Marc Reugebrink - Het grote uitstel. Amsterdam/Antwerpen, Meulenhoff/Manteau, april 2008 (4), 312 pagina's. Oktober 2007 (1).
Het Grote Uitstel: voor al wie last van heimwee heeft.
Daniël Winfriend Rega is in- en ingelukkig. Ook in de provincie woedt de Koude Oorlog volop. Jonge mannen nemen een abonnement op de permanente revolutie, geven zich over aan een niet-aflatend cafébezoek en trachten de wereld te veranderen in de armen van een meisje. Rega nestelt zich in het status-quo en kiest, te midden van steeds duurdere woorden en grotere veranderingen, voor een wereldschokkende overzichtelijkheid. Tot het leven hem links en rechts inhaalt. Zelden zijn de jaren zeventig en tachtig zo onvermijdelijk beschreven.
Marc Reugebrink heeft een overrompelende bildungsroman geschreven over jeugdige overmoed en tot excuses omgebogen grote principes.
Met deze roman heb ik het heel moeilijk gehad. Bijvoorbeeld omdat er een verteller is, die vanuit ik-perspectief het verhaal voortdurend onderbreekt. Reugebrink heeft ervoor gekozen om deze verteller niet alwetend te laten zijn. Hij verwoordt het zoekende karakter van het leven van hoofdpersoon Rega door in zijn opmerkingen voortdurend aan alles te twijfelen, te zoeken naar de juiste gedachten en formuleringen. Dat ging mij al heel snel heel erg tegenstaan.
Waarom heb ik het boek dan toch uitgelezen? Omdat het eerste en tweede gedeelte spelen op plaatsen die ik goed ken. De plaats D. uit het eerste deel ligt vlakbij de plaats waar ik ben opgegroeid en Rega’s middelbare school was mijn middelbare school, zij het niet in dezelfde tijd. In deel twee studeert Rega in Groningen, de plaats waar ik - veel later dan Rega - ook studeerde en waar ik nog steeds woon.
Dat maakte dat ik nieuwsgierig was naar hoe Reugebrink die twee plaatsen beschrijft, maar zorgde ook weer voor irritatie. De schrijver kiest er soms voor zaken waarheidsgetrouw en voluit bij de werkelijke naam te noemen, maar hij kiest er ook voor om feiten te verhullen. Waarom het ene wel herkenbaar houden ('het pand van Jenna' is natuurlijk 'het pand van Janna'), en het andere weer versluieren (een flat voor studentes met de bijnaam 'hunkerbunker' in de Spireastraat in Groningen)? Waarom D. schrijven, in plaats van Diepenheim, maar wel voluit spreken over Markelo en Goor?
Soms ergerde ik me ook aan de vergelijkingen die Reugebrink gebruikt. Op bladzijde 116 staat bijvoorbeeld:
Nat, doornat was hij al, maar nu lag hij languit op zijn buik in de modder, met een snijdende pijn in zijn rechterdij, een bloedende hand, pijnlijke knieën en enkels – alsof hij door iemand onderhanden genomen was die hem bont en blauw had geslagen, alsof hij uren had doorgebracht in de folterkamers van Videla of Pinochet.
Dat alles om te beschrijven hoe Rega zich voelt als hij over prikkeldraad een greppel in tuimelt. De verwijzing naar militaire junta’s past natuurlijk in het tijdsbeeld, maar maakt op mij een erg overtrokken indruk.
Toch waren er ook wat lichtpuntjes. Ik zie wel in dat deze roman een goede poging is om een tijdsbeeld te schetsen van de jaren 1970 en 1980. Vooral de politieke discussies in het eerste deel en de beschrijvingen van de colleges op de lerarenopleiding in Groningen vond ik interessant.
Dat Reugebrink regelmatig verwijst naar muziek, is voor mij, als lezer die ook van muziek houdt een heel fijne bijkomstigheid. En het lukt Reugebrink een beeld te schetsen van een wat onzekere plattelandsjongen, die zich staande probeert te houden op plaatsen waar hij graag bij wil zijn, in kringen waar hij eigenlijk niet in past.
Het is alleen jammer dat je je daarbij door al die eindeloze beschrijvingen van plattelands- en studentensex moet worstelen, om vervolgens in het derde deel nog getrakteerd te worden op de val van de Berlijnse muur in 1989, waarmee er voorgoed een eind komt aan de linksige ideeën van Rega.
Reugebrink ontving voor deze roman De Gouden Uil Literatuurprijs 2008. Als ik objectief naar deze roman probeer te kijken kan ik me voorstellen waarom de jury de prijs heeft toegekend, maar als ik in de jury van deze prijs had gezeten, had ik vermoedelijk niet voor deze roman gestemd.
Marc Reugebrink
flickr
zondag 3 januari 2010
Marc Reugebrink | Het grote uitstel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten