Herta Müller - Heute wär ich mir lieber nicht begegnet Roman. Reinbek bei Hamburg, Rohwolt, September 1997 (1), 240 pagina's.
Van bol.de (bij gebrek aan achterflap):
"Ich bin bestellt." Eine junge Frau in einer Großstadt in Rumänien auf dem Weg zum Verhör beim Geheimdienst. Sie hat diese Fahrt mit der Straßenbahn schon oft machen müssen, doch diesmal hat sie aus einer Vorahnung heraus Handtuch, Zahnpasta und Zahnbürste eingepackt. Unterwegs lässt sie ihr Leben an sich vorüberziehen: die Kindheit in der Provinz, die halberotische Gier nach dem Vater, die Deportation der Großeltern, das sporadische Glück, das ihr mit Paul gelingt, auch wenn sein Trinken für ihre Liebe eine Last ist. Außen: starre Uhrzeiten, Haltestellen, ein- und aussteigende Personen, vorbeiziehende Straßen. All dies soll ablenken und führt doch immer wieder zurück zu: "Ich bin bestellt." Doch an diesem Tag hält der Fahrer an der Station, an der sie aussteigen muss, nicht an. Und sie beschließt zum ersten Mal, nicht zum Verhör zu gehen.
Toen Herta Müller eerder dit jaar de Nobelprijs voor Literatuur won, besloot ik dat ik maar eens iets van haar moest lezen. Müller werd in 1953 in Roemenië geboren in een gezin dat tot de Duitse minderheid in dat land behoorde. Müller leerde in eerste instantie Duits spreken. In de jaren 1980 emigreerde zij, nadat het haar verboden werd om te publiceren in Roemenië, naar het toenmalige West-Duitsland. Müller is daarmee een vertegenwoordigster van de immgirantenliteratuur die mij zo interesseert.
Ik begrijp dat het belangrijkste thema in Müllers werk het leven in een dictatuur is, ook nu zij al meer dan twintig jaar in vrijheid leeft. In deze roman is dat zeker het geval. Direct al vanaf de eerste pagina is de dreiging akelig voelbaar: de hoofdpersoon wordt door de geheime politie voor verhoren opgeroepen en verwacht iedere keer dat zij na afloop niet naar huis terug zal mogen keren. Daarom heeft de hoofdpersoon tijdens de tramreis die in deze roman beschreven wordt een zakdoek, tandpasta en een tandenborstel bij zich. Voor het geval dat.
Müller vermengt de beschrijving van de verhoren die de hoofdpersoon moet ondergaan met herinneringen aan de jeugd van het meisje in het Duitse plaatsje op het platteland en haar leven in de stad. Die herinneringen staan in het teken van een allesoverheersende angst. De buitenwereld is bedreigend, maar ook van de mensen die je na staan moet je je afvragen of zij te vertrouwen zijn. Dat maakt deze roman erg beklemmend, maar niet minder goed én interessant.
Als deze roman exemplarisch is voor het andere werkt van Müller, dan is het zeker niet onterecht dat er extra aandacht voor haar oeuvre wordt gevraagd door de Nobelprijs toe te kennen. Ik kijk ernaar uit meer werk dan deze schrijfster te lezen!
Dit boek is in het Nederlands verschenen onder de titel Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen.
Herta Müller | Niederungen
Herta Müller op Wikipedia
flickr
zondag 29 november 2009
donderdag 26 november 2009
Денис Гуцко | Покемонов день
Денис Гуцко - Покемонов день. Москва, Время, 2007, 320 страниц.
(Denis Gucko - Pokemonov den'. Moskva, Vremya, 2007, 320 stranic)
Одну сенсацию Денис Гуцко нам уже подарил - впервые лауреатом "Русского Букера" за лучший роман года ("Без пути-следа", 2005) стал дебютант. В своей новой книге писатель в присущей ему манере не навязывает ответы, а лишь формулирует вопросы. Но вопросы "неслабые". Например. Что делает нас неуязвимыми от беспардонной агрессии сегодняшней жизни? Что скрывают от нас наши дети: ожесточенность или любовь? Достаточно ли в нас самих смелости, чтобы любить, и любви, чтобы прощать? Нужен ли человеку - живой человек, или достаточно выдуманного образа, который не предаст и не сделает больно? Нужен ли нам Бог - или достаточно обряда? Нужно ли жить - или достаточно соблюдать нормы? Беглые, но точные зарисовки, наброски, легкие штрихи. А в целом - книга, полная страсти и мысли.
Pokémondag is de letterlijke vertaling van de titel van deze bundel. Dat doet een aantal onschuldige verhalen vermoeden, maar niets is minder waar. Het grootste gedeelte van de bundel bestaat uit een novelle met de genoemde titel. Het behandelt het wrede lot van Aleksey, die per sms hoort dat zijn vader, die hij niet kent, op sterven ligt. Hij besluit af te reizen naar Rostov aan de Don. Op weg naar het station wordt hij echter ontvoerd door een tweetal mannen, die hem genadeloos mishandelen. Zij doen dit omdat een vriendin hen gevraagd heeft wraak te nemen voor wat zij heeft ondergaan. Tot haar teleurstelling stelt ze achteraf vast dat wraak niet zoet smaakt. Angstaanjagend is de suggestie van een zichzelf in stand houdende geweldsspiraal.
