Софи Оксанен - Очищение. Санкт-Петербург/Москва, Лимбус Пресс, 2010, 384 страницы.
Оригинальное финское название: Puhdistus, перевод Т. Джафаровой-Вииталой.
(Sofi Oksanen - Ochishchenie. Sankt-Peterburg/Moskva, Limbus Press, 2010, 384 bladzijden.
Originele Finse titel: Puhdistus, vertaald door T. Dzhafarova-Viitala.)
Софи Оксанен - едва ли не самая заметная фигура на поле современной финской литературы. Она молода, однако ее перу уже принадлежат три романа, последний из которых - «Очищение» - переведен на двадцать пять языков, а на родине стал бестселлером и получил семь различных литературных премий, среди которых главная финская награда в области литературы - «Финская премия».
Роман «Очищение» посвящен истории Эстонии во второй половине двадцатого века. Через предвзятый взгляд простой эстонской крестьянки показаны все ужасы репрессивной системы.
Русскому читателю предоставляется уникальная возможность ознакомиться с этим характерным человеческим документом.
Deze roman, in het Nederlands verschenen onder de titel Zuivering, beschrijft personages tegen de achtergrond van de geschiedenis van Estland vlak voor, tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog én de jaren direct voor en na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Een uitgesproken Oost-Europees thema, gekozen door een Finse schrijfster. Zij schrijft over dit onderwerp, omdat haar moeder van oorsprong uit Estland komt.
Kort samengevat gaat het verhaal over een oude Estste boerin (Aliide), die in 1992 op een weggetje bij haar boerderij een uitgeput meisje (Zara) vindt, dat zij ondanks haar hardnekkige wantrouwen in huis neemt om haar op krachten te laten komen. Wat Aliide niet weet, is dat Zara niet zo maar bij haar boerderij opduikt: zij is de kleindochter van Aliides zus Ingel, met wie zij sinds 1949 geen contact meer heeft. In dat jaar is de zus met haar dochtertje gedeporteerd naar Vladivostok.
Oksanen hanteert drie verhaallijnen. De eerste verhaallijn beslaat het grootste gedeelte van de roman. Het betreft de geschiedenis van Aliide en haar zus Ingel ruwweg van 1935 tot 1952. Ingel trouwt met Hans, een Estse boer. De meisjes werden tegelijkertijd verliefd op hem, maar Hans heeft alleen oog voor Ingel, die in alles altijd beter is dan Aliide.
Oksanen beschrijft de allesoverheersende jaloezie van Aliide, en concentreert zich in deze verhaallijn vooral op de gevolgen van de inval van de sovjets aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op het leven van de drie. Hans heeft met de nazi's meegevochten en besluit zich aan te sluiten bij de de Woudbroeders, waardoor hij door de sovjets wordt gezocht als landverrader en crimineel. De zussen, die Hans verbergen in hun boerderij, worden onderworpen aan verschillende verhoren, vernederingen en martelingen om hen zo te dwingen te vertellen waar Hans is. Aliide ziet na vier jaar geen andere uitweg dan te trouwen met een Estse communist, om ervoor te zorgen dat de verhoren stoppen.
De tweede verhaallijn beschrijft het lot van Zara, die in Vladivostok opgroeit bij haar grootmoeder, die steeds uit het raam naar de sterrenhemel staart, en haar moeder, die hardnekkig zwijgend door het leven gaat. Zij hoort in 1991 van een vriendin over de mogelijkheid om in Duitsland snel veel geld te verdienen. Dat lijkt haar wel wat, want zij heeft geld nodig om medicijnen te kunnen studeren. Die droom komt niet uit: ze komt in Berlijn in de prostitutie terecht bij twee meedogenloze Russen.
De derde verhaallijn behandelt de verhouding tussen de oude Aliide en de jonge Zara – Zara durft weliswaar niet zelf te vertellen dat zij de kleindochter van Aliides zus Ingel is, maar weet toch haar vertrouwen te winnen, ondanks al de vormen van verraad, angst en vernedering waarmee Aliide haar hele leven is geconfronteerd.
Zuivering is een bijzonder indrukwekkend boek. Het laat zien tot welke vormen van kwaad de mens in staat is, om het eigen vege lijf te reden, of uit puur winstbejag. Dat de gevolgen van dat kwaad het leven van de mensen die het moeten ondergaan blijft bepalen, en dat het kwaad in veertig jaar weliswaar een andere vorm en naam heeft aangenomen maar hetzelfde effect heeft, wordt pijnlijk duidelijk.
In een van de besprekingen van dit boek las ik, dat Oksanen te theatraal zou schrijven – bijvoorbeeld in de manier waarop zij beschrijft hoe zowel Zara als Aliide het geweld dat hen wordt aangedaan proberen te doorstaan. Beide vrouwen proberen het lichaam dat dat geweld en die vernedering ondergaat los te zien van henzelf. Zara houdt zichzelf voor dat het niet Zara, maar Natasja overkomt. Aliida stelt zich voor dat zij loskomt van haar eigen lichaam en bijvoorbeeld een spijker is in de kamer waar zij ondervraagd wordt. Ik ben het niet eens met de schrijver van het stukje op internet. Ik zie dit juist als een geoorloofde literaire kunstgreep om te laten zien wat het geweld met de vrouwen doet.
