zaterdag 29 december 2012

Tommy Wieringa | Dit zijn de namen

Tommy Wieringa - Dit zijn de namen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2012, 302 pagina's.

Een grensstad in de steppe. Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad. Als Pontus Beg, commissaris van politie, ze laat oppakken, wordt in hun bagage het bewijs van een misdaad gevonden. Beg ontrafelt de geschiedenis van hun helletocht, die gaandeweg verweven raakt met de ontdekking van het verhaal over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van de stad, leert hem de waarheid kennen over zichzelf.
Met humor en wijsheid verbindt Tommy Wieringa de duistere binnenwereld van de mens met de vraag naar wie wij zijn en of verlossing mogelijk is.


Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan

Tommy Wieringa

flickr

zondag 23 december 2012

Camilla Läckberg | Engeleneiland

Camilla Läckberg - Engeleneiland. Amsterdam, Anthos, juni 2012 (3), 415 pagina's. Juni 2012 (1, NL), 2011 (1, Z).
Oorspronkelijke Zweedse titel: Änglamakerskan, vertaald door Elina van der Heijden en Wiveca Jongeneel.

Inspecteur Patrick Hedström onderzoekt een brand op het eiland Valö. Hierbij verdiept hij zich eveneens in een oude, nooit opgeloste verdwijningszaak. Het lijkt erop dat het kwaad uit het verleden weer bovenkomt...

Camilla Läckberg | Zeemeermin

Camilla Läckberg op Wikipedia

flickr

dinsdag 18 december 2012

A.L. Snijders | Brandnetels & verkeersborden

A.L. Snijders - Brandnetels & verkeersborden. 194 ZKV's. Enschede/Doetinchem, AFdH, maart 2012 (2), 309 pagina's. 2012 (1).

Over de titel van dit zeerkorteverhalenboek (SIC) is veel te doen geweest. Kenners vonden Brandnetels & verkeersborden 'een dooie titel'. 'Daarom is-ie zo goed,' zei A.L. Snijders, 'net zo saai en oninteressant als mijn leven.' Een merkwaardig argument, aangezien de ZKV's in deze vijfde bundel andermaal getuigen van Snijders' rijke binnenleven en speelse geest en ons opnieuw laten kennismaken met een keu aan unieke figuren. Beschaving, cultuur, machines, overspel, literatuur, dieren: alle vertrouwde thema's keren terug.

AFdH Uitgevers maakt bij voorkeur boeken, ook literaire, waarin woord en beeld gecombineerd worden. Wij zijn er trots op dat we in deze bundel vier schilderijen van Gummbah konden opnemen. De tekenaar is een liefhebber van het werk van Snijders en andersom geldt hetzelfde: 'Mijn bewondering voor Gummbah geldt zijn vreemdheid. Als de Volkskrant komt, kijk ik altijd eerst naar zijn tekeningen. Dat hij zo'n woede bij doctorandussen weet te veroorzaken, vind ik fascinerend.'

Talloze malen was de auteur in het nieuws nadat hem in 2010 de Constantijn Huygensprijs werd toegekend, vaak vroeg men hem of hij veranderd is na alle toegezwaaide lof. Het antwoord is neen. A.L. Snijders is precies dezelfde gebleven. De auteur schreef ons: 'Als iemand vraagt: wat voor schrijver is die Snijders, zeg dan maar: een schrijver als andere schrijvers.' U begrijpt dat wij het daar niet mee eens zijn.

AFdH Uitgevers, Paul Abels & Martien Frijns


Voor het eerst maakte ik kennis met de ZKV's van A.L. Snijders in het fotoboek De geur van carbolineum: boerenschuren op erf en land van Lyde de Graaf. Brandnetels & verkeersborden is de eerste bundel zeer korte verhalen (ZKV's) die ik van Snijders las.

Ik moet het maar direct eerlijk toegeven: ik ben verkocht, Snijders heeft er een fanatieke fan bij. Ik ben gevallen voor de verhalen die soms maar uit twee, drie alinea's bestaan, waarin Snijders zó veel zegt en je tot zo veel gedachten aanzet, dat het lijkt alsof je op zijn minst een 'normaal' kort verhaal of roman hebt gelezen. De onderwerpen van de ZKV's variëren van jeugdherinneringen tot de kip die niet gepakt kan worden door een roofdier dat 's nachts rond Snijders' huis loopt, van lassen en de vraag of de ander wel kan lassen tot de boeken die Snijders gelezen heeft.

Deze zomer las ik Tommy Wieringa's Ga niet naar zee. Snijders schrijft over contact met de schrijver Tommy Wieringa, en beschrijft een persoon, Joost Conijn, die ook in de hierboven genoemde bundel van Wieringa figureert. Beide schrijvers schrijven met bewondering over deze persoon, die met een zelfgebouwd vliegtuig naar Afrika vliegt.

Nu ik Brandnetels & verkeersborden heb gelezen, begrijp ik dat Wieringa een jonge leerling van Snijders moet zijn. Beide schrijvers werken op dezelfde manier, al zijn de verhalen van Snijders vaak nog veel korter dan Wieringa's stukjes. Overeenkomend is ook de manier waarop beide schrijvers beschrijven wat hen bezighoudt in het dagelijkse leven en in hun gedachtewereld. Daarbij citeren beiden ook uit de werken die zij lezen, als er stukjes zijn die hen raken. Een citaat uit het verhaal Inktpot, waarmee Snijders op zijn beurt mij heeft geraakt:

Ik ga een verhaal lezen, ik installeer me in een diepe stoel. Het heet 'Het water der vergetelheid', geschreven door Vladimir Toetsjkov en vertaald door Monse Weijers. In de tweede alinea lees ik: 'Serjoga dook een jaar of acht geleden op. Als sneeuw in juli of een sproeiwagen in februari, als mensen met een verfijnde psychische constitutie de inktpot pakken en zachtjes beginnen te wenen.'
Ik houd op met lezen, wat betekent deze zin? Moet je een Rus zijn om dit te kunnen begrijpen? Ik ben een Hollander en wel degelijk getroffen door die inktpot en dat weten. De vertaler verwijst me naar een noot:

DE INKTPOT PAKKEN en ingetogen beginnen te wenen – toespeling op een gedicht van Boris Pasternak: 'Februari. De inktpot pakken en wenen.' (1912) Wat het in deze context betekent, is moeilijk te doorgronden.


Het verhaal sluit af met het plan dat Snijders maakt om deze regel uit te spreken in het bijzijn van een kennis, die over de hele wereld werkt, ook in Rusland. Hij stelt zich voor dat Pasternaks gedicht zo maar aan deze man kan zijn voorgelezen, ergens in een café in Rusland. Snijders hoopt dan op herkenning van de dichtregel in de ogen van die kennis. Dit is toch een prachtige manier om het beeld dat wij hier in het westen over Rusland hebben te verbeelden?

Snijders ontving in 2010 de Constantijn Huygensprijs. De aandacht voor deze bijzondere schrijver is sindsdien enorm toegenomen. Dat is, vind ik, terecht, want de ZKV's van Snijders verdienen het door zo veel mogelijk mensen te worden gelezen. Al was het maar omdat Snijders zo hartstochtelijk jonge bezoekers en ons lezers aanspoort de stukken van Karel van het Reve te lezen.

A.L. Snijders op Wikipedia

flickr

donderdag 13 december 2012

Kaweh Modiri | Meneer Sadek en de anderen

Kaweh Modiri – Meneer Sadek en de anderen. Amsterdam, Uitgeverij Thomas Rap, 2012, 187 pagina’s.

Een onstuimig, geestig en ontroerend verhaal over een Iraanse familie in Nederland.


Sam, de hoofdpersoon van Meneer Sadek en de anderen, is geboren in Iran. Omdat de vader gezocht wordt door de machtshebbers in Teheran besluit het gezin te vluchten. De toen nog bestaande Sovjet-Unie ligt voor de hand als nieuw vaderland, want vader is een communist. Eenmaal over de grens gekropen blijkt dat men in de Sovjet-Unie niet zit te wachten op Iraanse vluchtelingen, en het gezin wordt teruggestuurd. Uiteindelijk lukt het toch te vluchten, naar Istanbul. Na een lange tijd daar mag het gezin uiteindelijk naar Nederland afreizen en komt het in Amersfoort terecht in een nieuwbouwwijk. Het grootste gedeelte van de roman speelt zich in Nederland af, als Sam dertien, veertien jaar is geworden.

Modiri heeft deze roman met een vlotte pen geschreven. De taal is niet ingewikkeld en de toon is vaak humoristisch. Modiri voert niet alleen de gezinsleden op, maar ook 'meneer Sadek', een Iraanse vluchteling die dakloos is en de weg een beetje kwijt is, die een tijdje in het gezin op adem kan komen, maar ook personages die in een asielzoekerscentrum bij Amersfoort wonen, en de Iraanse Sali, die in Parijs woont, waarop Sam hals over kop verliefd wordt.

Het aantrekkelijke van deze roman is dat Modiri vanuit het perspectief van eerst een klein jongetje en later een puberende jongen de eigenaardigheden van zijn gezin becommentarieert, bijvoorbeeld het conflict tussen de opstandige grote broer, die verwesterd is en de vader die zich voorneemt dat hij het gaat maken in Nederland en eigenlijk alleen maar bezig is met kansloze zakelijke plannen, dat beangstigend hoog oploopt. Sam levert commentaar zoals een puber dat zou doen, maar het is ondanks al die opstandigheid wel een liefdevol commentaar.

Eerlijk gezegd vond ik de gedeeltes die in Iran en Rusland speelden het indrukwekkendst. De scenes waarin Modiri beschrijft hoe de mannen die Sams vader zoeken juist Sam als vijfjarige eruit pikken om te ondervragen, in de hoop dat de jongen in zijn onwetendheid de verblijfplaats van vader zal verraden is beangstigend realistisch geschreven en deed me denken aan verhalen die ik over de manier van werken van de KGB heb gehoord. Ook de mislukte vlucht naar de Sovjet-Unie, omdat vader denkt dat men daar een kameraad uit Iran met open armen zal ontvangen is schrijnend, en tegelijk ontroerend beschreven.

Meneer Sadek en de anderen is een zeer leesbare, humoristische, maar ook schrijnende roman. Een aanrader!

Kaweh Modiri

flickr

zondag 9 december 2012

Sarah Prineas | De dief en de magiër

Sarah Prineas – De dief en de magiër: Boek 1. Haarlem, Gottmer, 2009 (2), 304 pagina's. 2008 (1, VS), 2008 (1, NL).
Oorspronkelijke Engelse titel: The Magic Thief, vertaald door Sofia Engelsman.

Eigenlijk had Rafi dood neer moeten vallen toen hij de locus magicalus, een steen met magische krachten, stal uit de jaszak van de oude tovenaar Nimmeral. Maar dat gebeurde niet. Nimmeral is dan ook heel verbaasd en zijn interesse is gewekt: waarom is de jonge dief nog in leven? De magiër besluit Rafi aan te nemen als zijn leerling, op voorwaarde dat de jongen binnen een maand zijn eigen locus-steen vindt. Tijd genoeg, denkt Rafi, maar dat valt tegen. De tovenaarslessen van Nimmeral kosten veel tijd, en dan moeten meester en leerling er ook nog achter zien te komen waarom de magie uit de stad Wellekom verdwijnt.


Op LibraryThing omschreef iemand De dief en de magiër zo: "Think of Oliver Twist in a fantastical setting." Die vergelijking dringt zich inderdaad op, want Rafi is ook een wees, die zich in leven houdt door zakken te rollen. Als Rafi de magische steen van tovenaar Nimmeral rolt, blijft hij – in tegenstelling tot wat hoort te gebeuren – in leven. Dat zorgt ervoor dat Nimmeral Rafi onder zijn hoede neemt. De andere tovenaars eisen wel dat hij binnen een maand zijn eigen magische steen vindt. Dat blijkt makkelijker beloofd dan gedaan.