Deze novelle is een goed voorbeeld van de inhoud van de overige korte verhalen in de bundel. Daarin behandelt Gucko andere vormen van wreedheid, bijvoorbeeld emotionele wreedheid in het verhaal waarin de hoofdpersoon zijn vrouw naar de begrafenis van haar minnaar en zijn baas moet brengen. Of verwaarlozing in het verhaal waarin een heel gezin zo druk is met het eigen asociale gedrag dat de eerste woordjes van een klein jongetje niet worden opgemerkt. In dat laatste verhaal schetst Guсko in vijf bladzijden zo’n troosteloos beeld van het gezin waarin dit jongetje moet opgroeien, dat ik het boek met een bezwaard hart sloot.
De omslag van de bundel is donker, en dat geldt evenzeer voor de inhoud van het boek. Gucko weet het hopeloze op een fenomenale manier over te brengen. Juist in de erg korte verhalen doet hij dat inderdaad met slechts een paar ‘penseelstreken’. Hier is een kundig schrijver aan het woord. Gucko wordt ook in eigen land gewaardeerd: hij ontving in 2005 de Russische Bookerprijs, een prestigieuze literaire prijs, voor een eerdere roman. Gucko verdient het om vertaald te worden!
Денис Гуцко | Ангелы с нашей фамилией
flickr
(Denis Gucko - Pokemonov den'. Moskva, Vremya, 2007, 320 stranic)
Одну сенсацию Денис Гуцко нам уже подарил - впервые лауреатом "Русского Букера" за лучший роман года ("Без пути-следа", 2005) стал дебютант. В своей новой книге писатель в присущей ему манере не навязывает ответы, а лишь формулирует вопросы. Но вопросы "неслабые". Например. Что делает нас неуязвимыми от беспардонной агрессии сегодняшней жизни? Что скрывают от нас наши дети: ожесточенность или любовь? Достаточно ли в нас самих смелости, чтобы любить, и любви, чтобы прощать? Нужен ли человеку - живой человек, или достаточно выдуманного образа, который не предаст и не сделает больно? Нужен ли нам Бог - или достаточно обряда? Нужно ли жить - или достаточно соблюдать нормы? Беглые, но точные зарисовки, наброски, легкие штрихи. А в целом - книга, полная страсти и мысли.
Pokémondag is de letterlijke vertaling van de titel van deze bundel. Dat doet een aantal onschuldige verhalen vermoeden, maar niets is minder waar. Het grootste gedeelte van de bundel bestaat uit een novelle met de genoemde titel. Het behandelt het wrede lot van Aleksey, die per sms hoort dat zijn vader, die hij niet kent, op sterven ligt. Hij besluit af te reizen naar Rostov aan de Don. Op weg naar het station wordt hij echter ontvoerd door een tweetal mannen, die hem genadeloos mishandelen. Zij doen dit omdat een vriendin hen gevraagd heeft wraak te nemen voor wat zij heeft ondergaan. Tot haar teleurstelling stelt ze achteraf vast dat wraak niet zoet smaakt. Angstaanjagend is de suggestie van een zichzelf in stand houdende geweldsspiraal.
Deze novelle is een goed voorbeeld van de inhoud van de overige korte verhalen in de bundel. Daarin behandelt Gucko andere vormen van wreedheid, bijvoorbeeld emotionele wreedheid in het verhaal waarin de hoofdpersoon zijn vrouw naar de begrafenis van haar minnaar en zijn baas moet brengen. Of verwaarlozing in het verhaal waarin een heel gezin zo druk is met het eigen asociale gedrag dat de eerste woordjes van een klein jongetje niet worden opgemerkt. In dat laatste verhaal schetst Guсko in vijf bladzijden zo’n troosteloos beeld van het gezin waarin dit jongetje moet opgroeien, dat ik het boek met een bezwaard hart sloot.
De omslag van de bundel is donker, en dat geldt evenzeer voor de inhoud van het boek. Gucko weet het hopeloze op een fenomenale manier over te brengen. Juist in de erg korte verhalen doet hij dat inderdaad met slechts een paar ‘penseelstreken’. Hier is een kundig schrijver aan het woord. Gucko wordt ook in eigen land gewaardeerd: hij ontving in 2005 de Russische Bookerprijs, een prestigieuze literaire prijs, voor een eerdere roman. Gucko verdient het om vertaald te worden!
Денис Гуцко | Ангелы с нашей фамилией
flickr
zaterdag 21 november 2009
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril - Mijn leven als hond Dierenverhalen. Amsterdam, Prometheus, mei 2009 (6), 153 pagina's. Januari 2009 (1).
In Mijn leven als hond heeft Martin Bril zijn mooiste verhalen bijeengebracht over de omgang tussen dier en mens. Hij schrijft over de zingende merel in de binnentuin, de clientèle van dierenspeciaalzaak Priscilla, de poes die van huis is weggelopen, ezels langs de snelweg, ooievaars in Terwispel en muggen. En hij schrijft over honden, in het bijzonder over zijn eigen hond. Het dagelijkse ommetje in de vroege ochtend, als de stad nog slaapt maar Martin Bril al klaarwakker is, is een bijna constant element in deze schitterende verzameling dierenverhalen.
