zaterdag 29 december 2012

Tommy Wieringa | Dit zijn de namen

Tommy Wieringa - Dit zijn de namen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2012, 302 pagina's.

Een grensstad in de steppe. Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad. Als Pontus Beg, commissaris van politie, ze laat oppakken, wordt in hun bagage het bewijs van een misdaad gevonden. Beg ontrafelt de geschiedenis van hun helletocht, die gaandeweg verweven raakt met de ontdekking van het verhaal over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van de stad, leert hem de waarheid kennen over zichzelf.
Met humor en wijsheid verbindt Tommy Wieringa de duistere binnenwereld van de mens met de vraag naar wie wij zijn en of verlossing mogelijk is.


Tommy Wieringa | Ga niet naar zee
Tommy Wieringa | Alles over Tristan
Tommy Wieringa | Caesarion
Tommy Wieringa | Ik was nooit in Isfahaan

Tommy Wieringa

flickr

zondag 23 december 2012

Camilla Läckberg | Engeleneiland

Camilla Läckberg - Engeleneiland. Amsterdam, Anthos, juni 2012 (3), 415 pagina's. Juni 2012 (1, NL), 2011 (1, Z).
Oorspronkelijke Zweedse titel: Änglamakerskan, vertaald door Elina van der Heijden en Wiveca Jongeneel.

Inspecteur Patrick Hedström onderzoekt een brand op het eiland Valö. Hierbij verdiept hij zich eveneens in een oude, nooit opgeloste verdwijningszaak. Het lijkt erop dat het kwaad uit het verleden weer bovenkomt...

Camilla Läckberg | Zeemeermin

Camilla Läckberg op Wikipedia

flickr

dinsdag 18 december 2012

A.L. Snijders | Brandnetels & verkeersborden

A.L. Snijders - Brandnetels & verkeersborden. 194 ZKV's. Enschede/Doetinchem, AFdH, maart 2012 (2), 309 pagina's. 2012 (1).

Over de titel van dit zeerkorteverhalenboek (SIC) is veel te doen geweest. Kenners vonden Brandnetels & verkeersborden 'een dooie titel'. 'Daarom is-ie zo goed,' zei A.L. Snijders, 'net zo saai en oninteressant als mijn leven.' Een merkwaardig argument, aangezien de ZKV's in deze vijfde bundel andermaal getuigen van Snijders' rijke binnenleven en speelse geest en ons opnieuw laten kennismaken met een keu aan unieke figuren. Beschaving, cultuur, machines, overspel, literatuur, dieren: alle vertrouwde thema's keren terug.

AFdH Uitgevers maakt bij voorkeur boeken, ook literaire, waarin woord en beeld gecombineerd worden. Wij zijn er trots op dat we in deze bundel vier schilderijen van Gummbah konden opnemen. De tekenaar is een liefhebber van het werk van Snijders en andersom geldt hetzelfde: 'Mijn bewondering voor Gummbah geldt zijn vreemdheid. Als de Volkskrant komt, kijk ik altijd eerst naar zijn tekeningen. Dat hij zo'n woede bij doctorandussen weet te veroorzaken, vind ik fascinerend.'

Talloze malen was de auteur in het nieuws nadat hem in 2010 de Constantijn Huygensprijs werd toegekend, vaak vroeg men hem of hij veranderd is na alle toegezwaaide lof. Het antwoord is neen. A.L. Snijders is precies dezelfde gebleven. De auteur schreef ons: 'Als iemand vraagt: wat voor schrijver is die Snijders, zeg dan maar: een schrijver als andere schrijvers.' U begrijpt dat wij het daar niet mee eens zijn.

AFdH Uitgevers, Paul Abels & Martien Frijns


Voor het eerst maakte ik kennis met de ZKV's van A.L. Snijders in het fotoboek De geur van carbolineum: boerenschuren op erf en land van Lyde de Graaf. Brandnetels & verkeersborden is de eerste bundel zeer korte verhalen (ZKV's) die ik van Snijders las.