Het aardige van deze fantasyroman voor kinderen is niet alleen het verhaal, dat vlot en onderhoudend verteld wordt. Er is een hele wereld uitgedacht, die uit 'magische knooppunten' bestaat. Het verhaal speelt zich af in een stad die op zo'n magisch knooppunt is ontstaan. De schrijfster heeft haar best gedaan die hele stad in te richten volgens de regels van het genre: een goede en een slechte plek, met in dit geval daartussen eilanden in een rivier waar de tovenaars van de stad huizen, als een soort verdedigingslinie tussen goed en kwaad. De vertaalster heeft weer haar best gedaan in het Nederlands namen te bedenken die aansluiten bij de Engelse benamingen – niet bestaande namen, die wel iets zeggen over de plaats of persoon. Zo heet het goede gedeelte van de stad Ochtendgloren.

Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Rafi en Nimmeral. De hoofdstukjes die vanuit Nimmerals perspectief zijn geschreven zijn in de vorm van dagboekaantekeningen gegoten en in een soort telegramstijl geschreven. Daaronder staan soms aantekening van Rafi, in 'runetekens', die je kunt ontcijferen aan de hand van het alfabet dat achterin het boek is opgenomen. Daar vind je ook een aantal receptjes van gerechten die in het boek genuttigd worden.

De dief en de magiër is een boek dat kinderen in de leeftijd van tien, elf jaar die geïnteresseerd zijn in fantasy zeker zal aanspreken. Het is zeker niet slechts geschreven en het leest als een trein. Dat dit het eerste deel van een trilogie is, maakt het nog extra aantrekkelijk.

Sarah Prineas op Wikipedia
Sarah Prineas (Engels)

flickr

donderdag 6 december 2012

Nelleke Noordervliet | Vrij man

Nelleke Noordervliet – Vrij man. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Augustus, mei 2012 (2), 464 pagina's. Mei 2012 (1).

Van bol.com, vanwege het ontbreken van tekst op de achterflap:
Plaats van handeling:
De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën en de Nieuwe Wereld. Hoofdpersoon: arts en jurist Menno Molenaar, die na de vroege dood van zijn vader het genadebrood van zijn Rotterdamse koopmansfamilie eet, en eenzaam en koppig zijn weg zoekt. De jonge Menno Molenaar komt aan de Leidse Alma Mater in contact met twee werelden: die van de perverse Engelse lakenreder Dixon en die van de jonge radicale denkers rond Spinoza. Met een van hen, Adriaan Koerbagh, sluit hij vriendschap. Molenaar rondt zowel een studie rechten als medicijnen af. Ondanks zijn voorkeur voor de geneeskunst wordt hij door Dixon naar Den Haag gemanoeuvreerd om daar in dienst van raadspensionaris Johan de Witt informatie te verzamelen die de Engelsen in hun eeuwige conflict met de Nederlanden goed kunnen gebruiken. De werelden van de radicale, integere denkers en die van de rijke Engelsman en diens naar liefde hunkerende vrouw raken op voor Menno Molenaar onverdraaglijke wijze met elkaar verknoopt. Als de druk die Dixon geestelijk en lichamelijk op hem uitoefent te groot wordt, kiest hij voor een rigoureuze daad van extreem geweld, waarna hij scheep gaat naar de Nieuwe Wereld.

In New York probeert Menno Molenaar in het reine te komen met het turbulente verleden. Hij streeft de vestiging van een ideale gemeenschap na volgens de regels van zijn radicale vrienden. Maar idealen laten zich niet zomaar realiseren en de last van het onbuigzame lot bepaalt uiteindelijk het teken waarin zijn leven definitief komt te staan.

Dat is het verhaal van Menno Molenaar.
Maar er is meer…

Nelleke Noordervliet is onderdeel van het verhaal, zij wandelt met Menno Molenaar door het decor van zijn verleden. Zij schrijft zijn geschiedenis, die een vertekening is van de echte geschiedenis. Kan zij immers het verleden echt kennen, echt begrijpen? Ziet ze niet wat ze kent: de problemen van haar eigen tijd teruggeplaatst in het verleden? Om haar blikveld te verruimen vervlecht Nelleke Noordervliet haar verhaal van Menno Molenaar met persoonlijke getuigenissen van mensen die Menno’s leven delen – historische personages als Lieuwe van Aitzema en Johan de Witt, en fictieve personages want Vrij man is en blijft een roman.


In Vrij man beschrijft Noordervliet het leven van de fictieve persoon Menno Molenaar, een Rotterdammer van niet al te gefortuneerde komaf die in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën leeft, de kans krijgt twee studies af te ronden en carrière te maken in Den Haag, bij De Witt. De inhoud van de roman wordt vrijwel volledig samengevat in de tekst die hierboven staat, daar zal ik hier verder niet over uitweiden.

Laat ik beginnen met wat me niet beviel in deze roman. Noordervliet heeft ervoor gekozen zelf aanwezig te zijn in deze roman. Ze beschrijft verschillende 'ontmoetingen' met Menno Molenaar in het heden waarin wij leven. Het doel daarvan is om de moderne lezer Menno Molenaars worsteling met de vragen van zijn tijd beter te laten begrijpen. Ook is het idee dat de mens Menno Molenaar daarmee voor ons beter te begrijpen zou zijn. De bedoelingen zijn goed, maar deze constructie heeft mij vooral geirriteerd. Ze onderbreken het verhaal, en kwamen op mij als niet erg geloofwaardig over. Zo zeer dat ik na eerste tien, vijftien bladzijden overwogen heb niet verder te lezen.

Deze 'onderonsjes' beslaan gelukkig niet het overgrote gedeelte van de roman. In die gedeeltes van de roman waarin Noordervliet de gebeurtenissen simpelweg beschrijft vanuit het perspectief van Menno Molenaar en zijn tijdgenoten is deze roman op zijn sterkst. Beschrijvingen waarin Noordervliet bijvoorbeeld beschrijft hoe een stad in die tijd ruikt of hoe men denkt naar het functioneren van het menselijk lichaam met de stand van de wetenschap van toen zijn echt goed.

Noordervliet beschrijft daarnaast de historische gegevens van die tijd – de jaren 1670 – op een interessante, en begrijpelijke manier. Daarbij gaat het niet alleen om de oorlogen met Engeland, maar ook het ontluiken van stromingen die niet zonder meer in God geloven, die meer vertrouwen stellen in de wetenschap en die vrij willen kunnen spreken en schrijven, ook als hun mening afwijkt van de algemeen geldende mening. Een bijzonder interessante periode waarin wordt geworsteld met vragen die ook nu nog relevant zijn.

Het perspectief wisselt regelmatig van dat van Molenaar naar andere personages, zodat gebeurtenissen ook vanuit het standpunt van die andere personages – historische en fictieve – worden belicht. Ik vind die literaire techniek een waardevolle aanvulling op het verhaal.

Al met al een roman die aardig was om te lezen, die een stuk beter zou zijn geweest als de 'onderonsjes' met de schrijfster zelf in het heden waarin wij zelf leven achterwege zouden zijn gelaten.

Nelleke Noordervliet

flickr

donderdag 22 november 2012

Pearl Goodman | Peril

Pearl Goodman – Peril: From Jackboots to Jack Benny. Bridgeross Communications, Dundas, Ontario, 2012, 197 pagina's.

The daughter of Holocaust survivors, Pearl Goodman grew up in Toronto in the 1960s. In this exceptionally original memoir, written with wry humor and a sharp satirical eye, she juxtaposes popular culture with the jarring transitions and contradictions in her and her parents' lives. Striving to make sense of her emerging identity, she invokes TV shows, ads, movies, and distinctive details of the material and ideological landscape, while interweaving them with her parents' harrowing wartime experiences of concentration and refugee camps, and the drama and uncertainty of their postwar emigration first to Israel, and then to Canada.


Peril ontving ik in het kader van het EarlyReviewers programma van LibraryThing. Het is een boek waar ik zonder dat programma niet zo snel tegenaan zou zijn gelopen. Het is een autobiografisch boek, waarin de schrijfster, Pearl Goodman, haar herinneringen aan haar jeugd in Toronto beschrijft, van eind jaren '50 tot eind jaren '60.

Zoals iedereen weet veranderde de wereld in die jaren in rap tempo. Waar dat in 'normale' gezinnen al voor een generatiekloof zal hebben gezorgd, leidde dit in het gezin waarin de schrijfster opgroeide tot een nog grotere kloof, omdat haar ouders kampen met trauma’s opgelopen tijdens hun opsluiting in onder andere Auschwitz en de moeilijke weg naar het land waar ze uiteindelijk zullen blijven wonen, Canada.

Je zou dan al snel kunnen denken dat Peril daarmee alleen een beklemmend, treurigstemmend boek moet zijn geworden, maar dat is het niet. Natuurlijk zijn de ervaringen en trauma’s die Goodman beschrijft vreselijk, maar ze beschrijft het met een heel aangenaam aanvoelende humor. Die dialogen sprankelen en doen je, ondanks de tragiek van die verwoeste levens, glimlachen.

Het lezen van dit boek is geen lichte kost, maar het toont wel aan dat de trauma’s die je als mens hebt opgelopen daarna wel degelijk in alle facetten van het leven aanwezig zijn – ook als het de opvoeding van kinderen betreft en dat daardoor die kinderen ook weer beschadigd kunnen raken. Peril is daarom een belangwekkend boek.

flickr

maandag 19 november 2012

Donna Leon | Nobiltà

Donna Leon – Nobiltà. Amsterdam, De Boekerij, 2001 (2), 208 pagina's. 2001 (1, NL), 1998 (CH).
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler, originele titel A Noble Radiance.

In een klein stadje aan de voet van de Dolomieten liggen al eeuwenlang de ongerepte tuinen van een verlaten boerderij. Maar dan wordt op een dag de nieuwe eigenaar niet grote spoed door de werklui naar zijn buitenverblijf geroepen. Zij hebben een macabere vondst gedaan: een graf niet daarin het halfvergane lichaam van een man. Aan de ring te zien die dichtbij wordt gevonden, gaat het hier om een telg van een invloedrijke, adellijke en zeer welgestelde Venetiaanse familie, wier enige zoon enige tijd geleden is gekidnapt. Het moordonderzoek van commissaris Brunetti verloopt aanvankelijk redelijk voorspoedig. Toch ligt de oplossing van de tragedie nog ver buiten zijn bereik. Want hij zal eerst de geheimen in het leven van de vermoorde man moeten achterhalen voor Brunetti kan begrijpen waarom hij moest sterven... Veel hulde in de pers voor Donna Leons Venetiaanse misdaadromans: 'Donna Leon schrijft uitstekende boeken die in Venetië zijn gesitueerd met de alleraardigste commissaris Brunetti als speurder.'


Nobiltà is het zevende deel van de serie boeken over Guido Brunetti. Deze keer onderzoekt Brunetti de dood van een jongeman, die van adellijke afkomt blijkt te zijn. Hij is twee jaar eerder ontvoerd en verdwenen.

Zoals gebruikelijk onderzoekt Brunetti de zaak door vooral veel te praten, hier en daar met behulp van de computerkunsten van juffrouw Elletra te gebruiken. De ontrafeling van het plot is als altijd spannend, en boeiend beschreven. Het blijft een genot om de boeken over Brunetti te lezen.

Donna Leon | Fatalità
Donna Leon | Een stille dood
Donna Leon | Acqua alta
Donna Leon | Salto Mortale
Donna Leon | De dood draagt rode schoenen
Donna Leon | Duister glas
Donna Leon | Dood in den vreemde
Donna Leon | Death at La Fenice

Donna Leon op Wikipedia (Engels)

flickr

zondag 4 november 2012

Татьяна Соломатина | Коммуна

Татьяна Соломатина – Коммуна, студенческий роман. Москва, Яуза-пресс/Эксмо, 2011, 512 с.
(Tatyana Solomatina – Kommuna, studencheskiy roman. Moskva, Yauza-press/Eksmo, 2011, 512 str.)

