zondag 28 maart 2010

Joost Zwagerman | Duel

Joost Zwagerman - Duel. Amsterdam, CPNB, 2010, 95 pagina's.

'Voor zijn ogen zag hij gebeuren wat nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas.'


De laatste jaren heb ik eigenlijk alleen essays van Zwagerman gelezen, nadat ik maar niet door de roman Zes sterren kon komen. Daarom was ik aangenaam verrast dat Duel wel erg leesbaar bleek te zijn.

Het valt waarschijnlijk niet mee om in het beperkte aantal pagina’s een compleet afgerond verhaal te schrijven, en al lezend heb ik me wel afgevraagd hoe het verhaal eruit zo hebben gezien als Zwagerman meer ruimte voor zijn kritiek op de moderne museum- en kunstwereld had gekregen. Toch zie ik dit boekenweekgeschenk niet als een gemiste kans. Al was het maar omdat ik op verschillende momenten heerlijk gegrinnikt heb om de gebeurtenissen en personages – bijvoorbeeld om de Nederlandse tolk in Slovenië, die daar de zoektocht naar het ontvreemde schilderij van Rothko moet begeleiden.

Joost Zwagerman | Perfect day
Joost Zwagerman | Het wilde westen

Joost Zwagerman
Joost Zwagerman op Wikipedia

flickr

zaterdag 27 maart 2010

Philippe Remarque | Het zit de mannen niet mee tegenwoordig

Philippe Remarque - Het zit de mannen niet mee tegenwoordig Lotgevallen van een gezinshoofd. Amsterdam, Prometheus, oktober 2009 (2), 142 pagina's. Oktober 2009 (1).

'Op mijn degelijke herenrijwiel spoed ik mij naar huis. Ik rijd langs het café en kijk naar binnen als een zwerfhond naar een slagersetalage. Een uitnodigende vlaag van bier, rook en slap geouwehoer dringt naar buiten. Nu een kopstoot... bier voor de dorst, jenever voor de vergetelheid. Maar ik zit als Odysseus aan de mast gebonden. Thuis wachten blije gezichtjes, gestoei en verhalen over school. En mijn vrouw moet ook tegen iemand kunnen klagen. Ik ben al te laat.
Dat had de generatie boven mij toch beter geregeld. Elke avond lekker aangeschoten in de kroeg. Vrouw en kinderen afschepen met een slap "schatje, het is heel druk op de krant".'

In zijn herkenbare schetsen beschrijft Philippe Remarque met ironie en lichte weemoed de dilemma's van een hedendaagse gezinsvader. Door de belevenissen van zijn kinderen herinnert hij zich zijn eigen jeugd, en biedt zo een blik op twee generaties.

Philippe Remarque (1966) is vader van drie jonge kinderen en echtgenoot van columniste Sylvia Witteman. Hij is correspondent van de Volkskrant in Washington en was daarvoor correspondent in Moskou en Berlijn en politiek redacteur in Den Haag. Eerder verscheen van hem Boze geesten van Berlijn (2005) en De hand van Obama (2008).


Het zit de mannen niet mee tegenwoordig is weliswaar een dunne, maar prettig lezende bundel columns van Philippe Remarque. Van hem las ik eerder Boze geesten van Berlijn, een indrukwekkend, maar serieus boek over de stad Berlijn. Remarques columns zijn even onderhoudend als Boze geesten van Berlijn, maar op een andere manier. Remarque beschrijft met zelfspot en ironie zijn eigen plek binnen het gezin Remarque-Witteman en vergelijkt het leven van zijn eigen kinderen regelmatig met zijn eigen jeugd.

Het is een boek om met een glimlach van herkenning te lezen. Het indrukwekkendst echter vond ik een column die niet humoristisch bedoeld was. Vijf baantjes borst, vijf baantjes rug beschrijft het overlijden van Adriaan Jaeggi en diens roman Held van beroep. Heel bijzonder, om zo in deze setting ineens weer te worden herinnerd aan deze mooie roman en de schrijver zelf.

