ли вы эту книгу, сидя дома в удобном кресле или посматриваете в окно на пейзаж, мимо которого мчится скорый поезд...
Lyubov’ v sed’mom wagone is een bundel korte verhalen. De titel luidt in het Nederlands Liefde in de zevende wagon. Slavnikova schreef de verhalen in deze bundel in opdracht van de Russische Spoorwegen. Ze zijn eerder verschenen in een tijdschrift dat de Russische Spoorwegen uitgeeft voor reizigers die langere afstanden reizen per trein. Dat is ook waarom de verhalen een gemeenschappelijk thema hebben: de trein.
Deze bundel viel me op door dit gemeenschappelijke thema. Reizen per trein in Rusland is iets heel anders dan in Nederland. Door de afstanden in dat immense land ben je lang onderweg en reis je veelal in coupés waarin je ook slaapt. Vaak zijn dat coupés die je moet delen met andere, in de regel onbekende reizigers. Door een verhaal in een trein te situeren, heeft een schrijver enorm veel mogelijkheden om een plot te ontwikkelen. Denk alleen al aan de indrukken van het landschap waardoor het personage reist - alles is al snel anders dan thuis - en aan de confrontatie met de mensen waarmee het personage de coupé deelt - die ook anders zijn dan de mensen thuis.
Slavnikova heeft voor ieder verhaal een ander genre gekozen, van spookverhaal via detective tot een korte damesroman. Over het algemeen zit er in de verhalen ook een fantasy-element, alhoewel dat bij het ene verhaal sterker is dan bij het andere.
Soms herinnert het onderwerp van een verhaal ook aan andere korte verhalen uit de Russische literatuur. Een voorbeeld. In Статуя командора (Statuya komandora, Het standbeeld van de commandant) eist een crimineel van zijn weduwe dat zij iedere dag zijn graf bezoekt als zij zijn erfenis wil kunnen behouden. Na jaren hertrouwt zij. De huwelijksreis begint met een treinreis naar Moskou, maar als het dagelijkse bezoek van de weduwe aan het graf van de crimineel op de dag na het huwelijk uitblijft, komt het standbeeld dat op het graf staat tot leven, om het pasgetrouwde stel in hun coupé als een soort spook te bezoeken. Dat doet denken aan de manier waarop in Pushkins De bronzen ruiter ook een standbeeld van zijn sokkel stapt.
Helaas vond ik niet ieder verhaal in de bundel even geslaagd. Dat komt vooral doordat niet ieder genre me evenveel aanspreekt, en wellicht toch ook doordat niet ieder verhaal even goed geschreven is. De bundel is gemengd ontvangen. In sommige commentaren wordt gesteld dat Slavnikova ze maar een beetje zou hebben afgeraffeld, zich daarbij bedienend van overbekende beelden en uitdrukkingen.
Zelf sta ik ook met gemengde gevoelens tegenover deze bundel. Slavnikova is een van de beste schrijfsters in Rusland op dit moment als je het mij vraagt en als ik deze bundel vergelijk met haar romans, valt het geheel toch wat tegen omdat ik meer van haar verwacht. Toch bevat deze bundel wel pareltjes, zoals het hierboven genoemde Статуя командора (Statuya komandora) en Сестры Черепановы (Sestry Cherepanovy). Ik verheug mij er nu al op, dat ik me binnenkort weer aan een roman van Slavnikova kan wagen.
Ольга Славникова | 2017
flickr
Olga Slavnikova (Engels)
zaterdag 2 april 2011
Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell - Het graf Een zaak voor inspecteur Kurt Wallander. Amsterdam, CPNB, 2004, 93 pagina’s.
Oorspronkelijke Zweedse titel Händelse om hösten, vertaald door Janny Middelbeek-Oortgiesen. 2004 (1, Zweden).