Zuivering is zeker geen lichtvoetig boek, maar het is wel een boek dat het verdient om ook hier in Nederland een breed publiek te bereiken. Je leert iets over de geschiedenis van een klein land, dat sinds kort bij de EU hoort en op 1 januari ook tot de Eurozone zal gaan behoren. De opbouw van de roman zorgt ervoor dat je tot de laatste bladzijden op het puntje van je stoel blijft zitten. Ik heb echt moeite gehad om het boek weg te leggen. Lees dit boek, als je tegen een stootje kunt!
Sofi Oksanen (Engels)
Sofi Oksanen op Wikipedia
flickr
vrijdag 31 december 2010
vrijdag 24 december 2010
Martin Bril | Buurtgeluiden
Martin Bril - Buurtgeluiden. Amsterdam, Prometheus, 2010, 126 pagina's.
'Laatst werd ik op straat aangehouden door twee leuke agentes. Ze waren bezig met hondencontrole. Zo'n gevoel had ik al - mijn hond blafte vanaf het moment dat hij de dames in het vizier kreeg. Het is een eenkennig dier, moet u weten, en ze blaft naar alles wat een uniform draagt.
Goed.
Of ik twee zakjes bij me had om eventuele boodschappen van de hond op te ruimen, wilde de eerste agente weten. Er kwam een kekke vlecht onder haar hoedje vandaan. Ik had daar graag even aan getrokken, maar ja - daar was het moment niet naar. Gelukkig had ik twee zakjes bij me, eentje voor de drol op de heenweg, en de andere voor de drol op de terugweg. Ze wilde de zakjes zien, de agente, nog streng ook - heerlijk vind ik dat.'
Martin Bril reisde stad en land af voor zijn columns en was altijd onderweg, maar hij begon en eindigde zijn dagen altijd in de buurt van zijn eigen huis, waar hij de omliggende huizen en hun bewoners net zo liefdevol en soms genadeloos observeerde als hij dat met de rest van het land deed. Buurtgeluiden geeft een prachtig beeld van een buurt in beweging, maar ook van Martin Bril zelf.
Een hartverwarmende bundel columns die Bril schreef over zijn buurt, Oud-West in Amsterdam. Allerlei facetten van zo'n oude stadsbuurt komen aan de orde: vereenzaamde ouderen, die al veertig jaar in hetzelfde huis wonen, of juist verplant zijn naar een verzorgingstehuis en daar hun laatste jaren ook in eenzaamheid doorbrengen, musicerende zwervers bij de buurtsuper, beambten die gewetensvol op hondenbelasting controleren, busjes vol met Polen die huizen verbouwen of jongens die bij Brils dochters op school hebbend gezeten, die ineens al een vak hebben geleerd, terwijl de dochters nog op de middelbare school zitten.
Zoals gebruikelijk staan de columns vol met rake observaties. Sommige raken je hart ook, zoals de columns over de oude buurman van de familie Bril en een bewoner van een verzorgingstehuis, waarvan na zijn dood blijkt dat hij in zijn jonge jaren een balletdanser was. Hartverscheurend is de beschrijving van een aanrijding op een kruispunt in de buurt, waarbij een vrachtwagen een meisje op de fiets overrijdt.
Bril weet steeds weer de juiste toon te treffen, merkt kleine dingetjes op die anderen over het hoofd zouden zien. Hij leert je eigenlijk zelf beter te kijken naar je omgeving. Het is een genot om de columns te lezen, maar het stemt ook wat treurig, omdat je weet dat er geen nieuwe juweeltjes meer bij komen.
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
'Laatst werd ik op straat aangehouden door twee leuke agentes. Ze waren bezig met hondencontrole. Zo'n gevoel had ik al - mijn hond blafte vanaf het moment dat hij de dames in het vizier kreeg. Het is een eenkennig dier, moet u weten, en ze blaft naar alles wat een uniform draagt.
Goed.
Of ik twee zakjes bij me had om eventuele boodschappen van de hond op te ruimen, wilde de eerste agente weten. Er kwam een kekke vlecht onder haar hoedje vandaan. Ik had daar graag even aan getrokken, maar ja - daar was het moment niet naar. Gelukkig had ik twee zakjes bij me, eentje voor de drol op de heenweg, en de andere voor de drol op de terugweg. Ze wilde de zakjes zien, de agente, nog streng ook - heerlijk vind ik dat.'
Martin Bril reisde stad en land af voor zijn columns en was altijd onderweg, maar hij begon en eindigde zijn dagen altijd in de buurt van zijn eigen huis, waar hij de omliggende huizen en hun bewoners net zo liefdevol en soms genadeloos observeerde als hij dat met de rest van het land deed. Buurtgeluiden geeft een prachtig beeld van een buurt in beweging, maar ook van Martin Bril zelf.
Een hartverwarmende bundel columns die Bril schreef over zijn buurt, Oud-West in Amsterdam. Allerlei facetten van zo'n oude stadsbuurt komen aan de orde: vereenzaamde ouderen, die al veertig jaar in hetzelfde huis wonen, of juist verplant zijn naar een verzorgingstehuis en daar hun laatste jaren ook in eenzaamheid doorbrengen, musicerende zwervers bij de buurtsuper, beambten die gewetensvol op hondenbelasting controleren, busjes vol met Polen die huizen verbouwen of jongens die bij Brils dochters op school hebbend gezeten, die ineens al een vak hebben geleerd, terwijl de dochters nog op de middelbare school zitten.
