Денис Гуцко - Ангелы с нашей фамилией. Москва, "Терра" Книжный клуб, 2008, 32 страницы.
(Denis Gucko - Angely s nashey familiey. Moskva, "Terra" Knizhny klub, 2008, 23 stranicy)
Het was voor mij een complete verrassing om op basis van dit boekje te ontdekken dat de schrijver Denis Gucko voor het weekblad Огонёк (Ogonyok) schrijft. Ik dacht met een bundel korte verhalen van doen te hebben toen ik het boekje uit de bibliotheek mee naar huis nam.
Niet dat ik bedrogen uitkwam hoor, want Gucko geeft in columns van meestal drie tot vier bladzijden heel leesbaar zijn mening over de meest uiteenlopende zaken. Over het wonder van het krijgen van een kind, een engel die jouw achternaam draagt, via de teksten die op Russische muren verschijnen naar de misstanden in het Russische leger en waarom die tot nu toe niet zijn uitgeroeid.
Ik vond het een prettige verrassing om te ontdekken dat er na Viktor Jerofejev in ieder geval één jongere schrijver is opgestaan, die zich niet alleen met fictie bezighoudt. Een jongere schrijver die het ook aandurft om open en bloot zijn eigen mening te geven in plaats van dat te herhalen wat door de autoriteiten als juist is aangeduid. Ik heb me voorgenomen zijn columns, of stukjes, of hoe je ze ook moet noemen, te gaan volgen.
Денис Гуцко | Покемонов день
flickr
zondag 25 juli 2010
Joseph O'Neill | Netherland
Joseph O'Neill - Netherland. London, Harper Perennial, 2009 (5), 340 pagina's. 2008 (1).
What do you do when your wife takes your child and leaves you alone in a city of ghosts?
Hans van den Broek chooses cricket. Alone in a terrorized city, struggling to understand the disappearance from his life of people, places and feelings, he seeks refuge in the game of his childhood. But New York cricket is a long way from the tranquil sport he grew up with. It's a rough, almost secret game, played in scrubby, marginal urban parks, by people the city doesn't see - people like Chuck Ramkissoon. Years later, when a body is pulled out of a New York canal, hands tied behind its back, Hans is forced to remember his unusual friendship with Chuck - dreamer, visionary, and perhaps something darker...
Deze roman speelt in New York, in de maanden direct na de aanslagen op het World Trade Center in New York. Een voor de stad en zijn inwoners angstige tijd, omdat de omvang van de aanslagen niet te bevatten is en omdat men in angst voor meer aanslagen leeft. Parallel aan deze onzekerheid is er de onzekerheid in het persoonlijk leven van het hoofdpersonage van deze roman, Hans van den Broek.
Nee, het is niet de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, maar het is wel een Nederlander, die zijn vrouw naar New York is gevolgd. Zijn vrouw wil daar na de aanslagen het liefst weg, terug naar het rustige Londen, waar het voor hun zoontje veiliger zou zijn. Het is niet de bedoeling dat Hans meegaat, omdat ook het huwelijk overdacht moet worden in dat verre Londen.
Alleen achtergebleven in New York valt Hans ten prooi aan onzekerheid over zijn toekomst. Moet hij in New York blijven of zijn gezin achterna reizen? Hebben zijn vrouw en hij nog wel een toekomst samen? Twee dingen zorgen dat hij niet helemaal kopje onder gaat: zijn oude liefde, het cricket, en een toevallige ontmoeting met een succesvolle immigrant, Chuck Ramkissoon.
Hiermee zijn alle ingrediënten gepasseerd die deze roman bepalen: de angst en onzekerheid in de stad New York in de maanden na 9/11, het leven van succesvolle en minder succevolle immigranten in die stad, vriendschap, liefde en sport. O’Neill mixt de ingrediënten tot een smakelijk geheel, vlot geschreven en heel onderhoudend, met zelfs een spannend plot - want wat is er met Chuck gebeurd? Als ik niet zo druk was geweest in de week waarin ik dit boek las, zou ik ‘m het liefst in één dag uit hebben gelezen. Een aanrader.
Joseph O'Neill op Wikipedia (Engels)
flickr
What do you do when your wife takes your child and leaves you alone in a city of ghosts?
Hans van den Broek chooses cricket. Alone in a terrorized city, struggling to understand the disappearance from his life of people, places and feelings, he seeks refuge in the game of his childhood. But New York cricket is a long way from the tranquil sport he grew up with. It's a rough, almost secret game, played in scrubby, marginal urban parks, by people the city doesn't see - people like Chuck Ramkissoon. Years later, when a body is pulled out of a New York canal, hands tied behind its back, Hans is forced to remember his unusual friendship with Chuck - dreamer, visionary, and perhaps something darker...
