maandag 5 april 2010

Miriam Toews | The Flying Troutmans

Miriam Toews - The Flying Troumans. London, Faber & Faber, 2009, 275 pagina's. 2008 (1).

Meet the Troutmans.

Hattie is living in Paris, has just been dumped by her boyfriend when she receives a phone call from het eleven-year-old niece. Hattie's sister Min is having a particularly dark episode and Thebes asks Hattie to come and look after her and her brother Logan. By the time Hattie arrives back in Canada, Min is on her way to the psychiatric ward. Suddenly responsible for two children, she realises that she is out of her depth and hatches a plan to find their long-lost father. With only the most tenuous lead, she piles Logan and Thebes into the family van and heads south.

At once hilarious and heartrending, The Flying Troutmans tells the story of a fractured family on the verge of spinning off its axles and a road trip that just might keep them together.


Toews schetst in The Flying Troutmans een uitzichtloze situatie, die eindigt in een reis door Amerika, als een roadmovie: de zus van de hoofdpersoon, Hattie, wordt voor de zoveelste keer opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, twee kinderen achterlatend die weliswaar vroegwijs, maar niet volwassen genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen. Hatties relatie in Parijs is stukgelopen omdat haar vriend liever in India mediteert, dus vliegt ze hals over kop terug naar Canada, om opnieuw de zorg voor de kinderen op zich te nemen terwijl de moeder afwezig is. Deze keer is het echter wel de bedoeling dat ze de vader van de kinderen, die ergens in Amerika woont, vindt zodat hij de zorg voor de kinderen op zich kan nemen.

De zoektocht naar deze vader beslaat, doorspekt met flashbacks naar de jeugd van Hattie en Min, en naar de tijd waarin de vader nog bij het gezin woonde, het grootste gedeelte van het boek. Toews roman deed me denken aan Kevin Canteys roman Winslow in Love. In Canteys roman gaat het personage dat psychische problemen heeft weliswaar mee op reis, maar de zieke moeder en zus is door de voortdurend zorg om haar welzijn eveneens aanwezig tijdens deze reis.

Het knappe van deze roman is dat Toews dit loodzware thema bijna lichtvoetig beschrijft. Dat maakt de roman tragikomisch, in plaats van alleen maar deprimerend. Wat verder erg in het oog springt is de liefde waarmee Min omringd wordt, ondanks alle problemen die haar aanhoudende ziekte veroorzaakt. Ook valt op dat de personages die 'geestelijk gezond' zijn zelf ook zo hun eigenaardigheden hebben.

Dit is de tweede roman die ik van Toews las. De eerste, A Complicated Kindness, is gesitueerd in een Mennonietengemeenschap, met een vijftienjarig meisje als hoofdpersoon dat aan die gemeenschap wil ontsnappen. Beide romans zijn aanraders, als je ’t mij vraagt!

Miriam Toews op Wikipedia (Engels)

flickr

zondag 28 maart 2010

Joost Zwagerman | Duel

Joost Zwagerman - Duel. Amsterdam, CPNB, 2010, 95 pagina's.

'Voor zijn ogen zag hij gebeuren wat nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas.'


De laatste jaren heb ik eigenlijk alleen essays van Zwagerman gelezen, nadat ik maar niet door de roman Zes sterren kon komen. Daarom was ik aangenaam verrast dat Duel wel erg leesbaar bleek te zijn.

Het valt waarschijnlijk niet mee om in het beperkte aantal pagina’s een compleet afgerond verhaal te schrijven, en al lezend heb ik me wel afgevraagd hoe het verhaal eruit zo hebben gezien als Zwagerman meer ruimte voor zijn kritiek op de moderne museum- en kunstwereld had gekregen. Toch zie ik dit boekenweekgeschenk niet als een gemiste kans. Al was het maar omdat ik op verschillende momenten heerlijk gegrinnikt heb om de gebeurtenissen en personages – bijvoorbeeld om de Nederlandse tolk in Slovenië, die daar de zoektocht naar het ontvreemde schilderij van Rothko moet begeleiden.