Ik moet het maar direct eerlijk toegeven: ik ben verkocht, Snijders heeft er een fanatieke fan bij. Ik ben gevallen voor de verhalen die soms maar uit twee, drie alinea's bestaan, waarin Snijders zó veel zegt en je tot zo veel gedachten aanzet, dat het lijkt alsof je op zijn minst een 'normaal' kort verhaal of roman hebt gelezen. De onderwerpen van de ZKV's variëren van jeugdherinneringen tot de kip die niet gepakt kan worden door een roofdier dat 's nachts rond Snijders' huis loopt, van lassen en de vraag of de ander wel kan lassen tot de boeken die Snijders gelezen heeft.

Deze zomer las ik Tommy Wieringa's Ga niet naar zee. Snijders schrijft over contact met de schrijver Tommy Wieringa, en beschrijft een persoon, Joost Conijn, die ook in de hierboven genoemde bundel van Wieringa figureert. Beide schrijvers schrijven met bewondering over deze persoon, die met een zelfgebouwd vliegtuig naar Afrika vliegt.

Nu ik Brandnetels & verkeersborden heb gelezen, begrijp ik dat Wieringa een jonge leerling van Snijders moet zijn. Beide schrijvers werken op dezelfde manier, al zijn de verhalen van Snijders vaak nog veel korter dan Wieringa's stukjes. Overeenkomend is ook de manier waarop beide schrijvers beschrijven wat hen bezighoudt in het dagelijkse leven en in hun gedachtewereld. Daarbij citeren beiden ook uit de werken die zij lezen, als er stukjes zijn die hen raken. Een citaat uit het verhaal Inktpot, waarmee Snijders op zijn beurt mij heeft geraakt:

Ik ga een verhaal lezen, ik installeer me in een diepe stoel. Het heet 'Het water der vergetelheid', geschreven door Vladimir Toetsjkov en vertaald door Monse Weijers. In de tweede alinea lees ik: 'Serjoga dook een jaar of acht geleden op. Als sneeuw in juli of een sproeiwagen in februari, als mensen met een verfijnde psychische constitutie de inktpot pakken en zachtjes beginnen te wenen.'
Ik houd op met lezen, wat betekent deze zin? Moet je een Rus zijn om dit te kunnen begrijpen? Ik ben een Hollander en wel degelijk getroffen door die inktpot en dat weten. De vertaler verwijst me naar een noot:

DE INKTPOT PAKKEN en ingetogen beginnen te wenen – toespeling op een gedicht van Boris Pasternak: 'Februari. De inktpot pakken en wenen.' (1912) Wat het in deze context betekent, is moeilijk te doorgronden.


Het verhaal sluit af met het plan dat Snijders maakt om deze regel uit te spreken in het bijzijn van een kennis, die over de hele wereld werkt, ook in Rusland. Hij stelt zich voor dat Pasternaks gedicht zo maar aan deze man kan zijn voorgelezen, ergens in een café in Rusland. Snijders hoopt dan op herkenning van de dichtregel in de ogen van die kennis. Dit is toch een prachtige manier om het beeld dat wij hier in het westen over Rusland hebben te verbeelden?

Snijders ontving in 2010 de Constantijn Huygensprijs. De aandacht voor deze bijzondere schrijver is sindsdien enorm toegenomen. Dat is, vind ik, terecht, want de ZKV's van Snijders verdienen het door zo veel mogelijk mensen te worden gelezen. Al was het maar omdat Snijders zo hartstochtelijk jonge bezoekers en ons lezers aanspoort de stukken van Karel van het Reve te lezen.

A.L. Snijders op Wikipedia

flickr

donderdag 13 december 2012

Kaweh Modiri | Meneer Sadek en de anderen

Kaweh Modiri – Meneer Sadek en de anderen. Amsterdam, Uitgeverij Thomas Rap, 2012, 187 pagina’s.