Deze roman speelt in New York, in de maanden direct na de aanslagen op het World Trade Center in New York. Een voor de stad en zijn inwoners angstige tijd, omdat de omvang van de aanslagen niet te bevatten is en omdat men in angst voor meer aanslagen leeft. Parallel aan deze onzekerheid is er de onzekerheid in het persoonlijk leven van het hoofdpersonage van deze roman, Hans van den Broek.
Nee, het is niet de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, maar het is wel een Nederlander, die zijn vrouw naar New York is gevolgd. Zijn vrouw wil daar na de aanslagen het liefst weg, terug naar het rustige Londen, waar het voor hun zoontje veiliger zou zijn. Het is niet de bedoeling dat Hans meegaat, omdat ook het huwelijk overdacht moet worden in dat verre Londen.
Alleen achtergebleven in New York valt Hans ten prooi aan onzekerheid over zijn toekomst. Moet hij in New York blijven of zijn gezin achterna reizen? Hebben zijn vrouw en hij nog wel een toekomst samen? Twee dingen zorgen dat hij niet helemaal kopje onder gaat: zijn oude liefde, het cricket, en een toevallige ontmoeting met een succesvolle immigrant, Chuck Ramkissoon.
Hiermee zijn alle ingrediënten gepasseerd die deze roman bepalen: de angst en onzekerheid in de stad New York in de maanden na 9/11, het leven van succesvolle en minder succevolle immigranten in die stad, vriendschap, liefde en sport. O’Neill mixt de ingrediënten tot een smakelijk geheel, vlot geschreven en heel onderhoudend, met zelfs een spannend plot - want wat is er met Chuck gebeurd? Als ik niet zo druk was geweest in de week waarin ik dit boek las, zou ik ‘m het liefst in één dag uit hebben gelezen. Een aanrader.
Joseph O'Neill op Wikipedia (Engels)
flickr
Labels:
17-07-2010,
25-07-2010,
Engels,
fictie,
Ierland,
Joseph O'Neill,
migrantenliteratuur,
Netherland,
roman,
Verenigde Staten
zaterdag 17 juli 2010
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason - Onderstroom Literaire thriller. Amsterdam/Antwerpen, Q, 2010, 255 pagina's. Oorspronkelijke IJslandse titel: Myrká, vertaald door Adriaan Faber. (2008, IJsland)
In een woning vlak bij het centrum van de stad ligt een jongeman in een plas bloed, maar er zijn geen sporen van inbraak. Omdat Erlendur met vakantie is in de Westfjorden, neemt zijn collega Elínborg de zaak op zich. In het huis van de jongen wordt onder andere een paarse sjaal aangetroffen die een penetrante geur verspreidt, en een narcotisch middel. Alles wijst erop dat de vermoorde een verkrachter was. Of heeft iemand de spullen daar met opzet neergelegd?
Tijdens het zenuwslopende onderzoek komt Elínborg terecht in een neerwaartse spiraal van geweld en psychologische wreedheid. Onderstroom is een meesterlijke roman over misdaad en justitie, gerechtigheid en straf, die je niet onberoerd laat.
In deze roman speelt niet Erlendur, maar zijn collega Elínborg de hoofdrol. Zij is een totaal ander personage dan Erlendur. Ze heeft een geslaagd huwelijk, drie eigen kinderen en een aangenomen kind. Ze heeft naast haar werk, waarin ze haar hart en ziel legt, hobby’s. Ze kookt graag en heeft een kookboek geschreven. Een tweede kookboek lijkt op stapel te staan. Het politiewerk, dat veel van haar tijd vergt, bezorgt haar zo een schuldgevoel tegenover man en kinderen.
De misdaad waarmee Elínborg wordt geconfronteerd terwijl Erlendur op vakantie is, wijkt eigenlijk niet af van het normale stramien van Indriđasons boeken. Nieuw is wel de vrouwelijke invalshoek. Juist dat schuldgevoel tegenover het gezin en ook het delicate karakter van de misdaden verwacht je eerder bij een vrouwelijk dan bij een mannelijk personage. Zeker als de man in kwestie zo'n brompot als Erlendur is.
Ik heb Erlendur niet gemist in deze roman. Het lukt Indriðason wonderwel om Elínborg geloofwaardig neer te zetten als vrouw van vlees en bloed. En als slimme vrouw bovendien, want ze presteert het toch maar mooi om deze misdaad en een verdwijning uit het verleden geheel zonder Erlendurs op te lossen. De leegte van het land IJsland buiten de stad Reykjavík en vooral de geslotenheid van de kleine gemeenschappen op het platteland helpen haar daar niet echt bij.