Zoals gebruikelijk staan de columns vol met rake observaties. Sommige raken je hart ook, zoals de columns over de oude buurman van de familie Bril en een bewoner van een verzorgingstehuis, waarvan na zijn dood blijkt dat hij in zijn jonge jaren een balletdanser was. Hartverscheurend is de beschrijving van een aanrijding op een kruispunt in de buurt, waarbij een vrachtwagen een meisje op de fiets overrijdt.
Bril weet steeds weer de juiste toon te treffen, merkt kleine dingetjes op die anderen over het hoofd zouden zien. Hij leert je eigenlijk zelf beter te kijken naar je omgeving. Het is een genot om de columns te lezen, maar het stemt ook wat treurig, omdat je weet dat er geen nieuwe juweeltjes meer bij komen.
Martin Bril | Het evenwicht
Martin Bril | De kleine keizer
Martin Bril | Rokjesdag
Martin Bril | Mijn leven als hond
Martin Bril
Martin Bril op Wikipedia
flickr
Labels:
22-12-2010,
24-12-2010,
Buurtgeluiden,
columns,
Martin Bril,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie
woensdag 22 december 2010
Chris Dolley | French Fried
Chris Dolley - French Fried: one man's move to France with too many animals and an identity thief. Book View Cafe, 2010, 229 pagina's.
Animals behaving badly, other people's misfortunes and the most bizarre true crime story ever. French Fried is the unfortunately true account of Chris Dolley's first eight months in France and has been described as 'A Year in Provence with Miss Marple and Gerald Durrell.'
Just when Chris and Shelagh think nothing more could possibly go wrong, they discover that Chris's identity has been stolen and their life savings – all the money from their house sale in England that was going to finance their new life in France – had disappeared. A bank account had been opened in Chris's name in Spain to take the proceeds.
Then they're abandoned by the police forces of four countries who all insist the crime belongs in someone else's jurisdiction. The French say it's an Irish crime as that's where the money was held. The Irish say it's French as that's where all the correspondence came from. The British say it's nothing to do with them even though forged British passports were used to open the bank account in Spain. And the Spanish are on holiday – and can’t even think about investigating any bank account for at least four weeks.
So Chris has to solve the crime himself. But unlike fictional detectives he has an 80 year-old mother-in-law and an excitable puppy who insist they come along if he's going anywhere interesting - like a stakeout.
Een e-boek lezen op de laptop, het is toch echt niet mijn ding. Vandaar dat ik meer dan twee maanden nodig had om alle 229 pagina’s van dit e-boek, dat ik via LibraryThings Early-Reviewersgroep kreeg, uit te lezen.
De inhoud van dit boek laat zich makkelijk kort samenvatten: een echtpaar verhuist met hun hele beestenboel vanuit Engeland naar Frankrijk omdat het leven daar goedkoper zal zijn. Ze hebben nogal wat tegenslag onderweg. De eerste maanden in Frankrijk vallen vanwege een taalbarrière en de Franse bureaucratie evenmin mee. Als het echtpaar denkt dat het ergste achter de rug is, begint het pas: het geld van de verkoop van hun boerderij in Engeland is weg.
Ik weet niet goed wat ik van dit boek moet denken. Is het fictie, of juist autobiografisch? Wilde Dolley een boek over de confrontatie met een andere cultuur en taal schrijven, of juist een detectiveachtig werkje over hoe iemand met je identiteit en geld aan de haal kan gaan?
Toen ik maar eenmaal weer over die weerstand tegen de laptop en het beeldscherm heen was, ging het lezen aardig. French Fried is geen meesterwerk, maar het het werkje leest eigenlijk best prettig. En, het is zo hier en daar ook grappig. Zeker het laatste gedeelte, waarin de identiteitsfraude wordt beschreven, vond ik soms echt hilarisch. Deze constatering is bijvoorbeeld heel herkenbaar:
This is the joy of families – everything you do is remembered, catalogued and used in evidence against you later.
De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik het waarschijnlijk niet zou hebben gekocht in een winkel of uit de bibliotheek zou hebben meegenomen.
Chris Dolley (Engels)
flickr
Animals behaving badly, other people's misfortunes and the most bizarre true crime story ever. French Fried is the unfortunately true account of Chris Dolley's first eight months in France and has been described as 'A Year in Provence with Miss Marple and Gerald Durrell.'
Just when Chris and Shelagh think nothing more could possibly go wrong, they discover that Chris's identity has been stolen and their life savings – all the money from their house sale in England that was going to finance their new life in France – had disappeared. A bank account had been opened in Chris's name in Spain to take the proceeds.
Then they're abandoned by the police forces of four countries who all insist the crime belongs in someone else's jurisdiction. The French say it's an Irish crime as that's where the money was held. The Irish say it's French as that's where all the correspondence came from. The British say it's nothing to do with them even though forged British passports were used to open the bank account in Spain. And the Spanish are on holiday – and can’t even think about investigating any bank account for at least four weeks.