Забавный и грустный, едкий и пронзительный роман Татьяны Соломатиной о "поколении подъездов", о поэзии дружбы и прозе любви. О мудрых котах и глупых людях. Ода юности. Поэма студенчеству. И, конечно, все это "делалось в Одессе"!
"Кем бы он ни был, этот Ответственный Квартиросъемщик... Он пошел на смелый эксперимент, заявив: "Да будет Свет!" И стало многолюдно..." Многолюдно, сумбурно, весело, как перед главным корпусом Одесского медина во время большого перерыва между второй и третьей парой. Многолюдно, как в коммунальной квартире, где не скрыться в своей отдельной комнате ни от веселого дворника Владимира, ни от Вечного Жида, ни от "падлы Нельки", ни от чокнутой преферансистки и ее семейки, ни от Тигра, свалившегося героине буквально с небес на голову...


In het begin heb erg moeten wennen aan de stijl die Solomatina in Kommuna gebruikt. Hoewel Kommuna een roman over het studentenleven is, is de schrijfster zelf wel erg nadrukkelijk aanwezig. Ze doorspekt de roman niet alleen met opmerkingen als: "Beste lezer, weet u nog hoe het was toen u zelf jong was", maar ook spreekt ze de jongere lezers rechtstreeks aan door de bijzonderheden van de laatste jaren van de Sovjet-Unie uit te leggen. Dat laatste is voor de jongere lezer op zich belangrijk, maar ook op te zoeken op internet. Het houdt het verhaal nogal op, al die tussenwerpsels, die soms bladzijdeslang doorgaan.

Ik heb verschillende keren overwogen het boek weg te leggen, juist omdat die mevrouw zo waanzinnig irritant aanwezig was. En toch is er iets in deze roman dat me dwong verder te lezen. Dat is in de eerste plaats het feit dat de schrijfster ondanks alles toch goed weet te appelleren aan de nostalgische gevoelens die je als lezer over je eigen jeugd en studententijd koestert - ook al studeerde je in een ander land en later dan de hoofdpersoon in deze roman.

Daarnaast sprak de locatie me aan – de roman speelt in die bijzondere stad, Odessa. Ik ben er nooit geweest, maar zou er graag nog eens naartoe gaan, om zelf de Potjemkintrappen die Sergey Eisentein beroemd heeft gemaakt af te lopen. Welnu: in deze roman komen ze verschillende keren voor.

Ook de hoofdstukken waarin Solomatina het leven in de communale woning waar de hoofdpersoon woont beschrijft vond ik onderhoudend. Op zich vind je in de hele voormalige Sovjet-Unie communale woningen, maar in Odessa is de bevolking van die communale woningen wel heel bont. Solomatina beschrijft die wereld heel zintuiglijk: de geur, het licht of het gebrek daaraan, het geluid – echt alsof je over de schouder van de hoofdpersoon meekijkt. Dat is mooi gedaan.

Uiteindelijk ben ik blij dat ik Kommuna heb uitgelezen. Hoewel ik tijdens het lezen voortdurend het gevoel had dat ik in een chicklit-roman terecht was gekomen, werd op het einde duidelijk dat dit niet het geval was. Want dat zou, is mijn vooroordeel, niet slecht zijn afgelopen. Geen meesterwerk helaas, maar uiteindelijk ben ik wel blij dat ik het gelezen heb.

Tatyana Solomatina (Russisch)

flickr

dinsdag 2 oktober 2012

Chad Harbach | The Art of Fielding

Chad Harbach – The Art of Fielding. Londen, Fourth Estate, 2012, 605 pagina's. 2011 (VS), 2012 (UK).

A wonderful, warm novel from a major new American voice.In The Art of Fielding, we see young men who know that their four years on the baseball diamond at Westish College, "a little school in the crook of the thumb of the baseball glove that is Wisconsin," are all they have left of their sporting careers. Only their preternaturally gifted fielder, Henry Skrimshander, seems to have the chance to keep his dream – and theirs, vicariously – alive, until a routine throw goes disastrously off course, and the fates of five people are upended. After his throw threatens to ruin his roommate Owen's future, Henry's fight against self-doubt threatens to ruin his; Mike Schwartz, the team captain and Henry's best friend, realizes he has guided Henry's career at the expense of his own; college president Guert Affenlight, a longtime widower, falls unexpectedly and dangerously in love; and his daughter, Pella, returns to Westish after escaping an ill-fated marriage, determined to start a new life. Written with boundless intelligence and filled with the tenderness of youth, The Art of Fielding is an expansive, warm-hearted novel about ambition and its limits, about family and friendship and love, and about commitment - to oneself and to others.


Ik wilde The Art of Fielding graag lezen, omdat het een boek over de sport honkbal is. Een sport die hier niet bijster populair is – al is dat sinds het Nederlandse team in 2011 wereldkampioen werd vast wat verbeterd. Zo nu en dan kijk ik graag naar honkbal op ESPN, maar de finesses van het spel gaan nogal eens aan mij voorbij. Wellicht was mijn genot bij het lezen van dit boek nog groter geweest als ik echt heel ingevoerd was in het spel.

Dat neemt niet weg dat ik heb genoten van de manier waarop Harbach de lange en zware weg beschrijft die je moet bewandelen als je daadwerkelijk talent hebt en je wilt doorstoten naar de Major League. Dat vergt nogal wat opoffering, en vooral stalen zenuwen. De twijfels die bij Henry toeslaan als een worp voor het eerst in lange tijd mis gaat beschrijft Harbach bijzonder onderhoudend en wat mij betreft overtuigd.

De eerste helft van The Art of Fielding gaat grotendeels over het trainen voor en het spelen van honkbal. Er is echter meer. Het is een roman waarin de levens van vijf totaal verschillende personages steeds hechter met elkaar verweven worden, rondom het honkbalveld. Op het eerste gezicht hebben ze nauwelijks iets gemeen, maar aan het einde van de roman blijkt de een niet zonder de ander te kunnen bestaan. Dat is het meesterlijke van deze roman: dat je de roman sluit met het idee dat het allemaal klopt. Daarnaast is de roman vlot geschreven, met prettige dialogen. Het was een genot om deze roman te lezen, ook toen ik mijn verjaardag met dit boek heb doorgebracht op het balkon van ons hotel in Žabljak, Montenegro, omdat manlief ziek in bed lag.

Detail: ik ben deze roman begonnen te lezen bij aankomst in Montenegro. Een week lang is de roman netjes in de rugzak meegereisd, het hele land door. Toen we weer naar huis vertrokken was ik zo onder de indruk van het woeste berglandschap onder ons, dat ik na de landing op het vliegveld bij Belgrado het boek in het vliegtuig heb laten liggen. De stewardessen van vliegtuigmaatschappij JAT hebben voor de vorm bij het boarden van ons vliegtuig gezegd dat ze erachter aan zouden gaan, maar dat heeft niets opgeleverd. Gemaild – ook geen resultaat. Ik heb dus een ander exemplaar uit moeten lezen. Mijn advies: pas goed op je exemplaar als je het leest, want deze roman is het waard om gekoesterd te worden!

Chad Harbach op Wikipedia (Engels)

flickr

vrijdag 28 september 2012

Florence Tonk | Blijf bij ons

Florence Tonk – Blijf bij ons. Amsterdam, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2010, 208 pagina's.

Emma verhuist met haar vriend naar Kiev, waar ze slecht kan aarden en haar relatie ziet verkruimelen. Als ze een datsja kopen op het Oekraïense platteland, besluit zij er in haar eentje te gaan wonen. Ze legt er een moestuin aan, gaat Engelse les geven en raakt gefascineerd door een geheimzinnig meisje met een aangrijpende geschiedenis.

Ook sluit Emma een innige vriendschap met de familie Boerjak. Maar dan komen er lastige vragen: hoort zij hier wel thuis? Waarom wil zij uitgerekend hier wonen, in dit modderige dorp vol oude vrouwen, dronkaards en een enkele achterblijver? Terwijl Emma steeds meer verbonden raakt met de kleine gemeenschap, raakt ze verstrikt in een liefdesaffaire en komt ze achter een duister geheim.

Blijf bij ons is een meeslepende roman over het verlangen naar overgave en de honger naar meer dan een leven vol voorzichtige compromissen. De zoektocht eindigt in een voormalig sovjetdorp dat nog altijd worstelt met de gevolgen van de geschiedenis.

Florence Tonk is dichter en freelancejournalist. Zij woonde in 2006 een jaar in Kiev. In datzelfde jaar publiceerde ze de dichtbundel Anders komen de wolven.


Blijf bij ons draait voor mij om de vraag of dat kan, als westerling 'een stap terugdoen' door je in een gesloten gemeenschap op het platteland van Oekraïne vestigen en daar vervolgens echt in de gemeenschap te worden opgenomen? Even lijkt het er in deze roman op dat dat kan, maar dan blijkt toch dat het niet kan. Op een nogal drastische manier.

Dat het niet kan, is niet verbazingwekkend. Je voelt dat als lezer al lang aankomen. En dat is dan ook mijn bezwaar tegen deze roman: het is nogal voorspelbaar. De vraag is alleen hoe het misgaat, en wanneer. Ook de aanleiding om op het platteland te gaan wonen – een relatie met de Nederlandse vriend waar de klad in komt – ligt nogal voor de hand.

Tonks beschrijving van Kiev en Oekraïne worden geprezen in recensies. Ik vond ze best aardig, maar niet bijzonder. Heb je weinig kennis van Oost-Europa, dan ervaar je dat ongetwijfeld anders.

Pluspunt is dat Blijf bij ons vlot geschreven is, en dat het daardoor lekker weg leest. Een aardig boek voor wie eens iets min of meer thrillerachtigs wil lezen, maar dan op een ongewone plaats.

Florence Tonk

flickr

zaterdag 15 september 2012

Eduard Kochergin | Christened With Crosses

Eduard Kochergin – Christened With Crosses: Notes taken on my knees. London, Glagoslav Publications, 2012, 226 pagina's. 2009 (1, Rusland).
Oorspronkelijke Russische titel: Крещенные крестами: записки на коленах, vertaald door Simon Patterson en Nina Chordas.

Orphaned when his parents are taken away as "enemies of the people", young Stepanych finds himself a ward of the Soviet state. He is miraculously rescued from a government orphanage in Nazi-besieged Leningrad, only to be placed in another children's institution in Siberia–a place of Dickensian attributes, where the leaders earn nicknames like Toad and Screwface, and where the young inmates are able to live their own lives only in secret, by night. Desperately longing for his native city and his Polish mother, Bronya, Stepanych flees the orphanage soon after the end of World War II.
This prizewinning memoir is the unforgettable story of a young boy’s dangerous, adventure-filled westbound journey along the railways of postwar Russia. Whether befriending a blind runaway, falling in with a gang of train burglars, witnessing an ancient beer-brewing ritual in a northern Russian village, learning the craft of fire-building from a Siberian hashish smuggler, or mastering the art of tattooing from a former Japanese War prisoner, Stepanych exhibits the resourcefulness and inner strength that allow him to triumph over peril and hardship. Most of all, this future artist hones the observant eye that will later enable him to vividly recount for his readers the several years of his long, obstacle-filled journey home.


Eduard Kochergin, geboren in de Sovjet-Unie in 1937, is een beroemde decorontwerper, die een groot gedeelte van zijn jeugd in kindertehuizen van de staat heeft doorgebracht. Hij kwam daar terecht nadat eerst zijn vader, een Rus, en later ook zijn moeder, een Poolse, werden gearresteerd. Kochergin kan zich alleen zijn moeder herinneren.

