Екатерина Завершнева - Высотка. Москва, Время, 2012, 619 страниц.
(Ekaterina Zavershneva - Vysotka. Moskva, Vremya, 2012, 619 stranic.)
«Высотка» – это настоящий студенческий универсум начала девяностых. В нем есть Москва и Ленгоры, знаменитое высотное здание МГУ, зачеты, экзамены, разговоры на подоконниках, дневники и письма, много музыки, солнца и путешествий налегке. Главные герои «Высотки» интересны и важны себе и друг другу, серьезны и уязвимы так, как бывает только в юности. И все же в романе Екатерины Завершневой главное остается между строк. Это не сюжет, не подробности и даже не характеры, но сам воздух того времени. И, наверное, свобода, о которой так много говорят герои романа, не замечая, что они бессовестно, бесповоротно счастливы, и что этого счастья теперь ничто не сможет отменить…
Ineens was daar deze zomer een grote verrassing: een alumnus van de Moskouse Staatsuniversiteit, een mij onbekende Russische schrijfster, heeft een roman geschreven die aan het einde van de jaren 1980, begin jaren 1990 speelt, over een studente van diezelfde Moskouse Staatsuniversiteit. Ik heb zelf, midden jaren 1990, een aantal maanden doorgebracht aan die universiteit. Een roman waar je als lezer met zulke hooggespannen verwachtingen aan begint, kan alleen maar tegenvallen. Toch?
Daar was ik in ieder geval wel bang voor toen ik deze roman begon te lezen. Gelukkig viel het alleszins mee. In de eerste plaats was er natuurlijk in de eerste hoofdstukken al het feest der herkenning, als de schrijfster karakteristieke details van de MSU-campus en vooral het hoofdgebouw beschrijft. Heb je in dat gebouw gewoond, dan heb je je hart voor eeuwig verpand aan die magische plaats. Juiste dat magische karakter van het gebouw en de invloed die het op zijn bewoners heeft weet Zavershneva heel goed te vangen in het beeld dat ze van het gebouw en zijn omgeving schetst.
Geschreven vanuit de ik-persoon neemt de schrijfster de lezer mee op het pad naar volwassenheid van de hoofdpersoon, in die betoverende wereld van de beste universiteit van toen nog de Sovjet-Unie. Als je je als jong meisje uit de provincie in het studentenleven stort, hoort daar niet alleen de ontdekking van de 'wetenschap' bij, maar natuurlijk ook het opzetten van vriendschapsbanden voor het leven en het ontdekken van de liefde.
Specifiek voor de tijd die Zavershneva beschrijft is de zorg om het overleven op zich, omdat het leven in de Sovjet-Unie in zijn nadagen gekenmerkt wordt door geldontwaarding, onzekerheid, gebrek aan producten en – uiteindelijk – het verdwijnen van het land waarin je bent opgegroeid. Die omstandigheden zorgen ervoor dat je als tiener versneld volwassen wordt, of je dat nu wilt of niet.
Zavershneva heeft dit proces onderhoudend beschreven. Ze gebruikt daarbij allerlei literaire vormen, van de 'gewone' romanvorm tot regelmatig terugkerende gedichten, maar er is ook een hoofdstuk dat als toneelstuk is geschreven. Persoonlijk vind ik dat die wisselende literaire vormen de leesbaarheid van de roman niet altijd even veel bevorderen.
Toch is Vysotka (in het Nederlands: De wolkenkrabber) een geslaagde roman. De personages zijn geloofwaardig, en je kunt je daardoor gemakkelijk met hen en hun worsteling met het volwassen worden identificeren. Het was moeilijk om het boek weg te leggen, en toen ik het op een van de heetste dagen van het jaar uitlas, was ik zelfs een beetje bedroefd, omdat het genot van het lezen voorbij was en ik voor de tweede keer afscheid moest nemen van dat magische gebouw. Een mooi boek!
flickr
Posts tonen met het label 04-08-2012. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 04-08-2012. Alle posts tonen
zondag 19 augustus 2012
zaterdag 4 augustus 2012
Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa - Ga niet naar zee. Amsterdam, De Bezige Bij, 2010, 284 pagina's.
In Ga niet naar zee beweegt Tommy Wieringa zich tussen het wereldse rumoer en de stilte van kloosters en het platteland. De lezer volgt het leven van de schrijver op de voet, en leert dat succes of tegenslag geen invloed heeft op zijn werk – al schrijft het beter op een volle dan op een lege maag.
Tommy Wieringa maakte een persoonlijke selectie uit de korte stukken die hij in de loop der jaren schreef, zodat Ga niet naar zee leest als een kleine autobiografie.
Ga niet naar zee is een verzameling korte stukjes, alle niet langer dan drie bladzijden. Dit is geen fictie. De stukjes gaan over Wieringa zelf en de mensen en dingen uit zijn omgeving – bekende schrijvers, maar ook heel gewone mensen, zoals de man in Geesteren Overijssel die de APK-keuring van Wieringa's auto ieder jaar doet, of de ambtenaar bij wie Wieringa aangifte wil doen van de geboorte van zijn kind.
Uit een recensie van het boek, achteraf gelezen, heb ik begrepen dat de stukjes verschenen zijn in De Pers. Dat wordt nergens in het boek vermeld. Ik heb daarom tijdens het lezen voortdurend het gevoel gehad dat Wieringa ons hier een exclusief kijkje in zijn eigen belevingswereld geeft. Dat deze stukjes eerder met tienduizenden krantenlezers gedeeld werden, doet niets af aan de inhoud, maar maakt dat exclusieve gevoel nogal onterecht.