Kurt Wallander – de inspecteur die zijn werkterrein in het zuiden van Zweden heeft – bekijkt in Het graf een huis dat hij wil kopen. Een opknapbeurt is beslist nodig, mar het huis heeft een grote tuin en een prachtig uitzicht. Terwijl Wallander door de tuin dwaalt, maakt hij een struikeling. Pas als hij in zijn auto weg wil rijden, vraagt hij zich af waarover hij nu eigenlijk gestruikeld is. Hij loopt de tuin weer in en stuit daar op een vergane mensenhand…
Het graf is eigenlijk een soort boekenweekgeschenk, met dat verschil dat je dit boek een maand lang cadeau kreeg bij de aankoop van een boek, tijdens de Maand van het Spannende Boek in 2004. Een andere overeenkomst is het aantal pagina’s: ook zo rond de 90.
Ik zeg dat zo nadrukkelijk, omdat ik nog niet zo lang geleden meldde dat ik vaak het gevoel heb dat schrijvers van het boekenweekgeschenk te veel willen vertellen in een bestek van negentig pagina’s, waardoor de vertelling fragmentarisch werkt. Het graf bewijst dat het heel goed mogelijk is om een prettig lezend verhaal te schrijven dat één geheel vormt, ook al beslaat het verhaal een grote tijdspanne: er wordt een dubbele moord opgelost die zestig jaar daarvoor is gepleegd.
Zoals ook de grotere romans over Wallander is Het graf goed opgebouwd, met een ontknoping die niet direct voor de hand ligt. Het boekje werd cadeau gedaan toen er nog nieuwe vertalingen van de Wallander-romans verschenen. De serie is inmiddels afgerond. Dat maakte me tijdens het lezen ook een beetje treurig, omdat je weet dat er nooit meer op zo’n prettige manier over zo’n sympathieke detective wordt geschreven.
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | Labyrint
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
flickr
Oorspronkelijke Zweedse titel Händelse om hösten, vertaald door Janny Middelbeek-Oortgiesen. 2004 (1, Zweden).
Kurt Wallander – de inspecteur die zijn werkterrein in het zuiden van Zweden heeft – bekijkt in Het graf een huis dat hij wil kopen. Een opknapbeurt is beslist nodig, mar het huis heeft een grote tuin en een prachtig uitzicht. Terwijl Wallander door de tuin dwaalt, maakt hij een struikeling. Pas als hij in zijn auto weg wil rijden, vraagt hij zich af waarover hij nu eigenlijk gestruikeld is. Hij loopt de tuin weer in en stuit daar op een vergane mensenhand…
Het graf is eigenlijk een soort boekenweekgeschenk, met dat verschil dat je dit boek een maand lang cadeau kreeg bij de aankoop van een boek, tijdens de Maand van het Spannende Boek in 2004. Een andere overeenkomst is het aantal pagina’s: ook zo rond de 90.
Ik zeg dat zo nadrukkelijk, omdat ik nog niet zo lang geleden meldde dat ik vaak het gevoel heb dat schrijvers van het boekenweekgeschenk te veel willen vertellen in een bestek van negentig pagina’s, waardoor de vertelling fragmentarisch werkt. Het graf bewijst dat het heel goed mogelijk is om een prettig lezend verhaal te schrijven dat één geheel vormt, ook al beslaat het verhaal een grote tijdspanne: er wordt een dubbele moord opgelost die zestig jaar daarvoor is gepleegd.
Zoals ook de grotere romans over Wallander is Het graf goed opgebouwd, met een ontknoping die niet direct voor de hand ligt. Het boekje werd cadeau gedaan toen er nog nieuwe vertalingen van de Wallander-romans verschenen. De serie is inmiddels afgerond. Dat maakte me tijdens het lezen ook een beetje treurig, omdat je weet dat er nooit meer op zo’n prettige manier over zo’n sympathieke detective wordt geschreven.
Henning Mankell | De gekwelde man
Henning Mankell | Labyrint
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths
Henning Mankell op Wikipedia (Engels)
flickr
vrijdag 1 april 2011
Arthur Japin | Vaslav
Arthur Japin - Vaslav. Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2010, 374 pagina’s.
Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: 'Nu is het kleine paardje moe.'
De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken.
Hoe komt iemand tot zo’n beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden.