Deze columns lezend heb ik me afgevraagd waarom ik geen trouwer lezer van Remarques columns in de Volkskrant ben. Dat heeft er misschien mee te maken dat ze maar eens in de vier tot zes weken in een zaterdagse bijlage verschenen. Wat mij betreft verdient deze man echt méér plek in de krant!

flickr

vrijdag 26 maart 2010

Franca Treur | Dorsvloer vol confetti

Franca Treur - Dorsvloer vol confetti. Amsterdam, Prometheus, oktober 2009 (2), 220 pagina's. September 2009 (1).

's Winters zijn de zondagen het snelst voorbij. Als de dominee om vier uur de middagdienst afsluit met de zegen voor weer een hele week, vliegen ze alle zeven naar het fietsenhok. 'Om de poten te breken,' zegt de vader. 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Dat zegt hij altijd: 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Net als: 'Als je brokken maakt, ik betaal niks hoor.'

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf?
De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij.
Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie.

Franca Treur (1979) is geboren en opgegroeid in Zeeland. Ze studeerde Nederlands en literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Ze schrijft voor NRC Handelsblad en nrc.next.


Dorsvloer vol confetti heeft mij aangenaam verrast, sterker nog, het boek heeft me diep geraakt. Vanuit het perspectief van Katelijne, een meisje dat op het punt staat van de vertrouwde lagere school naar de middelbare school in de grote, boze stad te gaan, beschrijft Treur een Zeeuws gezin, dat erg strikt in de leer van zijn kerkgemeenschap is, waar de erfzonde, het bekeerd moeten worden om in de hemel te kunnen worden opgenomen en het inrichten van het aardse leven volgens de Waarheid centraal staan.

Zo'n beschrijving doet denken aan een drukkend, duister boek, wellicht verwant aan Siebelinks Knielen op een bed violen, maar dat is niet het geval. We hebben hier juist te maken met een haast lichtvoetige beschrijving van van het gezin Minderhoud, waar zo nu en dan toch ook gelachen wordt en waar zondigen niet automatisch betekent dat je verstoten wordt.

Het gekozen perspectief is erg effectief. De lezer wordt als het ware zelf onderdeel van het verhaal. Het geeft de schrijfster de mogelijkheid Katelijnes verwondering over de wereld rondom haar op een natuurlijke manier weer te geven.Voor de meeste mensen die in de jaren 1980 zijn opgegroeid zal de orthodoxe manier van leven van het gezin Minderhoud een ver-van-mijn-bedshow zijn. Toch kan deze roman ook anderen, niet opgegroeid in een streng religieus gezin, erg aanspreken, omdat er zoveel andere raakvlakken kunnen zijn. In mijn geval is dat juist de genoemde overgang naar een heel grote middelbare school, ver van huis en het vertrouwde geboortedorp – het lokt, maar beangstigt tegelijkertijd.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik na zo’n vijftig bladzijden even dacht dat ik het kunstje nu wel kende, maar vervolgens greep het boek me toch weer. Dat komt denk ik doordat Katelijne naarmate de roman vordert steeds regelmatiger begint te zoeken naar haar eigen identiteit, in weerwil van de regels die haar religie haar voorschrijven. Zo wordt de roman toch een ontwikkelingsroman, in plaats van alleen een poging om een milieu te beschrijven.

Bijzonder vind ik tevens de plek die Treur biedt aan het Zeeuwse dialect. De personages spreken Nederlands doorspekt met Zeeuwse woorden en zelfs een Zeeuwse tongval. Dat is niet altijd even makkelijk te volgen voor de niet-Zeeuw, maar het geeft een heel mooi lokale tint aan deze roman.

Franca Treur

flickr

dinsdag 23 maart 2010

M.J. Hyland | This is How

M.J. Hyland - This is How. Edinburgh, Canongate, 2010, 376 pagina's. 2009 (1).

Patrick is a loner. An intelligent but unhappy young man struggling to find his place in the world. But, not long after he leaves home to begin a new life in a boarding house in a remote seaside town, he commits an act of violence and must face the awful and chilling consequences.