Speciaal voor dit boek schreef de hond van de familie Bril een inleiding, waarin hij een inkijkje geeft in het reilen en zeilen van Nederlands meest geliefde communist.
Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik heb deze bundel in een opwelling gekocht vlak na Brils overlijden. Toen ik het in de boekhandel zag liggen, zag ik weer voor me hoe Bril een stuk uit het titelverhaal voorlas bij De Wereld Draait Door. Dat had me toen zo ontroerd, dat ik deze bundel moest kopen. Toen ik zelf het hele verhaal las, was ik weer ontroerd, omdat ik Brils stem hoorde tijdens het lezen.
Ook de andere columns in deze bundel zijn de moeite van het lezen meer dan waard overigens. Uit iedere column blijkt niet alleen het opmerkzame oog voor detail dat Bril had. Je raakt ook doordrongen van het verdrietige besef dat er veel te vroeg een man is overleden die nog zoveel moois had kunnen schrijven. Gelukkig heeft hij ons wel heel veel fijne bundels nagelaten!
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
In Mijn leven als hond heeft Martin Bril zijn mooiste verhalen bijeengebracht over de omgang tussen dier en mens. Hij schrijft over de zingende merel in de binnentuin, de clientèle van dierenspeciaalzaak Priscilla, de poes die van huis is weggelopen, ezels langs de snelweg, ooievaars in Terwispel en muggen. En hij schrijft over honden, in het bijzonder over zijn eigen hond. Het dagelijkse ommetje in de vroege ochtend, als de stad nog slaapt maar Martin Bril al klaarwakker is, is een bijna constant element in deze schitterende verzameling dierenverhalen.
Speciaal voor dit boek schreef de hond van de familie Bril een inleiding, waarin hij een inkijkje geeft in het reilen en zeilen van Nederlands meest geliefde communist.
Ik zal het maar eerlijk bekennen: ik heb deze bundel in een opwelling gekocht vlak na Brils overlijden. Toen ik het in de boekhandel zag liggen, zag ik weer voor me hoe Bril een stuk uit het titelverhaal voorlas bij De Wereld Draait Door. Dat had me toen zo ontroerd, dat ik deze bundel moest kopen. Toen ik zelf het hele verhaal las, was ik weer ontroerd, omdat ik Brils stem hoorde tijdens het lezen.
Ook de andere columns in deze bundel zijn de moeite van het lezen meer dan waard overigens. Uit iedere column blijkt niet alleen het opmerkzame oog voor detail dat Bril had. Je raakt ook doordrongen van het verdrietige besef dat er veel te vroeg een man is overleden die nog zoveel moois had kunnen schrijven. Gelukkig heeft hij ons wel heel veel fijne bundels nagelaten!
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
Labels:
20-11-2009,
21-11-2009,
columns,
fictie,
Martin Bril,
Mijn leven als hond,
Nederland,
Nederlands
vrijdag 20 november 2009
P.F. Thomése | Schaduwkind
P.F. Thomése - Schaduwkind. Amsterdam/Antwerpen, Contact, maart 2008 (14), 108 pagina's. September 2003 (1).
'Ergens in de taal is zij nog, ergens tussen een paar woorden in. Woorden die elkaar nog niet kennen. En die haar nog niet kennen.'
Ik weet dat dit boek een enorme indruk op mij zou moeten maken, want tragischer kan het niet, je kind moeten begraven als het nog maar zes weken oud is. Dit boek is op zich ook een mooie poging om het verdriet en onbegrip over het niet te bevatten overlijden van dat kleine meisje weg te schrijven, maar het heeft me niet geraakt.
Waarschijnlijk stond ik er op het moment van lezen niet voldoende voor open, omdat ik me zelf ongelooflijk blij en gelukkig voelde. Misschien moet ik het maar eens herlezen als ik me zelf minder euforisch voel.
Eén citaat, dat me wel raakte, wil ik jullie niet onthouden, omdat het als het ware het uitgangspunt van de wanhoop in dit boekje vormt:
Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?
P.F. Thomése
P.F. Thomése op Wikipedia
flickr
'Ergens in de taal is zij nog, ergens tussen een paar woorden in. Woorden die elkaar nog niet kennen. En die haar nog niet kennen.'
Ik weet dat dit boek een enorme indruk op mij zou moeten maken, want tragischer kan het niet, je kind moeten begraven als het nog maar zes weken oud is. Dit boek is op zich ook een mooie poging om het verdriet en onbegrip over het niet te bevatten overlijden van dat kleine meisje weg te schrijven, maar het heeft me niet geraakt.
Waarschijnlijk stond ik er op het moment van lezen niet voldoende voor open, omdat ik me zelf ongelooflijk blij en gelukkig voelde. Misschien moet ik het maar eens herlezen als ik me zelf minder euforisch voel.
Eén citaat, dat me wel raakte, wil ik jullie niet onthouden, omdat het als het ware het uitgangspunt van de wanhoop in dit boekje vormt:
Een vrouw die haar man begraaft, wordt weduwe genoemd, een man die zonder zijn vrouw achterblijft, weduwnaar. Een kind zonder ouders is wees. Maar hoe heten vader en moeder van een gestorven kind?