Een verfrissende roman van een – volgens mij – meesterverteller. Ik heb het met heel veel plezier gelezen en had moeite om het weg te leggen, maar in het volgende boek mag Erlendur van mij wel weer meedoen!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
In een woning vlak bij het centrum van de stad ligt een jongeman in een plas bloed, maar er zijn geen sporen van inbraak. Omdat Erlendur met vakantie is in de Westfjorden, neemt zijn collega Elínborg de zaak op zich. In het huis van de jongen wordt onder andere een paarse sjaal aangetroffen die een penetrante geur verspreidt, en een narcotisch middel. Alles wijst erop dat de vermoorde een verkrachter was. Of heeft iemand de spullen daar met opzet neergelegd?
Tijdens het zenuwslopende onderzoek komt Elínborg terecht in een neerwaartse spiraal van geweld en psychologische wreedheid. Onderstroom is een meesterlijke roman over misdaad en justitie, gerechtigheid en straf, die je niet onberoerd laat.
In deze roman speelt niet Erlendur, maar zijn collega Elínborg de hoofdrol. Zij is een totaal ander personage dan Erlendur. Ze heeft een geslaagd huwelijk, drie eigen kinderen en een aangenomen kind. Ze heeft naast haar werk, waarin ze haar hart en ziel legt, hobby’s. Ze kookt graag en heeft een kookboek geschreven. Een tweede kookboek lijkt op stapel te staan. Het politiewerk, dat veel van haar tijd vergt, bezorgt haar zo een schuldgevoel tegenover man en kinderen.
De misdaad waarmee Elínborg wordt geconfronteerd terwijl Erlendur op vakantie is, wijkt eigenlijk niet af van het normale stramien van Indriđasons boeken. Nieuw is wel de vrouwelijke invalshoek. Juist dat schuldgevoel tegenover het gezin en ook het delicate karakter van de misdaden verwacht je eerder bij een vrouwelijk dan bij een mannelijk personage. Zeker als de man in kwestie zo'n brompot als Erlendur is.
Ik heb Erlendur niet gemist in deze roman. Het lukt Indriðason wonderwel om Elínborg geloofwaardig neer te zetten als vrouw van vlees en bloed. En als slimme vrouw bovendien, want ze presteert het toch maar mooi om deze misdaad en een verdwijning uit het verleden geheel zonder Erlendurs op te lossen. De leegte van het land IJsland buiten de stad Reykjavík en vooral de geslotenheid van de kleine gemeenschappen op het platteland helpen haar daar niet echt bij.
Een verfrissende roman van een – volgens mij – meesterverteller. Ik heb het met heel veel plezier gelezen en had moeite om het weg te leggen, maar in het volgende boek mag Erlendur van mij wel weer meedoen!
Arnaldur Indriðason | Grafteken
Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld
Arnaldur Indriðason op Wikipedia
flickr
Labels:
15-07-2010,
17-07-2010,
Adriaan Faber,
Arnaldur Indriðason,
fictie,
IJsland,
Myrká,
Nederlands,
Onderstroom,
thriller
donderdag 15 juli 2010
Виктор Шендерович | Операция "Остров"
Виктор Шендерович - Операция «Остров». Москва, Астрель, 2010, 224 страницы.
(Viktor Shenderovich - Operaciya "Ostrov". Moskva, Astrel', 2010, 224 stranicy)
Леонард Песоцкий, продюсер и телезвезда, бросает важные дела и срывается в отпуск на далекий остров в Таиланде. Все рассчитано до мелочей: на острове его уже ждет любовница, и впереди неделя удовольствий.
Но этому многообещающему плану не суждено сбыться: чемодан с мобильным телефоном, компьютером и прочими важными атрибутами жизни уезжает совсем в другую сторону. По случайному ли стечению обстоятельств или по чьей-то злой воле? На таинственном острове Песоцкий остается без привычной связи с миром - наедине со своими мыслями...
В новой повести Виктора Шендеровича перед нами разворачивается психологическая драма современного человека, в которой история любви и невероятные, почти детективные обстоятельства сплетены в один напряженный, захватывающий сюжет.
Al bijna twintig jaar staat Shenderovich bekend als een satiricus met een vlijmscherpe tong. Hij is een van de makers van het programma Куклы (Kukly), een soort Russische Spitting Image. Dat programma verdween al snel van de buis toen Poetins macht begon toe te nemen. Shenderovich kan zich nog wel vrij uiten op internet in zijn blog (zie onder) of op de radiozender Эхо Москвы (Ekho Moskvy).
Waarom is deze inleiding belangrijk voor een korte bespreking van zijn nieuwste novelle? Omdat de hoofdpersoon van Операция «Остров» (Operaciya "Ostrov"), Pesockiy, juist dankzij de Poetinregering, eigenlijk zonder dat hij daar echt zelf om heeft gevraagd, is uitgegroeid tot een Belangrijk Figuur. Het is zijn taak om programma’s te verzinnen die die regering ondersteuning bieden. Hij geeft het beleid met zijn programma's een soort ideologisch kader.