This is How is a compelling and unsettling journey into the dark side of human existence and a powerful meditation on the nature of guilt and redemption.


Een gegeven paard mag je volgens het spreekwoord niet in de bek kijken. Dit boek, dat ik via de groep Early Reviewers op www.librarything.nl cadeau heb gekregen, zal ik wel in de bek moeten kijken. Dat is namelijk de deal: je krijgt een gratis boek, maar je moet er wel iets over zeggen.

Toen ik heb boek aanvroeg, verwachtte ik op basis van de beschrijving een eenentwintigste variant van Misdaad en straf. Net als in Dostojevskijs roman is het onderwerp van de roman een moord die gepleegd wordt, waarvoor de dader, Patrick Oxtoby, gestraft wordt. Verwacht in Hylands roman echter geen filosofische bespiegelingen over de gepleegde misdaad, want die zul je er niet in vinden.

De roman bestaat vooral uit dialoog. Goed geschreven, dat wel, met op belangrijke momenten ook onuitgesproken zaken. Uit die dialogen moet je concluderen wat het karakter van Oxtoby is – dat het gaat om een getroubleerde jongeman, niet tot echte emoties en communicatie in staat. Niet met familie, niet met zijn verloofde en ook niet met vreemden.

Het eerste gedeelte, waarin de moord nog gepleegd moet worden, vond ik het best, omdat ik daar nog enige spanning voelde – wie zou het slachtoffer worden en is de dader in staat tot enige zelfreflectie? Als de moord eenmaal gepleegd is, zakt het boek echter als een mislukte soufflé in elkaar.

Er volgen beschrijvingen van het proces en het wennen aan het leven in de gevangenis. Oxtoby komt in deze periode niet verder dan de herhaalde constatering dat hij zijn slachtoffer wakker wilde maken, maar niet vermoorden, en dat zijn leven door het op en neer bewegen van zijn arm totaal veranderd is. Er is echter maar weinig karakterontwikkeling (Oxtoby past zich aan het leven in de gevangenis en voelt zich daar tot op zekere hoogte op z'n plaats) en op een gegeven moment betrapte ik mezelf erop dat het me eigenlijk helemaal niets kon schelen wat Oxotby's lot zou zijn. Doordat de dialogen goed zijn geschreven, leest het boek snel, maar er blijft maar bitter weinig van hangen. Jammer, want het idee op zich is niet slecht.

M.J. Hyland (Engels)
M.J. Hyland op Wikipedia (Engels)

flickr

donderdag 18 maart 2010

Bennie Roeters | Gagarins engelen

Bennie Roeters - Gagarins engelen. Amsterdam, Anthos, 2009, 222 pagina's.

Roelf komt uit een stug communistisch nest in Oost-Groningen en heeft net zijn HBS-diploma gehaald. Hij houdt van de kosmonaut Gagarin en van het meisje Pip, maar Pips vader is een herenboer en VVD'er, en dus een klassenvijand. Roelf en Pip beleven niettemin een stormachtige affaire, tot hun vaders in de gemeenteraad met elkaar op de vuist gaan.
Als Roelf onverwacht een mysterieuze uitnodiging ontvangt om naar Moskou te komen voor de viering van de vijftigste verjaardag van de Revolutie, loopt alles anders dan voorzien. Roelf maakt deel uit van een programma, en hoe meer hij eronderuit probeert te komen, hoe meer hij erin verstrikt raakt. Tot hij zijn leven niet meer zeker is.

Met veel gevoel voor sfeer en oog voor het absurde, sleurt Roeters je mee in een verhaal als een voortdenderende trein, waarin je onherroepelijk wordt meegevoerd naar waar hij je wil hebben. Gagarins engelen is een overrompelende roman die een indringend tijdsbeeld geeft van de jaren zestig. Een boek over opgroeien, over angst, eenzaamheid en liefde, en vooral over de bijzondere band tussen vaders en zonen.