In Christened With Crosses beschrijft Kochergin dat wat hij zich herinnert van zijn jeugd: de idyllische tijd met zijn moeder, waarin hij alleen Pools leert spreken, zijn jaren in verschillende kindertehuizen van de staat en de lange reis vanuit Siberië naar het westen, met alle gevaren van dien. Het boek sluit af met de hereniging van Stepanych, Kochergins bijnaam in de kindertehuizen, met Bronya, zijn moeder, nota bene in het hoofdkwartier van de NKVD, in de Admiraliteit in de stad die toen Leningrad heette.

Verwacht van Christened With Crosses geen mooi aan elkaar geregen streng opgepoetste herinneringen. Kochergin springt van herinnering naar herinnering, de ene nog schrijnender dan de andere. De ondertitel van het boek, Notes taken on my knees kondigt dat al aan. Het resultaat is een fragmentarische verzameling herinneringen, waaruit, vind ik, toch een samenhangend beeld ontstaat van een intrigerend fenomeen: de bezprizorniki. Dit zijn kinderen die zonder toezicht van hun ouders opgroeien, vaak op straat, omdat hun ouders tijdens de Burgeroorlog of de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, zoals in het geval van Kochergin, verdwenen zijn.

Volgens de achterflap beschrijft Kochergin Dickens-achtige taferelen in de kindertehuizen in de Sovjet-Unie tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Omdat ik nooit iets heb gelezen van Dickens, kan ik dat niet bevestigen. Het is echter wel een ontluisterend en treurigmakend beeld dat Kochergin schetst van de kindertehuizen waarin Stepanych verblijft. Onderweg ontmoet Stepanych andere bezprizorniki en zowel welwillende als kwaadwillende volwassenen. Als je uitgaat van de totale greep van Stalins systeem op het leven van de burger is het een wonder dat Stepanych überhaupt aankomt in Leningrad, zonder ergens voorgoed te worden opgesloten.

Het onderwerp van Christened With Crosses greep me direct. De fragmentarische structuur werkte goed voor mij. Kochergin vertelt zijn verhaal over vastberaden volharding, hoe klein je kansen ook lijken, boeiend. Ik wist verder weinig van de bezprizorniki in de beschreven periode, direct na de Tweede Wereldoorlog, en dat maakt dat ik dit boek met bijzonder veel plezier heb gelezen. Kochergin won voor deze roman de National Beststeller Prize 2010.

Eén minpunt: er staat zoveel jargon in het boek, dat ik het erg jammer vind dat ik het boek in het Engels heb gelezen, en niet in het Russisch.

flickr

zondag 9 september 2012

Casper Silk - Hotel Noir

Casper Silk – Hotel Noir. Smashwords Edition, 2012, 147 pagina's.

Welcome to the Hotel Noir, peerless gem of hospitality and sole holder of a Michelin star on the island of St. Germaine.

When the controversial American author Francis Stein is stabbed to death in the hotel’s environs, the search for his murderer takes islander Bat Manley north to the other half of Stein’s double life, south to St. Germaine’s vice-ridden slums, and finally into the realm of the psyche, where the blind see and the dead speak.


Hotel Noir is een roman waarin een mysterie wordt ontrafeld. Hoofdpersoon Francis Stein, een Amerikaanse schrijver, wordt vermoord op het tropische eiland waarop hij al jaren overwintert. Een lokale roddeljournaliste, Bat Manley, probeert erachter te komen wat er nu precies is gebeurd en wie er verantwoordelijk is voor Steins dood.

Zo kort samengevat klinkt de inhoud van deze roman als een overzichtelijk geheel. Dat is het echter niet. Silk heeft alle informatie die nodig zijn voor het ontrafelen van het mysterie zorgvuldig gedoseerd, waardoor het tot het einde van het boek onduidelijk blijft wat er nu precies gebeurd is. Daarnaast beschrijft Silk de rijke hotelgasten, de veel minder fortuinlijke eilandbewoners en het eiland zelf. Deze combinatie van mysterie en sociale kritiek zorgt voor een heel onderhoudende, bijzonder leesbare roman.

Naast het mysterie in de roman zelf, is er nog een tweede mysterie: Casper Silk is een pseudoniem van een bekende schrijfster. Wie dit pseudoniem gebruikt kan, volgens de aankondiging in het boek, nog niet onthuld worden. Dat vind ik jammer, want ik zou zeker meer willen lezen van deze schrijfster.

flickr

vrijdag 7 september 2012

Илья Бояшов | Кто не знает братца Кролика!

Илья Бояшов - Кто не знает братца Кролика!: Петербургская быль. Москва/Санкт-Петербург, Лимбус Пресс, 205 стр.
(Ilya Boyashov - Kto ne znaet bratca Krolika!: Peterburgskaya byl'. Moskva/Sankt-Peterburg, Limbus Press, 205 str.)

Бывают в истории моменты, когда грань между действительностью и фантастикой стирается, а в жизнь ничем не примечательных людей начинает прорываться ветер с той стороны реальности. Таким моментом было в России начало девяностых годов.
И кому как не Илье Бояшову - признанному мастеру философской притчи, легкой истории как бы о жизни, а как бы и о чем-то большем ("Путь Мури", "Армада", "Танкист, или "Белый тигр""), - писать об этом страшном и веселом времени?


Kto ne znaet bratca Krolika! is niet vertaald in het Nederlands. De titel betekent zoveel als 'Wie kent broer Konijn niet!'. Dat klinkt in Nederlandse oren lolliger dan het door de auteur bedoeld is, denk ik. Ongewild kondigt het toch wel een beetje aan dat deze roman weliswaar een serieus thema behandelt, maar dan op een wat lichtvoetige toon.

Het onderwerp is als volgt: een leraar van bijna middelbare leeftijd, Denis, – wellicht gebaseerd op de auteur zelf – raakt begin jaren '90 zijn baan in het onderwijs kwijt en moet op zoek naar andere bronnen van inkomsten. Hij woont in één huis met zijn moeder – die veel weg is – en zijn boertje en wil eigenlijk schrijver worden. Daartoe bezoekt hij wel literaire cafés, waar men uit eigen werk voordraagt, maar brood op de plank brengt deze onderneming niet.

Dan dient 'broer Konijn' (Krolik) zich aan. Krolik verdient op niet geheel eerlijke wijze, zo wordt gesuggereerd, zijn geld en hij biedt Denis een deal aan. Dat het uiteindelijk niets wordt met die deal, mag niet verbazen. We zijn dan echter wel 200 bladzijden vol hilarische situaties, die zich veelal alleen maar in die rare jaren 1990 in Rusland konden voordoen, verder.

Ik moest regelmatig denken aan de verhalen van Nikolay Gogol over Sint-Petersburg, waarin het vreemde, het magische van die stad wordt benadrukt. Boyashov doet dat ook, maar hij beschrijft het Sint-Petersburg van de wilde jaren '90. Een wereld van verschil, maar niet minder boeiend voor de lezer – zeker als je in die jaren in de stad hebt verbleven.

Typerend voor Boyashov: hij beschrijft een scene waarbij Krolik met zijn entourage en Denis met prostituees in een sauna zitten, pareren die dames de niet al te snuggere opmerkingen van de heren met citaten van Ploutarchos. Het vermakelijkst vond ik toch de personages die ronddwalen in de kelders waar de literaire cafés worden gehouden. Onderlinge nijd, opwinding over de gedeclameerde woorden – heerlijk!

Kto ne znaet bratca Krolika! is een onderhoudend, grappig boekje over een moeilijke periode in de moderne Russische geschiedenis. Tegelijkertijd behandelt het een belangrijke vraag: tot hoever kun je je grenzen verleggen om geld te verdienen?

Илья Бояшов | Танкист, или "Белый тигр"
Илья Бояшов | Конунг
Илья Бояшов | Путь Мури

flickr

vrijdag 24 augustus 2012

Silvia Avallone | Staal

Silvia Avallone - Staal. Amsterdam, De Bezig Bij, 2010, 351 pagina's.
Oorspronkelijke Italiaanse titel: Acciaio, vertaald door Manon Smit.

De dertienjarige Anna en Francesca wonen in hetzelfde appartementencomplex in Piombino, een klein industriestadje aan de Italiaanse kust met uitzicht op het eiland Elba. Elba is voor de rijken en toeristen, en onbereikbaar voor het gewone volk dat zijn brood verdient in de plaatselijke staalfabrieken. De meisjes zijn vanaf hun vroege jeugd onafscheidelijk, maar op de drempel van volwassenheid moeten zij afscheid nemen van hun zo vertrouwde leven en begint alles te draaien om hun verlangen als vrouw bewonderd te worden. In hun troosteloze arbeiderswijk proberen Anna en Francesca hun ontluikende seksualiteit uit te buiten om de bedrukte sfeer thuis te ontvluchten. Dan komt op een dag de liefde uit een onverwachte hoek, waardoor de onoverwinnelijke vriendschap tussen Anna en Francesca op losse schroeven komt te staan.

Silvia Avallone beschrijft op uiterst gevoelige wijze de levens van twee opgroeiende meisjes die gevangen zitten tussen conflicterende emoties van liefde en rivaliteit. Een nieuwe Italiaanse stem, een jonge schrijfster die door haar psychologische scherpzinnigheid een verpletterende indruk achterlaat.


Tot bladzijde 70 heb ik het weten te rekken met dit boek. Toen heb ik het opgegeven. Ik begrijp wel dat het boek niet alleen over erotische aantrekkingskracht en (verlangen naar) seks gaat, maar de stukken tot bladzijde 70 waarin die onderwerpen werden behandeld stonden me zo tegen, dat de eventuele andere kwaliteiten van het boek niet meer tot me doordrongen. Die zullen er toch wel moeten zijn, voor anderen in ieder geval. Je belandt immers niet zo maar op een shortlist voor een literaire prijs. Maar, zoals gezegd: ik heb ze niet gezien.

Silvia Avallone op Wikipedia (Duits)

flickr

maandag 20 augustus 2012

Christel van Bourgondië | Het raadsel van witte vlinder

Christel van Bourgondië | Het raadsel van de witte vlinder. Tilburg, Zwijsen, 2006, 214 pagina's.

Christel van Bourgondië schreef voor het kinderboekenabonnement Leesleeuw drie boeken over een barre tocht van Rusland naar Nederland. Ze staan nu samen in deze dikke omnibus.

Katja blijft staan. Ze grijpt me vast om niet te vallen, haar ogen strak op de stam van een dikke eik gericht. Ze loopt op de boom af en maakt een kommetje van haar handen. Het kommetje legt ze op de stam. 'Een wonder,' fluistert ze. 'Een wit vlindertje in een herfststorm.'

Met dit verhaal ga je tweehonderd jaar terug in de tijd. Michael en zijn familie reizen van Rusland naar de Lage Landen. Het is een verre, moeilijke reis. Michael en zijn zus raken hun ouders kwijt.
Onderweg komen ze allerlei mensen tegen, zoals het slangenmeisje Katja en de zonderlinge verenman, de wijze Taver en Sasja en de paardenknecht. Kan de raadselachtige witte vlinder hun de weg naar Zaandam wijzen?


V., acht jaar, bracht dit boek mee voor ons om te lezen. Want het ging immers over Rusland en Nederland, dus dat zouden we vast wel leuk vinden. Zelf was ze gestopt met lezen na een bladzijde of zestig, omdat ze er niets meer van begreep.

Ik kan me dat wel een beetje voorstellen. Het perspectief wisselt met ieder hoofdstuk naar een ander personage. Als je acht bent en je nog moet concentreren op de moeilijke Nederlandse en Russische woorden die in het boek gebruikt worden, is dat misschien een beetje te veel van het goede.

Het raadsel van de witte vlinder is echter wel een heel aardig kinderboek, juist vanwege de literaire kunstgreepjes. En ook omdat de schrijfster probeert kinderen iets van het verdwenen Rusland te laten zien. Het resultaat is een spannend verhaal, met een vleugje spanning en mystiek. De tekst wordt begeleid door mooie tekeningen. V. had gelijk: ik vond het leuk om te lezen.

flickr

zondag 19 augustus 2012

Екатерина Завершнева | Высотка

Екатерина Завершнева - Высотка. Москва, Время, 2012, 619 страниц.
(Ekaterina Zavershneva - Vysotka. Moskva, Vremya, 2012, 619 stranic.)