Een onstuimig, geestig en ontroerend verhaal over een Iraanse familie in Nederland.


Sam, de hoofdpersoon van Meneer Sadek en de anderen, is geboren in Iran. Omdat de vader gezocht wordt door de machtshebbers in Teheran besluit het gezin te vluchten. De toen nog bestaande Sovjet-Unie ligt voor de hand als nieuw vaderland, want vader is een communist. Eenmaal over de grens gekropen blijkt dat men in de Sovjet-Unie niet zit te wachten op Iraanse vluchtelingen, en het gezin wordt teruggestuurd. Uiteindelijk lukt het toch te vluchten, naar Istanbul. Na een lange tijd daar mag het gezin uiteindelijk naar Nederland afreizen en komt het in Amersfoort terecht in een nieuwbouwwijk. Het grootste gedeelte van de roman speelt zich in Nederland af, als Sam dertien, veertien jaar is geworden.

Modiri heeft deze roman met een vlotte pen geschreven. De taal is niet ingewikkeld en de toon is vaak humoristisch. Modiri voert niet alleen de gezinsleden op, maar ook 'meneer Sadek', een Iraanse vluchteling die dakloos is en de weg een beetje kwijt is, die een tijdje in het gezin op adem kan komen, maar ook personages die in een asielzoekerscentrum bij Amersfoort wonen, en de Iraanse Sali, die in Parijs woont, waarop Sam hals over kop verliefd wordt.

Het aantrekkelijke van deze roman is dat Modiri vanuit het perspectief van eerst een klein jongetje en later een puberende jongen de eigenaardigheden van zijn gezin becommentarieert, bijvoorbeeld het conflict tussen de opstandige grote broer, die verwesterd is en de vader die zich voorneemt dat hij het gaat maken in Nederland en eigenlijk alleen maar bezig is met kansloze zakelijke plannen, dat beangstigend hoog oploopt. Sam levert commentaar zoals een puber dat zou doen, maar het is ondanks al die opstandigheid wel een liefdevol commentaar.

Eerlijk gezegd vond ik de gedeeltes die in Iran en Rusland speelden het indrukwekkendst. De scenes waarin Modiri beschrijft hoe de mannen die Sams vader zoeken juist Sam als vijfjarige eruit pikken om te ondervragen, in de hoop dat de jongen in zijn onwetendheid de verblijfplaats van vader zal verraden is beangstigend realistisch geschreven en deed me denken aan verhalen die ik over de manier van werken van de KGB heb gehoord. Ook de mislukte vlucht naar de Sovjet-Unie, omdat vader denkt dat men daar een kameraad uit Iran met open armen zal ontvangen is schrijnend, en tegelijk ontroerend beschreven.

Meneer Sadek en de anderen is een zeer leesbare, humoristische, maar ook schrijnende roman. Een aanrader!

Kaweh Modiri

flickr

zondag 9 december 2012

Sarah Prineas | De dief en de magiër

Sarah Prineas – De dief en de magiër: Boek 1. Haarlem, Gottmer, 2009 (2), 304 pagina's. 2008 (1, VS), 2008 (1, NL).
Oorspronkelijke Engelse titel: The Magic Thief, vertaald door Sofia Engelsman.

Eigenlijk had Rafi dood neer moeten vallen toen hij de locus magicalus, een steen met magische krachten, stal uit de jaszak van de oude tovenaar Nimmeral. Maar dat gebeurde niet. Nimmeral is dan ook heel verbaasd en zijn interesse is gewekt: waarom is de jonge dief nog in leven? De magiër besluit Rafi aan te nemen als zijn leerling, op voorwaarde dat de jongen binnen een maand zijn eigen locus-steen vindt. Tijd genoeg, denkt Rafi, maar dat valt tegen. De tovenaarslessen van Nimmeral kosten veel tijd, en dan moeten meester en leerling er ook nog achter zien te komen waarom de magie uit de stad Wellekom verdwijnt.