P.F. Thomése
P.F. Thomése op Wikipedia
flickr
Labels:
19-11-2009,
20-11-2009,
Nederland,
Nederlands,
novelle,
P.F. Thomése,
Schaduwkind
donderdag 19 november 2009
Kevin Canty | Winslow in Love
Kevin Canty - Winslow in love. New York, Vintage Contemporaries, 2006, 254 pagina's. 2005 (1).
Richard Winslow is in a rut. His marriage is over and he is alone, teaching poetry as a visiting professor in Montana and continuing to avoid actually writing himself. He drinks to oblivion every night.
At this freezing college, in the dead of winter, Winslow meets Erika, one of his poetry students. What begins with office hours and Jim Beam in paper cups becomes a road trip as they travel through Utah and Arizona. Long haunted by thoughts of death, both Erika and Winslow begin to glimpse the power life can hold if they will only open up to the shame, beauty, and heartbreak of it all.
Het leven van Winslow zit er niet fraai uit: hij is dichter, maar heeft al een tijd lang niets geschreven en is bekender om een roman die hij al weer jaren geleden schreef. Winslows huwelijk met zijn jongere vrouw is min of meer voorbij. Hij drinkt en rookt te veel, is te dik en niet gezond en hij heeft dringend behoefte aan geld.
Juist op dat moment dient zich een mogelijkheid aan: als gastschrijver doceren aan een universiteit in het winterse Montana. Dat het in Montana al niet veel beter gaat, blijkt alleen al uit het feit dat Winslow moet doceren over Rainer Maria Rilke, een dichter waaraan hij een grondige hekel heeft. Ook blijkt dat Winslow aan huidkanker lijdt.
Er is slechts één lichtpunt: Erika, de studente die veel te mager is om gezond te kunnen zijn, ook te veel drinkt en met zichzelf en de wereld overhoop ligt. Er ontwikkelt zich een bijzondere relatie van aantrekken en afstoten. Ze vormen een ogenschijnlijk onwaarschijnlijk koppel, maar toch zijn ze dat ook niet, omdat Winslow en Erika zich beiden op hun eigen manier niet conformeren aan de universiteitswereld om hen heen en op hun eigen manier zelfdestructief gedrag vertonen.
Het geheel mondt uit in een reis naar het zuiden, die leest alsof je naar een goede road movie kijkt en – hoe kan het ook anders – niet goed, maar toch gelukkig eindigt. Canty beschrijft de neergang van deze tragische, niet altijd even sympathieke hoofdpersonen zo, dat je het boek niet weg kunt leggen. Je wordt meegezogen in die reis naar het zuiden. Je weet dat het ergens moet stoppen, omdat Amerika gewoon ergens ophoudt, maar dat het eindigt zoals het eindigt, is zeker niet te voorzien.
Natuurlijk is het geen vrolijke roman, met zoveel drankmisbruik en niet altijd even sympathieke hoofdpersonen, maar prik daar doorheen en je realiseert je dat je een juweeltje in handen hebt. Lees deze roman – en Canty’s andere romans en korte verhalen ook, als je toch bezig bent!
Voor de muziekliefhebbers onder ons: Kevin Canty is de oudere broer van drummer Brendan Canty, die onder andere lid geweest is van Fugazi.
Kevin Canty | Where the Money Went
Kevin Canty op Wikipedia (Engels)
flickr
Richard Winslow is in a rut. His marriage is over and he is alone, teaching poetry as a visiting professor in Montana and continuing to avoid actually writing himself. He drinks to oblivion every night.
At this freezing college, in the dead of winter, Winslow meets Erika, one of his poetry students. What begins with office hours and Jim Beam in paper cups becomes a road trip as they travel through Utah and Arizona. Long haunted by thoughts of death, both Erika and Winslow begin to glimpse the power life can hold if they will only open up to the shame, beauty, and heartbreak of it all.
Het leven van Winslow zit er niet fraai uit: hij is dichter, maar heeft al een tijd lang niets geschreven en is bekender om een roman die hij al weer jaren geleden schreef. Winslows huwelijk met zijn jongere vrouw is min of meer voorbij. Hij drinkt en rookt te veel, is te dik en niet gezond en hij heeft dringend behoefte aan geld.
Juist op dat moment dient zich een mogelijkheid aan: als gastschrijver doceren aan een universiteit in het winterse Montana. Dat het in Montana al niet veel beter gaat, blijkt alleen al uit het feit dat Winslow moet doceren over Rainer Maria Rilke, een dichter waaraan hij een grondige hekel heeft. Ook blijkt dat Winslow aan huidkanker lijdt.
Er is slechts één lichtpunt: Erika, de studente die veel te mager is om gezond te kunnen zijn, ook te veel drinkt en met zichzelf en de wereld overhoop ligt. Er ontwikkelt zich een bijzondere relatie van aantrekken en afstoten. Ze vormen een ogenschijnlijk onwaarschijnlijk koppel, maar toch zijn ze dat ook niet, omdat Winslow en Erika zich beiden op hun eigen manier niet conformeren aan de universiteitswereld om hen heen en op hun eigen manier zelfdestructief gedrag vertonen.