So Chris has to solve the crime himself. But unlike fictional detectives he has an 80 year-old mother-in-law and an excitable puppy who insist they come along if he's going anywhere interesting - like a stakeout.
Een e-boek lezen op de laptop, het is toch echt niet mijn ding. Vandaar dat ik meer dan twee maanden nodig had om alle 229 pagina’s van dit e-boek, dat ik via LibraryThings Early-Reviewersgroep kreeg, uit te lezen.
De inhoud van dit boek laat zich makkelijk kort samenvatten: een echtpaar verhuist met hun hele beestenboel vanuit Engeland naar Frankrijk omdat het leven daar goedkoper zal zijn. Ze hebben nogal wat tegenslag onderweg. De eerste maanden in Frankrijk vallen vanwege een taalbarrière en de Franse bureaucratie evenmin mee. Als het echtpaar denkt dat het ergste achter de rug is, begint het pas: het geld van de verkoop van hun boerderij in Engeland is weg.
Ik weet niet goed wat ik van dit boek moet denken. Is het fictie, of juist autobiografisch? Wilde Dolley een boek over de confrontatie met een andere cultuur en taal schrijven, of juist een detectiveachtig werkje over hoe iemand met je identiteit en geld aan de haal kan gaan?
Toen ik maar eenmaal weer over die weerstand tegen de laptop en het beeldscherm heen was, ging het lezen aardig. French Fried is geen meesterwerk, maar het het werkje leest eigenlijk best prettig. En, het is zo hier en daar ook grappig. Zeker het laatste gedeelte, waarin de identiteitsfraude wordt beschreven, vond ik soms echt hilarisch. Deze constatering is bijvoorbeeld heel herkenbaar:
This is the joy of families – everything you do is remembered, catalogued and used in evidence against you later.
De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik het waarschijnlijk niet zou hebben gekocht in een winkel of uit de bibliotheek zou hebben meegenomen.
Chris Dolley (Engels)
flickr
zaterdag 18 december 2010
Olga Grushin | The Concert Ticket
Olga Grushin - The Concert Ticket. London, Penguin/Viking, 2010, 323 pagina's.
On a November afternoon in an unnamed Russian city Anna, a local teacher, is on her way home from work when she sees a crowd of people lining up at a kiosk on the corner of the street. It is a nondescript shack, like so many others across the city, and yet for many it offers the promise of rare dreams - some wish for new coats for their children or new leather boots, others for flowers or sugary cakes. Then a rumour spreads: a famous exiled composer will be returning to the city for one night to conduct his last symphony and this kiosk might be selling the tickets.
Soon the acquisition of that concert ticket becomes an obsession at the heart of Anna's small family. Her husband, a tuba player who is compelled to play dreary dirges for a state band, longs for a night of musical bliss, and sees the ticket as a way of beginning an illicit affair. Their son thinks if he can get to the concert he will be able to escape with the famous composer the West. And Anna secretly wants the ticket for her husband, in the hope that it will make him love her once again.
The Concert Ticket is a mesmerizing, heartbreaking novel about a family struggling through a time of great repression, and how their secret, profound longing for lives of love and beauty threatens to cut the very tender ties that bind them.
Van Olga Grushin las ik in 2006 The Dream Life of Sukhanov. Van die roman was ik danig onder de indruk. Mijn verwachtingen waren hooggespannen toen ik deze nieuwe roman van Grushin deze zomer kocht. Ik vind The Concert Ticket (in de Verenigde Staten verschenen onder de titel The Line) een meesterwerk, dat door iedereen gelezen moet worden. Ik zal ook uitleggen waarom.
De roman speelt in een niet bij naam genoemde stad in niet bij naam genoemd land. Het verhaal begint rond de 37e verjaardag van The Change, met een scene waarin de moeder van een gezin een rij ontdekt voor een mysterieuze kiosk die er vroeger niet stond. Het is onduidelijk wat er verkocht zal worden, maar er staan toch mensen in de rij, voor de zekerheid.
Als bekend wordt dat er kaartjes verkocht zullen worden voor een concert waarbij een naar het buitenland vertrokken componist, Selinsky, zelf na 37 jaar weer in zijn vaderland een van zijn symfonieën zal dirigeren, zorgt dat voor alle vier leden van het gezin één ding het belangrijkste ter wereld wordt: het bijwonen van dat concert. Er is maar één probleem: het concert zal pas een jaar later op Oudjaarsdag plaatsvinden, je moet iedere dag in de rij staan om je nummer te behouden én je mag maar één kaartje per nummer kopen.
Wat volgt is een schrijnende psychologische roman, waarin Grushin beschrijft hoe de leden van het gezin eerst nader tot elkaar lijken te komen, omdat je nu eenmaal niet van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht in je eentje in de rij kunt staan. Gaandeweg blijkt echter dat het in de rij staan en de onzekerheid over of het kaartje wel gekocht kan worden en of het dan wel juist tijdens de 'dienst' van het betreffende personage gekocht kan worden, een ondermijnend effect op het gezin en hun gezamenlijk leven heeft. Er is wel verbroedering, maar juist met mensen die tegelijkertijd met de verschillende personages in de rij staan en met de eigen familieleden.