Op LibraryThing omschreef iemand De dief en de magiër zo: "Think of Oliver Twist in a fantastical setting." Die vergelijking dringt zich inderdaad op, want Rafi is ook een wees, die zich in leven houdt door zakken te rollen. Als Rafi de magische steen van tovenaar Nimmeral rolt, blijft hij – in tegenstelling tot wat hoort te gebeuren – in leven. Dat zorgt ervoor dat Nimmeral Rafi onder zijn hoede neemt. De andere tovenaars eisen wel dat hij binnen een maand zijn eigen magische steen vindt. Dat blijkt makkelijker beloofd dan gedaan.

Het aardige van deze fantasyroman voor kinderen is niet alleen het verhaal, dat vlot en onderhoudend verteld wordt. Er is een hele wereld uitgedacht, die uit 'magische knooppunten' bestaat. Het verhaal speelt zich af in een stad die op zo'n magisch knooppunt is ontstaan. De schrijfster heeft haar best gedaan die hele stad in te richten volgens de regels van het genre: een goede en een slechte plek, met in dit geval daartussen eilanden in een rivier waar de tovenaars van de stad huizen, als een soort verdedigingslinie tussen goed en kwaad. De vertaalster heeft weer haar best gedaan in het Nederlands namen te bedenken die aansluiten bij de Engelse benamingen – niet bestaande namen, die wel iets zeggen over de plaats of persoon. Zo heet het goede gedeelte van de stad Ochtendgloren.

Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Rafi en Nimmeral. De hoofdstukjes die vanuit Nimmerals perspectief zijn geschreven zijn in de vorm van dagboekaantekeningen gegoten en in een soort telegramstijl geschreven. Daaronder staan soms aantekening van Rafi, in 'runetekens', die je kunt ontcijferen aan de hand van het alfabet dat achterin het boek is opgenomen. Daar vind je ook een aantal receptjes van gerechten die in het boek genuttigd worden.

De dief en de magiër is een boek dat kinderen in de leeftijd van tien, elf jaar die geïnteresseerd zijn in fantasy zeker zal aanspreken. Het is zeker niet slechts geschreven en het leest als een trein. Dat dit het eerste deel van een trilogie is, maakt het nog extra aantrekkelijk.

Sarah Prineas op Wikipedia
Sarah Prineas (Engels)

flickr

donderdag 6 december 2012

Nelleke Noordervliet | Vrij man

Nelleke Noordervliet – Vrij man. Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Augustus, mei 2012 (2), 464 pagina's. Mei 2012 (1).

Van bol.com, vanwege het ontbreken van tekst op de achterflap:
Plaats van handeling:
De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën en de Nieuwe Wereld. Hoofdpersoon: arts en jurist Menno Molenaar, die na de vroege dood van zijn vader het genadebrood van zijn Rotterdamse koopmansfamilie eet, en eenzaam en koppig zijn weg zoekt. De jonge Menno Molenaar komt aan de Leidse Alma Mater in contact met twee werelden: die van de perverse Engelse lakenreder Dixon en die van de jonge radicale denkers rond Spinoza. Met een van hen, Adriaan Koerbagh, sluit hij vriendschap. Molenaar rondt zowel een studie rechten als medicijnen af. Ondanks zijn voorkeur voor de geneeskunst wordt hij door Dixon naar Den Haag gemanoeuvreerd om daar in dienst van raadspensionaris Johan de Witt informatie te verzamelen die de Engelsen in hun eeuwige conflict met de Nederlanden goed kunnen gebruiken. De werelden van de radicale, integere denkers en die van de rijke Engelsman en diens naar liefde hunkerende vrouw raken op voor Menno Molenaar onverdraaglijke wijze met elkaar verknoopt. Als de druk die Dixon geestelijk en lichamelijk op hem uitoefent te groot wordt, kiest hij voor een rigoureuze daad van extreem geweld, waarna hij scheep gaat naar de Nieuwe Wereld.