Welbeschouwd is ieder stukje een meesterwerk, qua inhoud en qua taal. Net als Martin Bril of A.L. Snijders kan Wieringa over iets kleins een mooi gebalanceerd stukje schrijven. Wieringa bedient zich daarbij steeds weer van prachtige taal. Zo schrijft hij in het stukje Synesthesie:
[…] toen het begon te sneeuwen. Het waren zulke grote vlokken dat je de kristalstructuren met het blote oog kon zien. We staken onze tongen uit en voelden de prikkelende kou en het smelten van de vlokken. Het leek van groot belang dat alles opeens naar aardbeienbavarois smaakte. De sneeuw en de lucht die ik inademde: alles aardbeienbavarois. Ik had dat niet eerder meegemaakt, dat geluk een smaak kreeg.
Of in Pitbull:
[…] ik keek naar de wolken en dacht aan Jan Baas. Van zijn voornaam was ik zeker, van zijn achternaam niet, hij heeft grote rol gespeeld in mijn leven. Ik herinner me zijn gezicht, al zou ik het niet kunnen beschrijven. Misschien dat ik me de sfeer Jan Baas beter herinner. Het nerveuze, het leven in de verdediging.
[…] Jan Baas rugbyde tegen beter weten in, met een hardnekkigheid die me vaag ergerde. Alsof hij weigerde zijn nederlaag toe te geven.
'Pitbull' werd hij genoemd, een niet zo sterke bijnaam die hij verwierf door zijn fysieke onvermogen om te tackelen, dat hij probeerde te compenseren door aan tegenstanders te gaan hangen met de hinderlijkheid van een braamtak.
Zinsnedes als "dat geluk een smaak kreeg", "leven in de verdediging" of "de hinderlijkheid van een braamtak" vind ik juweeltjes.
Lees dit boek! Ik heb ieder stukje in ieder geval met smaak gelezen, en toen het boek uit was, had ik enorme spijt dat het voorbij was.
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan
Tommy Wieringa
flickr
In Ga niet naar zee beweegt Tommy Wieringa zich tussen het wereldse rumoer en de stilte van kloosters en het platteland. De lezer volgt het leven van de schrijver op de voet, en leert dat succes of tegenslag geen invloed heeft op zijn werk – al schrijft het beter op een volle dan op een lege maag.
Tommy Wieringa maakte een persoonlijke selectie uit de korte stukken die hij in de loop der jaren schreef, zodat Ga niet naar zee leest als een kleine autobiografie.
Ga niet naar zee is een verzameling korte stukjes, alle niet langer dan drie bladzijden. Dit is geen fictie. De stukjes gaan over Wieringa zelf en de mensen en dingen uit zijn omgeving – bekende schrijvers, maar ook heel gewone mensen, zoals de man in Geesteren Overijssel die de APK-keuring van Wieringa's auto ieder jaar doet, of de ambtenaar bij wie Wieringa aangifte wil doen van de geboorte van zijn kind.
Uit een recensie van het boek, achteraf gelezen, heb ik begrepen dat de stukjes verschenen zijn in De Pers. Dat wordt nergens in het boek vermeld. Ik heb daarom tijdens het lezen voortdurend het gevoel gehad dat Wieringa ons hier een exclusief kijkje in zijn eigen belevingswereld geeft. Dat deze stukjes eerder met tienduizenden krantenlezers gedeeld werden, doet niets af aan de inhoud, maar maakt dat exclusieve gevoel nogal onterecht.
Welbeschouwd is ieder stukje een meesterwerk, qua inhoud en qua taal. Net als Martin Bril of A.L. Snijders kan Wieringa over iets kleins een mooi gebalanceerd stukje schrijven. Wieringa bedient zich daarbij steeds weer van prachtige taal. Zo schrijft hij in het stukje Synesthesie:
[…] toen het begon te sneeuwen. Het waren zulke grote vlokken dat je de kristalstructuren met het blote oog kon zien. We staken onze tongen uit en voelden de prikkelende kou en het smelten van de vlokken. Het leek van groot belang dat alles opeens naar aardbeienbavarois smaakte. De sneeuw en de lucht die ik inademde: alles aardbeienbavarois. Ik had dat niet eerder meegemaakt, dat geluk een smaak kreeg.
Of in Pitbull:
[…] ik keek naar de wolken en dacht aan Jan Baas. Van zijn voornaam was ik zeker, van zijn achternaam niet, hij heeft grote rol gespeeld in mijn leven. Ik herinner me zijn gezicht, al zou ik het niet kunnen beschrijven. Misschien dat ik me de sfeer Jan Baas beter herinner. Het nerveuze, het leven in de verdediging.
[…] Jan Baas rugbyde tegen beter weten in, met een hardnekkigheid die me vaag ergerde. Alsof hij weigerde zijn nederlaag toe te geven.
'Pitbull' werd hij genoemd, een niet zo sterke bijnaam die hij verwierf door zijn fysieke onvermogen om te tackelen, dat hij probeerde te compenseren door aan tegenstanders te gaan hangen met de hinderlijkheid van een braamtak.
Zinsnedes als "dat geluk een smaak kreeg", "leven in de verdediging" of "de hinderlijkheid van een braamtak" vind ik juweeltjes.
Lees dit boek! Ik heb ieder stukje in ieder geval met smaak gelezen, en toen het boek uit was, had ik enorme spijt dat het voorbij was.
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan
Tommy Wieringa
flickr
Abonneren op:
Posts (Atom)