Gagarins Engelen, een intrigerende titel met een mooie omslag, die me uiteindelijk toch wat teleurstelde.

Eerst maar eens de pluspunten. Roelf Mik komt uit het noorden, en spreekt met zijn familie Gronings. Roeters gebruikt deze streektaal, juist gedoseerd, om het gezin, de stugheid en het zwijgzame karakter ervan te schilderen. Dat is een mooie kunstgreep, die me erg aansprak.

Het eerste gedeelte van de roman, dat in Nieuw Scheemda speelt, vond ik goed. Roeters schetst niet alleen het gezin Mik zoals je je een communistisch gezin in de jaren 1960 voorstelt, maar ook Roelfs verlangen naar Pip, een voor een communistenzoon onbereikbare dochter van een VVD-gemeenteraadslid, Roelf bewondering voor Gagarin, het plotselinge aanbod om de viering van het vijftigste jubileum van de Russische revolutie bij te wonen en de reis naar de Sovjet-Unie, het pas allemaal goed in elkaar.

Ook de reis per trein naar de Sovjet-Unie en de eerste kennismaking met de stad Moskou spraken me nog erg aan. Roelfs verwachtingen zijn hooggespannen, maar die eerste dagen komt hij niet bedrogen uit. De ingeloste belofte, de blijdschap over het met eigen ogen zien van dat waar je zo lang over gedroomd hebt, dat doet Roeters echt goed.

Dan volgt het tweede gedeelte van de roman, waarin Roelf geacht wordt zich, na het jubileum, te scholen in de communistische leer. Op zich is het interessant om te lezen hoe Roelf begint te twijfelen aan het communistische geloof, maar was het daar maar bij gebleven. Roeters heeft ervoor gekozen in dit tweede deel ook thrillerachtige elementen te introduceren. Je weet dat de beschreven verwikkelingen zouden hebben kunnen gebeuren in de Sovjet-Unie, maar ik vond het niet goed passen bij de eerste helft van de roman. Het einde dat Roeters voor deze roman heeft gekozen, vond ik ronduit teleurstellend.

Een ander minpunt is het soms nogal dik aanzetten van verwijzingen. In het eerste deel droomt Roelf verschillende keren van Moskou, zoals de drie zusters in Tsjechovs toneelstuk dat ook doen. Na een aantal keren vind Roeters het zelfs nodig om die verwijzing zelf te benoemen. Het zou effectiever zijn geweest om dat juist niet te doen.

Bennie Roeters

flickr

zondag 14 maart 2010

Saša Stanišić | Hoe de soldaat de grammofoon repareert

Saša Stanišić - Hoe de soldaat de grammofoon repareert. Amsterdam, Anthos, 2007, 297 pagina's. Oorspronkelijke Duitse titel: Wie der Soldat das Grammofon repariert, vertaald door Annemarie Vlaming. 2006 (Duits, 1).

De oorlog in Joegoslavië door de ogen van een jongen. Hoe de soldaat de grammofoon repareert is een uitbundige, kluchtige en tragikomische debuutroman over een buitengewone jeugd onder buitengewone omstandigheden.


Deze roman nam ik mee uit de bibliotheek omdat 'ie opval door de omslag: op de voorkant staat een foto van een accordeonist op een strand, met twee rennende honden op de achtergrond. De tekst op de achterkant deed de rest.

In Hoe de soldaat de grammofoon repareert zie je door de ogen van een jongen van een jaar of twaalf, dertien de oorlog in Joegoslavië steeds de geboortestad van die jongen steeds dichter naderen. Stanišić beschrijft het leven voor de oorlog op een manier die me sterk doet denken aan de boeken van Danilo Kiš: bloemrijk, wijd uitgesponnen verhalen, overgoten met een flinke lepel Balkansaus.