Het geheel mondt uit in een reis naar het zuiden, die leest alsof je naar een goede road movie kijkt en – hoe kan het ook anders – niet goed, maar toch gelukkig eindigt. Canty beschrijft de neergang van deze tragische, niet altijd even sympathieke hoofdpersonen zo, dat je het boek niet weg kunt leggen. Je wordt meegezogen in die reis naar het zuiden. Je weet dat het ergens moet stoppen, omdat Amerika gewoon ergens ophoudt, maar dat het eindigt zoals het eindigt, is zeker niet te voorzien.
Natuurlijk is het geen vrolijke roman, met zoveel drankmisbruik en niet altijd even sympathieke hoofdpersonen, maar prik daar doorheen en je realiseert je dat je een juweeltje in handen hebt. Lees deze roman – en Canty’s andere romans en korte verhalen ook, als je toch bezig bent!
Voor de muziekliefhebbers onder ons: Kevin Canty is de oudere broer van drummer Brendan Canty, die onder andere lid geweest is van Fugazi.
Kevin Canty | Where the Money Went
Kevin Canty op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
15-11-2009,
19-11-2009,
Engels,
fictie,
Kevin Canty,
roman,
Verenigde Staten,
Winslow in Love
zondag 15 november 2009
Bernlef | De rode droom
Bernlef - De rode droom. Amsterdam, Querido, 2009 (1), 236 pagina's.
Kowalski werkt bij papierfabriek Loretz op de afdeling distributie toiletpapier. Krap is suppoost in het nationale Liftenmuseum. Twee mannen van middelbare leeftijd, die hun baan kwijtraken als het land waarin zij wonen van de ene dag op de andere wordt opgeheven, en die hardnekkig blijven weigeren zich bij de nieuwe werkelijkheid neer te leggen.
In De rode droom volgt Bernlef beide mannen op een reis die hen naar Amsterdam en een lustoord in Tunesië voert, waar zij hun droom, een nieuwe heilstaat, proberen te verwezenlijken. Krap is de ideoloog het duo, Kowalski secretaris tegen wil en dank. Samen kunnen ze de wereld aan.
Het is twintig jaar geleden dat de communistische regimes in Midden- en Oost-Europa vielen. Dat is vermoedelijk waarom Bernlef zich waagt aan het thema van twee mannen van middelbare leeftijd die na de val van het socialisme in en het opheffen van hun Thuisland afgedankt worden. Omdat ik bij het zien van dit boek aan Bernlefs Publiek geheim over de invloed van censuur op het handelen van mensen onder het communistische regime in Hongarije moest denken, heb ik het boek meegenomen uit de bibliotheek.
Laat ik direct maar met de deur in huis vallen: ik vond deze roman in tegenstelling tot Publiek geheim niet boeiend. Dat komt niet doordat er niets gebeurt. In tegendeel, de heren maken allerlei avonturen mee. Maar die avonturen zijn altijd voorzien van uitwijdingen over de socialistische samenleving, waarnaar een van de hoofdpersonages nog steeds verlangt.
Iedere keer als die ideeën werden besproken, kreeg ik meer het gevoel dat de 'wet van de aantrekkingskracht', die moet leiden tot vrije liefde en het verrichten van alleen dat werk dat of die activiteiten die de mens leuk vindt in een soort socialistische heilstaat, juist in de praktijk wordt gebracht op de niet-socialistische plekken die de heren bezoeken, zoals het vakantieparadijs in Tunesië, waar het consumentisme heerst.
Bernlef beschrijft het gevoel van overbodigheid dat de beide hoofdpersonages drijft wel overtuigend, maar het wil op de een of andere manier maar niet interessant worden. Ik was opgelucht toen ik aan een ander boek kon beginnen.
Bernlef | De pianoman
Bernlef op Wikipedia
flickr
Kowalski werkt bij papierfabriek Loretz op de afdeling distributie toiletpapier. Krap is suppoost in het nationale Liftenmuseum. Twee mannen van middelbare leeftijd, die hun baan kwijtraken als het land waarin zij wonen van de ene dag op de andere wordt opgeheven, en die hardnekkig blijven weigeren zich bij de nieuwe werkelijkheid neer te leggen.
In De rode droom volgt Bernlef beide mannen op een reis die hen naar Amsterdam en een lustoord in Tunesië voert, waar zij hun droom, een nieuwe heilstaat, proberen te verwezenlijken. Krap is de ideoloog het duo, Kowalski secretaris tegen wil en dank. Samen kunnen ze de wereld aan.
Het is twintig jaar geleden dat de communistische regimes in Midden- en Oost-Europa vielen. Dat is vermoedelijk waarom Bernlef zich waagt aan het thema van twee mannen van middelbare leeftijd die na de val van het socialisme in en het opheffen van hun Thuisland afgedankt worden. Omdat ik bij het zien van dit boek aan Bernlefs Publiek geheim over de invloed van censuur op het handelen van mensen onder het communistische regime in Hongarije moest denken, heb ik het boek meegenomen uit de bibliotheek.