In dit boekje geeft Shenderovich zijn visie op de nieuwe elite: geld verdienen gaat voor alles, een huwelijk houdt stand omdat het financieel onaantrekkelijk is om te scheiden, minnaressen wisselen elkaar in hoog tempo af. Pesockiy zit bijna een week vast op een ver eiland, zonder koffer en spullen die hem in staat zouden stellen om verbinding te maken met zijn gewone omgeving. De man moet wel over zichzelf en zijn daden in het heden, maar vooral zijn daden in het verleden nadenken. En wat hij ziet, is niet mooi.
Het boekje leest als trein, is verrijkt met prachtige tekeningen, en geeft een aardige inkijk in het Rusland van nu. Toch vond ik het wat minder dan de verhalen in de bundel Кино повторного фильма (Kino povtornogo filma). Hier en daar had ik de indruk dat niet alleen het leven van de hoofdpersoon jachtig is, maar ook de schrijfstijl van de schrijver. Dat neemt niet weg dat ik genoten heb van deze novelle.
Viktor Shenderovich (Russisch)
Viktor Shenderovich op Wikipedia (Engels)
flickr
(Viktor Shenderovich - Operaciya "Ostrov". Moskva, Astrel', 2010, 224 stranicy)
Леонард Песоцкий, продюсер и телезвезда, бросает важные дела и срывается в отпуск на далекий остров в Таиланде. Все рассчитано до мелочей: на острове его уже ждет любовница, и впереди неделя удовольствий.
Но этому многообещающему плану не суждено сбыться: чемодан с мобильным телефоном, компьютером и прочими важными атрибутами жизни уезжает совсем в другую сторону. По случайному ли стечению обстоятельств или по чьей-то злой воле? На таинственном острове Песоцкий остается без привычной связи с миром - наедине со своими мыслями...
В новой повести Виктора Шендеровича перед нами разворачивается психологическая драма современного человека, в которой история любви и невероятные, почти детективные обстоятельства сплетены в один напряженный, захватывающий сюжет.
Al bijna twintig jaar staat Shenderovich bekend als een satiricus met een vlijmscherpe tong. Hij is een van de makers van het programma Куклы (Kukly), een soort Russische Spitting Image. Dat programma verdween al snel van de buis toen Poetins macht begon toe te nemen. Shenderovich kan zich nog wel vrij uiten op internet in zijn blog (zie onder) of op de radiozender Эхо Москвы (Ekho Moskvy).
Waarom is deze inleiding belangrijk voor een korte bespreking van zijn nieuwste novelle? Omdat de hoofdpersoon van Операция «Остров» (Operaciya "Ostrov"), Pesockiy, juist dankzij de Poetinregering, eigenlijk zonder dat hij daar echt zelf om heeft gevraagd, is uitgegroeid tot een Belangrijk Figuur. Het is zijn taak om programma’s te verzinnen die die regering ondersteuning bieden. Hij geeft het beleid met zijn programma's een soort ideologisch kader.
In dit boekje geeft Shenderovich zijn visie op de nieuwe elite: geld verdienen gaat voor alles, een huwelijk houdt stand omdat het financieel onaantrekkelijk is om te scheiden, minnaressen wisselen elkaar in hoog tempo af. Pesockiy zit bijna een week vast op een ver eiland, zonder koffer en spullen die hem in staat zouden stellen om verbinding te maken met zijn gewone omgeving. De man moet wel over zichzelf en zijn daden in het heden, maar vooral zijn daden in het verleden nadenken. En wat hij ziet, is niet mooi.
Het boekje leest als trein, is verrijkt met prachtige tekeningen, en geeft een aardige inkijk in het Rusland van nu. Toch vond ik het wat minder dan de verhalen in de bundel Кино повторного фильма (Kino povtornogo filma). Hier en daar had ik de indruk dat niet alleen het leven van de hoofdpersoon jachtig is, maar ook de schrijfstijl van de schrijver. Dat neemt niet weg dat ik genoten heb van deze novelle.
Viktor Shenderovich (Russisch)
Viktor Shenderovich op Wikipedia (Engels)
flickr
dinsdag 13 juli 2010
Remco Daalder | Grafherrie
Remco Daalder - Grafherrie Met tekeningen van Peter Pontiac. Amsterdam, Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2008, 132 pagina's.
De moshpit. Daarin rammen we tegen elkaar aan, over elkaar heen, grijpen de eerste de beste in de omgeving vast om al springend een woeste vreugdedans door de hele zaal te beginnen, een dans die altijd op de grond eindigt, waarna er tien man overheen struikelen en een wriemelende rugbyhoop vormen. We pellen elkaar weer los, beuken, rennen, worstelen, onkwetsbaar door het bier en de adrenaline, niets voelen we, dat komt morgen pas, morgen bestaat niet...'
