vrijdag 26 maart 2010

Franca Treur | Dorsvloer vol confetti

Franca Treur - Dorsvloer vol confetti. Amsterdam, Prometheus, oktober 2009 (2), 220 pagina's. September 2009 (1).

's Winters zijn de zondagen het snelst voorbij. Als de dominee om vier uur de middagdienst afsluit met de zegen voor weer een hele week, vliegen ze alle zeven naar het fietsenhok. 'Om de poten te breken,' zegt de vader. 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Dat zegt hij altijd: 'Daar komen nog eens ongelukken van.' Net als: 'Als je brokken maakt, ik betaal niks hoor.'

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf?
De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij.
Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie.

Franca Treur (1979) is geboren en opgegroeid in Zeeland. Ze studeerde Nederlands en literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Ze schrijft voor NRC Handelsblad en nrc.next.


Dorsvloer vol confetti heeft mij aangenaam verrast, sterker nog, het boek heeft me diep geraakt. Vanuit het perspectief van Katelijne, een meisje dat op het punt staat van de vertrouwde lagere school naar de middelbare school in de grote, boze stad te gaan, beschrijft Treur een Zeeuws gezin, dat erg strikt in de leer van zijn kerkgemeenschap is, waar de erfzonde, het bekeerd moeten worden om in de hemel te kunnen worden opgenomen en het inrichten van het aardse leven volgens de Waarheid centraal staan.

Zo'n beschrijving doet denken aan een drukkend, duister boek, wellicht verwant aan Siebelinks Knielen op een bed violen, maar dat is niet het geval. We hebben hier juist te maken met een haast lichtvoetige beschrijving van van het gezin Minderhoud, waar zo nu en dan toch ook gelachen wordt en waar zondigen niet automatisch betekent dat je verstoten wordt.

Het gekozen perspectief is erg effectief. De lezer wordt als het ware zelf onderdeel van het verhaal. Het geeft de schrijfster de mogelijkheid Katelijnes verwondering over de wereld rondom haar op een natuurlijke manier weer te geven.Voor de meeste mensen die in de jaren 1980 zijn opgegroeid zal de orthodoxe manier van leven van het gezin Minderhoud een ver-van-mijn-bedshow zijn. Toch kan deze roman ook anderen, niet opgegroeid in een streng religieus gezin, erg aanspreken, omdat er zoveel andere raakvlakken kunnen zijn. In mijn geval is dat juist de genoemde overgang naar een heel grote middelbare school, ver van huis en het vertrouwde geboortedorp – het lokt, maar beangstigt tegelijkertijd.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik na zo’n vijftig bladzijden even dacht dat ik het kunstje nu wel kende, maar vervolgens greep het boek me toch weer. Dat komt denk ik doordat Katelijne naarmate de roman vordert steeds regelmatiger begint te zoeken naar haar eigen identiteit, in weerwil van de regels die haar religie haar voorschrijven. Zo wordt de roman toch een ontwikkelingsroman, in plaats van alleen een poging om een milieu te beschrijven.

Bijzonder vind ik tevens de plek die Treur biedt aan het Zeeuwse dialect. De personages spreken Nederlands doorspekt met Zeeuwse woorden en zelfs een Zeeuwse tongval. Dat is niet altijd even makkelijk te volgen voor de niet-Zeeuw, maar het geeft een heel mooi lokale tint aan deze roman.

Franca Treur

flickr

1 opmerking:

  1. een heel sympathieek boek. Ik zie niet in waarom ze later niet werd geaccepteerd door de dorpelingen Zij veracht de leer niet in het boek, maar schrijft gewoon zoals het was (is)

    BeantwoordenVerwijderen