«Высотка» – это настоящий студенческий универсум начала девяностых. В нем есть Москва и Ленгоры, знаменитое высотное здание МГУ, зачеты, экзамены, разговоры на подоконниках, дневники и письма, много музыки, солнца и путешествий налегке. Главные герои «Высотки» интересны и важны себе и друг другу, серьезны и уязвимы так, как бывает только в юности. И все же в романе Екатерины Завершневой главное остается между строк. Это не сюжет, не подробности и даже не характеры, но сам воздух того времени. И, наверное, свобода, о которой так много говорят герои романа, не замечая, что они бессовестно, бесповоротно счастливы, и что этого счастья теперь ничто не сможет отменить…


Ineens was daar deze zomer een grote verrassing: een alumnus van de Moskouse Staatsuniversiteit, een mij onbekende Russische schrijfster, heeft een roman geschreven die aan het einde van de jaren 1980, begin jaren 1990 speelt, over een studente van diezelfde Moskouse Staatsuniversiteit. Ik heb zelf, midden jaren 1990, een aantal maanden doorgebracht aan die universiteit. Een roman waar je als lezer met zulke hooggespannen verwachtingen aan begint, kan alleen maar tegenvallen. Toch?

Daar was ik in ieder geval wel bang voor toen ik deze roman begon te lezen. Gelukkig viel het alleszins mee. In de eerste plaats was er natuurlijk in de eerste hoofdstukken al het feest der herkenning, als de schrijfster karakteristieke details van de MSU-campus en vooral het hoofdgebouw beschrijft. Heb je in dat gebouw gewoond, dan heb je je hart voor eeuwig verpand aan die magische plaats. Juiste dat magische karakter van het gebouw en de invloed die het op zijn bewoners heeft weet Zavershneva heel goed te vangen in het beeld dat ze van het gebouw en zijn omgeving schetst.

Geschreven vanuit de ik-persoon neemt de schrijfster de lezer mee op het pad naar volwassenheid van de hoofdpersoon, in die betoverende wereld van de beste universiteit van toen nog de Sovjet-Unie. Als je je als jong meisje uit de provincie in het studentenleven stort, hoort daar niet alleen de ontdekking van de 'wetenschap' bij, maar natuurlijk ook het opzetten van vriendschapsbanden voor het leven en het ontdekken van de liefde.

Specifiek voor de tijd die Zavershneva beschrijft is de zorg om het overleven op zich, omdat het leven in de Sovjet-Unie in zijn nadagen gekenmerkt wordt door geldontwaarding, onzekerheid, gebrek aan producten en – uiteindelijk – het verdwijnen van het land waarin je bent opgegroeid. Die omstandigheden zorgen ervoor dat je als tiener versneld volwassen wordt, of je dat nu wilt of niet.

Zavershneva heeft dit proces onderhoudend beschreven. Ze gebruikt daarbij allerlei literaire vormen, van de 'gewone' romanvorm tot regelmatig terugkerende gedichten, maar er is ook een hoofdstuk dat als toneelstuk is geschreven. Persoonlijk vind ik dat die wisselende literaire vormen de leesbaarheid van de roman niet altijd even veel bevorderen.

Toch is Vysotka (in het Nederlands: De wolkenkrabber) een geslaagde roman. De personages zijn geloofwaardig, en je kunt je daardoor gemakkelijk met hen en hun worsteling met het volwassen worden identificeren. Het was moeilijk om het boek weg te leggen, en toen ik het op een van de heetste dagen van het jaar uitlas, was ik zelfs een beetje bedroefd, omdat het genot van het lezen voorbij was en ik voor de tweede keer afscheid moest nemen van dat magische gebouw. Een mooi boek!

flickr

zaterdag 4 augustus 2012

Tommy Wieringa | Ga niet naar zee

Tommy Wieringa - Ga niet naar zee. Amsterdam, De Bezige Bij, 2010, 284 pagina's.

In Ga niet naar zee beweegt Tommy Wieringa zich tussen het wereldse rumoer en de stilte van kloosters en het platteland. De lezer volgt het leven van de schrijver op de voet, en leert dat succes of tegenslag geen invloed heeft op zijn werk – al schrijft het beter op een volle dan op een lege maag.
Tommy Wieringa maakte een persoonlijke selectie uit de korte stukken die hij in de loop der jaren schreef, zodat Ga niet naar zee leest als een kleine autobiografie.


Ga niet naar zee is een verzameling korte stukjes, alle niet langer dan drie bladzijden. Dit is geen fictie. De stukjes gaan over Wieringa zelf en de mensen en dingen uit zijn omgeving – bekende schrijvers, maar ook heel gewone mensen, zoals de man in Geesteren Overijssel die de APK-keuring van Wieringa's auto ieder jaar doet, of de ambtenaar bij wie Wieringa aangifte wil doen van de geboorte van zijn kind.

Uit een recensie van het boek, achteraf gelezen, heb ik begrepen dat de stukjes verschenen zijn in De Pers. Dat wordt nergens in het boek vermeld. Ik heb daarom tijdens het lezen voortdurend het gevoel gehad dat Wieringa ons hier een exclusief kijkje in zijn eigen belevingswereld geeft. Dat deze stukjes eerder met tienduizenden krantenlezers gedeeld werden, doet niets af aan de inhoud, maar maakt dat exclusieve gevoel nogal onterecht.

Welbeschouwd is ieder stukje een meesterwerk, qua inhoud en qua taal. Net als Martin Bril of A.L. Snijders kan Wieringa over iets kleins een mooi gebalanceerd stukje schrijven. Wieringa bedient zich daarbij steeds weer van prachtige taal. Zo schrijft hij in het stukje Synesthesie:

[…] toen het begon te sneeuwen. Het waren zulke grote vlokken dat je de kristalstructuren met het blote oog kon zien. We staken onze tongen uit en voelden de prikkelende kou en het smelten van de vlokken. Het leek van groot belang dat alles opeens naar aardbeienbavarois smaakte. De sneeuw en de lucht die ik inademde: alles aardbeienbavarois. Ik had dat niet eerder meegemaakt, dat geluk een smaak kreeg.

Of in Pitbull:

[…] ik keek naar de wolken en dacht aan Jan Baas. Van zijn voornaam was ik zeker, van zijn achternaam niet, hij heeft grote rol gespeeld in mijn leven. Ik herinner me zijn gezicht, al zou ik het niet kunnen beschrijven. Misschien dat ik me de sfeer Jan Baas beter herinner. Het nerveuze, het leven in de verdediging.
[…] Jan Baas rugbyde tegen beter weten in, met een hardnekkigheid die me vaag ergerde. Alsof hij weigerde zijn nederlaag toe te geven.
'Pitbull' werd hij genoemd, een niet zo sterke bijnaam die hij verwierf door zijn fysieke onvermogen om te tackelen, dat hij probeerde te compenseren door aan tegenstanders te gaan hangen met de hinderlijkheid van een braamtak.


Zinsnedes als "dat geluk een smaak kreeg", "leven in de verdediging" of "de hinderlijkheid van een braamtak" vind ik juweeltjes.

Lees dit boek! Ik heb ieder stukje in ieder geval met smaak gelezen, en toen het boek uit was, had ik enorme spijt dat het voorbij was.

Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan

Tommy Wieringa

flickr

zondag 29 juli 2012

Otto de Kat | Bericht uit Berlijn

Otto de Kat - Bericht uit Berlijn. Amsterdam, Van Oorschot, februari 2012, 205 pagina's.

Voorjaar 1941. Oscar Verschuur is diplomaat in Bern, zijn vrouw Kate werkt in een ziekenhuis in Londen en hun dochter Emma leeft in Berlijn, getrouwd met een Duitser. Alle drie moeten ze hun leven en liefde bevechten in een wereld die in een meedogenloze oorlog verwikkeld is geraakt. Alles komt op scherp te staan.
Het explosieve geheim dat Oscar van zijn dochter te horen krijgt, drijft de drie hoofdpersonen tot het uiterste.

Met Bericht uit Berlijn bevestigt Otto de Kat zijn bijzondere schrijverschap, dat inmiddels internationale erkenning heeft gekregen.


Bericht uit Berlijn stelt voor mij één vraag centraal: wat doe je, als iemand je vertelt over een nog geheim plan? Brief je de inhoud van het geheim door, dan kun je daarmee de levens van heel veel onbekende mensen redden, maar het leven van je eigen dochter komt daarmee wel in gevaar.

Het gaat in dit geval om de aanval van Nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie, codenaam Operatie Barbarossa, gepland voor 22 juni 1941. De Nederlandse diplomaat Oscar een paar weken voor die datum van het plan. Zijn dochter, die in Berlijn woont en getrouwd is met een Duitser die op het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt, vertelt het hem tijdens een bezoek. Oscar, zelf werkzaam in Bern, worstelt met de vraag of hij zijn meerderen in Londen op de hoogte moet stellen of niet. Daarnaast heeft De Kat meerdere verhaallijnen over liefdes van de verschillende personages met elkaar verweven, en belicht hij de historische achtergrond van het verhaal.

Ik vind Bericht uit Berlijn een meesterlijke roman. Inhoudelijk zit er erg veel in deze roman, maar De Kat overlaadt je niet met te veel informatie. Integendeel, ik had voortdurend het gevoel dat er geen woord te veel in deze roman staat, alsof de schrijver alle overbodige extra details zorgvuldig heeft geschrapt. Het resultaat is een sobere roman, die tot het laatst spannend blijft en waarover je nog lang kunt nadenken. Bericht uit Berlijn is een aanrader!

Otto de Kat op Wikipedia

flickr

zaterdag 28 juli 2012

Matt Hughes | Downshift

Matt Hughes – Downshift. Neustadt, Five Rivers, 2012, 132 pagina’s.

Sid Rafferty is between writing jobs, a rock and a hard place, and the poles of his luck. At this point, he's willing to take on just about any writing gig. But when a return to his political spin-doctor days collides with what should be a simple promo piece about a new ski resort in British Columbia's playground, Sid finds himself out of his depth, over his head, in love and at risk of his life.


Downshift kreeg ik in het kader van het Early Reviewers-programma van LibraryThing. Ik heb me voor deze roman opgegeven, omdat de blurb me aansprak: een schrijver die dringend verlegen zit om geld, Sid, neemt een freelance schrijfopdracht aan waarvan later blijkt dat er een erg stinkend luchtje aan zit. Wat volgt is een wervelwind van ontwikkelingen, waarbij tot het einde niet duidelijk is of welke groep mensen nu achter Sid aan zit.

Downshift is eigenlijke eerder een novelle dan een roman. Het is geen meesterwerk, maar het is een zeer leesbaar werkje, omdat de schrijver de spanning in het verhaal houdt. Sid voldoet niet aan het clichébeeld van de speurder, juist omdat hij een schrijver is, en omdat hij zich in de wereld van de politiek waagt. Ook dat maakt deze roman niet doorsnee. Voor de niet-Canadese lezer wordt ook de nodige uitleg gegeven over de politieke achtergrond die de schrijver gebruikt voor zijn verhaal. De beschrijvingen van de natuur rond Vancouver mogen er zeker ook zijn. Downshift is aangename lectuur.

flickr

donderdag 26 juli 2012

Arnaldur Indriðason | Grafteken

Arnaldur Indriðason - Grafteken. Amsterdam/Antwerpen, Q, 2011, 252 pagina's. 1998 (1, IJsland).
Oorspronkelijke IJslandse titel: Dauðarósir, vertaald door Adriaan Faber.