In New York probeert Menno Molenaar in het reine te komen met het turbulente verleden. Hij streeft de vestiging van een ideale gemeenschap na volgens de regels van zijn radicale vrienden. Maar idealen laten zich niet zomaar realiseren en de last van het onbuigzame lot bepaalt uiteindelijk het teken waarin zijn leven definitief komt te staan.

Dat is het verhaal van Menno Molenaar.
Maar er is meer…

Nelleke Noordervliet is onderdeel van het verhaal, zij wandelt met Menno Molenaar door het decor van zijn verleden. Zij schrijft zijn geschiedenis, die een vertekening is van de echte geschiedenis. Kan zij immers het verleden echt kennen, echt begrijpen? Ziet ze niet wat ze kent: de problemen van haar eigen tijd teruggeplaatst in het verleden? Om haar blikveld te verruimen vervlecht Nelleke Noordervliet haar verhaal van Menno Molenaar met persoonlijke getuigenissen van mensen die Menno’s leven delen – historische personages als Lieuwe van Aitzema en Johan de Witt, en fictieve personages want Vrij man is en blijft een roman.


In Vrij man beschrijft Noordervliet het leven van de fictieve persoon Menno Molenaar, een Rotterdammer van niet al te gefortuneerde komaf die in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën leeft, de kans krijgt twee studies af te ronden en carrière te maken in Den Haag, bij De Witt. De inhoud van de roman wordt vrijwel volledig samengevat in de tekst die hierboven staat, daar zal ik hier verder niet over uitweiden.

Laat ik beginnen met wat me niet beviel in deze roman. Noordervliet heeft ervoor gekozen zelf aanwezig te zijn in deze roman. Ze beschrijft verschillende 'ontmoetingen' met Menno Molenaar in het heden waarin wij leven. Het doel daarvan is om de moderne lezer Menno Molenaars worsteling met de vragen van zijn tijd beter te laten begrijpen. Ook is het idee dat de mens Menno Molenaar daarmee voor ons beter te begrijpen zou zijn. De bedoelingen zijn goed, maar deze constructie heeft mij vooral geirriteerd. Ze onderbreken het verhaal, en kwamen op mij als niet erg geloofwaardig over. Zo zeer dat ik na eerste tien, vijftien bladzijden overwogen heb niet verder te lezen.

Deze 'onderonsjes' beslaan gelukkig niet het overgrote gedeelte van de roman. In die gedeeltes van de roman waarin Noordervliet de gebeurtenissen simpelweg beschrijft vanuit het perspectief van Menno Molenaar en zijn tijdgenoten is deze roman op zijn sterkst. Beschrijvingen waarin Noordervliet bijvoorbeeld beschrijft hoe een stad in die tijd ruikt of hoe men denkt naar het functioneren van het menselijk lichaam met de stand van de wetenschap van toen zijn echt goed.

Noordervliet beschrijft daarnaast de historische gegevens van die tijd – de jaren 1670 – op een interessante, en begrijpelijke manier. Daarbij gaat het niet alleen om de oorlogen met Engeland, maar ook het ontluiken van stromingen die niet zonder meer in God geloven, die meer vertrouwen stellen in de wetenschap en die vrij willen kunnen spreken en schrijven, ook als hun mening afwijkt van de algemeen geldende mening. Een bijzonder interessante periode waarin wordt geworsteld met vragen die ook nu nog relevant zijn.

Het perspectief wisselt regelmatig van dat van Molenaar naar andere personages, zodat gebeurtenissen ook vanuit het standpunt van die andere personages – historische en fictieve – worden belicht. Ik vind die literaire techniek een waardevolle aanvulling op het verhaal.

Al met al een roman die aardig was om te lezen, die een stuk beter zou zijn geweest als de 'onderonsjes' met de schrijfster zelf in het heden waarin wij zelf leven achterwege zouden zijn gelaten.

Nelleke Noordervliet

flickr