Tot nu toe had ik op het boekenweekgeschenk van 2006 na nog nooit iets van Arthur Japin gelezen. Waarom dit zo is, kan ik niet goed uitleggen, maar de foto van de auteur op zijn boeken zorgde er steeds weer voor dat ik het boek niet meenam uit de bibliotheek, laat staan kocht. Dat veranderde toen Vaslav verscheen, over de Russische balletdanser Vaslav Nijinsky. Toen mijn moeder het boek eerder dit jaar voor haar verjaardag kreeg, moest het er dan eindelijk maar eens van komen: Suzanne leest een boek van Japin.
Vaslav beschrijft vooral één dag, 19 januari 1919. Dit is de dag waarop de wereldberoemde Russische balletdanser Vaslav Nijinsky voor het laatst in het openbaar danst. Vanuit drie perspectieven (dat van een bediende, Sergei Diaghilev en Nijinski’s vrouw Romola) wordt deze dag beschreven. De feiten van die dag worden afgewisseld met passages waarin de drie genoemde personen uitleggen hoe het zo is gekomen en wat er na die bijzonder dag met Nijinsky is gebeurd.
Vaslav is een geromantiseerd verhaal, een door Japin bedachte interpretatie van de gebeurtenissen voor, op en na 19 januari 1919. Japin heeft zich daarbij op een flink aantal boeken gebaseerd, waaronder de dagboeken van Nijinsky en een biografie van Nijinski’s vrouw. Omdat ik niet veel weet van Nijinsky, kan ik niet goed beoordelen hoeveel Japin precies heeft 'verzonnen'. Dat geeft ook niet, want het verhaal dat Japin beschrijft, boeit van de eerste tot de laatste bladzijde.
Ik houd er wel van als één verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt beschreven. Japin heeft hiervoor in deze roman dan ook drie interessante figuren gekozen. De eenvoudige bediende Peter wordt geleidelijk aan een vertrouweling van Nijinsky, maar hij blijft uiteindelijk toch altijd een buitenstaander. Diaghilev, aan de kant gezet door Nijinsky toen hij trouwde, heeft niet alleen zijn minnaar verloren, maar lijdt ook financieel onder de breuk. Hij is zijn sterdanser kwijt. Nijinsky's vrouw Romola tot slot heeft zich in allerlei bochten gewrongen om met de beroemde danser te kunnen trouwen en moet er vervolgens alles aan doen om haar geluk met hem te verdedigen.
De dans speelt natuurlijk een grote rol in deze roman. Toch gaat deze roman voor mij vooral over de liefde, waarvan Japin drie varianten presenteert. Bediende Peter en zijn verloofde lijken al als kinderen voor elkaar voorbestemd te zijn. Tussen Diaghilev en Nijinsky ontstaat een relatie die voor beide mannen niet van zakelijke belangen is ontdaan. Nijinsky's vrouw beschrijft hoe zij van echtgenote meer een soort beschermengel wordt, als Nijinsky zich steeds meer afzondert van de wereld en uiteindelijk aan schizofrenie blijkt te lijden.
Japin verwijst ook heel subtiel naar wat in Rusland Толстовство (Tolstovstvo) wordt. Daarmee worden de ideeën bedoeld waarmee Tolstoj zich in de laatste jaren van zijn leven bezighield. Alleen al de veelvuldige verwijzingen naar het niet langer willen eten van vlees. Bijzonder om te lezen wat de invloed van Tolstoj's ideeën op zo'n wankele geest als Nijinsky heeft gehad.
Vaslav is een meeslepend boek, dat in prachtig Nederlands is geschreven. De beschrijving van al het werk dat je als danser in je werk moet stoppen, het oefenen, de pijnlijke spieren - je ziet het voor je. Vaslav liet mij niet meer los, tot het boek uit was. Het heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Je kunt je niet veel meer wensen als je ziek op de bank ligt!
Tot slot: heb je genoten van de tentoonstelling In dienst van Diaghilev, dan is Vaslav zeker een boek dat je moet lezen. Al was het maar omdat er een prachtige afbeelding van Nijinsky gemaakt door Léon Bakst op de voorkant prijkt.
Arthur Japin
flickr
Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: 'Nu is het kleine paardje moe.'
De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken.
Hoe komt iemand tot zo’n beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden.