Op het met bloemen opgemaakte graf van de IJslandse vrijheidsstrijder Jón Sigurðsson wordt het naakte lichaam van een meisje gevonden. Waarom juist hier? Erlendur en zijn collega's staan voor een raadsel. Het slachtoffer was verslaafd aan heroïne. Dus beginnen Sigurður Óli en Elínborg hun onderzoek in het drugsmilieu. Een spoor leidt naar de Westfjorden van IJsland, waar Jón Sigurðsson vandaag kwam. Bestaat er een verband? Het oplossen van deze zaak wordt pas echt delicaat als blijkt dat ook kopstukken uit de economische wereld tot de verdachten behoren.

Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) is historicus en schrijver. Hij won twee keer de Martin Beck Award, de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Noord-Europa en de CWA Gold Dagger Award, de grootste prijs voor het spannende boek. Van Indriðasons boeken zijn wereldwijd meer dan zes miljoen exemplaren verkocht.


Grafteken is vorig jaar verschenen in het Nederlands, maar de auteursrechten voor het IJslandse origineel zijn al in 1998 vastgelegd. Grafteken is daarmee het tweede deel van de serie boeken over de IJslandse detective Erlendur.

Persoonlijk vind ik het jammer dat de serie niet op jaar van verschijning wordt vertaald. Ik vroeg me aan het begin van dit boek verschillende keren af waarom de schrijver bij de eerste verschijning van de hoofdpersonages ineens weer een uitgebreide beschrijving van hun achtergrond geeft, totdat ik me realiseerde dat dit niet het zoveelste deel was, maar het tweede deel van de serie. Als je de hierop volgende delen al gelezen hebt, word je dus op het verkeerde been gezet.

Gelukkig bevat Grafteken een zoals gebruikelijk goed geconstrueerd en toch altijd weer verrassend plot. Een prettige detective.

Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld

Arnaldur Indriðason op Wikipedia

zaterdag 21 juli 2012

Andrzej Stasiuk | Negen

Andrzej Stasiuk - Negen. Breda, De Geus, 2011, 285 pagina's.
Oorspronkelijke Poolse titel: Dziewięć, vertaald door Karol Lesman. 1999 (Polen), 2002 (Duitsland).

Indringende en verontrustende roman over het leven in het hedendaagse, chaotische Warschau.

Schuldeisers zitten Paweł op de hielen: zijn woning is verwoest en hij heeft nog drie dagen om zijn schuld af te lossen. Op zoek naar geld slaat Paweł op de vlucht, de stad Warschau in, hopend dat zijn vrienden hem kunnen helpen. Maar niets is wat het lijkt, ook vriendschap en verleden niet. Paweł raakt verstrikt in de onderwereld van deze verpauperde plek en er is geen uitweg. Of toch wel?


Op de omslag van deze roman staat een uitspraak van Irvine Welsh. Hij zegt daarin onder andere dat Negen een portret is van een ontwortelde en rusteloze generatie Oost-Europeanen. Door dat citaat van Welsh drong de vergelijking met Welsh' Trainspotting zich verschillende keren aan mij op tijdens het lezen. Waarom?

Negen beschrijft drie hoofdpersonen: Paweł, die binnen drie dagen voldoende zloty's bij elkaar moet schrapen om zijn schuld af te lossen, Jacek, die verslaafd is geraakt en daarom alleen geïnteresseerd is in zijn volgende dosis, en Bolek, die op niet geheel legale wijze wel veel geld heeft verdiend. Paweł doorkruist drie dagen lang Warschau, op zoek naar iemand die hem het af te lossen bedrag kan voorschieten.

Het verhaal speelt midden jaren negentig, in Warschau. Stasiuk schetst een somber beeld van een grote stad, die in de greep is van het roofkapitalisme dat je in die tijd in meer Oost-Europese landen zag. Je hebt enkele winnaars, maar veel meer verliezers, en ze komen allemaal voorbij, tegen de achtergrond van de vierde hoofdpersoon: de stad Warschau zelf, die aan het veranderen is.

Het perspectief wisselt daarbij voortdurend. Soms is dat duidelijk, doordat de naam van de andere hoofdpersoon wordt genoemd, maar vaak ook is dat niet duidelijk. Er wordt dan alleen gesproken over een 'hij' of 'zij'. Extra complicatie is daarbij dat ook vanuit het perspectief van andere personages wordt geschreven. Dat werkt zeer bevreemdend. Het maakt de roman moeilijk om te volgen, maar het pas wel bij wat de schrijver wil bereiken: een volledige onthechting, niet alleen van de belangrijkste hoofdpersoon Paweł, maar ook van de lezer.

Dan nu de gelijkenis met Trainspotting. Ook in die roman wisselt het perspectief voortdurend tussen de personages. Het verhaal is gesitueerd in Edinburgh, en ook die stad is nadrukkelijk aanwezig in het verhaal. De kijk op de wereld die de personages in deze roman hebben en de door Welsh gebruikte taal zorgen in Trainspotting vooral voor de vervreemding. Een andere methodiek dus dan in Negen, maar wel met hetzelfde effect.

In de twee boeken die ik voor Negen van Stasiuk las, was ik voornamelijk onder de indruk van de natuurbeschrijvingen. In Negen zijn het juist de beschrijvingen van de stad Warschau en de toevallige passanten die me raakten. De beschrijving is soms bijna poëtisch, ook al wordt er een uiterst grijs en moedeloos makend beeld geschetst. Negen is zeker geen roman die je gedachteloos kunt weglezen. Je moet voortdurend geconcentreerd blijven om de draad niet kwijt te raken, maar die inspanning is deze roman zeker waard. Een héél goed boek!

Andrzej Stasiuk | De witte raaf
Andrzej Stasiuk | Galicische vertellingen

Andrzej Stasiuk (Pools)
Andrzej Stasiuk op Wikipedia (Engels)

flickr

zaterdag 7 juli 2012

Jiří Weil | Mendelssohn op het dak

Jiří Weil – Mendelssohn op het dak. Amsterdam, Cossee, 253 pagina's.
Oorspronkelijke Tsjechische titel: Na střeše je Mendelssohn, vertaald door Kees Mercks.

Praag 1939. Na een ontspannen avond met Mozarts Don Giovanni ontdekt Reichsprotektor Reinhard Heydrich op het dak van het Praagse concertgebouw tussen de standbeelden van componisten ook dat van Mendelssohn. Dit is nog erger dan verraad, dit is onaanvaardbaar, de jood Mendelssohn moet sofort van het dak af.
Julius Schlesinger krijgt van Heydrich persoonlijk het bevel om het standbeeld van Mendelssohn uit de galerij van componisten te verwijderen. Maar de SS-officier heeft hoogtevrees en geen idee welk standbeeld dat van Mendelssohn is. Dus geeft hij twee Tsjechische werklieden opdracht om het beeld met de grootste neus omver te trekken. Maar de mannen leggen het touw om de nek van Richard Wagner, de favoriete componist van Hitler!
Wat als een slapstick-achtige episode begint, wordt in Weils in vele talen vertaalde roman al snel een grimmig verhaal.
Jiří Weil geeft in deze roman een ongeëvenaard beeld van zijn geliefde Praag en haar inwoners, van hun moed, hun vertwijfeling en hun verzet. Mendelssohn op het dank, schreef The Independent onlangs, 'behoort tot het beste wat er ooit over deze periode is geschreven.'


Begin dit jaar las ik HhhH van Laurent Binet. In die roman roemt de ik-persoon Mendelssohn op het dak van Jiří Weil, een Tsjechische schrijver (1900-1959). HhhH behandelt de aanslag op Heydrich in Praag in 1942. Mendelssohn op het dak begint met een aantal hoofdstukken waarin het beeld van Mendelssohn van het dak van het Praagse concertgebouw moet worden verwijderd, op last van diezelfde Heydrich. De aanslag op Heydrich wordt echter slechts kort behandeld.

Die eerste hoofdstukken, over het uitvoeren van de opdracht van Heydrich, zetten je eigenlijk op het verkeerde been. Deze hoofdstukken zijn weliswaar niet slapstick-achtig, zoals de achterflap beweert, maar wel met humor geschreven. Naar mate de hoofdstukken vorderen en Weil het leven in de bezette stad Praag en in Theresienstadt nadrukkelijker beschrijft, wordt de humor steeds wranger en neemt de echte tragiek steeds meer de overhand. De hoofdstukken over het verwijderen van het beeld van Mendelssohn deden me wel enigszins denken aan de novelle De arme Svoboda van Székely, die ik twee jaar geleden las.

Mendelssohn op het dak beschrijft het lot van een groot aantal personages, soms met elkaar verbonden, maar vaker niet. Het betreft zowel Duitse nazi's als Tsjechen die voor de nazi's moeten werken en joden. Vooral met de laatsten loopt het slecht af. Weil concentreert zich in de beschrijvingen op de gevoelens van schaamte, onzekerheid, angst die de personages ervaren. Allen zijn gedreven door de drang om te overleven, sommigen durven het aan om verzet te plegen.

Sommige historische figuren worden concreet bij naam genoemd, anderen juist weer niet. De meesten zijn echter wel aan de hand van gebeurtenissen of de beschrijving van hun levensloop te herkennen. De vertaler schrijft dat Weil dit doet omdat hij ernaar streeft het beschreven kwaad als het ware los te weken van de historische context, zoals Hans Keilson dat ook deed in zijn romans.

Opvallend is verder het voortdurend terugkeren van het motief 'steen' in deze roman. Dat begint al met het motto, waarin wordt verwezen naar een Griekse mythe waarin iedere keer als een steen breekt een mens wordt geboren. Het gaat verder met verschillende verwijzingen naar stenen standbeelden, op het concertgebouw, maar ook op en in de omgeving van de Karelsbrug. Eén van de joodse personages heeft aan het begin van de bezetting in een steengroeve gewerkt en koestert warme herinneringen aan het fysieke zware werk met stenen.

Verder hoop ik dat een aantal onvolkomenheden uit een volgende druk zullen worden verwijderd. Zo springt direct in het oog dat de tekst op de achterflap opent met het jaartal 1939, waarin deze roman zou spelen. Al in de eerste hoofdstukken wordt echter gesproken over de Wannseeconferentie, die toch echt in 1942 heeft plaatsgevonden, en de daaropvolgende Endlösung.

Mendelssohn op het dak stemt je droevig, maar maakt ook nieuwsgierig naar andere werken van deze schrijver. Helaas is niet het volledige oeuvre van deze schrijver vertaald. Het boek dat het me het meest interesseert, Moskva-hranice (Moskou-grens) over het Sovjet-Unie van de jaren 1930, is in ieder geval niet in het Nederlands vertaald en helaas ben ik het Tsjechisch niet machtig.

Jiří Weil op Wikipedia (Engels)

flickr

dinsdag 3 juli 2012

Светлана Алексиевич | Чернобыльская молитва

Светлана Алексиевич - Чернобыльская молитва: Хроника будущего. Москва, Время, 2007, 384 стр.
(Svetlana Aleksievich - Chernobyl'skaya molitva: Khronika budushchego. Moskva, Vremya, 2007, 384 str.)

Несколько десятилетий Светлана Алексиевич пишет свою хронику "Голоса Утопии". Изданы пять книг, в которых "маленький человек" сам рассказывает о времени и о себе. Названия книг уже стали метафорами: "У войны не женское лицо", "Цинковые мальчики", "Чернобыльская молитва"... По сути, она создала свой жанр - полифонический роман-исповедь, в котором из маленьких историй складывается большая история, наш XX век.
Главной техногенной катастрофе XX века - двадцать лет. "Чернобыльская молитва" публикуется в новой авторской редакции, с добавлением нового текста, с восстановлением фрагментов, исключенных из прежних изданий по цензурным соображениям.


