donderdag 2 mei 2013

Joyce Yarrow | Code of Thieves

Joyce Yarrow – Code of Thieves: A Jo Esptein mystery. Istoria Books, april 2013, 243 pagina's. 2010 (1, hardcover).

Full-time private investigator/part-time poet Jo Epstein travels to New York and eventually to Russia to help clear her émigré stepfather of a murder rap and to discover who is sending him threatening messages in the form of Russian nesting dolls (matryoshkas). Her journey takes her to dark places in her stepfather's background and into Russia's history as it shrugged off the weight of communism and embraced a frightening new freedom.


Ik kreeg Code of Thieves in het kader van Early Reviewers van Library Thing. Ik had me voor dit boek aangemeld omdat ik nieuwsgierig was naar de manier waarop de schrijfster het Amerikaanse en het Russische gedeelte van deze roman aan elkaar zou 'breien'.

Code of Thieves leest gemakkelijk, ook als Engels niet je moedertaal is. Het plot wordt niet briljant, maar op zich best onderhoudend verteld. Ik was in ieder geval wel benieuwd naar de afloop. Het idee om steeds een kleine pop uit een set matreshka's in de vorm van kogels met daarop de afbeelding van rechters als waarschuwing te versturen om de spanning te verhogen, vond ik een aardige vondst.

Vanaf het begin echter stond me een aantal zaken tegen, waaraan ik mij gaandeweg steeds meer ging ergeren. Zo heet één van de Russische hoofdpersonen Feydor. Ik ga ervan uit dat de schrijfster de voornaam Fyedor bedoelt, want de naam Feydor bestaat, voor zover mij bekend, niet.

Verder noemt de schrijfster allerlei Russische woorden, gevolgd door een vertaling, vooral om de couleur locale te verhogen, neem ik aan. Het is jammer dat ze dan bijvoorbeeld het woord 'kielbasa' gebruikt voor 'worst'. Dat is het Poolse woord voor worst, maar niet het Russische. De Russen zeggen 'kolbasa', waarbij de 'o' als een a-achtige klant wordt uitgesproken.

En dan heb ik het nog niet eens over de vele tikfouten in de tekst. Als een boek eerst op papier is uitgegeven en daarna opnieuw als e-boek wordt uitgegeven, mag je toch op zijn minst verwachten dat dit soort zaken verbeterd is.

Ik las dit boek in een periode waarin ik bezig was met andere dingen. Het is dan prettig om lichte kost te lezen. Dat is Code of Thieves zeker. Ik vraag me wel af of ik het boek, als de omstandigheden anders waren gewest, zou hebben uitgelezen. Deze roman maakt mij in ieder geval niet bijster nieuwsgierig naar ander werk van Yarrow.

Joyce Yarrow (English)

vrijdag 18 januari 2013

Olga Grjasnowa | Der Russe ist einer, der Birken liebt

Olga Grjasnowa - Der Russe ist einer, der Birken liebt. München, Carl Hanser Verlag, 2012 (2), 284 pagina's. 2012 (1).

Mascha ist jung und eigenwillig, sie ist Aserbaidschanerin, Jüdin, und wenn nötig auch Türkin und Französin. Als Immigrantin musste sie in Deutschland früh die Erfahrung der Sprachlosigkeit machen. Nun spricht sie fünf Sprachen fließend und ein paar weitere so "wie die Ballermann-Touristen Deutsch". Sie plant gerade ihre Karriere bei der UNO, als ihr Freund Elias schwer krank wird. Verzweifelt flieht sie nach Israel und wird schließlich von ihrer eigenen Vergangenheit eingeholt. Mit perfekter Ausgewogenheit von Tragik und Komik und mit einem bemerkenswerten Sinn für das Wesentliche erzählt Olga Grjasnowa die Geschichte einer Generation, die keine Grenzen kennt, aber auch keine Heimat hat.