Tot nu toe had ik op het boekenweekgeschenk van 2006 na nog nooit iets van Arthur Japin gelezen. Waarom dit zo is, kan ik niet goed uitleggen, maar de foto van de auteur op zijn boeken zorgde er steeds weer voor dat ik het boek niet meenam uit de bibliotheek, laat staan kocht. Dat veranderde toen Vaslav verscheen, over de Russische balletdanser Vaslav Nijinsky. Toen mijn moeder het boek eerder dit jaar voor haar verjaardag kreeg, moest het er dan eindelijk maar eens van komen: Suzanne leest een boek van Japin.
Vaslav beschrijft vooral één dag, 19 januari 1919. Dit is de dag waarop de wereldberoemde Russische balletdanser Vaslav Nijinsky voor het laatst in het openbaar danst. Vanuit drie perspectieven (dat van een bediende, Sergei Diaghilev en Nijinski’s vrouw Romola) wordt deze dag beschreven. De feiten van die dag worden afgewisseld met passages waarin de drie genoemde personen uitleggen hoe het zo is gekomen en wat er na die bijzonder dag met Nijinsky is gebeurd.
Vaslav is een geromantiseerd verhaal, een door Japin bedachte interpretatie van de gebeurtenissen voor, op en na 19 januari 1919. Japin heeft zich daarbij op een flink aantal boeken gebaseerd, waaronder de dagboeken van Nijinsky en een biografie van Nijinski’s vrouw. Omdat ik niet veel weet van Nijinsky, kan ik niet goed beoordelen hoeveel Japin precies heeft 'verzonnen'. Dat geeft ook niet, want het verhaal dat Japin beschrijft, boeit van de eerste tot de laatste bladzijde.
Ik houd er wel van als één verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt beschreven. Japin heeft hiervoor in deze roman dan ook drie interessante figuren gekozen. De eenvoudige bediende Peter wordt geleidelijk aan een vertrouweling van Nijinsky, maar hij blijft uiteindelijk toch altijd een buitenstaander. Diaghilev, aan de kant gezet door Nijinsky toen hij trouwde, heeft niet alleen zijn minnaar verloren, maar lijdt ook financieel onder de breuk. Hij is zijn sterdanser kwijt. Nijinsky's vrouw Romola tot slot heeft zich in allerlei bochten gewrongen om met de beroemde danser te kunnen trouwen en moet er vervolgens alles aan doen om haar geluk met hem te verdedigen.
De dans speelt natuurlijk een grote rol in deze roman. Toch gaat deze roman voor mij vooral over de liefde, waarvan Japin drie varianten presenteert. Bediende Peter en zijn verloofde lijken al als kinderen voor elkaar voorbestemd te zijn. Tussen Diaghilev en Nijinsky ontstaat een relatie die voor beide mannen niet van zakelijke belangen is ontdaan. Nijinsky's vrouw beschrijft hoe zij van echtgenote meer een soort beschermengel wordt, als Nijinsky zich steeds meer afzondert van de wereld en uiteindelijk aan schizofrenie blijkt te lijden.
Japin verwijst ook heel subtiel naar wat in Rusland Толстовство (Tolstovstvo) wordt. Daarmee worden de ideeën bedoeld waarmee Tolstoj zich in de laatste jaren van zijn leven bezighield. Alleen al de veelvuldige verwijzingen naar het niet langer willen eten van vlees. Bijzonder om te lezen wat de invloed van Tolstoj's ideeën op zo'n wankele geest als Nijinsky heeft gehad.
Vaslav is een meeslepend boek, dat in prachtig Nederlands is geschreven. De beschrijving van al het werk dat je als danser in je werk moet stoppen, het oefenen, de pijnlijke spieren - je ziet het voor je. Vaslav liet mij niet meer los, tot het boek uit was. Het heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Je kunt je niet veel meer wensen als je ziek op de bank ligt!
Tot slot: heb je genoten van de tentoonstelling In dienst van Diaghilev, dan is Vaslav zeker een boek dat je moet lezen. Al was het maar omdat er een prachtige afbeelding van Nijinsky gemaakt door Léon Bakst op de voorkant prijkt.
Arthur Japin
flickr
Labels:
01-04-2011,
28-03-2011,
Arthur Japin,
fictie,
Nederland,
Nederlands,
roman,
Vaslav
Abonneren op:
Posts (Atom)