Grushin heeft de plaats en tijd waarin de roman zich afspeelt niet precies gedefinieerd. Dat vond ik eerst verwarrend, omdat The Change duidelijk verwijst naar de Russische Revolutie in 1917. 37 jaar later was het 1954 – niet echt een jaar waarin je de dit verhaal kunt plaatsen, zo vlak na de dood van Stalin. De angst onder de bevolking voor verklikkers of het maken van een verkeerde stap op het werk of in het privéleven is er wel, maar toch minder sterk dan ik zou verwachten in dat jaar, waarin de persoonlijkheidscultus rond Stalin nog niet officieel was afgezworen.
Extra verwarrend is het dat het personage Selinsky aan Stravinsky doet denken, terwijl de biografische gegevens van Stravinsky niet overeenkomen met die van het personage Selinsky. Pas na afloop van de roman zelf legt Grushin uit hoe de vork in de steel zit en waarom zij de keuzes heeft gemaakt, die ze heeft gemaakt. Die verwarring is overigens niet storend. Integendeel, het maakte dat ik alerter het verhaal volgde.
Ik heb grote bewondering voor de manier dit eindeloze wachten vanuit de perspectieven van de vier personages beschrijft. De personages komen echt voor je ogen tot leven. Grushin beschrijft de personages zo, dat je de beweegredenen en wanhoop van alle personages begrijpelijk vindt.
Grushin gebruikt de perspectiefwisseling heel slim om het op drift raken van de gezinsleden extra te benadrukken: ze laat één personage bijvoorbeeld bijna verkracht worden, en laat het volgende personage een aantal bladzijden later dan de plek waar het is gebeurd passeren, daarbij het geroep dat in het bewuste park te horen is opmerkend. Tekenend is ook het voortdurend benadrukken dat de gezinsleden elkaar nauwelijks herkennen op straat, en dat de twee jongste generaties zich niet realiseren dat het gemurmel dat ze ’s nachts horen afkomstig is van de (schoon)moeder en oma van het gezin.
Iedereen moet deze roman lezen, omdat het thema universeel is: hoe ver moet je willen gaan om je droom te bereiken? Moet je daarvoor je gezin, werk, gezondheid, toekomst op het spel willen zetten? Wil je de roman liever in het Nederlands lezen, dan kan dat ook. Er is een Nederlandse vertaling verschenen met de titel De wachtenden.
Ogla Grushin (Engels)
Olga Grushin op Wikipedia (Engels)
flickr
On a November afternoon in an unnamed Russian city Anna, a local teacher, is on her way home from work when she sees a crowd of people lining up at a kiosk on the corner of the street. It is a nondescript shack, like so many others across the city, and yet for many it offers the promise of rare dreams - some wish for new coats for their children or new leather boots, others for flowers or sugary cakes. Then a rumour spreads: a famous exiled composer will be returning to the city for one night to conduct his last symphony and this kiosk might be selling the tickets.
Soon the acquisition of that concert ticket becomes an obsession at the heart of Anna's small family. Her husband, a tuba player who is compelled to play dreary dirges for a state band, longs for a night of musical bliss, and sees the ticket as a way of beginning an illicit affair. Their son thinks if he can get to the concert he will be able to escape with the famous composer the West. And Anna secretly wants the ticket for her husband, in the hope that it will make him love her once again.
The Concert Ticket is a mesmerizing, heartbreaking novel about a family struggling through a time of great repression, and how their secret, profound longing for lives of love and beauty threatens to cut the very tender ties that bind them.
Van Olga Grushin las ik in 2006 The Dream Life of Sukhanov. Van die roman was ik danig onder de indruk. Mijn verwachtingen waren hooggespannen toen ik deze nieuwe roman van Grushin deze zomer kocht. Ik vind The Concert Ticket (in de Verenigde Staten verschenen onder de titel The Line) een meesterwerk, dat door iedereen gelezen moet worden. Ik zal ook uitleggen waarom.
De roman speelt in een niet bij naam genoemde stad in niet bij naam genoemd land. Het verhaal begint rond de 37e verjaardag van The Change, met een scene waarin de moeder van een gezin een rij ontdekt voor een mysterieuze kiosk die er vroeger niet stond. Het is onduidelijk wat er verkocht zal worden, maar er staan toch mensen in de rij, voor de zekerheid.
Als bekend wordt dat er kaartjes verkocht zullen worden voor een concert waarbij een naar het buitenland vertrokken componist, Selinsky, zelf na 37 jaar weer in zijn vaderland een van zijn symfonieën zal dirigeren, zorgt dat voor alle vier leden van het gezin één ding het belangrijkste ter wereld wordt: het bijwonen van dat concert. Er is maar één probleem: het concert zal pas een jaar later op Oudjaarsdag plaatsvinden, je moet iedere dag in de rij staan om je nummer te behouden én je mag maar één kaartje per nummer kopen.
Wat volgt is een schrijnende psychologische roman, waarin Grushin beschrijft hoe de leden van het gezin eerst nader tot elkaar lijken te komen, omdat je nu eenmaal niet van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht in je eentje in de rij kunt staan. Gaandeweg blijkt echter dat het in de rij staan en de onzekerheid over of het kaartje wel gekocht kan worden en of het dan wel juist tijdens de 'dienst' van het betreffende personage gekocht kan worden, een ondermijnend effect op het gezin en hun gezamenlijk leven heeft. Er is wel verbroedering, maar juist met mensen die tegelijkertijd met de verschillende personages in de rij staan en met de eigen familieleden.