Bijzonder aan Hoe de soldaat de grammofoon repareert is hoe de schrijver de taal gebruikt om de tegenstelling tussen de jonge Aleksandar en de volwassen Aleksandar, alleen in Essen achtergebleven om daar te studeren, te benadrukken. In de verhalen die vanuit het perspectief van de jongen Aleksandar geschreven zijn, wemelt het van zelfbedachte of verkeerd geschreven woorden. De volwassen Aleksandar maakt gebruik van keurig Nederlands (en ik neem aan van keurig Duits in het origineel). Die kunstgreep werkt wat mij betreft erg goed – het is direct duidelijk met wie van de twee je te maken hebt.

Tot het uitbreken van de oorlog is het boek vooral blij-hilarisch. De scene waarin Tito’s portret ineens bij het begin van het schooljaar van de muur moet worden gehaald is bijvoorbeeld fantastisch. Maar dan wordt het oorlog. De beschrijvingen van de oorlogshandelingen in Višegrad, een voetbalwedstrijd tussen Bosnisch-Servische soldaten en Bosnische moslimsoldaten en de vlucht van Aleksandar en zijn familie naar Duitsland zijn vooral tragikomisch, en hartverscheurend ontroerend.

Het indrukwekkendst vond ik nog wel het einde van de roman, waarin Aleksandar voor het eerst in tien jaar terugkeert naar Višegrad om zijn achtergebleven oma op te zoeken, om daar vast te stellen dat alles anders is geworden. Dat is natuurlijk altijd het onherroepelijke gevolg van weggaan, maar als je moet wegvluchten omdat je plotseling een verkeerde achternaam blijkt te hebben, is het besef van die verandering nog extra moeilijk. Stanišić beschrijft dat gevoel prachtig. Lees dit boek!

Saša Stanišić
Saša Stanišić op Wikipedia (Duits)

flickr

zondag 7 maart 2010

Michael Chabon | The Yiddish Policemen's Union

Michael Chabon - The Yiddish Policemen's Union. London, Fourth Estate, 2007 (2), 414 pagina's. 2007 (1).

For sixty years Jewish refugees and their descendants have prospered in the Federal District of Sitka, a 'temporary' safe haven created in the wake of revelations of the Holocaust and the shocking 1948 collapse of the fledgling state of Israel. Proud, grateful and longing to be American, the Jews of the Sitka District have created their own little world in the Alaskan panhandle, a vibrant, gritty, soulful and complex frontier city that moves to the Yiddish beat. Now, after sixty years of federal neglect, the District is set to revert to Alaskan control, and their dream is coming to an end: once again the tides of history threaten to sweep them up and carry them off into the unknown.

But homicide detective Meyer Landsman has enough problems without worrying about the upcoming Reversion. His life is a shambles, his marriage a wreck, his career a disaster. He and his half-Tlingit partner, Berko Shemets, can't catch a break in any of their outstanding cases. Landsman's new supervisor is the love of his life - and also his worst nightmare. And then someone's got the nerve to commit a murder in the flophouse he calls home. Out of habit, obligation and a half-cocked shot at redemption, he begins to investigate the killing of his neighbor, a former chess prodigy, and soon finds himself contending with all the powerful forces of faith, obsession, evil and salvation that are his heritage - and with the unfinished business of his marriage to Bina Gelbfish, the one person who understands his darkest fears.

At once a gripping whodunit, a love story, an homage to 1940s noir, and an exploration of the mysteries of exile and redemption, The Yiddish Policemen's Union is a novel only Michael Chabon could have written.


Net als Gentlemen of the Road las ik deze roman terwijl ik ziek in bed lag. In het eerste boek merk je duidelijk dat het eigenlijk als feuilleton is geschreven. The Yiddish Policemen's Union is duidelijk als roman bedoeld, als een spannende politieroman zoals die midden vorige eeuw in de Verenigde Staten werden geschreven. Beide boeken nemen je uit je ziekbed mee in een duizelingwekkend andere wereld.