In maart 2012 las ik De generatorgeneratie, een boek van de Nederlandse journaliste Franka Hummels over de gevolgen van de ramp in Tsjernobyl voor de bevolking van met name Wit-Rusland, toen en nu. Zij refereert daarin verschillende keren aan dit boek van de Wit-Russische journaliste Svetlana Aleksievich. Ik had dat boek al een paar jaar op de plank staan, dus het moest er maar eens van komen.

Aleksievich past in dit boek een beproefde methode toe: zij interviewt mensen die rechtstreeks met het onderwerp te maken hebben gehad, en zij tekent hun verhalen op, zonder daarbij commentaar te leveren. Zo deed ze dat in Zinky Boys, waarin ze verhalen optekende van mensen die in Afghanistan hebben gevochten, en zo doet ze dat in dit boek. De journaliste Aleksievich beperkt zich hooguit tot het schrijven van een voorwoord of een nawoord.

Ik begrijp dat Aleksievich bij het optekenen en publiceren van die verhalen problemen ondervindt - dat men toch niet wil praten, of dat bepaalde delen van het boek haar niet in dank worden afgenomen. Zo wordt op mijn uitgave vermeld dat het wél een volledige versie is.

Voor mij werkt deze manier van vastleggen van persoonlijke verhalen. Het maakt een gebeurtenis die moeilijk te bevatten is toegankelijker, juist doordat de geschiedenis op een menselijk niveau wordt gepresenteerd. Aleksievich is daarbij zowel geïnteresseerd in de ervaringen van de slachtoffers die bewust onwetend zijn gehouden, als in de verhalen van de mensen die het overheidsbeleid uitvoerden. Vooral dat laatste is interessant: er zijn mensen die het handelen van twintig jaar geleden nog steeds verdedigen, en er zijn mensen die direct al tot de conclusie kwamen dat zij zich niet konden verenigen met de nadrukkelijke wens van de leiding in Moskou om 'geen paniek te veroorzaken onder de bevolking'.

Het resultaat is een ontluisterende verzameling menselijke ellende. Het ergste is nog wel dat je je tijdens het lezen realiseert dat de gevolgen veel minder erg zouden hoeven zijn, als er direct adequaat was gehandeld door de nationale en lokale overheden. Dit boek is in het Engels verschenen onder de titel Voices from Chernobyl: The Oral History of a Nuclear Disaster. Er is daarom geen enkele reden om niet kennis te nemen van de inhoud van het boek.

Svetlana Alexievich | Zinky Boys

Svetlana Aleksievich op Wikipedia (Engels)

flickr

dinsdag 26 juni 2012

Adriaan van Dis | Stadsliefde

Adriaan van Dis – Stadsliefde: Scènes in Parijs. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Augustus, 2011, 211 pagina's.

Adriaan van Dis woonde ruim zeven jaar in Parijs en nog steeds voelt hij zich verbonden met die stad en probeert hij de helft van zijn tijd er door te brengen. Hij huurt er een chambre de bonne, waar een deel van zijn boeken staat en van waaruit hij door de stad wandelt – week in week uit. Hij is er onzichtbaar en verkent wijken waar gewoonlijk geen toeristen komen. Voor hem is Parijs een altijd veranderende stad: gekleurd, verscheurd en vol verborgen geschiedenissen. Hij gaat mee uit boksen met de zoon van zijn werkster uit Sri Lanka, bezoekt het variété met een verlepte danseres, dwaalt met oude getuigen langs beladen adressen en kijkt achter de luiken waar de illegalen werken. Het nieuwe Europa voltrekt zich voor zijn ogen. Van Dis wandelt om het avontuur en doet daarvan verslag in dagboek en verhalen. In Een blanke koopt een paar schoenen brengt hij het beste bijeen.


In 2007 verscheen van Van Dis de roman De wandelaar. Deze roman was gesitueerd in Parijs, de stad waar Van Dis voornamelijk woonde toen hij aan deze roman werkte. Parijs speelt in De wandelaar een belangrijke rol, naast de hoofdpersonages uiteraard. In Stadsliefde zijn Van Dis' persoonlijke aantekeningen en stukjes over de jaren in Parijs verzameld. Stadsliefde is non-fictie.

Grofweg kun je stukken in de bundel verdelen in drie categorieën: stukken over Van Dis' leven in Parijs en zijn pogingen om te integreren, stukken over de stad zelf, waarbij wordt benadrukt dat Parijs een van de culturele hoofdsteden van Europa is, en stukken die ook over de stad gaan, maar dan over de minder glamoureuze kant van de stad, zoals de zwervers – die vaak permanent in 'een eigen straat wonen' of de grote groepen allochtonen, die tot de banlieues veroordeeld zijn en die zich buitengesloten voelen.

Ik ben nooit in Parijs geweest, maar door deze bundel heb ik het gevoel gekregen dat ik de stad toch een beetje ken en dat het hoog tijd wordt om mijn eigen indrukken van deze stad op te doen. De stukjes waarin Van Dis schrijft over hoe hij probeert te integreren en de stukjes over de zelfkant van de stad spraken me het meest aan. Dat een stad als Parijs haast dorps kan zijn, bijvoorbeeld doordat de eigenares van de supermarkt haar vaste klanten op de pof laat kopen, kon ik mij niet voorstellen. Van Dis schrijft daar smaakvol, en met humor over.

Het meest echter spraken me de stukjes aan waarin Van Dis de kloof tussen de keurige Hollandse heer die Van Dis is, en de allochtone jongeren in de buitenwijken van Parijs probeert te overbruggen, zoals in het stukje waarin Van Dis, een fanatieke wandelaar, probeert een bepaald type Reebokschoenen te kopen waarover hij in de krant heeft gelezen. Hij gaat van winkel naar winkel en laat ons daarbij een wereld zien die niet zijne, maar ook niet de mijne is. Ook laat hij in deze stukjes het alledaagse buitengesloten worden zien – bijvoorbeeld het veel aangehaalde incident waarbij een donkere Fransman de Marselleise moet zingen in de metro, om politieagenten te bewijzen dat hij 'een van hen' is. Van Dis zwijgt evenmin over de rellen die in 2005 de banlieues van het hele land teisterden. Sterker nog: daar waar de politie de wijken niet meer in durfde, ging Van Dis wel op onderzoek uit.

Van Dis houdt ons een spiegel voor, waarin wij zien dat integreren moeite kost, dat het een kwestie van tijd en energie investeren is. En dat de hand niet alleen door de immigrant, maar ook door de autochtonen in het gastland moet worden uitgestoken. Stadsliefde laat de vele gezichten van Parijs zien, en uit de beschrijvingen blijkt de liefde van de auteur voor zijn nieuwe woonplaats. Het is een zeer leesbare en interessante bundel. Eenieder die Parijs zal bezoeken, doet er goed aan het te lezen.

Adriaan van Dis | Tikkop
Adriaan van Dis | De reisromans
Adriaan van Dis | De wandelaar

Adriaan van Dis op Wikipedia

flickr

woensdag 20 juni 2012

Sana Krasikov | One More Year

Sana Krasikov - One More Year: Stories. New York, Spiegel & Grau, 2009 (2), 244 pagina's. 2009 (1, VK), 2008 (1, VS).

ONE MORE YEAR is Sana Krasikov's extraordinary debut collection, illuminating the lives of immigrants from across the terrain of the collapsed Soviet Empire. With novelistic scope, Krasikov captures the fates of the people-in search of love and prosperity-making their way in a world whose rules have changed.

SANA KRASIKOV was born in Ukraine and grew up in the former Soviet Republic of Georgia and in the United States. Her stories have appeared in The New Yorker, The Atlantic Monthly, The O. Henry Prize Stories collection, and other publications.


One More Year is een bundel van acht verhalen. In ieder verhaal in deze bundel speelt een Oost-Europese immigrant in de Verenigde Staten de hoofdrol. Sommigen verblijven legaal in dat land, anderen zijn er illegaal. Ze hebben allen één ding gemeen: ze willen een beter leven voor zichzelf en hun familie, en het leven in het nieuwe land valt niet mee.

Twee voorbeelden van de verhalen. In Companion houdt hoofdpersoon Ilona een oudere, zieke man gezelschap. Om een green card te krijgen wordt de schijn van een echte relatie opgehouden. Als de man opnieuw een hartaanval krijgt terwijl Ilona niet thuis is, grijpen de kinderen van de man in. Zij waren sowieso niet enthousiast over de situatie en vinden dit een prima aanleiding om de vreemde vrouw buiten de deur zetten.

In Maia in Yonkers woont de Georgische Maia in bij een oudere, dementerende vrouw, zodat zij haar kan verzorgen. Ze bereidt zich voor op het bezoek van haar zoon, die in Georgië bij haar zus is achtergebleven. Gogi, de zoon, geeft zodra hij is aangekomen af op werkelijk alles wat zij hem van New York laat zien en is alleen geïnteresseerd in materiële zaken. Hij eist dat zij een dure donsjas, zoals hij die thuis op tv in Georgië heeft gezien, voor hem koopt. Alle spaargeld van Maia is echter al gebruikt voor Gogi's vliegticket.

Krasikov schrijft zeer leesbaar, gebruikt mooie taal en bedient zich regelmatig van tragikomische humor. De nadruk ligt daarbij vooral op de tragiek – ieder verhaal bevat wel een open zenuw, die zeurt en pijn doet. Dit alles samen zorgt voor een mooie bundel verhalen.

Sana Krasikov op Wikipedia (Engels)

flickr

vrijdag 15 juni 2012

Michael Chabon | The Final Solution

Michael Chabon - The Final Solution. London, New York, Toronto, Sydney and New Delhi, Harper Perennial, 2008 (6), 127 pagina's. 2005 (1, VK).

In retirement in the English countryside, an 89-year-old man, vaguely remembered by villagers as a once famous detective, is more concerned with his bees than with the outside world.

When a young boy called Linus Steinman enters the old man's life, he is surprised and oddly touched. The boy, an escapee from Nazi Germany, is mute and accompanied only by his beloved grey parrot. But what is the meaning of the mysterious string of numbers that the parrot spews out? When someone is killed and the parrot disappears the old man is determined to solve the mystery.

A wonderful homage and a gem of a book, The Final Solution is a brilliant novel from a remarkable writer.


The Final Solution is een novelle die speelt in een klein dorpje in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog. In dat dorp wordt een moord gepleegd. De politie roept de hulp in van een negenentachtigjarige detective, die zich in het dorpje heeft teruggetrokken om zich te wijden aan zijn hobby: bijen houden. In dat dorpje woont ook een Duits vluchtelingetje, dat met zijn papegaai bij de plaatselijke dominee woont. De papegaai spreekt, enkel in de vorm van een onafgebroken stroom nummers.

Er spelen twee verhaallijnen: de moord moet worden opgelost, en de papegaai van het jongetje, die verdwenen is, moet worden teruggevonden. Dat lijkt nogal veel voor een novelle van 127 pagina's, inclusief illustraties, maar dat is niet zo. Integendeel, het is Chabon uitstekend gelukt om beide verhaallijnen voldoende uit te werken en met elkaar te vervlechten op een manier die je als lezer bovendien niet verwacht. Er staat geen woord te veel in deze novelle.

In The Amazing Adventures of Cavalier & Klay heeft Chabon zich volledig gestort in de wereld van de striptekenaars van vlak na de Tweede Wereldoorlog. In deze novelle heeft Chabon zich gestort op een ander genre: dat van de klassieke detective. Op internet las ik dat over het algemeen wordt gedacht dat de speurder uit deze novelle gebaseerd is op Sherlock Holmes, en dat de manier waarop de mysteries worden onderzocht in de lijn van dat personage liggen.

Ik heb Conan Doyles verhalen onvoldoende gelezen om de vergelijking te kunnen maken, maar deze bejaarde speurder is wel een heerlijk personage, door de belerende manier waarop hij de uitleg van de mysteries presenteert. Dat hij het jongetje per se zijn papegaai wil terugbezorgen omdat hij zonder de papegaai zo eenzaam is en niets meer vN thuis in Duitsland heeft, is een vorm van menselijkheid die ik moeilijk met mijn indruk van Sherlock Holmes kan rijmen.