Joost Zwagerman | Perfect day
Joost Zwagerman | Het wilde westen

Joost Zwagerman
Joost Zwagerman op Wikipedia

flickr

zaterdag 27 maart 2010

Philippe Remarque | Het zit de mannen niet mee tegenwoordig

Philippe Remarque - Het zit de mannen niet mee tegenwoordig Lotgevallen van een gezinshoofd. Amsterdam, Prometheus, oktober 2009 (2), 142 pagina's. Oktober 2009 (1).

'Op mijn degelijke herenrijwiel spoed ik mij naar huis. Ik rijd langs het café en kijk naar binnen als een zwerfhond naar een slagersetalage. Een uitnodigende vlaag van bier, rook en slap geouwehoer dringt naar buiten. Nu een kopstoot... bier voor de dorst, jenever voor de vergetelheid. Maar ik zit als Odysseus aan de mast gebonden. Thuis wachten blije gezichtjes, gestoei en verhalen over school. En mijn vrouw moet ook tegen iemand kunnen klagen. Ik ben al te laat.
Dat had de generatie boven mij toch beter geregeld. Elke avond lekker aangeschoten in de kroeg. Vrouw en kinderen afschepen met een slap "schatje, het is heel druk op de krant".'

In zijn herkenbare schetsen beschrijft Philippe Remarque met ironie en lichte weemoed de dilemma's van een hedendaagse gezinsvader. Door de belevenissen van zijn kinderen herinnert hij zich zijn eigen jeugd, en biedt zo een blik op twee generaties.

Philippe Remarque (1966) is vader van drie jonge kinderen en echtgenoot van columniste Sylvia Witteman. Hij is correspondent van de Volkskrant in Washington en was daarvoor correspondent in Moskou en Berlijn en politiek redacteur in Den Haag. Eerder verscheen van hem Boze geesten van Berlijn (2005) en De hand van Obama (2008).


Het zit de mannen niet mee tegenwoordig is weliswaar een dunne, maar prettig lezende bundel columns van Philippe Remarque. Van hem las ik eerder Boze geesten van Berlijn, een indrukwekkend, maar serieus boek over de stad Berlijn. Remarques columns zijn even onderhoudend als Boze geesten van Berlijn, maar op een andere manier. Remarque beschrijft met zelfspot en ironie zijn eigen plek binnen het gezin Remarque-Witteman en vergelijkt het leven van zijn eigen kinderen regelmatig met zijn eigen jeugd.

Het is een boek om met een glimlach van herkenning te lezen. Het indrukwekkendst echter vond ik een column die niet humoristisch bedoeld was. Vijf baantjes borst, vijf baantjes rug beschrijft het overlijden van Adriaan Jaeggi en diens roman Held van beroep. Heel bijzonder, om zo in deze setting ineens weer te worden herinnerd aan deze mooie roman en de schrijver zelf.

Deze columns lezend heb ik me afgevraagd waarom ik geen trouwer lezer van Remarques columns in de Volkskrant ben. Dat heeft er misschien mee te maken dat ze maar eens in de vier tot zes weken in een zaterdagse bijlage verschenen. Wat mij betreft verdient deze man echt méér plek in de krant!

flickr

vrijdag 26 maart 2010

Franca Treur | Dorsvloer vol confetti

Franca Treur - Dorsvloer vol confetti. Amsterdam, Prometheus, oktober 2009 (2), 220 pagina's. September 2009 (1).

's Winters zijn de zondagen het snelst voorbij. Als de dominee om vier uur de middagdienst afsluit met de zegen voor weer een hele week, vliegen ze alle zeven naar het fietsenhok. 'Om de poten te breken,' zegt de vader. 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Dat zegt hij altijd: 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Net als: 'Als je brokken maakt, ik betaal niks hoor.'

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf?
De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij.
Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie.

Franca Treur (1979) is geboren en opgegroeid in Zeeland. Ze studeerde Nederlands en literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Ze schrijft voor NRC Handelsblad en nrc.next.