De ondergrondse muziekwereld van Amsterdam in de jaren tachtig is het decor van Grafherrie, de eerste echte punkroman over de Amsterdamse scene. In kelders, in kraakpanden en in afgelegen fabriekshallen huizen obscure clubjes muziekliefhebbers met hun eigen rituelen, kleding en morele codes. Grafherrie schetst in een meelevende en snelle stijl de concerten van die tijd. Van betonpunk tot dark electro, van folkmetal tot industrial, als het maar knarst en kraakt, als het maar eigenwijs en onbekend is. Grafherrie is een persoonlijk verslag rechtstreeks vanuit de moshpits van de punks, vanuit illegale concertzalen waar neocommunistische bands het volk bestoken, van achter de draaitafels op hippe modefeesten. En voortdurend is de stad Amsterdam dreigend op de achtergrond aanwezig.
Remco Daalder (1960, Amsterdam) schreef eerder Baltsen tussen bakstenen (2003) en Stadse beesten (2005), beide over stadsnatuur. Grafherrie, zijn eerste roman, is een eerbetoon aan jongeren die verder kijken dan de mainstream en die hun eigen wereld scheppen.
Vorige maand las ik Bill Mensema’s Doem Dada, deze maand waagde ik mij aan Daalders veel dunnere, en tegelijkertijd veel aangenamere Grafherrie. In beide romans staat muziek, vooral punkmuziek, centraal. Plaats van handeling is in deze roman niet Groningen, maar Amsterdam. De tijd van handeling is gelijk: begin jaren ’80. De hoofdpersoon van Grafherriestudeert ook, maar is al verder gevorderd dan de hoofdpersoon van Doem Dada. Hij lijdt minder aan onzekerheid, en beleeft de concerten die hij bezoekt stuk voor stuk vol passie.
Grafherrie was aangenaam om te lezen, juist omdat Daalder niet nadrukkelijk probeert literatuur te bedrijven. Voor mij is het een persoonlijke terugblik van de schrijver op een belangrijke, bepalende periode in zijn leven. Als lezer mag je het een beetje meebeleven, over zijn schouder meekijkend als het ware. Juist dat pretentieloze maakt dit boek prettig te lezen. Vooral de stukken waar Daalder het gespannen wachten op het begin van een concert beschrijft zijn erg mooi.
Het is een gedeeltelijk herkenbaar verhaal ook, doordat de hoofdpersoon op een gegeven moment tot het besef komt dat hij volwassen is. Hij moet afstuderen, er moet gewerkt worden. En dan raakt de liefde voor de muziek op de achtergrond. Tot het op een gegeven moment toch weer begint te kriebelen. Zoek je als beginnende 'oudere jongere' een vrijbrief om gewoon de concerten bezoeken die je leuk lijken, lees dan dit boek!
flickr
De moshpit. Daarin rammen we tegen elkaar aan, over elkaar heen, grijpen de eerste de beste in de omgeving vast om al springend een woeste vreugdedans door de hele zaal te beginnen, een dans die altijd op de grond eindigt, waarna er tien man overheen struikelen en een wriemelende rugbyhoop vormen. We pellen elkaar weer los, beuken, rennen, worstelen, onkwetsbaar door het bier en de adrenaline, niets voelen we, dat komt morgen pas, morgen bestaat niet...'
De ondergrondse muziekwereld van Amsterdam in de jaren tachtig is het decor van Grafherrie, de eerste echte punkroman over de Amsterdamse scene. In kelders, in kraakpanden en in afgelegen fabriekshallen huizen obscure clubjes muziekliefhebbers met hun eigen rituelen, kleding en morele codes. Grafherrie schetst in een meelevende en snelle stijl de concerten van die tijd. Van betonpunk tot dark electro, van folkmetal tot industrial, als het maar knarst en kraakt, als het maar eigenwijs en onbekend is. Grafherrie is een persoonlijk verslag rechtstreeks vanuit de moshpits van de punks, vanuit illegale concertzalen waar neocommunistische bands het volk bestoken, van achter de draaitafels op hippe modefeesten. En voortdurend is de stad Amsterdam dreigend op de achtergrond aanwezig.
Remco Daalder (1960, Amsterdam) schreef eerder Baltsen tussen bakstenen (2003) en Stadse beesten (2005), beide over stadsnatuur. Grafherrie, zijn eerste roman, is een eerbetoon aan jongeren die verder kijken dan de mainstream en die hun eigen wereld scheppen.
Vorige maand las ik Bill Mensema’s Doem Dada, deze maand waagde ik mij aan Daalders veel dunnere, en tegelijkertijd veel aangenamere Grafherrie. In beide romans staat muziek, vooral punkmuziek, centraal. Plaats van handeling is in deze roman niet Groningen, maar Amsterdam. De tijd van handeling is gelijk: begin jaren ’80. De hoofdpersoon van Grafherriestudeert ook, maar is al verder gevorderd dan de hoofdpersoon van Doem Dada. Hij lijdt minder aan onzekerheid, en beleeft de concerten die hij bezoekt stuk voor stuk vol passie.