Ik ben erg positief over The Yiddish Policemen’s Union. Chabon heeft voor deze roman een alternatieve loop van de geschiedenis verzonnen. In Alaska is een soort Joodse kolonie (Sitka) gesticht, die na een bestaan van zestig jaar over twee maanden weer aan de Verenigde Staten zal worden teruggegeven. Chabon schildert de onzekerheid over de nabije toekomst van Sitka’s inwoners met wrange, maar heel aanstekelijke humor. De situatie deed me denken aan de teruggave van Hong Kong aan China op 1 juli 1997. Daar zal de vraag of het wijs is om te blijven na de machtsoverdracht ook door ieders hoofd hebben gespookt.

Het is niet alleen het vlot en spannend geschreven plot dat me aanspreekt, maar ook de personages, die natuurlijk allen over kleurrijke eigenaardigheden beschikken. Vooral de belangrijkste hoofdpersoon, Landsman, voldoet aan het cliché van de wat aan lager wal geraakte detective. De beschrijvingen van de Joodse onderwereld in Sitka zijn meesterlijk. Wat een personages heeft Chabon hier verzonnen, en wat heeft hij een heerlijk gevoel voor hoe hij hen met humor kan beschrijven!

Chabons taal spreekt me verder ook enorm aan - het loopt overal als een trein, elk woord staat op de juiste plaats, je kijkt niet vreemd op van de vergelijkingen die hij gebruikt, vaak zijn ze zelf prachtig. Het meest echter sprak Chabons gebruik van het Jiddisch en benamingen me aan. De benamingen verwijzen naar eerdere Russische aanwezigheid in het gebied waar Sitka ligt. Dat maakt deze roman tot een waar feest. Ik hoop dat daarvan ook in de Nederlandse vertaling (De Jiddische Politiebond) iets is overgebleven, want deze roman is echt de moeite van het lezen waard.

Michael Chabon | The Final Solution
Michael Chabon | Werewolves in Their Youth
Michael Chabon | Gentlemen of the Road
Michael Chabon | Wonder Boys

Michael Chabon op Wikipedia (Engels)
The Yiddish Policemen's Union op Wikipedia (Engels)

flickr

woensdag 3 maart 2010

Henning Mankell | De gekwelde man

Henning Mankell - De gekwelde man. Breda, De Geus, 2010, 603 pagina's. Oorspronkelijke Zweedse titel: Den orolige mannen, vertaald door Janny Middelbeek-Oortgiesen. 2009 (Zweeds, 1).

Håkan von Enke, een gepensioneerde marineofficier, verdwijnt tijdens zijn ochtendwandeling in een bos nabij Stockholm. Voor Kurt Wallander wordt dit een hoogstpersoonlijke kwestie aangezien Von Enke de schoonvader is van zijn dochter Linda. Terwijl Wallander zich het hoofd breekt over de toedracht, beseft hij dat hij een gigantisch geheim op het spoor is dat betrekking heeft op de volledige naoorlogse geschiedenis van Zweden. Dan verschijnt er in zijn persoonlijk leven een nog veel donkerder wolk aan de horizon.


Eindelijk was het moment daar: het allerlaatste deel van de Kurt Wallander-reeks zou 15 februari 2010 verschijnen. Mijn passie voor Kurt Wallander heb ik te danken aan een vriendin, die mij min of meer tot een kennismaking met deze brommerige Zweedse detective heeft gedwongen. Ook deze keer liet ze me niet in de steek: een dag voor ik de griep kreeg, bracht ze me haar inmiddels uitgelezen exemplaar. Daarom heb ik begin deze week de uren waarin ik niet sliep doorgebracht met de allerlaatste Kurt. Ze had het niet beter kunnen timen!

Het was een dubbel gevoel, want aan de ene kant was ik blij dat er eindelijk weer een echte roman met Kurt Wallander in de hoofdrol was verschenen. Ook was ik blij dat het plot als altijd goed in elkaar zat. Een plot dat me bij de les hield, ondanks mijn grieperige gevoel. Aan de andere kant was er steeds het gevoel dat het einde van het boek, de serie en wellicht van Kurt Wallander naderde met iedere omgeslagen bladzijde.