Dorsvloer vol confetti heeft mij aangenaam verrast, sterker nog, het boek heeft me diep geraakt. Vanuit het perspectief van Katelijne, een meisje dat op het punt staat van de vertrouwde lagere school naar de middelbare school in de grote, boze stad te gaan, beschrijft Treur een Zeeuws gezin, dat erg strikt in de leer van zijn kerkgemeenschap is, waar de erfzonde, het bekeerd moeten worden om in de hemel te kunnen worden opgenomen en het inrichten van het aardse leven volgens de Waarheid centraal staan.

Zo'n beschrijving doet denken aan een drukkend, duister boek, wellicht verwant aan Siebelinks Knielen op een bed violen, maar dat is niet het geval. We hebben hier juist te maken met een haast lichtvoetige beschrijving van van het gezin Minderhoud, waar zo nu en dan toch ook gelachen wordt en waar zondigen niet automatisch betekent dat je verstoten wordt.

Het gekozen perspectief is erg effectief. De lezer wordt als het ware zelf onderdeel van het verhaal. Het geeft de schrijfster de mogelijkheid Katelijnes verwondering over de wereld rondom haar op een natuurlijke manier weer te geven.Voor de meeste mensen die in de jaren 1980 zijn opgegroeid zal de orthodoxe manier van leven van het gezin Minderhoud een ver-van-mijn-bedshow zijn. Toch kan deze roman ook anderen, niet opgegroeid in een streng religieus gezin, erg aanspreken, omdat er zoveel andere raakvlakken kunnen zijn. In mijn geval is dat juist de genoemde overgang naar een heel grote middelbare school, ver van huis en het vertrouwde geboortedorp – het lokt, maar beangstigt tegelijkertijd.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik na zo’n vijftig bladzijden even dacht dat ik het kunstje nu wel kende, maar vervolgens greep het boek me toch weer. Dat komt denk ik doordat Katelijne naarmate de roman vordert steeds regelmatiger begint te zoeken naar haar eigen identiteit, in weerwil van de regels die haar religie haar voorschrijven. Zo wordt de roman toch een ontwikkelingsroman, in plaats van alleen een poging om een milieu te beschrijven.

Bijzonder vind ik tevens de plek die Treur biedt aan het Zeeuwse dialect. De personages spreken Nederlands doorspekt met Zeeuwse woorden en zelfs een Zeeuwse tongval. Dat is niet altijd even makkelijk te volgen voor de niet-Zeeuw, maar het geeft een heel mooi lokale tint aan deze roman.

Franca Treur

flickr

dinsdag 23 maart 2010

M.J. Hyland | This is How

M.J. Hyland - This is How. Edinburgh, Canongate, 2010, 376 pagina's. 2009 (1).

Patrick is a loner. An intelligent but unhappy young man struggling to find his place in the world. But, not long after he leaves home to begin a new life in a boarding house in a remote seaside town, he commits an act of violence and must face the awful and chilling consequences.

This is How is a compelling and unsettling journey into the dark side of human existence and a powerful meditation on the nature of guilt and redemption.


Een gegeven paard mag je volgens het spreekwoord niet in de bek kijken. Dit boek, dat ik via de groep Early Reviewers op www.librarything.nl cadeau heb gekregen, zal ik wel in de bek moeten kijken. Dat is namelijk de deal: je krijgt een gratis boek, maar je moet er wel iets over zeggen.

Toen ik heb boek aanvroeg, verwachtte ik op basis van de beschrijving een eenentwintigste variant van Misdaad en straf. Net als in Dostojevskijs roman is het onderwerp van de roman een moord die gepleegd wordt, waarvoor de dader, Patrick Oxtoby, gestraft wordt. Verwacht in Hylands roman echter geen filosofische bespiegelingen over de gepleegde misdaad, want die zul je er niet in vinden.

De roman bestaat vooral uit dialoog. Goed geschreven, dat wel, met op belangrijke momenten ook onuitgesproken zaken. Uit die dialogen moet je concluderen wat het karakter van Oxtoby is – dat het gaat om een getroubleerde jongeman, niet tot echte emoties en communicatie in staat. Niet met familie, niet met zijn verloofde en ook niet met vreemden.

