zondag 30 maart 2014

Jan Vantoortelboom | De verzonken jongen

Jan Vantoortelboom | De verzonken jongen: roman. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Contact, maart 2011 (3), 301 pagina's. Februari 2011 (1).

Zorgeloos en beschermd. Zo gaan Stoffel en Bart Vanheule door het leven in het West-Vlaamse dorp Elverdinge. Moeder is huisvrouw en vader werkt als mecanicien. Elke zondag gaat het gezin plichtsgetrouw op bezoek bij grootvader Victor. Zijn gezicht is in tweeën gespleten door een litteken en het is die 'krijtlijn' die Stoffels verbeelding voedt. Geleidelijk aan sijpelt vertwijfeling over de herkomst van dat litteken door en lastige vragen en scherpe blikken van dorpsgenoten veroorzaken een toenemen gevoel van onrust bij Stoffel.

De dag voor Kerstmis wordt er een brief bezorgd die leidt tot ontzetting bij zijn ouders en grootvader verhangt zich zelfs in de oude schuur. Als moeder ook nog eens door ziekte komt te sterven valt het doek voorgoed voor het onbezorgde leven van de broers.

Jan Vantoortelboom (1975) is geboren te Torhout en opgegroeid in Elverdinge. Na zijn studie Germaanse filologie aan de Universiteit Gent en Trinity College Dublin belandde hij in het onderwijs. Hij is docent Engels aan de Hogeschool Zeeland en woont met zijn gezin in het landelijke Zeeuws-Vlaanderen.


De verzonken jongen nam ik mee naar huis uit de bibliotheek, omdat het boek dat ik eigenlijk wilde lezen van deze schrijver, Meester Mitraillette, nog lang niet beschikbaar is in de bibliotheek. Dat krijg je als een boek 'Boek van de maand' wordt in DWDD.

Deze debuutroman speelt net als Meester Mitraillette in het Vlaamse plaatsje Elverdinge en is gesitueerd in twee periodes: het begin van de vorige eeuw, voornamelijk vanuit het perspectief van opa Victor als jongeman, en de jaren 1970 en '80, geschreven vanuit het perspectief van Stoffel. De roman begint met de begrafenis van de moeder van Stoffel. Daarna wisselt in ieder hoofdstuk het perspectief en de tijd. Dit alles om de spanning rond het familiegeheim, waarvan Stoffel zich langzaamaan steeds bewuster wordt, op te bouwen.

De constructie van de roman sprak me aan. Ieder hoofdstuk kom je een beetje dichter bij de kern van het geheim, en door het wisselende perspectief blijf je alert. Het was moeilijk om het boek weg te leggen – ik heb de roman in twee dagen uitgelezen.

De verzonken jongen is net als De helaasheid der dingen van Dmitri Verhulst gesitueerd op het Vlaamse platteland, waar geroddeld en gekonkeld wordt. Opa Victor noemen ze een moordenaar en de moeder van Stoffel is een 'hoerenjong'. Opa Victor is een bijzonder personage, dat je angst inboezemt, ook al zie je hem niet werkelijk voor je. Stoffels angst en spanning slaan over op de lezer. De scènes waarin Stoffel 'stukjes' van zijn opa verzamelt, vol van angst, of waarin hij naar de slager moet en hij de scherpe ogen en tong van de dorpsgenoten vreest, vond ik mooi. Geen meesterwerk, maar wel een aangenaam boek.

Jan van Toortelboom

flickr

vrijdag 28 maart 2014

Esther Gerritsen | Dorst

Esther Gerritsen | Dorst. Breda, De Geus, 2012 (2), 216 pagina's. 2012 (1).

Coco en haar moeder Elizabeth zien elkaar sporadisch en lopen elkaar op een dag bij toeval tegen het lijf. De moeder vertelt tussen neus en lippen door dat ze niet lang meer te leven heeft. Coco voelt zich verantwoordelijk en trekt bij haar moeder in. De zieke Elizabeth verdraagt de aanwezigheid van haar dochter omdat ze weet dat van een moeder begrip en geduld wordt verwacht.


Dorst beschrijft de relatie tussen moeder Elisabeth en dochter Coco. De roman begint direct met een bijzondere scène: moeder en dochter komen elkaar toevallig tegen op straat tegen, ze hebben elkaar al een tijdje niet gezien en dan moet het hoge woord er ineens toch maar uit: moeder Elisabeth heeft kanker in een vergevorderd stadium. Ze zal niet lang meer leven.

Van Coco's studie Russisch kwam al niet veel terecht, haar oudere vriend lijkt haar te willen verlaten, ze moet uit haar kamer en ze schrikt van de boodschap dat haar moeder stervende is. Dan ligt de oplossing voor de hand: ze trekt bij haar moeder in, om haar direct ook tot het einde te verzorgen. Daarbij negeert ze het feit dat Elisabeth daar niet op zit te wachten. Elisabeth ziet de aanwezigheid van haar dochter in huis als een last, het 'grote dochterlichaam' zit haar in de weg, ook als het zich in een andere kamer op een andere verdieping bevindt. Coco probeert op een onhandige manier met moeder en haar vriend te communiceren, maar daarbij is ze vaak net zo weinig succesvol als haar moeder.