Deze roman kocht ik vorig jaar tijdens een verblijf op Borkum, omdat de omschrijving op de omslag me aansprak. De verkoopster van de eilandboekhandel was helemaal verrukt dat ik het kocht, want dit was een waar meesterwerkje. Ze begon spontaan op te noemen waarom het zo goed dat zo'n jonge schrijfster zo'n boek had kunnen schrijven. Zoveel prijzen maakt je haast bang om te beginnen in een boek, maar de verkoopster had volkomen gelijk. Dit is een héél goed, ontroerend boek!

Olga Grjasnowa op Wikipedia (Duits)

flickr

Donna Leon | Fatalità

Donna Leon - Fatalità. Amsterdam, De Boekerij, 2000, 206 pagina's.
Oorspronkelijke Engelse titel: Fatal Remedies, vertaald door Els Franci-Ekeler.

Fatalità is al weer de achtste misdaadroman met de sympathieke commissaris Guido Brunetti in de hoofdrol. Opnieuw voert Donna Leon de lezer langs de pasticceria's, de steegjes, de palazzi, de eeuwenoude bruggen en de kanalen van Venetië.

Voor commissaris Guido Brunetti begint het allemaal vroeg in de ochtend met een telefoontje. Een vandaal heeft zojuist een steen gegooid door de ruit van een reisbureau. De dader, die ter plaatse is aangehouden, is Paola, Brunetti's eigen vrouw. De actie van Paola veroorzaakt een crisis in het huwelijk van de Brunetti's. Maar ook het werk vereist het uiterste van Brunetti: een overval door leden van de maffia lijkt in verband te staan met een verdacht dodelijk ongeluk. Zijn superieuren willen resultaat, en snel. Wanneer zijn persoonlijke en professionele leven botsen, vreest Brunetti voor zijn carrière. En als Paola niet alleen van vandalisme wordt verdacht, maar ook nog van moord, wordt de druk op Brunetti bijna te groot.


Ik las Fatalità terwijl ik met griep in bed lag. In mijn beleving zijn Leons boeken perfect voor de momenten waarop je hoofd al wel weer een beetje geïnteresseerd is in de wereld om je heen, terwijl je lichaam daar duidelijk nog niet aan toe is.

Fatalità is het achtste deel van de serie die Leon schrijft over commissario Brunetti. Dit boek wijkt af van de voorgaande, omdat de relatie tussen Brunetti en zijn vrouw, Paola, hier een centrale rol heeft. Hun huwelijk komt onder druk te staan, doordat Paola haar aankondiging dat zij een steen door de ruiten van een reisbureau dat zou meewerken aan seksreizen naar het Verre Oosten daadwerkelijk uitvoert. Ze doet dit vervolgens niet één, maar twee keer. Die tweede keer kan Brunetti een arrestatie niet voorkomen, en dat is het begin van een grote problemen voor commissario Brunetti en zijn vrouw.

Het plot van Fatalità zit, zoals we dat gewend zijn, ingenieus in elkaar, waardoor het boek onderhoudend was tot het einde. De tweede verhaallijn vond ik echter het boeiendst. Leon plaatst twee uitersten tegenover elkaar: de idealistisch ingestelde, bevlogen Paola, die zelfs een misdrijf wil plegen en zich daarvoor wil laten arresteren om haar punt duidelijk te maken, tegenover commissario Brunetti, die ervan overtuigd is dat het bestrijden van misdaad goed en noodzakelijk is, maar slechts dan wanneer dat plaatsvindt binnen de kaders van de wet. Als het niet overtreden van de wetten in zijn land betekent dat mensen die een overtreding of misdrijf begaan vrijuit kunnen gaan, moet dat dan maar zo zijn.