Laat ik direct maar met de deur in huis vallen: ik vond deze roman in tegenstelling tot Publiek geheim niet boeiend. Dat komt niet doordat er niets gebeurt. In tegendeel, de heren maken allerlei avonturen mee. Maar die avonturen zijn altijd voorzien van uitwijdingen over de socialistische samenleving, waarnaar een van de hoofdpersonages nog steeds verlangt.
Iedere keer als die ideeën werden besproken, kreeg ik meer het gevoel dat de 'wet van de aantrekkingskracht', die moet leiden tot vrije liefde en het verrichten van alleen dat werk dat of die activiteiten die de mens leuk vindt in een soort socialistische heilstaat, juist in de praktijk wordt gebracht op de niet-socialistische plekken die de heren bezoeken, zoals het vakantieparadijs in Tunesië, waar het consumentisme heerst.
Bernlef beschrijft het gevoel van overbodigheid dat de beide hoofdpersonages drijft wel overtuigend, maar het wil op de een of andere manier maar niet interessant worden. Ik was opgelucht toen ik aan een ander boek kon beginnen.
Bernlef | De pianoman
Bernlef op Wikipedia
flickr
Labels:
08-11-2009,
15-11-2009,
Bernlef,
De rode droom,
fictie,
Nederland,
Nederlands
zondag 8 november 2009
Julia Franck [ed.] | Grenzübergänge
Julia Franck (ed.) - Grenzübergänge Autoren aus Ost und West erinnern sich. Frankfurt am Main, S. Fischer Verlag, 2009, 282 bladzijden.
Zwanzig Jahre Mauerfall: Autoren aus Ost und West schreiben über die Grenze
Als am 9. November 1989 die Mauer fiel, verloren 1378 km Grenze auf einmal ihre Funktion und für viele ihren Schrecken.
Zum zwanzigsten Jahrestag des Mauerfalls hat Julia Franck Autoren aus Ost und West eingeladen, ihre personlichen Erinnerungen an die Grenze aufzuschreiben.
Normaal houd ik niet zo van bundels waarin korte verhalen en gedichten van totaal verschillende schrijvers zijn verzameld. Voor deze bundel, waarin verhalen zijn verzameld van schrijvers uit voormalig West- en Oost-Duitsland, heb ik een uitzondering gemaakt. De verhalen en gedichten behandelen één thema: persoonlijke herinneringen aan of een fictieve beschrijving van de Duits-Duitse grens en de Berlijnse muur. De bundel is verschenen in het kader van de herdenking van de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989.
Natuurlijk sprak niet ieder verhaal me even veel aan, maar het was erg interessant om al die verhalen met hun verschillende invalshoeken bij elkaar te zien. Niet alleen omdat het om voormalige Oost- en West-Duitse schrijvers ging, maar ook omdat er een aantal verhalen van 'nieuwe' Duitsers in zijn opgenomen. Verder heb ik toch nog nieuwe dingen geleerd over die periode. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het in de grensstreek in West-Duitsland gebruik was om voor de ramen die op het oosten uitkeken een kaars te laten branden, voor de broeders en zusters da drüben.
Jammer vond ik ’t dat een aantal verhalen niet nieuw bleek. Dat hield in dat ik de teksten van Thomas Brussig (een fragment uit Helden wie wir) en Ingo Schulze (een kort verhaal uit Handy) al had gelezen.
Een fragment uit een nieuw boek van Claudia Rusch (Aufbau Ost: Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau) was wel nieuw voor mij. Dat verhaal heeft me enorm ontroerd. Rusch beschrijft in dit fragment hoe zij samen met haar vader een plaats bezoekt waar de grens inmiddels vrijwel zonder sporen na te laten verdwenen is. Haar vader is tijdens zijn diensttijd, zeer tegen zijn zin, aan die Duits-Duitse grens gestationeerd geweest. Hij vertelt op die plaats dat hij tijdens zijn patrouilles zo veel mogelijk lawaai maakte, om eventuele vluchtelingen te waarschuwen en zo niet te hoeven schieten op deze mensen.
Even schrijnend is het verhaal dat Catalina Rojas Hauser schreef over een familie die vlucht voor het regime in Chili en terechtkomt in de DDR. Daar blijkt dat de socialistische heilstaat in de praktijk toch iets minder vrij is dan ze verwachtten. De familie wil emigreren naar West-Duitsland, maar moet daarbij zoveel bureaucratische horden nemen. Rojas Hauser beschrijft de treinreis naar het westen op zo'n manier dat je zelf met een knoop in je maag meeleest, terwijl de familie tot het laatste moment vreest dat er een kink in de kabel zal komen.
Wat mij betreft is dit een bundel die echt iets toevoegt aan alle herdenkingen die de afgelopen week plaats hebben gevonden. Een aanrader!
Julia Franck | Die Mittagsfrau
Julia Franck op Wikipedia (Duits)
flickr
Zwanzig Jahre Mauerfall: Autoren aus Ost und West schreiben über die Grenze
Als am 9. November 1989 die Mauer fiel, verloren 1378 km Grenze auf einmal ihre Funktion und für viele ihren Schrecken.
Zum zwanzigsten Jahrestag des Mauerfalls hat Julia Franck Autoren aus Ost und West eingeladen, ihre personlichen Erinnerungen an die Grenze aufzuschreiben.