Dorst bestaat vooral uit dialoog, waarin je duidelijk merkt dat Gerritsen veel toneelstukken heeft geschreven. Het zijn karige zinnen, maar ieder woord is raak. De problematische verhouding tussen moeder en dochter blijkt overduidelijk uit die hortende en stotende dialogen. Coco wil weten waar het verkeerd is gegaan, nadat ze van haar vader heeft gehoord dat haar moeder haar als peuter opsloot in haar kamer. Uit de hoofdstukken die vanuit het perspectief van Elisabeth zijn geschreven leren we dat 'het kind' te veel besmeurde en kapotmaakte in huis. Het was rustiger om het kind dan maar in haar kamer op te sluiten. Maar, dat deed ze pas regelmatig nadat ze had vastgesteld dat het kind daar net vaker van ging huilen.

Dorst biedt geen hoop: moeder en dochter komen er samen niet uit, hun relatie blijft schuren en schrijnen, tot de moeder overlijdt. De dialogen in Dorst zijn meesterlijk geschreven en het onvermogen om echt te praten is bijzonder pijnlijk. Ik sloot het boek met tegenzin, en het zong nog dagen na in mijn hoofd. Een bijzonder goed boek, dat het verdient om door iedereen gelezen te worden.

Esther Gerritsen | Superduif

Esther Gerritsen op Wikipedia

flickr

zondag 23 maart 2014

Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend

Jenny Erpenbeck | Aller Tage Abend. München, Albrecht Knaus Verlag, 2012, 283 pagina's.

Wie lang wird das Leben des Kindes sein, das gerade geboren wird? Wer sind wir, wenn uns die Stunde schlägt? Wer wird um uns trauern? Jenny Erpenbeck nimmt uns mit auf ihrer Reise durch die vielen Leben, die in einem Leben enthalten sein können. Sie wirft einen scharfen Blick auf die Verzweigungen, an denen sich Grundlegendes entscheidet. Die Hauptfigur ihres Romans stirbt als Kind. Oder doch nicht? Stirbt als Liebende. Oder doch nicht? Stirbt als Verratene. Als Hochgeehrte. Als von allen Vergessene. Oder doch nicht? Lebendig erzählt Erpenbeck, wie sich, was wir "Schicksal" nennen, als ein unfassbares Zusammenspiel von Kultur- und Zeitgeschichte, von familiären und persönlichen Verstrickungen erweist. Der Zufall aber sitzt bei alldem "in seiner eisernen Stube und rechnet".


Aller Tage Abend is het tweede boek dat ik van Erpenbeck las. Het eerste was Tand, een zeer gevarieerde verhalenbundel. Aller Tage Abend is een roman, maar door de structuur van het boek doet het toch ook wel weer aan een verhalenbundel denken. Waarom?

Het hoofdpersonage van deze roman is een meisje dat geboren wordt in de stad Lvov, nu Oekraïne, toen nog onderdeel van het Habsburgse rijk. Erpenbeck beschrijft het leven van dit meisje binnen de kaders van de wereldgeschiedenis in Midden- en Oost-Europa, bijvoorbeeld het antisemitisme in Lvov voor de Eerste Wereldoorlog, de honger in Wenen tijdens en direct na de Eerste Wereldoorlog en de angst om gearresteerd te worden in het communistische Moskou in 1937. Erpenbeck schetst het leven van het hoofdpersonage tegen de achtergrond van die turbulente geschiedenis, en het leven van dat hoofdpersonage wordt onontkoombaar beïnvloed door die geschiedenis.

Er zijn heel veel historische romans. Wat maakt deze roman dan zo bijzonder? Dat is deze roman door een aantal zaken. In de eerste plaats doordat we hier vrijwel tot het einde van de roman te maken hebben met een naamloos hoofdpersonage. Ook de overige personages die in de verschillende delen voorkomen blijven naamloos. Dat werkt nogal vervreemdend, maar op een prettige manier. Je kunt je voorstellen dat iedereen dit lot beschoren kan zijn. Betekenisvol is ook, dat het hoofdpersonage pas een volledige naam krijgt, en dan alleen nog een achternaam, als zij op het einde van haar leven in een bejaardentehuis woont, en ze helemaal geen baas meer is over haar eigen leven.

Aller Tage Abend is een strikt lineair verteld verhaal. Dat klinkt saai, maar dat is het niet. Erpenbeck beschrijft in ieder deel een bepaald gedeelte van het leven van het hoofdpersonage. Dat deel eindigt met een (dreigende) dood van het hoofdpersonage. In het intermezzo na dat zojuist gelezen deel blijkt vervolgens dat het hoofdpersonage niet overleden is, en dat haar leven juist een heel andere wending heeft genomen, waardoor ze tóch in leven is gebleven. Dat is dan te danken aan toevallige keuzes of kennis van anderen, aan een onverklaarbare speling van het lot. Hoe je het ook wilt noemen, het zijn altijd zaken waarop het meisje en later de vrouw geen enkele invloed hebben gehad. Zo beschrijft Erpenbeck in de vorm van één personage meerdere levens, opgehangen aan de geschiedenis van Midden- en Oost-Europa in de twintigste eeuw en toont ze aan dat het leven slechts bestaat uit toevallige keuzes en gebeurtenissen. En daarom doet deze roman mij ook aan verhalenbundel denken.

Ik kan er niet over uit dat ik zoveel plezier heb kunnen beleven aan een roman die bedoeld is om vervreemding te wekken en twijfel te zaaien. Lees je geen Duits, dan zoek je de roman Een handvol sneeuw in de bibliotheek of boekhandel. Doen!

Jenny Erpenbeck op Wikipedia (Duits)

Jenny Erpenbeck | Tand

flickr