Daarmee raakt Leon een gevoelig punt, waarover je lang kunt discussiëren. Mag je bijvoorbeeld proefdieren bevrijden uit laboratoria waar medicijnen op die dieren worden getest, als jij ervan overtuigd bent dat deze dieren onacceptabel leed wordt aangedaan of kies je ervoor geen producten te kopen die op dieren getest zijn? Mag je een bom bij een gebouw van jouw staat tot ontploffing brengen als je het niet eens bent met de politiek die je land voert, zelfs als medeburgers daarbij het risico lopen slachtoffer van jouw bom te worden? Heiligt het doel alle middelen, dat is wat Leon zich in Fatalità afvraagt.

Donna Leon | Nobiltà
Donna Leon | Een stille dood
Donna Leon | Acqua alta
Donna Leon | Salto Mortale
Donna Leon | De dood draagt rode schoenen
Donna Leon | Duister glas
Donna Leon | Dood in den vreemde
Donna Leon | Death at La Fenice

Donna Leon op Wikipedia (Engels)

flickr

maandag 7 januari 2013

Jan Paul Bresser | Het verdriet van Eline

Jan Paul Bresser - Het verdriet van Eline: Verhalen. Amsterdam, Anthos, 2011, 206 pagina's.

Een ode aan het leven, aan Den Haag en aan de verbeelding.

De ontroerende verhalen in Het verdriet van Eline vormen met elkaar een mozaïek van levensgeschiedenissen in de oude Haagse binnenstad en daarbuiten. Zelden werd de wereld van ouderen zo indringend en puur beschreven.


Ik lees zowel romans als korte verhalen. Er kleeft echter altijd wel één maar aan een bundel korte verhalen, vind ik. Om de zoveel pagina's worden andere hoofdpersonen, locaties, (historische) gebeurtenissen ten tonele gevoerd. Het aardige nu van Het verdriet van Eline is dat deze bundel korte verhalen bevat met een gemeenschappelijke deler: de stad Den Haag. Bresser beschrijft oudere Hagenezen, allen woonachtig in het Hofkwartier. De meeste verhalen spelen zich dan ook daar af. Sommige personages figureren in meer dan één verhaal, waardoor de verhalen ook op die manier met elkaar samenhangen.

De titel Het verdriet van Eline zette me op het verkeerde been. Ik verwachtte een non-fictie boek, bijvoorbeeld over de plaatsen waar Couperus' Eline Vere zich afspeelt, of over de impact die die feuilleton-roman indertijd heeft gehad. Het verdriet van Eline is echter pure fictie, waarin de realiteit van het heden (verwijzingen naar bijvoorbeeld Twitter, de Tweede Kamer en Hirsi Ali) wel aanwezig zijn, maar meestal niet de boventoon voeren.

Mijn misvatting heeft me niet gehinderd bij het lezen van het boek, sterker nog, de verrassing was des te groter toen bleek waar het boek wel over ging. De maatschappij vindt het niet erg modieus om te schrijven over de 'oudere mens', en daarmee zijn de keuzes die Bresser maakt heel moedig. Alles moet immers maar snel, jachtig, sappig en liefst ook nog sexy zijn wil je met je boek op tv komen en dus je boek verkopen aan het grote publiek. Bresser zet zich tegen de tijdsgeest af door verhalen te schrijven die doordrenkt zijn van geschiedenis.

De meeste verhalen ontroerden me echt. Soms op een prettig melancholische manier – zoals in het verhaal De zonderling, over een man die na zijn pensionering ineens liefde voor de poëzie opvat –, maar soms ook op bijzonder schrijnende, tragische manier. Het verhaal Eerste luier over een man die per trein naar Gouda reist, omdat hij zijn incontinentiemateriaal niet in zijn eigen stad durft te kopen, heeft me bijna aan het huilen gekregen. Dat geldt ook voor het verhaal Geestgronden, waarin pas uit de laatste zin blijkt hoe tragisch de insteek van het verhaal eigenlijk is.

Het verdriet van Eline is niet alleen voor Hagenezen interessant, maar voor iedere Nederlander die iets verder wil kijken dan de eigen (jonge) neus lang is.

Jan Paul Bresser

flickr