Grushin heeft de plaats en tijd waarin de roman zich afspeelt niet precies gedefinieerd. Dat vond ik eerst verwarrend, omdat The Change duidelijk verwijst naar de Russische Revolutie in 1917. 37 jaar later was het 1954 – niet echt een jaar waarin je de dit verhaal kunt plaatsen, zo vlak na de dood van Stalin. De angst onder de bevolking voor verklikkers of het maken van een verkeerde stap op het werk of in het privéleven is er wel, maar toch minder sterk dan ik zou verwachten in dat jaar, waarin de persoonlijkheidscultus rond Stalin nog niet officieel was afgezworen.
Extra verwarrend is het dat het personage Selinsky aan Stravinsky doet denken, terwijl de biografische gegevens van Stravinsky niet overeenkomen met die van het personage Selinsky. Pas na afloop van de roman zelf legt Grushin uit hoe de vork in de steel zit en waarom zij de keuzes heeft gemaakt, die ze heeft gemaakt. Die verwarring is overigens niet storend. Integendeel, het maakte dat ik alerter het verhaal volgde.
Ik heb grote bewondering voor de manier dit eindeloze wachten vanuit de perspectieven van de vier personages beschrijft. De personages komen echt voor je ogen tot leven. Grushin beschrijft de personages zo, dat je de beweegredenen en wanhoop van alle personages begrijpelijk vindt.
Grushin gebruikt de perspectiefwisseling heel slim om het op drift raken van de gezinsleden extra te benadrukken: ze laat één personage bijvoorbeeld bijna verkracht worden, en laat het volgende personage een aantal bladzijden later dan de plek waar het is gebeurd passeren, daarbij het geroep dat in het bewuste park te horen is opmerkend. Tekenend is ook het voortdurend benadrukken dat de gezinsleden elkaar nauwelijks herkennen op straat, en dat de twee jongste generaties zich niet realiseren dat het gemurmel dat ze ’s nachts horen afkomstig is van de (schoon)moeder en oma van het gezin.
Iedereen moet deze roman lezen, omdat het thema universeel is: hoe ver moet je willen gaan om je droom te bereiken? Moet je daarvoor je gezin, werk, gezondheid, toekomst op het spel willen zetten? Wil je de roman liever in het Nederlands lezen, dan kan dat ook. Er is een Nederlandse vertaling verschenen met de titel De wachtenden.
Ogla Grushin (Engels)
Olga Grushin op Wikipedia (Engels)
flickr
vrijdag 10 december 2010
Marente de Moor | De Nederlandse maagd
Marente de Moor - De Nederlandse maagd. Amsterdam/Antwerpen, Querido, 2010, 297 pagina's.
Zomer 1936. Janna, een jonge Nederlandse schermster, wordt door haar vader op de trein gezet om in de leer te gaan bij zijn oude vriend, maître Egon von Bötticher. Egon, een huzaar die gewond en verbitterd is teruggekeerd uit de Eerste Wereldoorlog, slijt zijn dagen op een verlaten landgoed bij Aken. Hier geeft hij les aan twee beeldschone tweelingbroers en organiseert hij bloedige duels voor studenten. Binnen de poorten van deze eigenaardige wereld gaat Janna, geïntrigeerd door haar ontoeschietelijke maître, op zoek naar antwoorden. Wat is er tussen hem en haar vader voorgevallen, en wie moet de rekening vereffenen? Gaandeweg dringt de buitenwereld het leven op het landgoed binnen en komt het tot een dramatische ontknoping.
Ik breek me al een tijdje het hoofd over wat ik nu eigenlijk over dit boek moet zeggen. Ik begon vol goede moed aan deze roman, maar gaandeweg nam mijn leesplezier steeds meer af. Mijn probleem is, dat ik het moeilijk vind concreet onder woorden te brengen wat me nu eigenlijk tegen ging staan in deze roman.
Op zich is het gegeven interessant: een Nederlands meisje van achttien, Janna, dat zich vol overgave op het schermen heeft gestort, wordt door haar vader naar een Duitse oude vriend gestuurd, om van hem nog meer te leren over het schermen. Er was vriendschap tussen de vader en de Duitse maître, ontstaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar die vriendschap is ernstig bekoeld. Waarom, dat is niet duidelijk. Janna neemt zich voor te achterhalen wat er tussen de twee mannen is voorgevallen, en daarbij raakt ze zelf danig onder de indruk van de maître.
Positief aan deze roman vind ik de taal die De Moor gebruikt. Ze slaat je als lezer om de oren met lang vergeten zelfstandige naamwoorden om bijvoorbeeld het interieur van het landgoed van de maître te beschrijven. Ook al heb je er een woordenboek voor nodig, het leest heerlijk. Er ontstaat een prachtige, ongewone wereld voor je lezende ogen.
Jammer is alleen dat er dan soms ook woorden of zinnen ernstig uit de toon vallen. Het boek bevat verschillende seksscènes, die niet in ranzigheid vervallen. Op één scène na dan, waarin De Moor ineens het woord 'kutje' gebruikt. Het was alsof dat woord met een luidspreker naar mij geroepen werd.