Het eerste gedeelte, waarin de moord nog gepleegd moet worden, vond ik het best, omdat ik daar nog enige spanning voelde – wie zou het slachtoffer worden en is de dader in staat tot enige zelfreflectie? Als de moord eenmaal gepleegd is, zakt het boek echter als een mislukte soufflé in elkaar.

Er volgen beschrijvingen van het proces en het wennen aan het leven in de gevangenis. Oxtoby komt in deze periode niet verder dan de herhaalde constatering dat hij zijn slachtoffer wakker wilde maken, maar niet vermoorden, en dat zijn leven door het op en neer bewegen van zijn arm totaal veranderd is. Er is echter maar weinig karakterontwikkeling (Oxtoby past zich aan het leven in de gevangenis en voelt zich daar tot op zekere hoogte op z'n plaats) en op een gegeven moment betrapte ik mezelf erop dat het me eigenlijk helemaal niets kon schelen wat Oxotby's lot zou zijn. Doordat de dialogen goed zijn geschreven, leest het boek snel, maar er blijft maar bitter weinig van hangen. Jammer, want het idee op zich is niet slecht.

M.J. Hyland (Engels)
M.J. Hyland op Wikipedia (Engels)

flickr

donderdag 18 maart 2010

Bennie Roeters | Gagarins engelen

Bennie Roeters - Gagarins engelen. Amsterdam, Anthos, 2009, 222 pagina's.

Roelf komt uit een stug communistisch nest in Oost-Groningen en heeft net zijn HBS-diploma gehaald. Hij houdt van de kosmonaut Gagarin en van het meisje Pip, maar Pips vader is een herenboer en VVD'er, en dus een klassenvijand. Roelf en Pip beleven niettemin een stormachtige affaire, tot hun vaders in de gemeenteraad met elkaar op de vuist gaan.
Als Roelf onverwacht een mysterieuze uitnodiging ontvangt om naar Moskou te komen voor de viering van de vijftigste verjaardag van de Revolutie, loopt alles anders dan voorzien. Roelf maakt deel uit van een programma, en hoe meer hij eronderuit probeert te komen, hoe meer hij erin verstrikt raakt. Tot hij zijn leven niet meer zeker is.

Met veel gevoel voor sfeer en oog voor het absurde, sleurt Roeters je mee in een verhaal als een voortdenderende trein, waarin je onherroepelijk wordt meegevoerd naar waar hij je wil hebben. Gagarins engelen is een overrompelende roman die een indringend tijdsbeeld geeft van de jaren zestig. Een boek over opgroeien, over angst, eenzaamheid en liefde, en vooral over de bijzondere band tussen vaders en zonen.


Gagarins Engelen, een intrigerende titel met een mooie omslag, die me uiteindelijk toch wat teleurstelde.

Eerst maar eens de pluspunten. Roelf Mik komt uit het noorden, en spreekt met zijn familie Gronings. Roeters gebruikt deze streektaal, juist gedoseerd, om het gezin, de stugheid en het zwijgzame karakter ervan te schilderen. Dat is een mooie kunstgreep, die me erg aansprak.

Het eerste gedeelte van de roman, dat in Nieuw Scheemda speelt, vond ik goed. Roeters schetst niet alleen het gezin Mik zoals je je een communistisch gezin in de jaren 1960 voorstelt, maar ook Roelfs verlangen naar Pip, een voor een communistenzoon onbereikbare dochter van een VVD-gemeenteraadslid, Roelf bewondering voor Gagarin, het plotselinge aanbod om de viering van het vijftigste jubileum van de Russische revolutie bij te wonen en de reis naar de Sovjet-Unie, het pas allemaal goed in elkaar.

Ook de reis per trein naar de Sovjet-Unie en de eerste kennismaking met de stad Moskou spraken me nog erg aan. Roelfs verwachtingen zijn hooggespannen, maar die eerste dagen komt hij niet bedrogen uit. De ingeloste belofte, de blijdschap over het met eigen ogen zien van dat waar je zo lang over gedroomd hebt, dat doet Roeters echt goed.