Normaal houd ik niet zo van bundels waarin korte verhalen en gedichten van totaal verschillende schrijvers zijn verzameld. Voor deze bundel, waarin verhalen zijn verzameld van schrijvers uit voormalig West- en Oost-Duitsland, heb ik een uitzondering gemaakt. De verhalen en gedichten behandelen één thema: persoonlijke herinneringen aan of een fictieve beschrijving van de Duits-Duitse grens en de Berlijnse muur. De bundel is verschenen in het kader van de herdenking van de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989.
Natuurlijk sprak niet ieder verhaal me even veel aan, maar het was erg interessant om al die verhalen met hun verschillende invalshoeken bij elkaar te zien. Niet alleen omdat het om voormalige Oost- en West-Duitse schrijvers ging, maar ook omdat er een aantal verhalen van 'nieuwe' Duitsers in zijn opgenomen. Verder heb ik toch nog nieuwe dingen geleerd over die periode. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het in de grensstreek in West-Duitsland gebruik was om voor de ramen die op het oosten uitkeken een kaars te laten branden, voor de broeders en zusters da drüben.
Jammer vond ik ’t dat een aantal verhalen niet nieuw bleek. Dat hield in dat ik de teksten van Thomas Brussig (een fragment uit Helden wie wir) en Ingo Schulze (een kort verhaal uit Handy) al had gelezen.
Een fragment uit een nieuw boek van Claudia Rusch (Aufbau Ost: Unterwegs zwischen Zinnowitz und Zwickau) was wel nieuw voor mij. Dat verhaal heeft me enorm ontroerd. Rusch beschrijft in dit fragment hoe zij samen met haar vader een plaats bezoekt waar de grens inmiddels vrijwel zonder sporen na te laten verdwenen is. Haar vader is tijdens zijn diensttijd, zeer tegen zijn zin, aan die Duits-Duitse grens gestationeerd geweest. Hij vertelt op die plaats dat hij tijdens zijn patrouilles zo veel mogelijk lawaai maakte, om eventuele vluchtelingen te waarschuwen en zo niet te hoeven schieten op deze mensen.
Even schrijnend is het verhaal dat Catalina Rojas Hauser schreef over een familie die vlucht voor het regime in Chili en terechtkomt in de DDR. Daar blijkt dat de socialistische heilstaat in de praktijk toch iets minder vrij is dan ze verwachtten. De familie wil emigreren naar West-Duitsland, maar moet daarbij zoveel bureaucratische horden nemen. Rojas Hauser beschrijft de treinreis naar het westen op zo'n manier dat je zelf met een knoop in je maag meeleest, terwijl de familie tot het laatste moment vreest dat er een kink in de kabel zal komen.
Wat mij betreft is dit een bundel die echt iets toevoegt aan alle herdenkingen die de afgelopen week plaats hebben gevonden. Een aanrader!
Julia Franck | Die Mittagsfrau
Julia Franck op Wikipedia (Duits)
flickr
Labels:
05-11-2009,
08-11-2009,
Duits,
Duitsland,
Grenzübergänge,
Julia Franck,
korte verhalen
donderdag 5 november 2009
Petros Markaris | Het late journaal
Petros Markaris - Het late lournaal Een zaak voor commissaris Kostas Charitos. Amsterdam, Gianotten, 2005, 359 pagina's. Oorspronkelijke Nieuw-Griekse titel: Nυχτερινό δελτίο, vertaald door Noortje Pelgrim. (1995, Nieuw-Grieks)
Kostas Charitos werkt als commissaris in Athene. Zijn huwelijk is modaal, hij mist zijn dochter die in Thessaloniki studeert en als hij even vrij heeft leest hij het liefst in woordenboeken. Hij heeft niet bepaald een positieve kijk op het leven.
Op een avond wordt hij naar een televisiestudio geroepen waar de onderzoeksjournaliste Janna is vermoord, vlak voordat ze in het late journaal sensationele onthullingen zou doen. De moordenaar moet dat geweten hebben en heeft met zijn daad de bekendmaking voorkomen.
Charitos was niet erg op Janna gesteld. Ze was jong, succesvol, en een harde dame, die hem op de zenuwen werkte. Wanneer hij aan deze zaak werkt, raakt hij steeds dieper betrokken bij de onaangename wereld van de media. Als ook Janna's opvolger wordt vermoord, beseft Charitos dat hij nog dieper moet graven. Dat brengt zijn positie in gevaar, omdat door zijn doortastend speuren verschillende prominenten zich ongemakkelijk gaan voelen. De ontmaskering van de moordenaar is een verrassing.
Deze roman met commissaris Charitos toont de wildgroei van het vrije ondernemerschap en de vriendjespolitiek in Griekenland sinds de val van het kolonelsregime en het ineenstorten van de communistische regimes in de omliggende Balkanlanden.
Voor mij was dit boek een eerste kennismaking met de Griekse commissaris Kostas Charitos, nadat de boeken waarin hij de hoofdrol speelt ons door een vriendin waren aangeraden.