Je kunt in alles merken dat Mankell in deze laatste roman de losse eindjes heeft willen opruimen. Zo keren er personages uit Wallanders verleden terug en leren we hoe het volgens Mankell met Wallander en die andere personages 'afloopt'. Daarover ga ik hier niet te veel zeggen, want dat zou het lezen van deze vuistdikke roman maar verpesten. Wel is duidelijk dat er geen weg terug is - daarvoor is de laatste zin van deze roman te vastberaden. Mijn advies: ga er goed voor zitten en geniet van deze laatste 'aflevering'. Daarna rest er slechts één optie: opnieuw beginnen met deze prachtige serie!

Henning Mankell | Het graf
Henning Mankell | Labyrint
Henning Mankell | De Chinees
Henning Mankell | Kennedy's brein
Henning Mankell | Italiaanse schoenen
Henning Mankell | Depths

Henning Mankell op Wikipedia (Engels)

flickr

maandag 1 maart 2010

Андрей Курков | Тонкая математика страсти

Андрей Курков - Тонкая математика страсти. Харьков, Фолио, 2007, 286 страниц
(Andrey Kurkov - Tonkaya matematika strasti. Kharkov, Folio, 2007, 286 bladzijden)

При всем разнообразии сюжетов произведения А. Куркова объединяет страстная мечта героев обрести любовь. Поиск любви - главная движущая сила сюжета и романа "Любимая песня космополита", и всех восьми рассказов, вошедших в предлагаемую читателю книгу.

Реальное и ирреальное, философия и жизненная правда, размеренный ход событий и неожиданные повороты сюжета удивительно соединились в произведениях Куркова, и это удерживает читателя в напряжении от первой до последней страницы.


Deze bundel van Kurkov, die nog niet in het Nederlands is vertaald, bevat een korte roman (of novelle) en acht korte verhalen. De Oekraïense uitgever ziet de zoektocht naar liefde als een rode draad in deze bundel. Het is inderdaad zo dat de meeste hoofdpersonen hunkeren naar liefde, op hun eigen manier.

Voor mij is de rode draad van deze bundel echter eerder de absurdistische benadering van de verhalen. Dat doet Kurkov niet voor het eerst, ook in de eerdere romans die ik van hem las maakte hij gebruik van absurdisme. Normaal houd ik daar niet zo van, maar in Kurkovs romans stoort het me niet. Het doet me zo nu en dan zelfs denken aan illustere voorgangers als Gogol en Bulgakov.

In de novelle waarmee de bundel opent, Любимая песня космополита (Lyubimaya pesnya kosmopolita) is sprake van een stad waar alle militairen die een 'heldendaad' hebben begaan van een welverdiende vakantie kunnen genieten. Zo kan het gebeuren dat voormalige vijandelijke groeperingen ineens samen langs het strand lopen. Na de vakantie moeten ze onherroepelijk terug naar het slagveld.

Een ander absurd element is de permanente aanwezigheid van generaal Kazmo, die permanent in de niet nader genoemde badplaats mag verblijven. Hij biedt zijn diensten aan verschillende vechtende partijen aan, soms ook aan partijen die tegen elkaar vechten, waardoor zo’n conflict eigenlijk een soort schaakpartij van generaal Kazmo tegen zichzelf wordt. Daarmee wordt het gewapende conflict zelf eigenlijk iets absurds, iets zinloos.

Het ontroerendst vond ik het korte verhaal Не надо бояться высоты (Ne nado boyat’sya vysoty). Daarin beschrijft Kurkov hoe een nieuw telecombedrijf in Kiev zijn goedkope diensten aanbiedt vanuit speciale telefooncellen. Bijzonder is, dat je vanuit zo’n cel ook goedkoop naar het hiernamaals kunt bellen. De hoofdpersoon in dit verhaal heeft zijn geliefde verloren en ziet hierin de mogelijkheid om het gemis wat te verzachten. Hartbrekend!

Андрей Курков | Последняя любовь президента
Андрей Курков | Закон улитки
Андрей Курков | Пикник на льду

Andrey Kurkov op Wikipedia

flickr