Dan volgt het tweede gedeelte van de roman, waarin Roelf geacht wordt zich, na het jubileum, te scholen in de communistische leer. Op zich is het interessant om te lezen hoe Roelf begint te twijfelen aan het communistische geloof, maar was het daar maar bij gebleven. Roeters heeft ervoor gekozen in dit tweede deel ook thrillerachtige elementen te introduceren. Je weet dat de beschreven verwikkelingen zouden hebben kunnen gebeuren in de Sovjet-Unie, maar ik vond het niet goed passen bij de eerste helft van de roman. Het einde dat Roeters voor deze roman heeft gekozen, vond ik ronduit teleurstellend.

Een ander minpunt is het soms nogal dik aanzetten van verwijzingen. In het eerste deel droomt Roelf verschillende keren van Moskou, zoals de drie zusters in Tsjechovs toneelstuk dat ook doen. Na een aantal keren vind Roeters het zelfs nodig om die verwijzing zelf te benoemen. Het zou effectiever zijn geweest om dat juist niet te doen.

Bennie Roeters

flickr

zondag 14 maart 2010

Saša Stanišić | Hoe de soldaat de grammofoon repareert

Saša Stanišić - Hoe de soldaat de grammofoon repareert. Amsterdam, Anthos, 2007, 297 pagina's. Oorspronkelijke Duitse titel: Wie der Soldat das Grammofon repariert, vertaald door Annemarie Vlaming. 2006 (Duits, 1).

De oorlog in Joegoslavië door de ogen van een jongen. Hoe de soldaat de grammofoon repareert is een uitbundige, kluchtige en tragikomische debuutroman over een buitengewone jeugd onder buitengewone omstandigheden.


Deze roman nam ik mee uit de bibliotheek omdat 'ie opval door de omslag: op de voorkant staat een foto van een accordeonist op een strand, met twee rennende honden op de achtergrond. De tekst op de achterkant deed de rest.

In Hoe de soldaat de grammofoon repareert zie je door de ogen van een jongen van een jaar of twaalf, dertien de oorlog in Joegoslavië steeds de geboortestad van die jongen steeds dichter naderen. Stanišić beschrijft het leven voor de oorlog op een manier die me sterk doet denken aan de boeken van Danilo Kiš: bloemrijk, wijd uitgesponnen verhalen, overgoten met een flinke lepel Balkansaus.

Bijzonder aan Hoe de soldaat de grammofoon repareert is hoe de schrijver de taal gebruikt om de tegenstelling tussen de jonge Aleksandar en de volwassen Aleksandar, alleen in Essen achtergebleven om daar te studeren, te benadrukken. In de verhalen die vanuit het perspectief van de jongen Aleksandar geschreven zijn, wemelt het van zelfbedachte of verkeerd geschreven woorden. De volwassen Aleksandar maakt gebruik van keurig Nederlands (en ik neem aan van keurig Duits in het origineel). Die kunstgreep werkt wat mij betreft erg goed – het is direct duidelijk met wie van de twee je te maken hebt.

Tot het uitbreken van de oorlog is het boek vooral blij-hilarisch. De scene waarin Tito’s portret ineens bij het begin van het schooljaar van de muur moet worden gehaald is bijvoorbeeld fantastisch. Maar dan wordt het oorlog. De beschrijvingen van de oorlogshandelingen in Višegrad, een voetbalwedstrijd tussen Bosnisch-Servische soldaten en Bosnische moslimsoldaten en de vlucht van Aleksandar en zijn familie naar Duitsland zijn vooral tragikomisch, en hartverscheurend ontroerend.

Het indrukwekkendst vond ik nog wel het einde van de roman, waarin Aleksandar voor het eerst in tien jaar terugkeert naar Višegrad om zijn achtergebleven oma op te zoeken, om daar vast te stellen dat alles anders is geworden. Dat is natuurlijk altijd het onherroepelijke gevolg van weggaan, maar als je moet wegvluchten omdat je plotseling een verkeerde achternaam blijkt te hebben, is het besef van die verandering nog extra moeilijk. Stanišić beschrijft dat gevoel prachtig. Lees dit boek!

Saša Stanišić
Saša Stanišić op Wikipedia (Duits)

flickr