Grafherrie was aangenaam om te lezen, juist omdat Daalder niet nadrukkelijk probeert literatuur te bedrijven. Voor mij is het een persoonlijke terugblik van de schrijver op een belangrijke, bepalende periode in zijn leven. Als lezer mag je het een beetje meebeleven, over zijn schouder meekijkend als het ware. Juist dat pretentieloze maakt dit boek prettig te lezen. Vooral de stukken waar Daalder het gespannen wachten op het begin van een concert beschrijft zijn erg mooi.
Het is een gedeeltelijk herkenbaar verhaal ook, doordat de hoofdpersoon op een gegeven moment tot het besef komt dat hij volwassen is. Hij moet afstuderen, er moet gewerkt worden. En dan raakt de liefde voor de muziek op de achtergrond. Tot het op een gegeven moment toch weer begint te kriebelen. Zoek je als beginnende 'oudere jongere' een vrijbrief om gewoon de concerten bezoeken die je leuk lijken, lees dan dit boek!
flickr
Labels:
10-07-2010,
13-07-2010,
fictie,
Grafherrie,
Nederland,
Nederlands,
Remco Daalder,
roman
zaterdag 10 juli 2010
Tom Lanoye | Sprakeloos
Tom Lanoye - Sprakeloos. Amsterdam, Prometheus, maart 2010 (10), 360 pagina's. September 2009 (1).
Na een beroerte raakt een amateur-actrice en schrijversmoeder haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.
Daarover schrijvend maakt Tom Lanoye een meervoudige balans op. Van zijn kleurrijke jeugd in een volkswijk, van zijn worsteling met de liefde, van zijn rol als schrijver, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, van de strijd die zij manmoedig voert en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat - en van de blijvende woede en pijn die dat oplevert.
Sprakeloos ligt volledig in de lijn van Lanoyes autobiografische klassieker Kartonnen dozen. Was Kartonnen dozen een monument voor de jeugdliefde van de auteur, Sprakeloos is een aangrijpende ode aan zijn moeder.
'Van de doden niets dan goed' luidt het Nederlandse en, ik neem aan, ook Vlaamse spreekwoord. Lanoye heeft zich niets van dit spreekwoord aangetrokken. En gelukkig maar, want wat is deze autobiografische roman, bedoeld als monument voor Lanoyes moeder, hierdoor ontroerend en indrukwekkend geworden!
Lanoye beschrijft verschillende momenten uit het leven van zijn moeder. Mooie momenten, maar ook momenten waarin haar minder mooie kanten uitgebreid aan de orde komen. Daarnaast beschrijft Lanoye de verhouding tussen zijn ouders en de verhoudingen in het gezin. Ook de buurt in Sint-Niklaas waarin Lanoye opgroeit, komt aan de orde. Lanoye zelf is nadrukkelijk in het boek aanwezig, schrijvend vanuit de ik-persoon en als volwassene commentaar leverend op de gebeurtenissen én de moeizame totstandkoming van deze roman becommentariërend.
Al deze zaken worden – ook als Lanoye moeilijke onderwerpen aansnijdt – met humor en vol liefde geschetst. Je weet als lezer dat het niet je eigen moeder is en dat het niet je eigen herinneringen zijn, maar je glimlacht mee, ook als de herinnering niet echt zoet is, alsof je deze moeder zelf gekend hebt. De beschrijving van de laatste twee moeilijke jaren, waarin Lanoyes moeder niet kan praten door een hersenbloeding, is soms werkelijk hartverscheurend.
Een levensechte roman, die het verdient door iedereen gelezen te worden.
Tom Lanoy | Heldere hemel
Tom Lanoye | Het derde huwelijk
Tom Lanoye
Tom Lanoye op Wikipedia
flickr
Na een beroerte raakt een amateur-actrice en schrijversmoeder haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.
Daarover schrijvend maakt Tom Lanoye een meervoudige balans op. Van zijn kleurrijke jeugd in een volkswijk, van zijn worsteling met de liefde, van zijn rol als schrijver, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, van de strijd die zij manmoedig voert en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat - en van de blijvende woede en pijn die dat oplevert.
Sprakeloos ligt volledig in de lijn van Lanoyes autobiografische klassieker Kartonnen dozen. Was Kartonnen dozen een monument voor de jeugdliefde van de auteur, Sprakeloos is een aangrijpende ode aan zijn moeder.
'Van de doden niets dan goed' luidt het Nederlandse en, ik neem aan, ook Vlaamse spreekwoord. Lanoye heeft zich niets van dit spreekwoord aangetrokken. En gelukkig maar, want wat is deze autobiografische roman, bedoeld als monument voor Lanoyes moeder, hierdoor ontroerend en indrukwekkend geworden!