Charitos voldoet aan het clichébeeld van een rechercheur. Hij heeft een hekel aan zijn (jongere) baas, omdat deze Amerikaanse theorieën over misdaadbestrijding introduceert. Charitos heeft verder ook te lijden onder die baas, omdat deze er niet voor terugdeinst om hem publiekelijk af te vallen, als dat voor zijn persoonlijke belangen beter lijkt. Charitos’ andere collega’s blinken niet uit in intelligentie of ijver en de verhouding met zijn vrouw ligt vooral moeilijk – ook al houdt hij uiteindelijk wel van haar.
Toch bevat deze detective ook elementen die dat clichébeeld ontkrachten. Charitos heeft wél een goede relatie met zijn dochter, ook al woont zij ver weg en ziet hij haar daardoor te weinig. Charitos heeft een bijzondere hobby: hij leest het liefst iedere avond in woordenboeken, waarbij de definitie van een woord hem tot lange overpeinzingen over het leven kan aanzetten.
Ook laat Markaris Charitos als persoon en rechercheur een ontwikkeling doormaken. Dat gebeurt niet alleen in het heden waarin deze roman speelt (niet alle Amerikaanse ideeën blijken even verwerpelijk te zijn), maar ook in het verleden. Markaris noemt het Griekse kolonelsregime nadrukkelijk en beschrijft in een paar kortere stukken hoe Charitos zich in die tijd als gewoon agent staande hield en hoe hij aan die tijd zelfs een waardevolle informant in de vorm van een voormalige staatsvijand heeft overgehouden.
Markaris heeft een boeiende verhaallijn bedacht, die spannend blijft tot de verrassende ontknoping. Deze roman maakt zeker nieuwsgierig naar de andere Kostas Charitos-romans!
Petros Markaris | Het kamermeisje
Petros Markaris | Nachtvlinder
Petros Markaris | De zelfmoord van Che
Petros Markaris | Bloedrechters
Petros Markaris op Wikipedia
flickr
Kostas Charitos werkt als commissaris in Athene. Zijn huwelijk is modaal, hij mist zijn dochter die in Thessaloniki studeert en als hij even vrij heeft leest hij het liefst in woordenboeken. Hij heeft niet bepaald een positieve kijk op het leven.
Op een avond wordt hij naar een televisiestudio geroepen waar de onderzoeksjournaliste Janna is vermoord, vlak voordat ze in het late journaal sensationele onthullingen zou doen. De moordenaar moet dat geweten hebben en heeft met zijn daad de bekendmaking voorkomen.
Charitos was niet erg op Janna gesteld. Ze was jong, succesvol, en een harde dame, die hem op de zenuwen werkte. Wanneer hij aan deze zaak werkt, raakt hij steeds dieper betrokken bij de onaangename wereld van de media. Als ook Janna's opvolger wordt vermoord, beseft Charitos dat hij nog dieper moet graven. Dat brengt zijn positie in gevaar, omdat door zijn doortastend speuren verschillende prominenten zich ongemakkelijk gaan voelen. De ontmaskering van de moordenaar is een verrassing.
Deze roman met commissaris Charitos toont de wildgroei van het vrije ondernemerschap en de vriendjespolitiek in Griekenland sinds de val van het kolonelsregime en het ineenstorten van de communistische regimes in de omliggende Balkanlanden.
Voor mij was dit boek een eerste kennismaking met de Griekse commissaris Kostas Charitos, nadat de boeken waarin hij de hoofdrol speelt ons door een vriendin waren aangeraden.
Charitos voldoet aan het clichébeeld van een rechercheur. Hij heeft een hekel aan zijn (jongere) baas, omdat deze Amerikaanse theorieën over misdaadbestrijding introduceert. Charitos heeft verder ook te lijden onder die baas, omdat deze er niet voor terugdeinst om hem publiekelijk af te vallen, als dat voor zijn persoonlijke belangen beter lijkt. Charitos’ andere collega’s blinken niet uit in intelligentie of ijver en de verhouding met zijn vrouw ligt vooral moeilijk – ook al houdt hij uiteindelijk wel van haar.
Toch bevat deze detective ook elementen die dat clichébeeld ontkrachten. Charitos heeft wél een goede relatie met zijn dochter, ook al woont zij ver weg en ziet hij haar daardoor te weinig. Charitos heeft een bijzondere hobby: hij leest het liefst iedere avond in woordenboeken, waarbij de definitie van een woord hem tot lange overpeinzingen over het leven kan aanzetten.
Ook laat Markaris Charitos als persoon en rechercheur een ontwikkeling doormaken. Dat gebeurt niet alleen in het heden waarin deze roman speelt (niet alle Amerikaanse ideeën blijken even verwerpelijk te zijn), maar ook in het verleden. Markaris noemt het Griekse kolonelsregime nadrukkelijk en beschrijft in een paar kortere stukken hoe Charitos zich in die tijd als gewoon agent staande hield en hoe hij aan die tijd zelfs een waardevolle informant in de vorm van een voormalige staatsvijand heeft overgehouden.
Markaris heeft een boeiende verhaallijn bedacht, die spannend blijft tot de verrassende ontknoping. Deze roman maakt zeker nieuwsgierig naar de andere Kostas Charitos-romans!
Petros Markaris | Het kamermeisje
Petros Markaris | Nachtvlinder
Petros Markaris | De zelfmoord van Che
Petros Markaris | Bloedrechters
Petros Markaris op Wikipedia
flickr
Abonneren op:
Posts (Atom)