The Final Solution is een spannende, en tegelijkertijd hartverwarmende novelle. Lezen!

Michael Chabon | The Yiddish Policemen's Union
Michael Chabon | Werewolves in Their Youth
Michael Chabon | Gentlemen of the Road
Michael Chabon | Wonder Boys

Michael Chabon op Wikipedia (Engels)

flickr

dinsdag 12 juni 2012

Ирина Муравьёва | День ангела

Ирина Муравьёва - День ангела. Москва, Эксмо, 2010, 352 стр.
(Irina Muraveva - Den' angela. Moskva, Eksmo, 2010, 352 str.)

Семья русских эмигрантов. Три поколения. Разные характеры и судьбы - и одинаковое мужество идти навстречу своей любви, даже если это любовь-гpex, любовь-голод, любовь-наркотик. Любовь, которая перемежается с реальным голодом, настоящими наркотиками, ужасом войн и революций. Но герои романа готовы отвечать за собственный выбор. Они напряженно размышляют о том, оставляет ли Бог человека, оказавшегося на самом краю, и что же делать с жаждой по-своему запретному и беспредельному "я". Они способны видеть ангела, который тоже смотрит на них - и на границе между жизнью и смертью, и из-под купола храма, и глазами близких людей.


In Den' angela beschrijft Muraveva drie generaties Russische emigranten. De eerste generatie is na de Russische revolutie in Frankrijk terechtgekomen. Eén van de zusjes van dit gezin keert met haar Engelse echtgenoot, een diplomaat, in de jaren 1930 terug naar de Sovjet-Unie, waar ze voor een aantal jaren zal verblijven. Haar zus blijft achter in Frankrijk, waar zij ook een gezin sticht. De tweede generatie is gesitueerd in de jaren 1950, en de derde in 'onze tijd'.

Muraveva behandelt in deze roman twee zaken: in de eerste plaats de liefdesverhalen van de hoofdpersonages uit die drie verschillende generaties. Dat schetst zij tegen de historische achtergrond van de tijd waarin de verhaallijn is gesitueerd. In de jaren 1930 overheerst de situatie in de Sovjet-Unie, de kunstmatige honger in Oekraïne en de angst voor vervolging in de hoofdstad Moskou, ook onder buitenlanders. De feiten zijn op zich bekend, maar zo in een fictieve vorm gepresenteerd, vergezeld van de emoties die daarbij horen, word je nogmaals gedwongen daar eens goed over na te denken. In de jaren 1950 en het heden is die historische achtergrond minder overheersend.

Op zich zijn de verhaallijnen en achtergronden van die verhaallijnen die de schrijfster heeft gekozen interessant genoeg. Zeker de passages waarin het leven in de Sovjet-Unie in de jaren 1930 werd beschreven vond ik erg boeiend, vooral omdat Muraveva zowel de slachtoffers van de honger in Oekraïne als de buitenlanders die ervoor kiezen er wel of niet eerlijk over te berichten aan het woord laat. Het Russisch van Muraveva leest verder ook prettig. Dat ze de gebeurtenissen grotendeels presenteert in brieven en dagboekaantekeningen geeft je als lezer verder de indruk dat je ongemerkt over de schouders van de personages meekijkt.

Toch heb ik de hele roman het gevoel gehad dat het het net niet was. Ik denk dat dat komt door de derde verhaallijn, die in het heden speelt. De hoofdpersoon van deze verhaallijn kon mij maar matig boeien. Ik vond hem ongeloofwaardig, met zijn erfenis, die uit de lucht komt vallen, en zijn onaardse liefde voor een vrouw die zwanger is van een ander. Ook wordt in zijn hoofdstukken nog een vierde kort verhaallijn geïntroduceerd over een tweeling, die voor mij beter achterwege had kunnen blijven. Het boek sluit af met de verhaallijn van deze derde generatie, en nog wel met een belofte van een héél happy end. Het liet mij, helaas, achter met een licht teleurgesteld gevoel over deze roman.

Irina Muraveva op Wikipedia (Russisch)

flickr

zondag 3 juni 2012

Jonathan Safran Foer | Extremely Loud & Incredibly Close

Jonathan Safran Foer - Extremely Loud & Incredibly Close. London, Hamish Hamilton, 2005 (2), 368 pagina's. 2005 (VK), 2005 (VS).

Nine-year-old Oskar Schell is an inventor, amateur entomologist, computer consultant, Francophile, letter writer, pacifist, amateur astronomer, natural historian, percussionist, romantic, Great Explorer, jeweller, origamist, detective, vegan and collector of butterflies.

When his father is killed in the September 11th attacks on the World Trade Center, Oskar sets out to solve the mystery of a key he discovers in his father's closet. It is a search which leads him into the lives of strangers, through the five boroughs of New York, into history, to the bombings of Dresden and Hiroshima, and on an inward journey which brings him ever closer to some kind of peace...

Jonathan Safran Foer was born in 1977. He is the author of Everything is Illuminated, which won the National Jewish Book Award and the Guardian First Book Award, and the editor of A Convergence of Birds.


Extremely Loud & Incredibly Close stond al een tijdje ongelezen op de plank. Ik zag er tegenop om eraan te beginnen om een praktische reden: de uitgave die ik heb gekocht, heeft een heel onhandig formaat. Het is net iets te groot voor een paperback. Dat dit een roman is over een jongetje wiens vader bij de aanslagen op World Trade Center in New York is omgekomen, heeft er ook voor gezorgd dat ik geen haast had met lezen. Toen de film die gebaseerd is op deze roman in omloop werd gebracht, werd het toch eindelijk tijd om het boek te lezen.

Extremely Loud & Incredibly Close is een boek waar je echt voor moet gaan zitten, bij voorkeur op een rustige plek, waar je niet door je omgeving gestoord wordt. Dat schrijf ik, omdat ik dit boek begon te lezen in onze tuin, omringd door spelende kinderen. Dat zorgde ervoor dat ik in het begin moeite had het in ieder hoofdstuk verschuivende perspectief en de sprongen in de tijd en plaats te volgen. Ik kon de personages ook moeilijk uit elkaar houden. Het gevolg was dat het me allemaal niet zo raakte.

Echter, toen het weer slechter werd en ik in de rust van onze woonkamer ging zitten lezen, raakte het boek me wel. Ik zag in dat het verschuiven van de tijd en plaats en daarmee het perspectief een literair kunstgreep is waarmee de schrijver de impact van de aanslagen op de Twin Towers vergelijkt met de invloed van de Tweede Wereldoorlog. De opa en oma van Oskar hebben het bombardement op Dresden in februari 1945 overleefd.

Foer legt genadeloos bloot dat een dergelijke traumatische ervaring de mens die het ondergaat drastisch en definitief verandert. Dat geldt voor de negenjarige Oskar die zijn vader verliest, maar ook voor de man die zijn opa is. Deze opa heeft sinds het bombardement op Dresden geen woord meer heeft gezegd. Hij communiceert via briefjes, of via de woorden 'yes' en 'no' die op zijn handpalmen zijn getatoeëerd. Oskar is erg intelligent, gebruikt woorden die andere negenjarigen niet snel zullen gebruiken, vindt allerlei voorwerpen uit, heeft Franse les en correspondeert met bijvoorbeeld Hawkins, maar tegelijkertijd is hij een echte negenjarige, die extra kwetsbaar is door zijn verdriet om zijn vader.

Extremely Loud & Incredibly Close is een boek over taal én beeld. Als eerste springt Oskars taalgebruik in het oog. Het lijkt alsof Oskar al die veel te volwassen woorden en soms juist wonderlijke uitdrukkingen gebruikt om greep te krijgen op de vijandige wereld. Dat hij dan een onhandige uitdrukking bedenkt, bijvoorbeeld I have heavy boots, draagt nog eens extra bij aan de tragiek van deze roman.

Daar tegenover staat de opa, die juist geen woorden meer uitspreekt, uit radeloosheid. Hij schrijft wel boekjes vol met zinnen en losse woorden, omdat je soms toch moet communiceren, maar die boekjes en het zwijgen onderstrepen alleen maar dat opa het vermogen tot echt contact heeft verloren.

De rol die taal speelt in deze roman, deed me denken aan de rol van de taal in Foers eerste roman, Everything is Illuminated.

In deze roman speelt ook het beeld een belangrijke rol. In de eerste plaats omdat de bewegende beelden van de aanslagen op de Twin Towers en de foto's van het bombardement op Dresden op je netvlies gebrand zijn. Ook spelen ze letterlijk een rol, doordat de roman allerlei foto's bevat. Foto's waarop dingen staan die Oskar verzamelt of die hij tegenkomt tijdens zijn zoektocht. De laatste pagina's bevatten een groot aantal foto's van een man die van een van de torens van het World Trade Center naar beneden springt. Eerder is al beschreven hoe Oskar zijn vader probeert te ontdekken op foto's van de mensen die uit de torens springen.

Ik vind dat Extremely Loud & Incredibly Close een goed geconstrueerd, boeiend en zo nu en dan zelfs hilarisch boek is. De onderwerpen zijn uiteraard tragisch, maar aan het einde van het boek lijkt het alsof er toch hoop is voor kleine Oskar. Dit voorzichtige happy end geeft je als lezer moed, en stoort niet. Ik kan de film niet vergelijken met het boek, omdat ik die nog niet gezien heb. Het boek is in ieder geval de moeite van het lezen waard.

Jonathan Safran Foer | Everything is Illuminated

Jonathan Safran Foer op Wikipedia (Engels)

flickr

zondag 27 mei 2012

Kysia Hekster | De Poetinshow

Kysia Hekster – De Poetinshow: En het Rusland van de Russen. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij L.J. Veen, 2012, 191 pagina's.

Vladimir Poetin, al meer dan een decennium de machtigste man van Rusland, laat zijn leiderschap maar al te graag zien. Op televisie zien de Russen hem vissend met ontbloot bovenlijf, galopperend over de Siberische steppe, als copiloot die hoogstpersoonlijk de verstikkende bosbranden blust. Met deze tot in de puntjes geënsceneerde mediaoptredens suggereert Poetin alles onder controle te hebben in zijn super-Rusland, een supermacht.

Maar in De Poetinshow laat Kysia Hekster zien hoezeer het echte Rusland afwijkt van de propaganda die de bevolking dagelijks krijgt voorgeschoteld. Het Rusland van de Russen komt tot leven in de verhalen van politieman Aleksej Dymovski, die via YouTube uit de school klapte over grootschalige corruptie binnen zijn korps; van blogger Aleksej Navalny, die in december 2011 de massale anti-Poetindemonstraties op gang bracht; en van journalist Anna Politkovskaja, die vanwege haar kritische berichtgeving over Tsjetsjenië werd geliquideerd.

De Poetinshow is een scherp, meeslepend en urgent boek: onmisbaar voor iedereen die het Rusland van nu wil begrijpen.

Kysia Hekster (1971) is NOS-correspondent in Rusland.


Hekster beschrijft in dit boek de gapende kloof tussen Poetin, die inmiddels weer president is van Rusland, en het Russische volk. Heb je nog niet veel over het moderne Rusland gelezen, dan is het een prettige ervaring om al deze zaken zo op een rijtje gezet te kunnen lezen, op een toegankelijke manier geschreven bovendien.

Ben je echter wat beter op de hoogte van de situatie in Rusland, dan voegt dit boek echter weinig toe. Zo komt Hekster niet tot diepgaande conclusies of analyses – ze observeert en beschrijft en daar blijft het bij. Wel raadt Hekster een aantal werken van anderen aan, bijvoorbeeld van de vermoorde journaliste Politkovskaja. Begrijp me niet verkeerd: ik heb beschouw het lezen van dit boek niet als 'verloren tijd', maar het heeft bij niet tot nieuwe inzichten geleid.

Kysia Hekster

flickr