Lanoye beschrijft verschillende momenten uit het leven van zijn moeder. Mooie momenten, maar ook momenten waarin haar minder mooie kanten uitgebreid aan de orde komen. Daarnaast beschrijft Lanoye de verhouding tussen zijn ouders en de verhoudingen in het gezin. Ook de buurt in Sint-Niklaas waarin Lanoye opgroeit, komt aan de orde. Lanoye zelf is nadrukkelijk in het boek aanwezig, schrijvend vanuit de ik-persoon en als volwassene commentaar leverend op de gebeurtenissen én de moeizame totstandkoming van deze roman becommentariërend.
Al deze zaken worden – ook als Lanoye moeilijke onderwerpen aansnijdt – met humor en vol liefde geschetst. Je weet als lezer dat het niet je eigen moeder is en dat het niet je eigen herinneringen zijn, maar je glimlacht mee, ook als de herinnering niet echt zoet is, alsof je deze moeder zelf gekend hebt. De beschrijving van de laatste twee moeilijke jaren, waarin Lanoyes moeder niet kan praten door een hersenbloeding, is soms werkelijk hartverscheurend.
Een levensechte roman, die het verdient door iedereen gelezen te worden.
Tom Lanoy | Heldere hemel
Tom Lanoye | Het derde huwelijk
Tom Lanoye
Tom Lanoye op Wikipedia
flickr
Labels:
04-07-2010,
10-07-2010,
België,
fictie,
Nederlands,
roman,
Sprakeloos,
Tom Lanoye
zondag 4 juli 2010
Koos van Zomeren | Die stad, dat jaar
Koos van Zomeren - Die stad, dat jaar Roman met aantekeningen. Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2009, 352 pagina's.
De stad is Nijmegen, het jaar 1972. Het is het jaar van de Europacup voor Ajax, van bedrijfssluitingen en massaontslagen, van Nixon in China en van de kerstbombardementen op Hanoi en Haiphong. Maar het was ook het oprichtingsjaar van de Socialistiese Partij.
Stond Nederland aan de vooravond van het socialisme? En moest dat in Nijmegen beginnen?
Dat zijn zo'n beetje de harde feiten. En binnen dat raamwerk krijgt de verbeelding de ruimte en beweegt zich Bert Staal. Hij is halverwege de twintig, verknocht aan de stad N. en misschien de auteur van een magistrale dichtbundel. Hij heeft in ieder geval de ambitie journalist te worden en is tegen wil en dank getuige van de voorbereidingen voor de revolutie. Hij verzet zich laconiek maar hardnekkig tegen de confiscatie van zijn huis door de Partij. Niet dat hij de Partij vijandig gezind is, maar hij koestert ook nog een ideaal voor zichzelf.
Kun je deze roman beschouwen als een boek over het ontstaan van de SP? Ja, want tegenover de ruimte voor de verbeelding staat evenveel ruimte voor een documentaire reconstructie van de geschiedenis. Door gebruik te maken van de eigen herinnering, (mede)getuigen te interviewen en historische bronnen te raadplegen schetst Koos van Zomeren een haarscherp – nu eens komisch dan weer wrang, nu eens ontluisterend dan weer inspirerend - beeld van de gang van zaken binnen een maoïstische splinterbeweging.
Die stad, dat jaar is de eerste roman die ik van Koos van Zomeren las. Ik heb 'm uit de bibliotheek geleend nadat ik Van Zomeren in een aflevering van Benali in boeken over Nijmegen en het pand in de stad waar de SP begin jaren ’70 huisde hoorde praten. Doordat ik Van Zomerens werk niet kende, wist niet wat ik moest verwachten. Mijn voorstelling van de vroege jaren ’70 werd tot nu toe bovendien vooral bepaald door Boudewijn Büchs Links! en de Zweedse film Together.
Op zich vind ik het onderwerp, de ontstaansgeschiedenis van de SP vanuit een kleine marxistisch-leninistische of toch maoïstische groepering eind jaren ’60, begin jaren ’70 erg interessant. Het harde werken van de mensen op straat, het protest tegen de oorlog in Vietnam, de steun aan grote stakingen, het organiseren van lokale kraakacties en andere, kleinere protesten. Ook krijg je een aardige indruk van de onderlinge verhoudingen, de pogingen om mensen in de Partij te betrekken en het niet altijd even democratische gehalte van de Partij.
Toch had ik grote moeite met het lezen van deze roman. Van Zomeren heeft voor een mengvorm van fictie en non-fictie gekozen. Hij combineert de ervaringen van een fictief personage, Bert Staal, met zijn eigen herinneringen, bijna dertig jaar later uitgesproken en opgeschreven. Dit wisselt na ieder hoofdstuk. De feiten die in de fictieve hoofdstukken worden gepresenteerd, wijken ook nog eens af van de feiten die de oudere Van Zomeren zich herinnert.