Uit de toon valt ook een opmerking van Von Bötticher, die van aristocratische komaf is, maar volgens De Moor wel het volgende zegt:
Ik zou het u wel willen voorlezen, maar het is te gênant. U bent zijn dochter, ik heb het recht niet om het beeld wat dochters van hun vader schijnen te hebben, aan diggelen te slaan. Ik zal er het zwijgen toe doen.
Dat woord 'wat' heeft in de tweede zin hetzelfde effect op mij als het eerder genoemde woord. In mijn voorstelling zou een aristocraat als Von Bötticher netjes 'het beeld dat dochters van hun vader schijnen te hebben' zeggen.
Een ander bezwaar is, dat er zo enorm veel in deze roman zit: het geheim van Janna’s vader en Von Bötticher dat onthuld moet worden, de verhouding van Janna met haar maître, maar tegelijkertijd ook met de tweeling die net als Janna hun schermkunst verfijnen bij de maître, die evengoed zijn zonen zouden kunnen zijn, de bewondering van Janna voor de Duitse Olympisch kampioen schermen Helene Mayer, de greep die de nazipartij op de Duitse samenleving heeft en de oorlogsdreiging die er in het land hangt. Uiteindelijk is dat enorme aantal verhaallijnen, denk ik, het grootste bezwaar. Je schakelt steeds weer naar een andere verhaallijn en dat maakt de roman nogal fragmentarisch. Ook werd het me al lezende steeds minder duidelijk wat nu eigenlijk de bedoeling was van deze roman.
Mijn teleurstelling achteraf is niet zo groot als na het lezen van De Moors eerste roman De overtreder, maar ik heb toch ook nu weer het gevoel dat het het net niet is.
Marente de Moor | De overtreder
flickr
Zomer 1936. Janna, een jonge Nederlandse schermster, wordt door haar vader op de trein gezet om in de leer te gaan bij zijn oude vriend, maître Egon von Bötticher. Egon, een huzaar die gewond en verbitterd is teruggekeerd uit de Eerste Wereldoorlog, slijt zijn dagen op een verlaten landgoed bij Aken. Hier geeft hij les aan twee beeldschone tweelingbroers en organiseert hij bloedige duels voor studenten. Binnen de poorten van deze eigenaardige wereld gaat Janna, geïntrigeerd door haar ontoeschietelijke maître, op zoek naar antwoorden. Wat is er tussen hem en haar vader voorgevallen, en wie moet de rekening vereffenen? Gaandeweg dringt de buitenwereld het leven op het landgoed binnen en komt het tot een dramatische ontknoping.
Ik breek me al een tijdje het hoofd over wat ik nu eigenlijk over dit boek moet zeggen. Ik begon vol goede moed aan deze roman, maar gaandeweg nam mijn leesplezier steeds meer af. Mijn probleem is, dat ik het moeilijk vind concreet onder woorden te brengen wat me nu eigenlijk tegen ging staan in deze roman.
Op zich is het gegeven interessant: een Nederlands meisje van achttien, Janna, dat zich vol overgave op het schermen heeft gestort, wordt door haar vader naar een Duitse oude vriend gestuurd, om van hem nog meer te leren over het schermen. Er was vriendschap tussen de vader en de Duitse maître, ontstaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar die vriendschap is ernstig bekoeld. Waarom, dat is niet duidelijk. Janna neemt zich voor te achterhalen wat er tussen de twee mannen is voorgevallen, en daarbij raakt ze zelf danig onder de indruk van de maître.
Positief aan deze roman vind ik de taal die De Moor gebruikt. Ze slaat je als lezer om de oren met lang vergeten zelfstandige naamwoorden om bijvoorbeeld het interieur van het landgoed van de maître te beschrijven. Ook al heb je er een woordenboek voor nodig, het leest heerlijk. Er ontstaat een prachtige, ongewone wereld voor je lezende ogen.
Jammer is alleen dat er dan soms ook woorden of zinnen ernstig uit de toon vallen. Het boek bevat verschillende seksscènes, die niet in ranzigheid vervallen. Op één scène na dan, waarin De Moor ineens het woord 'kutje' gebruikt. Het was alsof dat woord met een luidspreker naar mij geroepen werd.
Uit de toon valt ook een opmerking van Von Bötticher, die van aristocratische komaf is, maar volgens De Moor wel het volgende zegt:
Ik zou het u wel willen voorlezen, maar het is te gênant. U bent zijn dochter, ik heb het recht niet om het beeld wat dochters van hun vader schijnen te hebben, aan diggelen te slaan. Ik zal er het zwijgen toe doen.
Dat woord 'wat' heeft in de tweede zin hetzelfde effect op mij als het eerder genoemde woord. In mijn voorstelling zou een aristocraat als Von Bötticher netjes 'het beeld dat dochters van hun vader schijnen te hebben' zeggen.
Een ander bezwaar is, dat er zo enorm veel in deze roman zit: het geheim van Janna’s vader en Von Bötticher dat onthuld moet worden, de verhouding van Janna met haar maître, maar tegelijkertijd ook met de tweeling die net als Janna hun schermkunst verfijnen bij de maître, die evengoed zijn zonen zouden kunnen zijn, de bewondering van Janna voor de Duitse Olympisch kampioen schermen Helene Mayer, de greep die de nazipartij op de Duitse samenleving heeft en de oorlogsdreiging die er in het land hangt. Uiteindelijk is dat enorme aantal verhaallijnen, denk ik, het grootste bezwaar. Je schakelt steeds weer naar een andere verhaallijn en dat maakt de roman nogal fragmentarisch. Ook werd het me al lezende steeds minder duidelijk wat nu eigenlijk de bedoeling was van deze roman.
Mijn teleurstelling achteraf is niet zo groot als na het lezen van De Moors eerste roman De overtreder, maar ik heb toch ook nu weer het gevoel dat het het net niet is.
Marente de Moor | De overtreder
flickr
Labels:
04-12-2010,
10-12-2010,
De Nederlandse maagd,
fictie,
Marente de Moor,
Nederland,
Nederlands,
roman
zaterdag 4 december 2010
Donna Leon | Dood in den vreemde
Donna Leon - Dood in den vreemde. Amsterdam, Cargo(De Bezige Bij), 2008, 334 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: Death in a Strange Country, vertaald door Lucie van Rooijen. (1 (Nederland, vertaald door Frans Elsink), 1996; 1 (Verenigde Staten), 1993).
Venetië in het vroege ochtendlicht biedt een onvergetelijk schouwspel van grote schoonheid. Maar de vroege ochtend dat commissario Brunetti wordt opgeroepen bij het dode lichaam van een jonge man in het canale, ziet er al snel heel anders uit.
Alle aanwijzingen doen vermoeden dat het om een gewelddadige beroving gaat. Wanneer Brunetti in het appartement van het slachtoffer enkele belastende zaken vindt die wijzen op een complot van hogerhand, raakt hij ervan overtuigd dat iemand er veel belang bij heeft dat de echte daders van deze moord nooit worden gevonden.
Dood in den vreemde is het tweede deel in de zeer succesvolle en bekroonde reeks misdaadromans met commissario Brunetti in de hoofdrol, die zich afspelen tegen de achtergrond van het prachtige, mysterieuze Venetië.
Voor mij de tweede roman over commissario Guido Brunetti, maar de eerste die ik in het Nederlands las. De eerste kennismaking was me goed bevallen, dus ik wilde niet te lang wachten met het tweede deel.
Leon stelde me niet teleur. Ze presenteerde weer een mooi in elkaar gezet plot, Brunetti was weer gedreven én tegendraads tegelijk en Venetië speelde naast Brunetti weer een glansrol. De ontknoping, die ik hier niet zal nakauwen, heeft een verrassend actuele tint. Een prettig boek om zo 'tussendoor' te lezen.
Donna Leon | Fatalità
Donna Leon | Nobiltà
Donna Leon | Een stille dood
Donna Leon | Acqua alta
Donna Leon | Salto Mortale
Donna Leon | De dood draagt rode schoenen
Donna Leon | Duister glas
Donna Leon | Death at La Fenice
Donna Leon op Wikipedia (Engels)
Death in a Strange Country op Wikipedia (Engels)
flickr
Oorspronkelijke Engelse titel: Death in a Strange Country, vertaald door Lucie van Rooijen. (1 (Nederland, vertaald door Frans Elsink), 1996; 1 (Verenigde Staten), 1993).
Venetië in het vroege ochtendlicht biedt een onvergetelijk schouwspel van grote schoonheid. Maar de vroege ochtend dat commissario Brunetti wordt opgeroepen bij het dode lichaam van een jonge man in het canale, ziet er al snel heel anders uit.
Alle aanwijzingen doen vermoeden dat het om een gewelddadige beroving gaat. Wanneer Brunetti in het appartement van het slachtoffer enkele belastende zaken vindt die wijzen op een complot van hogerhand, raakt hij ervan overtuigd dat iemand er veel belang bij heeft dat de echte daders van deze moord nooit worden gevonden.
Dood in den vreemde is het tweede deel in de zeer succesvolle en bekroonde reeks misdaadromans met commissario Brunetti in de hoofdrol, die zich afspelen tegen de achtergrond van het prachtige, mysterieuze Venetië.
Voor mij de tweede roman over commissario Guido Brunetti, maar de eerste die ik in het Nederlands las. De eerste kennismaking was me goed bevallen, dus ik wilde niet te lang wachten met het tweede deel.
Leon stelde me niet teleur. Ze presenteerde weer een mooi in elkaar gezet plot, Brunetti was weer gedreven én tegendraads tegelijk en Venetië speelde naast Brunetti weer een glansrol. De ontknoping, die ik hier niet zal nakauwen, heeft een verrassend actuele tint. Een prettig boek om zo 'tussendoor' te lezen.
Donna Leon | Fatalità
Donna Leon | Nobiltà
Donna Leon | Een stille dood
Donna Leon | Acqua alta
Donna Leon | Salto Mortale
Donna Leon | De dood draagt rode schoenen
Donna Leon | Duister glas
Donna Leon | Death at La Fenice
Donna Leon op Wikipedia (Engels)
Death in a Strange Country op Wikipedia (Engels)
flickr
Abonneren op:
Posts (Atom)