Ik vind dat procedé erg verwarrend. Ik had liever gezien dat de auteur een keuze had gemaakt voor een van beide vormen. Bij een keuze voor fictie had de stortvloed aan namen van verschillende personen vervolgens achterwege kunnen blijven, bij de keuze voor non-fictie had je in die stortvloed het hoofd boven water kunnen houden met behulp van een persoonsregister. En een literatuurlijst, voor degene die meer wil lezen over dit onderwerp.
Ondertussen heb ik begrepen dat Van Zomeren al eerder over zijn verleden bij de SP heeft geschreven. Wellicht zou ik in die twee romans wel gevonden hebben wat ik hier hoopte vinden. En misschien wordt het tijd om binnenkort Links! nog weer eens te lezen.
Koos van Zomeren op Wikipedia
flickr
De stad is Nijmegen, het jaar 1972. Het is het jaar van de Europacup voor Ajax, van bedrijfssluitingen en massaontslagen, van Nixon in China en van de kerstbombardementen op Hanoi en Haiphong. Maar het was ook het oprichtingsjaar van de Socialistiese Partij.
Stond Nederland aan de vooravond van het socialisme? En moest dat in Nijmegen beginnen?
Dat zijn zo'n beetje de harde feiten. En binnen dat raamwerk krijgt de verbeelding de ruimte en beweegt zich Bert Staal. Hij is halverwege de twintig, verknocht aan de stad N. en misschien de auteur van een magistrale dichtbundel. Hij heeft in ieder geval de ambitie journalist te worden en is tegen wil en dank getuige van de voorbereidingen voor de revolutie. Hij verzet zich laconiek maar hardnekkig tegen de confiscatie van zijn huis door de Partij. Niet dat hij de Partij vijandig gezind is, maar hij koestert ook nog een ideaal voor zichzelf.
Kun je deze roman beschouwen als een boek over het ontstaan van de SP? Ja, want tegenover de ruimte voor de verbeelding staat evenveel ruimte voor een documentaire reconstructie van de geschiedenis. Door gebruik te maken van de eigen herinnering, (mede)getuigen te interviewen en historische bronnen te raadplegen schetst Koos van Zomeren een haarscherp – nu eens komisch dan weer wrang, nu eens ontluisterend dan weer inspirerend - beeld van de gang van zaken binnen een maoïstische splinterbeweging.
Die stad, dat jaar is de eerste roman die ik van Koos van Zomeren las. Ik heb 'm uit de bibliotheek geleend nadat ik Van Zomeren in een aflevering van Benali in boeken over Nijmegen en het pand in de stad waar de SP begin jaren ’70 huisde hoorde praten. Doordat ik Van Zomerens werk niet kende, wist niet wat ik moest verwachten. Mijn voorstelling van de vroege jaren ’70 werd tot nu toe bovendien vooral bepaald door Boudewijn Büchs Links! en de Zweedse film Together.
Op zich vind ik het onderwerp, de ontstaansgeschiedenis van de SP vanuit een kleine marxistisch-leninistische of toch maoïstische groepering eind jaren ’60, begin jaren ’70 erg interessant. Het harde werken van de mensen op straat, het protest tegen de oorlog in Vietnam, de steun aan grote stakingen, het organiseren van lokale kraakacties en andere, kleinere protesten. Ook krijg je een aardige indruk van de onderlinge verhoudingen, de pogingen om mensen in de Partij te betrekken en het niet altijd even democratische gehalte van de Partij.
Toch had ik grote moeite met het lezen van deze roman. Van Zomeren heeft voor een mengvorm van fictie en non-fictie gekozen. Hij combineert de ervaringen van een fictief personage, Bert Staal, met zijn eigen herinneringen, bijna dertig jaar later uitgesproken en opgeschreven. Dit wisselt na ieder hoofdstuk. De feiten die in de fictieve hoofdstukken worden gepresenteerd, wijken ook nog eens af van de feiten die de oudere Van Zomeren zich herinnert.
Ik vind dat procedé erg verwarrend. Ik had liever gezien dat de auteur een keuze had gemaakt voor een van beide vormen. Bij een keuze voor fictie had de stortvloed aan namen van verschillende personen vervolgens achterwege kunnen blijven, bij de keuze voor non-fictie had je in die stortvloed het hoofd boven water kunnen houden met behulp van een persoonsregister. En een literatuurlijst, voor degene die meer wil lezen over dit onderwerp.
Ondertussen heb ik begrepen dat Van Zomeren al eerder over zijn verleden bij de SP heeft geschreven. Wellicht zou ik in die twee romans wel gevonden hebben wat ik hier hoopte vinden. En misschien wordt het tijd om binnenkort Links! nog weer eens te lezen.
Koos van Zomeren op Wikipedia
flickr
Labels:
04-07-2010,
26-06-2010,
Die stad dat jaar,
Koos van Zomeren,
Nederland,
Nederlands,
non-fictie,
roman
Abonneren op:
Posts (Atom)